17 november 2006

VADER DAG

106. De helft van de Vlamingen gelooft dat sommige mensen paranormale gaven hebben. Mocht jij die hebben, mij nu contacteren. Want die ene droom waarmee je mijn jeugd tormenteerde: wat weinig.

Droom dat je me de opdracht gaf zorg te dragen voor mama. Ik deed wat je vroeg. Je wil was wet. Het werd minder dan ik gehoopt had. Een mens doet wat hij kan.

tu sais on est
comme on est
on n’est jamais
que ce qu’on est

Ik nam de droom mee in mijn schrijfsels. Schreef hem de planken op. Mikte hem in de Vlaamse beeldbuis, recht de huiskamers in. Overal op zoek naar je vermeende wereld.

Het huis tussen fabriek en klooster waar de droomscène in één take opgenomen werd en je eventjes vaag in beeld bent, staat weer te koop. Wat er met de woningen gebeurt waarover je schaduw hangt, het blijft me beroeren.

Op mijn ontdekkingsreis doorheen de tijd vond ik je oude vulpen. Ik maakte mezelf sterk dat jij me als onzichtbare papa met je vanzelf bewegende pen een verhaal schrijven zou : ‘Het Leven. Gebruiksaanwijzing.’

Wat droomt een kind al niet. Dat je niet dood was, maar verborgen zat op zolder. In één alles verklarend tot leven komend boek. Verborgen achter de wand. Van mijn hart.

107. De helft van de Vlamingen gelooft dat alles een reden heeft en bestuurd wordt door een hogere macht. Dat is niet twee keer hetzelfde.

Dat alles een reden heeft, wil ik graag geloven. Zelfs al hebben we geen enkele zinvolle reden van bestaan, dan nog wil ik aan die zinloosheid zin geven.

Sterf je twintig maanden eerder, dan zit ik hier niet. Simpele absurditeit van het lot. Als vijftig percent der Vlamingen gelijk heeft, dan zit je nu om mijn zoektocht naar zingeving te lachen.

De zin van het bestaan. Jij trok naar Patagonië, naar Venetië, naar Oberammergau. Je gaf het leven zin door met je vrienden op stap te gaan. Ik onthou het. Ik lees die gebruiksaanwijzing dan maar doorheen je foto’s, je reisverslaggeving. Misschien trek ik met mijn vrienden op een dag naar Santiago, ontmoet ik je op de heuvel aan de kant van het bergpad.

Als alles bestuurd wordt door een Hogere Macht, wat moet ik dan met mijn vrijheid? Wil je aan die Hogere Macht zeggen dat ze bij deze mijn rug op kan? Heb niks gevraagd.

je n' ai pas
demandé
la vie,
tu me l’as

collée
su’l dos

Als de Hogere Macht zich gedraagt zoals de lagere, belooft het. Ons wat laten rond dansen als marionetten, ons dan belonen of straffen voor het getrouwtrek.

De helft ongeveer van de Vlamingen gelooft in één enkele god. In de oerknal. In bovennatuurlijke krachten. In het hiernamaals. Het is veel voor een simpel mensenleventje van gemiddeld tachtig jaar.

Epicurus was nog de kwaadste niet. Zolang je leeft, is de dood er niet. Als je dood bent, is het leven er niet. Die twee zijn niet gemaakt om elkaar ooit tegen het lijf te lopen. Leve het leven, Pietje De Dood bestaat niet.

Ik geloof in jou papa. Diep in mij van binnen. Wat zou ik hier anders dit boek zitten schrijven, voor jou: ‘Het Leven. Zonder Gebruiksaanwijzing.’

108. Terwijl ik dit schrijf, luister ik naar de Wiener Sängerknaben. Edelweiss. Morgenblätter. Pizzicato Polka. Heidenröslein. Tausend und eine Nacht.

Nog veel meer nachten heb ik op jou gewacht. Ave verum. Lacrimosa. Die Schöpfung.
Ja, gods wondere schepping. Het is me wat.

109. Vanochtend kwam ik bij je langs. Gezien? In de krant stond dat kinderen veertig graven hadden beschadigd. Maar de Christus boven je hoofd hangt er nog. Godzijdank.

Je krijgt meer groen om je heen. De stad gaat het oude kerkhof weer helemaal opsmukken. Jij en je makkers, jullie zijn met zijn allen bevorderd tot Cultureel Erfgoed. Ze gaan een lijst opmaken van waardevolle grafstenen en grafkelders. Je vriend, de grote stadsbeiaardier wat verderop zal daar niet rouwig om zijn. Ik eigenlijk ook niet.

Er komt een Strategisch Plan. Jullie zullen voortaan - eindeloos - kunnen genieten middenin de groene heuvels. Een eeuwigheid lang.

110. Achttien procent van de Vlamingen gelooft dat er een hel bestaat. Het zal wel zijn. Vanavond nieuwe beelden in het journaal.

Vijftien procent gelooft in de duivel. God slaat niet of hij zalft. Geen engelen zonder duivels. Geef mij de gevallen engelen. Dat ik mijn duivels ontbind.

Je ziet het vader: had me toch maar beter die Gebruiksaanwijzing gepend. Jij ook altijd, met je flutverhaaltjes over Patagonië.

Vierentwintig procent van de Vlamingen gelooft dat het mogelijk is dat men in een volgend leven terugkomt. Waag het niet.

Of was jij de zonderling die me aansprak. Vanochtend in je dodenlaantje daar?

‘Vader Dag’. Brievenroman. Copyright Stef Vancaeneghem.

16 november 2006

BLOG NOTES

étoiles et harmonica

quand je serai fatigué d’écrire
toujours les mêmes phrases

quand mes mots voleront en éclats
dans ce métier sans trêve
j'irai rêver dans ma cabane
de Haute-Savoie

quand je serai fatigué de tourner
dans les brumes d'un rêve

lorsque cette ville ne m'apportera
plus que cris et tracas
j'irai rêver dans ma cabane
de Haute-Savoie


quand j'aurai tout écrit
tout donné et tout dit
je prendrai mon harmonica
mes livres avec moi
j'irai rêver dans ma cabane
de Haute-Savoie

y a des étoiles qui courent
dans la neige autour
du chalet de bois
y a des guirlandes
qui pendent du toit

et la nuit descend
sur les sapins blancs
quand je frappe des doigts


(Vrij naar Francis Cabrel. ‘La Dame de Haute-Savoie’. Fragile.)

15 november 2006

DE BENIEUWDE RONSENAAR (24)

IEN ROONSE EES DAT IET

CARNAGE TEN HUIZEN PEVENAEGE


Bijkans had ik Uw deze keer niet geschreven kunnen hebben. Uw moet namelijk weten dat in ons appartementsblok een bom ontploft is. Pas op, neemt Uw dat niet letterlijk op – geen sprake van een aanslag, noch van een achtergebleven bom uit de oorlog zoals Uw wel eens in U gazet leest. Neen, maar wel is de hele toestand rond het huisdier van de veel gelaagde Madame Van Overmeiren tot explosie gekomen. Nochtans, de Terappisterie, of Trappisterapie of hoe moet ik het noemen, die het gebuurte sedert een aantal weken op Kikie, de schoothond in kwestie toepaste, was een succes gebleken en dit over de gehele linie. Tegen dat de huismoeders onze kleinen te slapen leggen werd de witte keeshond in alle discretie op het terras getrakteerd op zijn dagelijkse delicatesse van die brave Paters van Westmalle en in geen tijd genoot hij een bodemloze slaap die eveneens aan alle geburen een gezonde nachtrust garandeerde. Zo was de harmonie in ons gemoed evenals in het ganse appartementenblok eindelijk weergekeerd. En zo had de toestand wat mijzelf en alle geburen betreft noch lang mogen aanslepen. Maar, en dat had ik van bij het begin moeten hebben geweten, het tere punt van ons offensief lag bij Madame Van Overmeiren zelve. Was ze zich eerst van geen kwaad bewust geweest, de avondlijke lethargie van Kikie begon op de duur natuurlijk wel op te vallen, waardoor Madame’s achterdocht gewekt werd. Gezien de ouderdom van het beest (ik heb het nu voor alle duidelijkheid even niet over Madame zelf) was deze achterdocht geheel terecht. En Madame Van Overmeiren deed dus wat elke attente dierenvriend zou doen: zij belde de veearts van dienst. Deze reed in zijn zware terreinwagen voor omstreeks het uur dat ik na mijn middag siëste een vertrouwde blik werp op de parking vanop het balkon van mijn appartement. Ik moet zeggen dat mijn oude hart hier toch wel even oversloeg, zoals de motor van ons Dafke 750 DeLuxe model 1962 in de tijd als zijn half automatische versnellingsbak weer eens haperde. Zodat ik zelfs overwoog om een pilleke onder mijn tong te laten smelten, zoals voorgeschreven door mijn huisdokter. Want ik moet een beetje oppassen sedert mijn verwittigingske deze zomer! Naar de uitslag van het onderzoek op de trouwe viervoeter had ik natuurlijk het raden, want sinds het spijtige malentendu met zijn massieve eigenares enkele weken geleden ziet zij mij niet meer staan, zoals Uw weet. Ik besloot derhalve de inlichtingendienst in te schakelen in de persoon van Desmaele Rachel, gezegd Slotsieze Puuties Rachelleke, wegens dat haar vader, zelf de zoon van een gerenommeerde slotenmaker die in de oorlog 14-18 fortuin had gemaakt op de kap van de Duits, een minder valiede mankepoot had gehad. Rachelleke wordt trouwens door een deel van de geburen ook wel de gazet genoemd, want niet alleen is ze, niettegenstaande ze potdoof is, op de hoogte van alles wat er in onze blok dweilt en zeilt, maar ze beschouwt het ook als haar plicht om elkeen op zijn beurt omstandig en luid ruchtig daarover geuniformeerd te houden. Geen kwartier later wist ik dat er voorlopig noch niets aan de hand was: zoals te verwachten waren hartslag en ademhaling van Kikie geheel volgens de normen gebleken. Wel had de dieren dokter op last van moeder Van Overmeiren uitgebreid de vaste ontlasting van het beest in al zijn bestand delen dienen te ontleden. Maar ook daar was niets ongewoons mee, hoewel de regelmatige consommatie van het edel Patersbier wel eens de consistentie ervan durft te beïnvloeden, zo als Uw het weet. Het was er dus op uit gedraaid dat de Mastodont zeer tegen haar goesting de arts zijn visite had moeten betalen. Want omdat die niets tastbaars had opgeleverd moest ze in de ogen van Madame Van Overmeiren ook niet geremunereerd worden. Zij had noch iets gemummeld over “pensioen”, “facteur” en “einde van de maand”, maar de dokter, die haar blijkbaar kent, had vriendelijk glimlachend een gedecideerde hand uitgestoken naar het briefke van 50 Euro dat zij krampachtig maneuvrerend in haar portemonnee probeerde te verbergen. Wel moest zij hem terugbellen indien de symptomen zouden aanhouden, in welk geval hij deze de visu wilde vaststellen, want begrijpen deed hij het ook niet. Gelukkig had de dokter geen graten gezien in de meer dan gewone aandacht die Kikie had vertoond voor de Demi die de Pachyderm na afloop van de consultatie toch maar had uitgeschonken. Diezelfde avond had op mijn initiatief ten huize van Spileers René, die zich zelf aanvoerder van het commiteit “Westmalle” had verklaard, een crisisvergadering plaats. Al snel tekenden zich de eerste scheuren af in onze coalitie: De verstandigsten waren het met mij eens dat onze strategie diende te worden aangepast wegens het dreigende gevaar van de mogelijke ontdekking. Want als het Nijlpaard er ooit achterkwam zou het kot te klein zijn. Maar de harde kern schoor zich al gauw achter de robuuste persoon Van Welden Rigobert, gezegd Beerie Pense, die zoals Uw het misschien weet in zijn jonge tijd nog gebokst heeft en nu met zijn 114 kilo dreigde door slaande argumenten te gebruiken als de dagelijkse traktatie van Kikie in het gedrang zou komen. Goede raad bleek duur en als Vander Coilden Colette van het vierde verdiep niet plots door één van René’s gammele keukenstoelen was gezakt, was de discussie nu misschien nog aan de gang geweest. Coletse werd door René op Hogerlucht naar de Spoed gebracht waar na onderzoek bleek dat haar staartebeen door de val was gespleten. Dat wordt dus een zaak voor de verzekeringen. Maar goed, door dit pijnlijk voorval waren de gemoederen wat bedaard en na stemming per handopsteken bleek nu een meerderheid voorstander van de voorlopige opschorting van onze campagne. Alleen Beerie zelf, die ik ervan verdenk niet meer geheel nuchter geweest te zijn, bleek zich hierbij niet te kunnen neerleggen en bleef maar boven alles en iedereen uit tieren: “Me moeten hem blauven opgieten tot oosterie ‘n leiversieroose aan auver houdt!” Maar de beslissing was gevallen en het was dus met gerust gemoed dat ik mij in mijn appartement terugtrok om van in mijn Relax van in de Makri op mijn gemak naar Thuis te kijken waar Simmoneke naar de vaste geplogenheid alweer haar mascara over haar bleitwezen liet lopen. Ik was er al half bij ingedommeld toen er plots niets ontziend werd aangebeld. Hierbij bonkte iemand ook noch hardhandig op mijn voordeur. Boven al dat leven heen hoorde ik duidelijk Rachelleke haar claxon: “Omer, hoest oa zierie. Doer goen ongeleuken gebuiren!” Ooit zal een dergelijk verschot mijn oude hart fataal worden. Ik haastte mij om open te doen. Een tiental leden van het Westmallecommiteit probeerde mij tegelijk in een onverstaanbare kakafonie duidelijk te maken wat er gaande was. Ik begreep er ten slotte uit dat Beerie Van Welden ons democratisch besluit naast zich neer gelegd had en stiekem met een Trappist in de aanslag naar het terras van de Tapir aan het sluipen was. Voor één keer vergat ik al mijn principes en holderdebolder vloog ik op mijn sloefen met gans de bende achter mij aan de trappen af naar buiten waar één van de rododendronstruiken tevergeefs trachtte de massieve gestalte van Beerie aan het oog van de passanten te onttrekken. Hij was al te ver om hem een halt toe te roepen, want we mochten zeker geen leven maken. Dus sloop ik hem na. Ik haalde hem pas in aan het terras van Madame Van Overmeiren, waar hij druk doende was het bierflesje te openen om het in het drinkbakje van de hond te gieten. Kikie gaf vooralsnog geen teken van leven. Omzichtig legde ik mijn hand op zijn schouder om zijn aandacht te trekken, want met die boksers weet Uw het nooit, toen een krachtige lichtbundel ons allebei verblindde. “Waan ee daatier?” Voor de derde keer die dag ontsnapte ik ternauwernood aan een acuute hartstilstand. Boven ons torende hare Corpulentie zelve, de openingen van haar fluorescerende krulspelden dreigend naar ons gericht als evenzovele geweerlopen. In het felle licht van haar schijnwerper overzag ik hoe uitzichtloos de situatie was: Beerie stond half gebogen over het drinkbakje met het corpus delicti in de vorm van het flesje Trappist in zijn hand. Daarachter in waaiervorm de rest van het commiteit. Ikzelf daar ergens tussenin. Wat toen gebeurde ging zo snel, dat ik het pas nu ik het allemaal voor Uw aan het opschrijven ben weer voor mij zie als in een vertraagde film: eerst het flesje Trappist dat uit Beerie’s hand kapot spat op het beton van de terras, dan Beerie zijn stomverbaasd wezen dat langzaam zichtbaar wordt terwijl hij zich recht, zijn mond die open valt om een soort reutel te produceren die niets menselijks meer heeft, de vuist van het volumineuze monster die trefzeker uitschiet, Beerie vol in het gezicht beukt, en dan het ongelooflijke: die 114 kilo vlees die langzaam met een diepe zucht in elkaar zakken. Toen ik mij omdraaide om bij mijn kompanen hulp en bijstand te zoeken stelde ik vast dat ik geheel alleen stond in die onverbiddelijke kring van licht. Het volgende ogenblik sloeg ik hard de voordeur van mijn appartement achter mij dicht, schoof de grendel erop en duwde de wandkast ervoor. Dan wiste ik middels mijn geruite neusdoek het koude angstzweet van mijn voorhoofd en hals en schonk mij bibberend een druppel uit de fles van Filliers die ik in één beweging achterover sloeg. En nog één. En nog één. Aan de pillen van mijn huisdokter dacht ik niet eens meer. Tegen dat mijn oude hart weer aan een raisonabel tempo sloeg hoorde ik uit de verte al de jankende sirenes naderen. Even later zwaaiden blauwe lichten over de parking van onze blok, dan sloegen portieren dicht en vervolgens hoorde ik gestommel op de trap. Wordt vervolgd – evenals ikzelf, waarschijnlijk.

Pevenaege Omer

Noot van de redactie:

Onze fidele correspondent hier ter plaatse, de heer Pevenaege Omer, bestaat wel degelijk in levende lijve als Ronsies manspersoon. Hij is dus niet , zoals soms ten onrechte en gemakshalve wordt geopperd, een zoveelste alter ego van deze blogbeheerder, maar integendeel een ervaringsdeskundige zelfstandige zelfstandige met een ferm gemuild wezen maar zo'n getormenteerd klein hartse, ge zijt het niet wijs. Vanwege zijn onmiskende observatorische capaciteiten, zijn mega memorie en zijn pointillistisch detaillisme schenken we de heer Pevenaege Omer hier gaarne carte blanche, ter publicisering van zijn memorabele memoires.

13 november 2006

DE BENIEUWDE RONSENAAR (23)


DE
MENING
VAN
ERIK TACK
OVER
DE
VERKIEZINGEN
VAN RONSE ...


Hierna geven we - volkomen op eigen initiatief en integraal - het editoriaal weer dat Erik Tack dezer dagen publiceert op de Ronsese webstek van Het Vlaams Belang.

Sommige krantencommentaren hebben op 8 oktober een nieuw soort wiskunde uitgevonden. Het is de politiek correcte algebra of rekenkunde. Hoewel het Vlaams Belang in ongeveer het gehele Vlaamse land deze verkiezingen won, becommentarieerden sommige journalisten 8 oktober 2006 als de dag van de grote ommekeer: het Vlaams Belang zou op zijn retour zijn, het zou over zijn hoogtepunt heen zijn.

De werkelijkheid is dat het Vlaams Belang bijna overal vooruit is gegaan. Als dat de dames en heren van de pers kan plezieren, wil ik op deze manier gerust elke verkiezing "verliezen”.
Ook in ons Ronse is het Vlaams Belang met ongeveer 3,5% vooruitgegaan en won daardoor een zetel bij in de gemeenteraad en dit ondanks

1. het feit dat potentiële kandidaten met ontslag bedreigd werden (beroepsverbod) en sommige daardoor moesten afhaken.

2. het verbod door Passe-Partout onze verkiezingspubliciteit in hun weekblad te plaatsen terwijl de andere partijen wekenlang ongestoord hun gang konden in gaan; soms met 4 pagina’s in één editie.

3. de concerten voor “verdraagzaamheid”. Men wou hiermee doen uitschijnen dat het Vlaams Belang een verzameling "onverdraagzamen” zou zijn (ik breng hierbij de verschillende aanslagen op mijn woning in de voorbije jaren in herinnering - Waar bleef dan de reactie van de zogezegde "verdraagzamen”? Wie is hier eigenlijk onverdraagzaam?) Bovendien werden deze concerten dagenlang uitgemolken door de pers. Op 2/10 waren alle binnenlandse pagina’s van de Standaard eraan gewijd alsof er het hele weekend in Vlaanderen niets anders gebeurd was.

4. de maandenlange haatcampagne (tegen onze partij en tegen mezelf) door Stef Vancaeneghem die zichzelf via een weblog tot het geweten van Ronse verhief. Zou de man niet beter zelf aan politiek gaan doen in plaats van voortdurend te oordelen maar vooral ook te veroordelen? Waar was hij toen mijn ramen en mijn voordeur sneuvelden? Heeft hij ooit deze aanslagen aangeklaagd? Hij mag dan nog beweren dat hij een "onafhankelijk" waarnemer is, wij kunnen bewijzen dat hij als medewerker van Blokwatch actief meeheult met diegenen die als enige bedoeling hebben onze partij met alle mogelijke middelen te elimineren. Op dit ogenblik gebeurt dit door een schijnproces om de dotatie af te nemen. Elke Ronsenaar dient zich ervan bewust te zijn: deze zelfverklaarde journalist is NIET onpartijdig! Zijn voornaamste bedoeling is niet Ronse te verdedigen. Hij is een vijand van onze partij en van onze doelstellingen. Verdraagzaamheid (waar zijn linkse spitsbroeders de mond vol van hebben) tegenover een kwart van zijn Ronsese stadsgenoten staat niet in zijn woordenboek. Hij zaait liever haat en schrikt er niet voor terug om medeburgers zonder enige vorm van proces aan de schandpaal te nagelen. 60 jaar na datum zou hij liever de tijd van de repressie weer willen invoeren.

5. het feit dat het stadsbestuur zeer doelbewust de sportzaal precies een week voor de verkiezingen officieel opende en bovendien elke bezoeker nog eens een gratis glas aanbood.

6. het feit dat het stadsbestuur, tegen de richtlijnen van Minister Marino Keulen in, het stedelijk informatieblad misbruikte door er een week voor de verkiezingen verkapte verkiezingspubliciteit in te publiceren en dat op kosten van de Ronsenaars.

Ondanks dat alles ging het Vlaams Belang er in onze stad weer op vooruit.. Al onze kandidaten hebben dan ook het beste van zichzelf gegeven om dit resultaat te bereiken.

Ook de CD&V is erop vooruitgegaan. Deze partij heeft een erg goede verkiezingscampagne gevoerd en heeft niet op een euro meer of minder gekeken. Ze heeft op een zeer handige manier uitgepakt met wat ze in zes jaar gerealiseerd heeft. Het zou er nog aan mankeren dat ze op dat schoon verdiep niets hadden uitgericht in die zes jaar.

Toch zijn hun realisaties niet de antwoorden op de uitdagingen van de komende 10 - 20 jaar maar wel op de uitdagingen van 20 jaar geleden: de sportzaal is mooi en we mogen er terecht fier op zijn. Ze had er echter reeds veel vroeger mogen zijn. Idem dito voor de Markt. Nu nog de Kleine Markt.

Dé uitdaging voor de toekomst is echter de verfransing, de verder schrijdende immigratie en de verarming van onze stad. Daarover heeft de CD&V in vele talen gezwegen of is ze ongeloofwaardig gebleken. Hoe zullen ze de verfransing tegengaan met een socialistische partner voor wie dit thema onbelangrijk is?

Dat de liberale families erop achteruitgingen was voorspelbaar. In twee gesplitst aan de meet vertrekken, betekent elk op één been de 100 meter lopen. Al hinkelend op één been kan je natuurlijk de snelle jongens niet bijhouden.

Opmerkelijk is het resultaat van de SP.a. Zelf beweren ze dat ze met 3% vooruitgegaan zijn. Ook dit is het resultaat van de nieuwe politiek correcte rekenkunde. Eigenlijk zijn ze met 2% achteruitgegaan. In 2000 hadden Agalev en de SP samen 28%. Gezien ze nu samen op één lijst 26% behaald hebben, betekent dit voor mij in de klassieke wiskunde nog steeds een verlies van 2% en dit ondanks het aanboren van het nieuw kiezerspubliek dat gevormd wordt door de nieuwe Belgen (zie het resultaat van de nieuwe en eerste allochtone schepen van onze stad).

Ontegensprekelijk heeft de SP.a opnieuw een deel van zijn oorspronkelijk kiezerspubliek verloren. Tientallen Ronsenaars vertelden mij al dat ze vroeger voor de socialisten stemden maar al lang ingezien hebben dat de SP.a nu staat voor eigen volk laatst. Dit resultaat bevestigt wat ik al lang wist. Stilaan ontstaat ook onrust binnen de SP.a. Niet herkozen mandatarissen zien hun zitje nu ingenomen door een allochtoon. Ambiance verzekerd binnen de SP.a.

Nedia Trabelsi wacht in elk geval een zware taak. Eerst zal ze de onrust moeten bedaren van diegenen binnen de SP.a die zich opzij gezet voelen. Ik lees dat zij terdege beseft dat de toekomst van onze stad Vlaams is. Vlaams en zonder faciliteiten. Dat Nedia pas laat erachter kwam dat het Nederlands beheersen een "must" is, komt door haar eerste schooljaren op een "faciliteiten-school". Ik geloof graag de persberichten dat Nedia nu vlekkeloos Nederlands spreekt.

Tot mijn genoegen stel ik vast dat zij een lans breekt voor integratie via het aanleren van onze taal: het Nederlands! Zou het pleiten voor de afschaffing van de hoofddoek dan geen -logische- volgende stap moeten zijn?Haar grootste uitdaging zal eruit bestaan om - zelf van Tunesische afkomst zijnde - ook de Marokkaanse gemeenschap te bereiken.Gezien de spanningen die al decennia lang heersen tussen beide gemeenschappen, zal dit zeker geen gemakkelijke opdracht worden! Dit als VROUW moeten waarmaken is een extra zware klus voor de toekomst.

De terechte vrees bestaat nu dat de immigratie en de eraan gekoppelde emigratie van Ronsenaars nu verder zal gaan tot de SP.a meer en meer een bastion van allochtonen zal zijn. Ze hebben een voet in de SP.a binnen en zullen er niet meer weg te denken zijn. Wat wordt dat voor Ronse???

En dan was er het avontuur van het Belang van Ronse. Het begon als een avontuur, het eindigde als een avontuurtje: op een sisser…

De Vlaams Belang fractie zal vanaf 2007 bestaan uit 7 gemeenteraadsleden en 3 OCMW raadsleden. Door de uitbreiding van onze fractie zal onze werking er zeer zeker op vooruitgaan.

Onze verkozenen in de gemeenteraad zijn: Brigitte Goddaer, Patrick Vanneste, Christiane Danneels-Modde, Paul Eerdekens, Nathalie Carton, Dirk Deschaumes, Erik Tack.

In de provincieraad zal het Vlaams Belang vertegenwoordigd worden door Paul Eerdekens.
Over onze vertegenwoordigers in het OCMW is het overleg binnen onze partij nog aan de gang.

...EN ALS HET VOOR U NIET GEEFT, ONS GEDACHT:

1. We hebben in deze blog sommige standpunten van Erik Tack fel bekampt met spijkerharde argumenten, doch nooit persoonlijk. We zullen dat waar en wanneer nodig ook blijven doen.
Nooit tot op vandaag en voor het eerst nu de verkiezingen niet brachten wat hij hoopte (42 percent en de sjerp), vond de heer Tack het nuttig van zijn kant bij te dragen tot het publieke debat dat hier onder massale belangstelling van de Ronsenaars gaandeweg ontstaan is door die argumenten bijvoorbeeld te weerleggen. Wat nochtans zijn volste recht was.

We hebben hier tussen haakjes ook als eerste de lijst van het Vlaams Belang gepubliceerd (met foto van de heer Tack). Van een ‘haatcampagne’ tegenover de heer Erik Tack zelf, tegenover de voorzitter Paul Vanderdonckt (overigens een goede vriend van jaren) of tegen zovele Ronsenaars die voor het Belang stemmen, is hier geen sprake.

Als hier al iemand een haatdiscours heeft gepredikt door moskeeën naast het schrijn te plaatsen (lees daarover de hier gepubliceerde brieven van een verontwaardigd Fierteldrager) en allochtone baby's in de kinderkribben van Ronse te gaan optellen: dan wel Erik Tack.

Nu afkomen met een klaagzang omtrent 'haat en demonisering' wanneer je dan zelf een keer wordt teruggefloten door de vrije pers (mag dat nog in uw maatschappijbeeld ?) met spijkerharde argumenten en blijkt dat 76 percent van het Ronsese kiezerskorps je de macht in Ronse helemaal niet gunt, is een al te doorzichtige omkering van de waarheid.

Zoals elke rechtgeaarde Vlaamse Ronsenaar delen we hier overigens wel de stelling dat Ronse een Vlaamse stad is en de faciliteiten dienen te worden afgeschaft.

We verwerpen echter wel met klem het extreme discours omtrent de allochtonen. We zullen dat hier blijven doen. Vanuit humane overwegingen natuurlijk maar ondermeer ook omdat we ervan overtuigd zijn dat polarisatie van Ronsese bevolkingsgroepen de Renaixance van een vredig Ronse in de weg staat .

Tevens zullen we het negativisme, de verzuring en het doemdenken omtrent Ronse steeds blijven bekampen. Niemand zal het ons beletten. We leven in een vrij land. Eenieder kan een blog beginnen en zijn mening geven.

2. ‘Het geweten van Ronse’ is, tot spijt van wie het benijdt, inmiddels dat van 64.000 regelmatige clickers op deze blog die mij (samen met mijn schrijvende vrienden hier) in steeds groeiende mate het vertrouwen schenken om als Ronsese observator sinds meer dan dertig jaar ( in De Ronsenaar, de Plus, de Passe-Partout ) en dus eigenlijk al veel langer bekommerd om de heropstanding van Ronse dan de heer Tack zelf op mijn - geschreven - manier te ijveren voor Ronse.

De uitnodiging van de heer Tack om evenwel de stap te zetten van de journalistiek naar de politiek hou ik ter overweging als een niet eens zo gekke tip…Al schrijf ik na al die jaren nog altijd even graag en zou ik mijn pen niet graag afgeven.

3. ‘Zelfverklaard journalist?’ De heer Tack pakt mij hier in mijn beroepseer als erkend beroepsjournalist sinds meer dan dertig jaar (Erkenningsnummer bij de beroepsunie: N939).

Als redactiechef en kaderlid bij de kranten sta ik overigens tot op vandaag op de pay-roll van Corelio, (voormalig Vlaamse Uitgeversmaatschappij), uitgeefster van De Standaard, Het Volk en Het Nieuwsblad. Dit ter info, al ben ik u deze professionele info en het curriculum van mijn journalistieke loopbaan eigenlijk helemaal niet verschuldigd.

4. Blokwatch. Ik ben helemaal géén medewerker van Blokwatch. De mensen van Blokwatch vragen me nu en dan wel 's om een verhaal dat hier is verschenen naderhand in hun blog te mogen overnemen. Iets waarop ik, vanuit mijn warme sympathie voor hun verdienstelijk werk, graag inga. (Artikel 18 van de grondwet: De drukpers is vrij. Er kan geen censuur worden uitgeoefend).

5. Aanslagen op uw woning. Als kind groeide ik op in een thuis aan de Steenbrugge waarvan de ramen regelmatig werden ingetikt omwille van de klauwende leeuw op elf juli of omwille van de standpunten in De Ronsenaar waarvan het kantoor thuis gevestigd was.

Ook anonieme dreigbrieven, dito telefoons en kapot gestoken banden horen sindsdien bij de prijs die ik als journalist zelf de afgelopen decennia heb betaald voor mijn vrijgevochten standpunten.

Ik weet dan ook goed waarover ik spreek als ik hier schrijf dat ik elke vorm van agressie tegen de heer Tack of tegen wie dan ook met de grootste walging verwerp en veroordeel.

We nodigen de heer Tack dan ook uit om ons elke nieuwe vorm van bedreiging of intimidatie te melden. We zullen dit hier samen met u met de grootste kracht aanklagen.

Dat u schrijft dat ik na zestig jaar de repressie het liefst weer ingevoerd zie, raakt me diep: dit zowel als soldidair Vlaming, als Vlaamse Ronsenaar die zijn recente geschiedenis tracht te begrijpen, en als mens. Al tracht ik - precies om die laatste reden - uw beweegredenen te plaatsen.

Het wordt wat dat betreft trouwens hoogtijd dat de Vlamingen van Ronse samen naar hun toekomst kijken, zonder de oude Ronsenaars noch de nieuwe Ronsenaars daarbij aan de schandpaal te spijkeren.

Al wie het etnisch extremistisch discours wil laten varen om met zijn allen, oude en nieuwe Ronsenaars de weg op te gaan van de echte Renaixance in een Vlaams en Verdraagzaam Ronse zullen we hier de hand reiken.


TUUPE VUIR ROONSE.

12 november 2006

BLOG NOTES

Nu en dan leg ik de lectuur ervan opzij. Vanwege ondraaglijk. Dan kom ik erop terug. Maak ik van mijn hart een koele kei. Als dat van een gehard Hauptmann. Trek ik verderop, doorheen negenhonderd pagina’s van het hoe en waarom van gruwel en waanzin.

Gaandeweg ontdek ik aldus de mechanismen die verfijnde dokters in de geneeskunde en de rechten ertoe brachten machteloze kinderen, vrouwen en weerbare mannen af te slachten als vee. Volgens de uitgekiende en verfijnde methodes van de ‘Sardinenpackung.’

Naakt worden weerlozen in hun zelf gegraven massagraf gedreven. Daar worden ze gedwongen zich bovenop de vijf, zes lagere lagen lijken neer te leggen. Netjes naast elkaar. Geen vierkante centimer ruimte mag verloren gaan. Want het bos ligt zo al vol lijken. Tienduizenden.
Doch dit hoort erbij.

Dan één na één het Genickschuss, het nekschot. Dit om al teveel hersen-en bloedspatten alom te vermijden. Een officier loopt overheen de vers afgemaakte lijkenlaag. Glijdt nu en dan uit over de lichamen. Scheisse. Geeft hier en daar een genadeschot. Een natrillend kinderlichaampje hier, een stuiptrekkende mama met haar baby in de armen daar.
Doch dit hoort erbij.

Dan kan alles weer herbeginnen. Dagen lang. Wat verderop krijgen de eindeloos afgeloste soldaten warme maaltijden geserveerd. Bloedworst en Schnaps. Gemütlich. Vanuit hun tentje horen ze, als een macabere doodsreutel, de schoten van hun kameraden die hen hebben afgelost. En de kreten van de weerlozen in de put.
Doch dit hoort erbij.

Hoe de Reichsführer SS het allemaal zo netjes mogelijk wil. Want in het begin zijn er fouten gemaakt. Het was een bloedbad. Er waren bevlekte uniformen.

Hoe de Obergruppenführer het plan doorgeeft aan zijn ondergeschikten. Hoe de Standartenführer zijn officieren hiervan informeert. Uitlegt dat ze dit doen uit humane overwegingen:

‘Alle Joodse mannen moeten dood, zodat ze het Reich niet meer kunnen bezoedelen. Hun vrouwen kunnen we moeilijk aan hun lot overlaten zonder mannen om voor hen te zorgen. En hun kinderen zijn de bezoedelaars van morgen. Dus: vernietigen. Allemaal.’

Hoe de Obersturmbannführer zichzelf sust met de bedenking dat hij geen andere keuze heeft. Anders zal hij doorgaan voor zwakkeling. Een Untenmensch. Slecht voor zijn persoonlijk rapport. Slecht voor zijn carrière, in het grote organogram van het Reich. Dan krijgt hij straks misschien geen grote boerderij en al die vruchtbare grond hier. In het Utopia van het Herrenvolk.

Hoe de Sturmbannführer keurig verzorgde plakboeken bijhoudt van de executies. Mooie naakte meisjeslichamen, met prachtige doch helaas doorboorde borstjes. Smekende kinderblikken. Radeloze moeders. Biddende grootmoeders.

Hoe hij – in kalligrafie – bij dit alles voor bijpassende legenden zorgt. Misschien krijgt Reichsführer SS Himmler zijn plakboek wel te zien. Of wie weet,de Führer hemzelf.

Hoe de Sturmscharfürher kotst. Zich bedrinkt met Schnaps. Weer doorgaat met nekschoten. Zu Befehl. Urenlang. Hoe de Gruppenführer tenslotte zelf gek wordt van al deze horror, zijn eigen officieren begint dood te schieten, wordt afgevoerd op bevel van de psychiater.

Het is zeer uitzonderlijk dat éénzelfde boek tegelijk gelauwerd wordt met de Prix Goncourt en de Grand Prix de l’Académie Française.

Het overkomt dezer dagen de veertigjarige Jonathan Littell. Een Amerikaan die met dit werk in het Frans pas debuteert en meteen de wereld een nieuwe Oorlog en Vrede schenkt.

Het is één van die boeken die je als lezer anders achterlaat. Zo’n echt grenzenverleggend boek als ‘Voyage au bout de la nuit’ van Céline, ‘The catcher in the rye’ van J.D. Salinger, ‘L’Etranger’ van Camus, ‘De avonden’ van Reve, ‘Het Verdriet’ van Claus, om het even welke Kafka.

Het onthutsende zit hem, behalve in de – toegegeven vaak ondraaglijke - beschrijving van the heart of darkness zelf, ook in de ogenschijnlijk onmerkbare overgang van die donkerste waanzin naar de hang naar al het verfijnde in de mens, naar het zuivere en schone in de wondere natuur, een ondergaande zon aan de kim.

Een gevoelloze nazibeul die vanuit zijn afkomst en vorming in zijn memoires zomaar overstapt van de grootste gruwel in zijn getuigenis naar de verfijndheid van Rameau en Couperin (‘Le Rappel des Oiseaux,' 'Les Trois Mains', 'Les Barricades mystérieuses…’).

Hij wil de partituren ervan schenken aan Yakov, het Joodse jongentje dat in de offciersmess toch zo mooi piano speelt. Doch op een dag geraken Yakovs handjes verbrijzeld. Dus is hij niet meer nuttig. Dus moet hij ook het massagraf in.
Doch dit hoort erbij.

Een draaikolk is dit boek. Een wervelwind van de diepste menselijke gruwel en de pure schoonheid der schepping. Jonathan Littell heeft met dit meesterwerk de grenzen van het schrijven verlegd. Wereldliteratuur, als megaboek voor het bloeden.

‘Les Bienveillantes. Jonathan Littell. Gallimard. 903 pag.
Net bekroond met zowel de Prix Goncourt als de Grand Prix de l’ Académie Française.

Aanbevolen lectuur voor al wie zijn rotsvast geloof in de goedheid van de mens aanscherpen en weerbaar maken wil: tegen de waan van deze tijd.


Allez vooruit in het Kluisbos bedacht ik er daarnet eentje. Om dit alles wat verteerbaar te houden, op zo'n rustige najaarszondag.

minder is meer

berekende
mensen bereiken
in het leven
veel zoniet alles
van wat kan
gekocht worden

ervaren dan
dat alles
maar niks is
zonder liefde
tederheid
ware vriendschap

tedere
wezens bereiken
in het leven
weinig zoniet minder
van wat kan
gekocht worden

ervaren dan
dat minder
ruim genoeg is
met liefde
tederheid
ware vriendschap

(Have a nice day).