18 mei 2010

DE BELEDIGDE RONSENAAR

NEEN DIT HOEVEN DE SLACHTOFFERS
VAN DE NAZITERREUR IN DE VLAAMSE ARDENNEN
NOCH HET VERZET VAN RONSE TE PIKKEN

OF HOE 'DE MORGEN'
VAN ALLE RONSENAARS
NAZISYMPATHISANTEN MAAKT



















'VAN ALLE BELGEN
WAREN DE RONSENAARS
DE DAPPERSTEN'


Als Ronsenaars zijn we het al langer gewoon vrijwel systematisch geschoffeerd te worden door mandarijnen van de media. Daarom hierboven voor één keer een koekje van eigen deeg. Met een titel waarin elke zin voor nuance ontbreekt. Voor wat hoort wat.


'De volledige bevolking in stoet'

‘Britse soldaten van 2nd Sherwood Foresters nemen stelling nabij Ronse. Groot is hun verwondering als ze de volledige bevolking in stoet op hen zien toestappen, de gesjerpte burgemeester op kop. Nog groter is de Britse woede als blijkt dat ‘le tout’ Ronse ontgoocheld is: men wachtte immers… de Duitsers op, aan wie men zich snel wilde overgeven’.


Zo staat het er. In vetjes dan nog, uitvergroot als citaat. Dat schrijft Walter Pauli in zijn oorlogsbijdrage ‘Het Laffe Land’.

Zie daarover ‘De Morgen’ van 12 mei jongstleden. Hieronder de feiten achter de fantasie en de ‘Hineininterpretierung’.

De gesjerpte burgemeester?

Het kàn hier om te beginnen al niet om de enige echte democratisch verkozen burgemeester van Ronse gaan. Eugène Soudan, tevens minister van Onderwijs in de regering Pierlot, is immers sinds het begin van de vijandelijkheden met de andere leden van die regering gevlucht naar Frankrijk. Soudan zal door de nazi’s - volgens een ongecontroleerde bron in Parijs in 1943 - opgepakt worden en gedeporteerd naar Buchenwald.

Schepen Arthur Van Schamelhout vervangt Soudan tot 18 mei 1940. Hij wordt op zijn beurt opgevolgd door schepen Ephrem Vanden Eede. Die blijft in functie tot 2 januari 1941, wanneer Leo Vindevogel als zelfverklaard oorlogsburgemeester benoemd wordt door de bezetter. In feite gaat het dus wat die zogeheten ‘gesjerpte burgemeester’ betreft om Ephrem Vanden Eede. Die is dan al schepen van Ronse sinds 1927.

Wat gebeurt er precies?

Op 18 mei 1940 heeft het schepencollege van Ronse in de voormiddag een gesprek met Generaal Nyssen, de Belgische vertegenwoordiger bij de Britse Legerstaf in de stad. Daar wordt afgesproken de stad niét te verdedigen maar te laten bezetten door de Duitse troepen die aan de poorten van Ronse staan. Dit om nodeloos bloedvergieten te vermijden. (Wat had ‘De Morgen’ gewild? Een bloedbad voor de geschiedenisboekjes? Of een roman: Slachthuis 5 - zie Kurt Vonnegut in Ronse?).

Twee dagen later, op 20 mei, betreedt een voorpost van het Duitse leger de straten van Ronse. De dienstdoende schepen (niet-burgemeester) Ephrem Vanden Eede wacht de Duitsers op: recht tegenover het stadhuis. Dit beweert althans, zonder verdere bronvermelding eigenlijk, Noël Deconinck in zijn – overigens niet onomstreden werk:

‘Le Renaisis pendant la seconde guerre mondiale;
Ronse 1975; dl I: 1940-1943; p. 21 en 87.’

Ik citeer hieruit letterlijk: ‘Les premiers soldats Allemands furent reçus par le bourgmestre Vanden Eede et quelques personnes du conseil communal’.

'Le bourgmestre Vanden Eede...'
's Jonge. Een beetje Ronsenaar lacht zich in een deuk.
Ware het allemaal zo triest niet.
Soudan, zegt u? Connais pas.
Of hoe zo'n kromgeslagen kroniek 70 jaar later vermeende kwaliteitsjournalistiek wordt...

Waarom gebeurt dit?

Op 10 en 19 mei 1940 wordt Ronse twee keer zwaar gebombardeerd. Er vallen daarbij doden en gewonden. In dergelijke chaotische omstandigheden is het niet meer dan normaal, een teken van goed realistisch bestuur zelfs, dat een stadsbestuur probeert om vooral en in de eerste plaats het leven van zijn weerloze burgers vrouwen en kinderen te sparen. De nabijheid van de Schelde houdt immers het risico in van aanzienlijke militaire operaties.

Dat ‘de volledige bevolking van Ronse ‘in stoet’ de zogeheten ‘gesjerpte burgemeester’ op kop naar de Duitsers toestapt is dus – zo ongenuanceerd gesteld – op zijn zachts uitgerukt compleet misplaatst.

Een belediging



Dit is eigenlijk een regelrechte belediging voor alle Ronsenaars van wie 'De Morgen' in één pennentrek, in globo, in stoet, sympathisanten van de inkomende nazi's maakt.

Dit is smaad:

- Voor de vele Ronsenaars die gesneuveld zijn in de concentratiekampen in gruwelijke omstandigheden.

(Zie het vorige maand onthulde monument voor de Ronsese slachtoffers in Dora waarvan we hier via deze blog, en zeer velen met ons, de replica claimen onderaan de traphal van het stadhuis).

- Voor alle verzetsmensen van Ronse die talloze keren hun leven hebben geriskeerd voor de ‘Freedom of Speech’ van ondermeer ‘De Morgen’ …

- Voor de talloze Ronsenaars die halsoverkop zijn gevlucht.
(Mijn mama is bevallen van mijn zus op 12 juli 1940 in Paimpol. De hele familie was toen allicht op de vlucht vanuit sympathie voor de nazi's...)

- Voor de kleine Eric Zonneman (9 jaar, de Belgische cocarde op de borst) die bij de bevrijding is neergemaaid in de straten van Ronse, door de laatste langs rollende Nazi-pantser.

- Voor de 450 Ronsenaars die - in stoet- tijdens de oorlog (2 x 4 uur per dag) van de nazi's verplichte burgerwacht hebben moeten doen en daardoor dienden als potentiële gijzelaars en pasklare schietschijf.

- Voor de hele bevolking van Ronse die ‘in stoet’ de megaboete van 3 miljoen toenmalige franken aan de nazi’s heeft moeten betalen, na een aanslag op collaboratieburgemeester Leo Vindevogel.

- Voor de 24 dode jongens van Wodecq, onder wie heel wat Ronsenaars. Neergemaaid door de nazi's.

Enige nuancering door ‘De Morgen’ van deze voor alle Ronsenaars denigrerende, laat staan smadelijke informatie, ware hier op zijn minst gewenst.

Freedom of speech, daar is ook hier in Ronse hard voor gevochten.
Maar trop is teveel en erover is erover.

17 mei 2010

BRIEF VAN EEN FIERTELDRAGER









Beste Stef,

Een goeie vriend uit Dendermonde liet me zondag de sfeer opsnuiven tijdens de voorbereidingen van de grote festiviteiten in zijn geliefde stad. ’t Ros Beiaard trekt er nog eens op uit. Net op de dag van de Fiertel. Een hoogmis voor iedere Dendermondenaar. Ik kreeg de kans de training van de pijnders (de dragers) en de heemskinderen mee te maken. De sfeer was betoverend. Rijendikke Dendermondenaars stonden bewonderend en vol emotie te kijken naar het spektakel. Ze kunnen niet wachten tot de grote dag en komen nu al de sfeer opsnuiven.

Ik ben zeer graag ingegaan op deze uitnodiging omdat ik wel eens wou zien hoe de pijnders hun “pjeid” dragen. Er zijn grote gelijkenissen met het dragen van het reliek van Sint-Hermes. De cadans moet goed zitten en de pijnders zijn best uit het goeie hout gesneden. Daar waar bij ons de cadans door de bellenman wordt aangegeven, is het bij onze Dendermondse vrienden de muziek en de ploegleider die de cadans aangeven. De identiteit van de inwoners van Dendermonde is diep verweven met hun “pjeid” en met de vier heemskinderen. Het is net hetzelfde als de verwevenheid van de Ronsenaar met zijn magische Fiertel.

Je voelt het ook in Dendermonde. De stad zindert. Ze oogt ook bijzonder feestelijk. Je ziet het aan de uitgelaten inwoners. De fierheid over deze mooie traditie straalt af van iedereen. Geen haar op hun hoofd dat eraan denkt om het gebeuren in de één of andere hoek te duwen. Deze traditie is er voor iedereen en is van iedereen.

Het grote verschil met de Fiertel is dat ze er te Dendermonde in geslaagd zijn om deze tienjaarlijkse gebeurtenis aan te wenden als trigger voor de stad. Hier zijn er mensen die begrepen hebben dat het best zou zijn de neuzen in dezelfde richting te laten staan en met een open geest te werken aan het dossier. Daarbij zijn kosten noch moeite gespaard om het dossier voor de erkenning van ’t Ros Beiaard als Meesterwerken van het Orale en Immateriële Erfgoed van de Mensheid rond te krijgen. Ze zijn er in geslaagd en plukken daar nu de vruchten van.

Ik liet me met genoegen meeslepen door de gezellige drukte in de stad. Heel wat toeristen komen nu naar Dendermonde afgezakt en willen zich mee laten onderdompelen in de bijzondere sfeer. Hier vaart iedereen goed bij.

Mijn aandacht wordt getrokken door de mooie affiche. Het logo UNESCO staat er mooi op te pronken en men licht me in dat deze erkenning voor de hele stad een bijzonder gegeven is. Het is de beste publiciteit voor deze unieke gebeurtenis. Het zorgt ervoor dat deze mooie traditie heel wat volk naar deze stad trekt. Niet alleen op de dag zelf, maar ook gedurende het hele Ros Beiaard-jaar leeft iedereen intens mee.

Kan jij me nu eens zeggen wat onze Fiertel niet zou hebben dat ’t Ros Beiaard wel heeft? Kan jij me eens vertellen waarom ze er bij ons maar niet in slagen om zich los te wringen uit de enge leefwereld van het eigen grote gelijk en eigen grote belang? Waarom slagen ze er niet in om samen de hand aan de ploeg te slaan en samen te ijveren voor de erkenning waarop de Fiertel recht heeft? Kan iemand me eens laten weten welke ‘inzichten’ je moet aanreiken om ze aan hetzelfde zeel te laten trekken teneinde een project neer te zetten dat een echte trigger kan zijn voor onze mooie stad?


Ik wens je een deugddoende Fiertel toe, Stef. Hopelijk hebben ze in Dendermonde goed weer. Dan zal’t hier ook wel mooi weer zijn zeker?

Wim Vandevelde
Fierteldrager



(Illustraties Fiertel: Armand Demeulemeester en Michel Provost)