02 januari 2019

ONBESCHRIJFELIJK

WINTERZONNEWENDE BOVEN DE BASILIEK.



Du jamais vu. Een select trosje gewichtigen van het moment poseerde met glimmende puntschoenen in de Romeinse catacomben. Defileerde er ten behoeve van het sociale gekwebbel bij de tombe van onze patroonheilige. Beloofde er de toch al armlastige Heilige Stoel onder de schilderachtige fresco’s van Michelangelo een veelvoud van krappe leeflonen voor het herstel van de grafsteen van Hermes. Signeerde er tussen het stokstijve koloriet van de Zwitserse Garden met krollen en krabbels een zogeheten ‘Memorandum of Understanding’ zij het dan in de dode taal van Pontius Pilatus.

Aan deze onwaarschijnlijke Romeinse parade was hier bij ons ter plekke eerder al in de gebouwen van het gretig opgedoekt Burgerlijk Hospitaal een ronkend congres vooraf gegaan met als genodigden een hele nest vorsers, zo weggelopen uit het ‘Hermetisch Zwart’ van Marguerite Yourcenar en Umberto Eco’s ‘Naam van de Roos’. Samen peroreerden ze er over bruikbare fundamenten voor de ‘Heilige Graal’ van elk toerisme dat zichzelf in encombrante dubbeldek bussen op de wereldkaart wil. Voor minder dan een erkenning als Unesco-erfgoed van de jaarlijkse Ommegang met de relieken van Hermes zou er voortaan bij de ossobuco delicioso geen Brunello meer worden ontkurkt.

In hun verdoken ateliers wisten de Broeders van het Grootoosten bij God (een manier van schrijven) echt niet meer waar ze het hadden. Uitgerekend op een moment dat kerken overal te lande ontheiligd en herbestemd werden tot parkings, supermarkten, belle époque-passages en trendy bars kregen ze dit in de schort geramd. Bij de dageraad van een winterzonnewende, in een voor de rest razend interessant bouwstuk over het ‘Tijdperk der Tovenaars’ rond Ludwig Wittgenstein, Martin Heidegger en Hannah Arendt, Ernst Cassirer en Walter Benjamin suste de Meester zijn lichtelijk verontruste logebroeders. Deze hele ‘kaloten vertoning’ diende te worden geduid (dure parlé werd er gekoesterd) als een laatste hopeloos krampachtige opstoot van neo-zelotisme tegenover het algehele kerkverzuim. Een wanhoopspoging waartoe zelfs - niet te geloven toch - een gezond goddeloze doch ijdele staatsman zich had laten inpakken. Met godbetert de ‘Medaille van de Heilige Bavo’ hem opgespeld door de pensioengerechtigde monseigneur-accordeonist van Sint-Baafs. Nee, dan maar snel weer over naar de echte orde van het daglicht: de pijn van het da-sein, de grenzen van taal, de vaandelvlucht van mystiek bij Plotinus en Kierkegaard tegenover de echte authentieke existentie van de vrije denker.


Eer het jaar om was, werd onze hoofdkerk officieel door Rome bevorderd tot Basiliek. Met de restauratie van de Oude Vrijheid der Kanunniken er rond, kon deze onverhoopte upgrade van het wereldtoerisme naar de op één na grootste crypte van het Oude Avondland nu niet meer stuk.

We zouden een keer zien. Wij die nochtans dachten hier de afgelopen zeven decennia alles al te hebben gehad en gezien. Een Basiliek gedomme... En deze keer heel anders dan de dure bouw van die in Koekelberg. Deze keer een basiliek die er eigenlijk al stond. Dus zonder verplichte aankoop door de kinderen van de Christelijke Scholen van plastic Domus Dei-bouwsteentjes. Gewoon 10.000 zelf opgehaalde euro’s van beminde parochianen voor het opblinken van Hermes zijn Romeinse tombe. Wie praat hier over peanuts, in het licht van de eeuwigheid?

De tijd van de waanzin lag zo te horen definitief achter ons. De Gouden Eeuw van de City Marketing was bij deze aangebroken. We kwamen van ver. Zie ons daar nog zitten in die bus van Parmentier, op schoolreis naar de Kapel van Lorette. Onze melktanden kapot op onze eerste Leekies. Met mijn klasmaatje Jakie, die later sprintkoning worden wou. ‘Gelijk Willy Vannitsen’. Zonder zijn melktanden klonk dat: Elijk Illy An Nitten.

Illustratie: Armand Demeulemeester.