15 mei 2009

DE BENIEUWDE RONSENAAR

EXCLUSIEF DOSSIER:
DE GEORGANISEERDE IMMO-RUSH OP RONSE
DE WAARHEID ACHTER DE KWAKKEL OVER CRUCKE


Eén van de meest hardnekkige Ronsese kwakkels doet het kwaadwillig uitschijnen alsof ere- burgemeester Orphale Crucke zelf – en uit eigenbelang - eind de jaren tachtig de hand zou hebben gehad aan de hoge instroom van allochtonen. Enkel de reserveplicht die de voormalige Ronsese burgemeester zichzelf sinds zijn afhaken omtrent Ronse vrijwillig oplegt, belet dat het eerrovend karakter van deze beschuldigingen tot dusver zonder juridische gevolgen is gebleven voor de lasteraars. Het materiaal dat we bijeen wisten te sprokkelen, maakt het ons vandaag mogelijk hier deze kwakkel door te spoelen waar hij hoort. Het eerste deel van ons dossier hierover kreeg u hier vorige week al.
Vandaag gaan we dieper in op de reacties van de Ronsese migratiestop die Orphale Crucke aankondigde in zijn brief van 9 juli 1991 aan alle betrokken hogere instanties en die we hier vorige week publiceerden. (Zie 6 mei
).

‘Geachte burgemeester, beste Orphale', zo schrijft minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback zijn partijkameraad Crucke op 25 juli 1991 al terug, ‘De gemeente is verplicht een vreemdeling in te schrijven in het vreemdelingen-of bevolkingsregister zodra deze beschikt over een geldige verblijfs-of vestigingsvergunning.’

Tobback schuift de aangekondigde weigering van Crucke om dat nog langer te doen echter als een hete patat door naar een andere partijgenoot: Luc Van Den Bossche, dan Gemeenschapsminister van Binnenlandse Aangelegenheden.

Louis Tobback :‘Indien de verblijflaats niet bewist wordt, is het evenwel aan de overheid die toezicht uitoefent over de handelingen van de gemeente om te oordelen over de wettigheid van de weigering tot inschrijving. In casu dient U zich te wenden tot de heer Van Den Bossche, Gemeenschapsminister van Binnenlandse Aangelegenheden aan wie U overigens hetzelfde dossier reeds heb overgemaakt.’

‘Uw migratiestop is onwettig’.

Kous af voor Tobback. Dezelfde dag, 25 juli 1991, ligt er echter ook al een andere brief in de bus van de Ronsese burgemeester. Eéntje van Paula D’Hondt-Van Opdenbosch. Zij is dan Koninklijk Commissaris voor het Migrantenbeleid én CVP-partijgenote van Miet Smet, de Staatssecretaris voor Emancipatie die tekende voor het spreidingsplan van vluchtelingen.

‘Wat de inschrijving van asielzoekers betreft, wil ik er U op wijzen dat het spreidingsplan van de Staatsscretaris voor Maatschappelijke Emancipatie geen wet is. Het is een plan dat tot doel had het zeer grote aantal asielzoekers in de Brusselse agglomeratie in samenwerking met steden en gemeenten op ruimere wijze over België te spreiden', zo schrijft de Koninklijke Commissaris de Ronsese burgemeester.

Paula D’Hondt-Van Opdenbosch haalt er artikel 18bis van de wet van 15 december 1980 bij om Crucke terug te fluiten met zijn voorgenomen migratiestop in Ronse.

‘Alleen de Koning', zo schrijft zijn Koninklijk Commissaris,‘kan op voorstel van de Minister van Justitie vreemdelingen verbieden zich te vestigen in bepaalde gemeenten. Als hij oordeelt dat de aangroei van de vreemde bevolking in deze gemeenten het algemeen belang schaadt. Om voornoemd voorstel te kunnen doen, moet de Minister van Justitie echter eerst een eensluidend advies hebben ingewonnen van de gemeenteraad en de gouverneur.'

Paula D’Hondt: ‘Zo’n verbod betreft alvast niét diegenen die al in het Rijk gevestigd waren noch diegenen die al in de gemeente verbleven. Het verbod is evenmin van toepassing als ze al samenleven of komen samenleven met een vreemdeling die in de betrokken gemeente verblijft, op diens echtgenoot, noch op hun kinderen die ofwel nog geen achttien zijn ofwel te hunnen laste zijn.’

Wat de voorgenomen migratiestop door Crucke betreft, windt de Koninklijke Commissaris er geen doekjes om: ’De inschrijving van vreemdelingen weigeren buiten de toepassing van deze bepaling is onwettig.’

‘Het OCMW doet eraan mee’

Twee dagen eerder is Crucke ook al ‘terechtgewezen’ door Miet Smiet, de Staatssecretaris voor Emancipatie die tekende voor het op zijn minst omstreden spreidingsplan van politieke vluchtelingen.

‘In tegenstelling met wat u schrijft’, zo meldt Miet Smet koeltjes aan Crucke (in haar brief van 23 juli 1991) bestaat er geen enkele wettelijke norm over het aantal politieke vluchtelingen in de gemeenten. Vreemdelingen die legaal in het land verblijven – en daartoe behoren de kandidaat politieke vluchtelingen – zijn vrij te verblijven in een gemeente van hun keuze. De gemeente is wettelijk verplicht hen in te schrijven in het vreemdelingenregister. Wat de norm 1 per 1000 betreft: het gaat om een oproep die ik eind 1986 heb gericht tot alle OCMW’s om op voluntaristische basis politieke vluchtelingen, die op dat ogenblik bijna volledig in 23 gemeenten waren geconcentreerd, te ondersteunen.'

Het spreidingsplan wordt door haar eigen diensten enkel als richtlijn gehanteerd, zo verduidelijkt Smet. Het is dus geen wettelijke norm.

Miet Smet: ‘Het is dan ook niet correct te beweren dat aan Ronse 68 kandidaat politieke vluchtelingen werden ‘toebedeeld’ door mijn diensten. Zij sturen kandidaat politieke vluchtelingen trouwens alleen door met akkoord van het plaatselijk OCMW. Zij kunnen vanzelfsprekend niet verhinderen dat vluchtelingen op eigen initiatief huisvesting zoeken in een bepaalde gemeente.'

Dreigende schorsing, boetes en mediatisering.










Op 1 augustus 1991 laat Gemeenschapsminister van Binnenlandse Aangelegenheden Luc Van Den Bossche weten dat hij helemaal niet akkoord gaat met de aangekondigde migratiestop van zijn kameraad uit Ronse. Van Den Bossche kondigt prompt aan dat hij alle beraadslagingen van het Ronsese schepencollege in dat verband gaat vernietigen. Enkele dagen later, meer bepaald op 7 augustus 1991, bevestigt hij dat voornemen in een nationaal verspreid persbericht. De aangekondigde stop door Crucke is nu nationaal nieuws.

Orphale Crucke zelf laat zich hierdoor niet imponeren. 's Anderendaags al reageert hij op de aanmaning van zijn partijkameraad, geheel volgens de hem bekende assertieve stijl. Crucke blijft gewoon bij zijn beslissing en legt de waarschuwing van minister Van Den Bossche naast zich neer. Al laat hij dan wel de deur op een kiertje voor verdere dialoog.

Orphale Crucke (Gazet van Antwerpen, 9 augustus 1991): ‘Wij weten zeer goed dat wij ons illegaal opstellen in deze materie. Maar helaas is er geen alternatief. Ik heb daarover mijn schepencollege geraadpleegd. Het schepencollege stelt dat we bij die weigering blijven. Momenteel althans. Totdat wij misschien met de minister rond de tafel zijn gaan zitten.’

Orphale Crucke:‘Ik zeg niet dat de minister juridisch ongelijk heeft’, zo voegt hij er in Het Volk aan toe. 'Maar de realiteit hier gebiedt mij en mijn bestuur om minstens een signaal te geven naar de hogere overheid dat er lokaliteiten zijn waar men door de danige groei van de vreemdelingenbevolking misschien een bepaald quotum zou moeten stellen. Bijvoorbeeld wanneer men boven de vijf percent zit van zijn bevolking.’

Burgemeester versus louche makelaars.

In De Morgen (8 augustus 1991) denkt Piet Piryns daar zo het zijne van.

Piet Piryns: ‘Het voornemen van burgemeester en schepenen in Ronse om asielzoekers te weigeren, is een nieuw bewijs van groeiende xenofobie. Het siert Luc Van Den Bossche dat hij al heeft laten weten de plannen van zijn partijgenoot Orphale Crucke te zullen dwarsbomen. De burgemeester van Ronse mag dan gelijk hebben als hij constateert dat louche makelaars geld verdienen aan de miserie van migranten. Maar het besluit om niet langer Tunesiërs en Marokkanen in te schrijven in zijn gemeente heeft een discriminerend karakter. Dat betekent niet dat de nationale overheid geen schuld treft. Er valt nog wat af te dingen op het ‘spreidingsbeleid’ van de voorbije jaren.’

‘Er is iets aan het gisten bij de mensen…’

Het hek is nu helemaal van de dam. Iedereen graaft zich in. In Ronse weigeren de ambtenaren van de dienst Bevolking nog langer vreemdelingen uit de Magreblanden in te schrijven. Het regent reacties. Crucke riskeert een schorsing als burgemeester.
In Ronse blijft de CVP, die samen met de SP de meerderheid vormt, zeer karig met commentaar. Schepen (huidig burgemeester) Luc Dupont verwijst voor alle comment door naar Orphale Crucke zelf. Die commentaar geeft Crucke zelf inderdaad aan Geert Steurbaut in Het Volk op 7 augustus.

Orphale Crucke: ‘In het verleden is genoegzaam bewezen dat we in Ronse geen racisten zijn maar integendeel goede democraten. We hebben ons altijd zeer verdraagzaam opgesteld ten opzichte van de vreemdelingen. Momenteel zie ik me echter genoodzaakt in te grijpen. De toevloed aan vreemdelingen het voorbije anderhalf jaar gebeurde niet ‘natuurlijk’ maar wordt georganiseerd door een immobiliënkantoor uit Ronse. Ik heb anderhalf jaar geduld geoefend in de hoop dat het saturatiepunt eens zou bereikt worden, maar dat bleek niet het geval. Men gaat maar door met het ronselen van Marokkanen die zelf in busjes worden aangevoerd. Omdat ik niet kan optreden tegen dergelijke praktijken, bleef er slechts één oplossing. Ik weet heus wel dat het niet langer inschrijven van vreemdelingen niet wettelijk is, maar we beschikken over geen alternatief. Met een dermate grote aanwas vermindert de kans op integratie immers aanzienlijk.'









Orphale Crucke: 'Heel wat Ronsenaars lopen momenteel mistevreden rond. Er is iets aan het gisten bij de mensen. Ze komen me opzoeken om over het probleem te praten. Ik vond dat ik mijn verantwoordelijkheid niet langer uit de weg kon gaan en dat ik moest optreden. Zoniet zit Ronse tegen het eind van dit jaar met 2000 migranten. Ik meen in eer en geweten dat het percentage aan vreemdelingen zou moeten beperkt blijven tot vijf percent van de bevolking.’

Het punt is gemaakt.














Inmiddels krijgt Orphale Crucke de eerste aangetekende zendingen van migranten in de bus die hem aanmanen toch maar verder in te schrijven in Ronse. In de lente van 1992 kondigen drie Marokkanen tenslotte formeel aan dat zij de maatregel van Crucke in kort geding aanvallen. Er hangen burgemeester Crucke nu behalve een schorsing ook zware boetes boven het hoofd.

Johan Leman, dan kabinetschef van Koninklijk Commissaris Paula D’Hondt-Vanopdenbosch verwacht dat die drie klagers, rekening houdend met de geldende wetgeving terzake, gelijk gaan krijgen.

Johan Leman ( Het Volk, 29 april 1992):‘Maar stel dat zij hun recht niet krijgen, dan moet de bevoegde minister ingrijpen’.

Dat noch de minister, noch de gouverneur Crucke vooralsnog niet hebben geschorst vindt Leman niet zo verwonderlijk.

Johan Leman:‘De lokale autonome is een heilige koe in België. Eer de minister tussenkomt, moet er heel veel gebeuren.’

Zo ver laat Crucke het echter allemaal niet meer komen. Hij kent als jurist als geen ander de wet en weet wat hem en Ronse aan boetes wacht. Hij heeft hoe dan ook zijn punt gemaakt. Hij wou aan de alarmbel trekken. Dat is hem helemaal gelukt.

Na anderhalf jaar inschrijvingsstop schrijft Ronse gewoon weer migranten in. Anders dan de kwakkel over hem, wou Orphale Crucke integendeel dus juist de georganiseerde immo- rush op Ronse een halt toeroepen en - als eerste socialistische burgemeester van het land- overheen de partijtucht de hogere overheid een krachtig signaal geven dat een immigratie buiten proportie in provinciesteden als Ronse een harmonieuze evenwichtige integratie in de weg staat.

Als signaal kon het tellen. Of het wat heeft uitgehaald en de situatie er sinds het vertrek van Crucke op verbeterde, is een vraag die de Ronsese bevolking en de Ronsese politiek tot op vandaag zeer blijft bezighouden.
(Slot).


Copyright Stef Vancaeneghem.

14 mei 2009

JOURS DE FRANCE


12.

Cannes.Croisette. Naakter nog dan in die rieten zetel van één van haar softfilms beklimt ze de trappen van het oude gelige Palais des Festivals. Onder het fijne Indische kantoentje dansen haar lenden op het ritme van zijn voorzichtige vingertoppen. Anders dan miljoenen begerige blikken in the heart of darkness van oude wijkbioscopen schenkt hij haar zijn tedere elegantie. Hij, de warme minnaar. Met zijn hees geprevelde verzen van liefde, op de zijden hoofdkussens van het Gray d'Albion om de hoek.

Mais les serments s'oublient
Dès que le printemps s'en va
Là-bas dans la prairie
J'attends toujours, mais en vain
Une fille en organdi
Dès que le printemps revient.


Trots als een Romeinse keizer na de Slag om Haar draait hij zich even om. Ze zijn halverwege nu. Ik zie hoe ze traag verdwijnen op deze paleistrappen. Onderweg naar eeuwige roem of is het naar nergens? In afwachting is dit hun jaar van de kreeft. Met baden en bubbels.


Oh non, le temps n'y peut rien
Je repense à ses yeux
Dès que le printemps est là


Duizend flitsen voor haar. Hij trekt zich wat weg, lichtelijk geneneerd. Hij kent zijn plek in deze schijnwereld vol sterrengeruis. Hij kent de diepten al, van het sterrengruis. Hij heeft alles al gehad. In zijn gouden krullen fluistert ze hem toe: ‘Ik heb je nodig’. Hij met dat eeuwige monkellachje van hem. Alhier hooguit bekend bij nachtelijke fans van Bernard Pivot. 'Le plus grand des écrivains Belges.' Het als nooit eerder beschreven verdriet van België. Moment de gloire in de sofa naast Bonjour tristesse Sagan. Hij met zijn majestueuze vanzelfprekendheid, zijn verbale virtuositeit.



En zij het wonderkind met haar eindeloos herhaalde roman fleuve en haar pijnlijk gestotter. Gevallen godin van alle Parijse nachten. Ver is ze al van al die wazige ochtenden op het verlaten strandje aan het Hotel de la Ponche in het bruisende Saint-Tropez van pointillist Signac. Ze wou George Sand zijn, een vrouwelijke Marcel Proust worden. Het werd drank, coke, demonen en schrijven voor het geld. 'A la recherche de l’argent perdu.' Ze is een wrak. Net haar Aston Martin, in de prak. Je krijgt zin om haar te omhelzen, te beschermen, te knuffelen. Zoveel schrijftalent en hulpeloosheid tegelijk heb je nooit gezien.

Zij, de laatste vriendin van Sartre. Die de ouwe blinde existentialist komt oppikken, achter de rug van Simonne de Beauvoir. Contingente liefde. Zij die hem geduldig zijn brokjes vlees voorsnijdt, Chez Lipp. Hij blind, zij sprakeloos. L’existence précède l’essence. Hun nafte is op.

Mais son image rôde
Au détour de mon chemin
Quand les soirées se font chaudes
Dès que le printemps revient.


'Claus, auteur van enkele werkjes’ lacht hij bescheiden tegenover hun gevraag naar zijn schrijverschap, voor hun glitterboekjes. Le Festival du Film. Is me dat hier een cinema.

Ik zie hoe een zee van paparazzi hen tenslotte opzwelgt. Sterren voor even schitterend op de paleistrap. Vallende sterren van morgen. Gone with the wind. Aan de havenkant duikt de zon achter het eiland Lérins. Waar monniken deze futiele immanentie aan de overkant van het water transcenderen.

Parfois je veux mourir
Dès que le printemps est là
Je crois toujours guérir
Dès que le printemps s'en va
Mais je sens la brûlure
D'une douleur qui m'étreint
Comme une ancienne blessure
Dès que le printemps revient


‘Jours de France’
Verzonnen Journaal.
Copyright Stef Vancaeneghem.

13 mei 2009

DE BENIEUWDE RONSENAAR

HET GROTE
PORTEMONNEE-RAPPORT
VAN DE STANDAARD:
DIT IS WAT ONZE STREEKPOLITICI
OPSTRIJKEN VAN UW BELASTINGGELD


















De Standaard publiceert in een grondig financieel rapport wat de federale, Vlaamse en Europese politici zoal verdienen. We plukken er voor u de streekpolitici uit. Als u de komende dag een handdruk mét smile krijgt als kiezer, weet u wat die waard is. Voor de handjesschudders welteverstaan.


Kopstukken De Croo en De Padt

Herman De Croo gaf de redactie van De Standaard zijn integrale belastingaangifte voor 2007. Toen was hij evenwel nog Federale Kamervoorzitter. Zijn inkomsten voor dat jaar bedroegen in totaal 268.766 euro. Waarvan 262.914 beroepsinkomsten, 2.286 vervangingsinkomsten en pensioen en 2.466 landbouwsubsidies. Zijn aangegeven uitgaven voor dat jaar bedroegen in totaal 217.804 euro. Waarvan 80.064 beroepskosten. Belastingen 100.511 euro. Lokale partij-afdrachten 4.452 euro. Sociale bijdragen 9.704 euro. Andere aftrekken 3.573 euro. Kleine kosten (goede doelen, steunkaarten etc.) 12.000 euro. Daarmee kwam De Croo uit op een netto jaarinkomen van 50.962 euro. Hetzij 4.247 euro per maand.

In zijn toelichting verduidelijkt De Croo dat hij forfaitair belast wordt als landbouwer op het aantal hectaren dat hij uitbaat. Hij laat ook een fruitplantage in seizoenpacht bewerken. Zijn ondervoorzitterschap van Texaf beschouwt hij meer ‘als een venster op de zakenwereld dan als een echt inkomen’.

Herman De Croo: ‘Alle federale en gemeenschapsparlementsleden krijgen elke twee jaar een bezoekje van gespecialiseerde financiële controleurs. Die controle gebeurt in Brussel – ver weg van het thuisfront- op een erg strenge en gespecialiseerde manier. Frauderen met onkostennota’s is vrijwel onmogelijk.’

Herman De Croo verdient tegenwoordig 184.938,50 euro. Waarvan 79.511,99 euro als Kamerlid en nog eens 22.900 euro als Ondervoorzitter van de Kamer. Als Burgemeester van Brakel krijgt hij daarnaast nog eens 54.606,87 euro. Hij draagt 6,4 percent af aan zijn partij, de Open VLD. Hopelijk dienen die dan niet om overlopers van bij De Decker een inkomen te garanderen… Andere inkomsten heeft De Croo als bestuurder van Texaf, als landbouwer en als advocaat.

Zijn Open VLD- partijgenoot Guido De Padt van Geraardsbergen verdient 214.614,18 euro. Waarvan 203.816,28 euro als Minister van Binnenlandse Zaken. Als gemeenteraadslid en OCMW-raadslid van Geraardsbergen krijgt De Padt nog eens 1.249,80euro. Hij draagt naar verluidt 7,5 percent af aan de partij. Al zegt hij zelf dat hij daar geen zicht op heeft. Wie wel nog, tegenwoordig… (Exit Bart Somers?)

Bruno Tuybens van Zwalm









De SP.a politicus uit Zwalm verdient jaarlijks 135.894,38 euro. Waarvan 79.511,99 euro als Kamerlid. Als burgemeester van Zwalm krijgt hij daar nog eens 44.550,03 euro bovenop. Hij staat daarvan 10 percent af aan de partij en bevestigde tegenover de Standaard-redactie deze cijfers.

Cindy Franssen van Oudenaarde





De CD&V politica uit Oudenaarde verdient 102.920,10 euro. Waarvan 79.511,99 euro als Vlaams parlementslid. Als gemeenteraadslid van Oudenaarde krijgt ze daar nog eens 3.095,3 euro bovenop. En als lid van het overlegcomité Gemeenteraad-OCMW nog eens 742,92 euro. Ze draagt hiervan 5,6 percent af aan de partij en heeft geen andere inkomsten. Franssen reageerde niet op de gegevens die de Standaard over haar bijeen wist te sprokkelen.

De burgemeester van Oudenaarde



Marnic De Meulemeester, de burgemeester van Oudenaarde, verdient 149.347,6 euro. Waarvan 79.511,99 euro als Vlaams Parlementslid. Als burgemeester van Oudenaarde krijgt hij nog eens 55.225 euro. Als bestuurder van Toerisme Oost-Vlaanderen krijgt hij 450 euro. De Meulemeester draagt 7,5 percent af aan zijn partij. Andere, niet nader gespecifieerde inkomsten heeft hij als bestuurder van de Liberale Mutualiteit Oost-Vlaanderen. De Meulemeester bevestigt al deze cijfers tegenover de redactie van De Standaard.

De redder van Ronse

Erik Tack, de man die u deze –onbezoldigde - blogverslaggeving vanop de perszitjes van de Ronsese gemeenteraad niet gunt, krijgt om zoiets doodleuk publiekelijk (en tegen de grondwettelijk beschermde persvrijheid in) te verkondigen hiervoor zèlf ...van uw en mijn belastinggeld jaarlijks 94.658, 75 euro. Waarvan 79.511.99 euro als Vlaams Parlementslid. Volgens de Wetstraatwatchers van zowel De Standaard als De Morgen in hun recente algemene evaluatie scoorde Tack daar in dat Vlaams Parlement overigens zeer ondermaats.

Als gemeenteraadslid van Ronse krijgt Tack nog eens jaarlijks 3.150 euro. Andere inkomsten heeft hij als huisarts. Erik Tack ‘reageerde nooit’ op de cijfers die de redactie van De Standaard over hem verzamelde, zo meldt de krant.

Van anti-politiek door 'De Standaard' is hier totaal geen sprake. Uitmuntende journalistiek is het. De anti-politiek komt veeleer van politici die zichzelf schaamteloos honoreren met topvergoedingen aan het hoofd van banken, die ondertussen hun rommelkredieten laten indekken door uw en mijn belastinggeld en dan zonder verpinken de vakbonden oproepen om constructief mee te werken aan oplossingen. In alle talen zwijgend over hun zelf geschonken salarisverhoging. Zie het journaal vandaag...

11 mei 2009

DE BENIEUWDE RONSENAAR

ZO ZAG U 'DEN BLUTEN POMPIER' NOG NOOIT
















Met dank aan Frank Waeterloos voor zijn uniek beeld van het Albert Park zoals het met iets meer eerbied voor de gesneuvelden van het vaderland wordt genoemd. Van eerbied gesproken: de Oude Sint-Martinus kant park staat onder de ogen van de Ronsenaars ongeveer letterlijk in te storten tegenwoordig...

10 mei 2009

BEAU MONDE


Eke-Nazareth. Waarbij Roger Raveel in zijn ‘verschrikkelijk schoon leven’ een moment van eeuwigheid geschonken wordt. Waarbij Roland Jooris de grenzen van schoonheid aftast, pure Wittgenstein in poëzie.

Waarbij Jan Hoet ons het sublieme toont in de ruimte die Raveel ons laat om de spiritualiteit van het leven zelf te zien. Waarin mijn grote bonkige schrijfbroer Carlos Alleene doet wat hem te doen staat, als gepriviligieerd getuige van al dit meesterschap om hem heen.

Waarin klasgenoot Jan Leenknegt met zijn glaskunst bijzonder sterk door het raam piepen komt, in de kapel van het schone daar in Machelen-aan-de-Leie (waar Gerard Reve op rij vier tot Maria bidden kwam). Waarin politica Marleen Vanderpoorten vergeten is dat ze ooit schrijfster Marleen Porta was. Toen ze nog de tijd vond om hem even stil te leggen, de tijd, en te dromen.


Waarin paster Gaby Desmaele Jaap Kruithof weer tot leven brengt: in een betere wereld voor alle levende wezens. Waarin onze onverbrekelijke vriendschap, beste Carlos, even de banaliteit overstijgt en Raveel ons met zijn kast op wielkes voor altijd de weg toont naar het goede, het ware en het schone.