21 juli 2007

DE GEBELGDE RONSENAAR

20 juli 2007

RONSE: VENETIE VAN HET NOORDEN...











STORTVLOED IN RONSE VANOCHTEND.

HIER EXCLUSIEF DE EERSTE BEELDEN.

VOOR DE REST NOG EEN PRETTIGE VAKANTIE,

BURGEMEESTER EN SCHEPENEN....

GROETEN UIT RONSE

UW VENETIE VAN HET NOORDEN....

19 juli 2007

DE BENIEUWDE RONSENAAR (132)




RUDY DEMOTTE
VOLGT ELIO DI RUPO OP

RONSE'S
'FACILITEITEN-BABY'
WORDT
WAALS
MINISTER-PRESIDENT




De geboren Ronsenaar Rudy Demotte wordt de opvolger van Elio Di Rupo als Waals minister-president.
Demotte werd geboren in Ronse in het …taalfaciliteitenjaar 1963 op 3 juni.


Demotte komt uit een bescheiden milieu en is de zoon van een Waalse vader (die overleed op jonge leeftijd) en een Vlaamse moeder. Hij groeide op in Vloesberg en Brakel, wat hem tot een van de weinige federale Franstalige ministers in België maakt die zeer vlot Nederlands spreken.

Hij studeerde politieke wetenschappen en internationale betrekkingen aan de ULB en behaalde zijn licentiaatsdiploma in 1986 met een scriptie over de geschiedenis van de Belgische Werkliedenpartij in West-Henegouwen.

Vanaf 1985 was hij secretaris van het nationale verbond van Jongsocialisten, en vanaf 1986 voorzitter (tot 1992). Hij werd secretaris van het OCMW in Lessen. Van 1988 tot 1990 werkte hij op het kabinet van Philippe Busquin, destijds minister van Sociale Zaken.

Daarnaast bekleedde Demotte in de jaren ’90 diverse functies in de PS-federatie Aat-Doornik-Moeskroen (West-Henegouwen). Inmiddels geldt hij als de belangrijkste PS-politicus van deze streek, na het wegvallen van Guy Spitaels en Philippe Busquin uit de nationale politiek.

Burgemeester van Vloesberg

Zijn eerste mandaat als politiek verkozene was dat van gemeenteraadslid in Vloesberg (1994-2000), en in 1995 als federaal volksvertegenwoordiger in de Kamer. In 1999 nam hij opnieuw deel aan de verkiezingen en raakte verkozen in het Waalse Parlement.

Hij nam dit ambt niet op en werd in juli 1999 federaal minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, met 36 jaar de jongste minister van de pas gevormde regering Verhofstadt I.

Reeds in april 2000 stapte hij over naar de regering van de Franse Gemeenschap, waar hij minister van Begroting, Cultuur en Sport werd; in 2001 kwamen daar de bevoegdheden Openbaar Ambt en Jeugd bij.

Bij het aantreden van de regering Verhofstadt II in juli 2003 werd Demotte opnieuw federaal minister, deze keer van Volksgezondheid en Sociale Zaken. Tijdens zijn ministerschap kreeg hij te maken met een aantal moeilijke kwesties, zoals de strijd om het verplicht voorschrijven van generische geneesmiddelen wanneer dit mogelijk was.

Sinds januari 2000 is Demotte ook titelvoerend burgemeester van Vloesberg (het ambt van minister en burgemeester is in België niet verenigbaar). Hij is gehuwd en vader van twee kinderen.

Overzicht van politieke ambten

•1995 - 1999: federaal Volksvertegenwoordiger in de Kamer
•1999 - 2000: federaal minister voor Economische zaken en Wetenschappelijk onderzoek.
•2000 - 2003: minister van Begroting, Cultuur en Sport van de Franse Gemeenschap.
•juli 2003 - heden: federaal minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken.
•(Titelvoerend) burgemeester van Vloesberg (sinds 2000)
•Vanaf vandaag: Waals Minister-President.

18 juli 2007

DE BENIEUWDE RONSENAAR (131)






Samen met jullie ontdek ik een knappe site over de crypte met tal van foto’s en detailopnamen op:

http://claudius4.skynetblogs.be.

Hierboven alvast een voorsmaakje met foto’s van de waterput, een ‘Tempeliers’kruis, en een Romeins koorboek, een Lombardisch masker en de maquette van het verdwenen klooster. Onze crypte wordt er één van de mooiste van het hele continent genoemd. Terecht.

Me zoeme weure
hier oest vergeiten
hoe schuune da
Roonse tooch kan zoan
in de zoone oof in de reigen
hoe schuune da Roonse
tooch kan zoan…

17 juli 2007

STERRENKIJKER


16.


Na de haatrecensie van Jeroen Overstijns, de nieuwe efemere koning boosoog in het land der letteren, komt mijn tot dan uitstekende relatie met Wim Verheije, uitgeefdirecteur van Manteau onder druk. Net zoals zijn voorgangers Lionel Deflo en ervoor (bij Hadewijch) Roger Binnenmans heeft Wim zich tot dan altijd een oprechte fan getoond van mijn werk. Met de verfijnde stijl hem eigen, heeft hij zich steeds hard ingespannen om me, los van de waan van de tijd, rustig te laten voorschrijven aan mijn eigen koppige schrijfplan. Toegegeven: geen kleine verdienste. Want het tijdsbeeld wil naast buitenlandse bestsellers ook op de Vlaamse lezersmarkt steeds meer snel weglezende lectuur, actuele non-fictie (genre het Paolaboek van Mario Danneels), faction en thrillers.

Zo beleef ik tegelijk als journalist en als auteur bij Manteau vanop de eerste rij de snelle doorbraak Pierre Aspeslagh, alias Pieter Aspe. Ik zie er ook hoe de ‘dino’s’ van de Vlaamse Letteren en van de lectuurlijstjes op school gaandeweg vertrekken of op de achtergrond van het nieuwe grote schrijfgeweld verdwijnen.

Jef Geeraerts verhuist naar andere uitgeefoorden. Ward Ruyslinck, Jos Vandeloo, Willy Spillebeen, het zijn allemaal mijn minzame schrijfbroeders die de meanders van de uitgeverij in Vlaanderen al vele jaren kennen en heel filosofisch toekijken hoe de lawaaierige tafelspringers en hun mediacompanen het letterland komen bevolken.

Jezelf blijven en je eigen schrijfroute volgen, je pen getrouw blijven zonder toe te geven aan de druk van de markt, de commerce, de tijd: het is de lastigste weg. En hij loopt in Vlaanderen steeds vaker dood.

Wim Verheije meldt me dat hij eraan denkt om de contractueel geregelde uitgave van mijn romanbundel ‘Belgetude’ uit te stellen. Voor het eerst verschillen we grondig van mening. Als er me dan al iets in dat wereldje van uitgevers wordt verweten, is het dat ik te weinig voor mijn werk opkom (met deze blog en het onverwachte succes ervan haal ik nu in ijltempo mijn scha in).

Ik sta er dus op dat de afspraken omtrent Belgetude gehonoreerd worden, ongeacht wat een of andere mandarijn van de nieuwe post-moderne schrijftrend daarvan vindt. Na wat gekissebis stelt Wim Verheije me voor de keuze. Een duurdere biobliofiele uitgave of dan een gewone betaalbare bundel. Ik ga voor het laatste.

Wat ik wil, is dat de vijf romans in Belgetude die de afgelegde schrijfroute in die afgelopen decennia in kaart brengen vlot en betaalbaar bij de lezer geraken. Ik krijg mijn zin. Maar ik weet al dat dit het boek van het afscheid wordt: afscheid van Manteau, niet van het schrijven.

Een mens kan vernederd worden
maar daarom nog niet vernield.
Hemingway.


Zonder vertrouwensrelatie uitgever-auteur wordt het nog moeilijker dan het al is. Als stoorzenders van buitenaf (er zijn er nogal wat: de aandeelhouders, de nieuwe directeurtjes, de boekhouders, de mandarijnen) erin slagen die relatie onderuit te halen, blijft de auteur alleen achter.

Doch mèt zijn fidele lezers.

'Belgetude' wordt onthaald op vier sterren, op de mooie vijf kolommentitel 'Vlaanderen vanachter de gordijntjes' en op een halve pagina lof in Het Nieuwsblad.

Mark Vlaeminck:‘De romans van deze auteur zijn nooit ingewikkelde postmoderne structuren. Hij is op de eerste plaats een verteller die naar mensen kijkt en luistert en hun reacties in rake spreektaal vat.’

Veel meer dan zomaar de beschrijving van het kleine Vlaanderen is dit Vlaanderen zoals het echt in de diepte leeft.

‘Vanachter het gordijn, dat hij eventjes opzij schuift, kijkt de auteur naar de burgers die voorbijtrekken. Hij monkellacht want hij begrijpt ze. En hij beschijft ze. Met liefde, met begrip en met humor.'

Het ontgaat Mark Vlaeminck niet dat Manteau als kaft van het boek gaat voor grijs met een streepje zwart-geel-rood. Zo grijs als de Belgische luchten boven een land met tricolore vlag. Bij nader toezien: een dweil.

Een dweil die alles schoonmaakt, een keer het vuil opgezogen en eruit geperst is.

‘Een uitstekend initiatief van uitgeverij Manteau om de romans van deze auteur te bundelen in een mooie band’, zo begroet Knack de uitgave.

Knack: ‘Belgetude is een prachtige Belgische kroniek over Congo, clubs, collaboratie, kapitalisten, kerk, koningen en coureurs.’

Manteau ‘honoreert’ het contract met een oplage van...400 stuks. In een light print-on-demand uitgave, op doorkijkpapier. Het boek verwordt dan ook al snel een antiquiteit op het internetdoorverkoopcircuit.

Toujours sourire.

‘Sterrenkijker’. Copyright Stef Vancaeneghem.

16 juli 2007

BLOG BOEK


















Ik ben liever
niemand
maar dan wel
mèt principes
dan dat ik iemand
zijn zou
zonder


Voor dit Blog Boek genoteerd uit de mond van de jonge Ronsese schepen Nedia Gmati-Trabelsi.

VADER DAG













186.‘Doc’ heeft hij al. ‘Takel’ook: in vele formaten.‘Bliksem’ blijft zijn lieveling. Uiteindelijk gaan we voor de vrachtwagen. Hij en ik. Vooral ik. Voorbij de kassa klemt je achterkleinzoon de nieuwste aanwinst van zijn ‘Cars’ Collection onwrikbaar in de armpjes. Op zijn lippen: de glimlach van zijn goedlachse papa.

Deze Disney Store is het Eden voor gulle grootvaders. Ik ken op dat moment geen groter genoegen dan de blijdschap van Kleine Loetie. Tenzij. Doch dit was me als kind niet gegund te ervaren.

Tenzij ik één keer maar de ontvanger was geweest, jij de schenker. Tenzij je me alle Dinky Toys zelf had geschonken op elke verjaardag van mijn jongensjaren. Jaar na jaar schreef ik je daartoe een brief. Legde ik hem vol verwachting naast je foto in de grote veranda. Elk jaar vond ik er stipt het gevraagde model. Een antwoord op al mijn vragen in de brieven gaf je me nooit. Wat je zoal deed om je dode tijd te doden. Caramboleren met grootvader? Hoe het voelde om tegelijk dood en toch mijn papa te zijn. Of ik keeper, dan wel basketter diende te worden. Of je mama wel oprecht gaarne zag om haar zomaar voor levend achter te laten in je dood.

Je schonk me de glimmende Studebaker die nonkel Daniel op stal had staan voor zijn ritjes naar de Kluisberg op warme dagen. Je schonk me de grijze Plymouth waarin de lieve en grappige nonkel René tourde. Als laatste pronkstuk in mijn verzameling schonk je me de kanariegele Citroën DS 19 waarin ik later de afgestudeerde collegejongen Raoul zou zien defileren. Linker elleboog losjes door het open raam. Rechter pink nonchalant onder het futuristisch stuur. Deze wagen reed als vanzelf. En een vering op vrijersveren.

Een en al klasse. Smart, in het Engels wat het pak betreft. In het Nederlands omtrent de dingen van het hart eronder. Dichten kon Raoul als geen ander. Hij had Eddy Cochran kunnen zijn. Of in de zomerzon misschien wel Trini Lopez. Hier, voor mijn ogen, door de Watermolenstraat. Achter het huis van grootvader dat jij voor ons liet verbouwen. Net voor we met zijn allen om je dood levenslang zouden beginnen rouwen.

If I had a hammer.

187. We kijken samen naar een Ierse jingle jangle morning mister Tambourine Man met pluche-knuffels alom: bengelend aan zijn hoed. Zijn jas. Zijn mouwen. Zijn harmonica. Zijn grosse-caisse. Zijn Roland-orgel. Hij blijkt zich af te vragen waar alle antwoorden op zijn vragen blijven. Voor zijn voeten, naast het blikje voor de Mc Donald-lunch lees ik:

‘Een dag zonder lach, is een verloren dag.’ Charlie Chaplin.

In de wind zingt hij. De antwoorden: Blowin’ in the wind. De clown en het kind herkennen elkaar in de verwondering van Chaplin. 'Zijn klokjes beieren,' zegt je achterkleinzoon. Die taalgrens-r vooraan in de tong, daar geraakt hij ook al niet meer vanaf. Join the club.

Elke nieuwe dag zonder jou papa, blijft een dag vol vragen in de wind. Vijf generaties vragen. Geen antwoorden.

‘Vader Dag’. Brievenroman. Copyright Stef Vancaeneghem.