17 juni 2006

DE NIEUWE RONSENAAR (100)

EXCLUSIEF NIEUWS!

JOOST HYSSELINCKX STAPT OVER NAAR VLD

EX-BELANG KOPSTUK WORDT ALLICHT VLD-LIJSTDUWER


Volgens exclusieve informatie die De Nieuwe Ronsenaar bereikte en die we inmiddels uit diverse onafhankelijke bronnen konden natrekken, stapt gewezen Vlaams Belang kopstuk van Ronse Joost Hysselinckx over naar de VLD. Hij wordt er allicht lijstduwer op de lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen van oktober.

Het Ronsese raadslid, dat zich met zijn eigen nieuwe beweging 'Het Belang van Ronse' afscheurde van het Vlaams Belang omdat hij er de alleenheerschappij van Erik Tack niet langer pikte, krijgt nu dus, na een ommetje als solo-raadslid, onderdak op de liberale lijst van kopman en VLD-voorzitter Patrick De Dobbeleer.

Tacks grote vriend en Tacks grote rivaal 'tuupe'...

Zelf hierover door ons ondervraagd, bevestigt Joost Hysselinkcx het nieuws. Al spreekt hij zelf veeleer van een ‘kartelvorming’ tussen VLD en Het Belang van Ronse. Een beetje waarnemer van de politieke situatie in Ronse weet echter dat ‘Het Belang van Ronse’ staat of valt met de figuur van Joost Hysselinckx zelf.

De plaats van lijstduwer was eerder toegewezen aan Rudi Boudringhien. Die verliet inmiddels zelf de VLD en komt nu op met zijn eigen partij Gemeentebelangen.

Erik Tacks goede vriend André Deruyver zou geen bezwaren hebben tegen de komst van Tacks grote rivaal op de VLD-lijst. De grote maat en de gezworen vijand van Tack bijeen op dezelfde lijst. Het belooft.


Afstand van het etnisch haatdiscours

Door ons gevraagd of de uitgesproken flamingant Hysselinkcx hiermee tegelijk formeel afstand neemt van de extreme standpunten die hij als Vlaams Belanger huldigde omtrent de migranten, zegt Joost hiervan al langer afstand te hebben genomen vanaf het moment dat hij het Belang heeft verlaten om verder zijn eigen gang te gaan.

Patrick De Dobbeleer: partijbestuur beslist

VLD-voorzitter en kopman Patrick De Dobbeleer bevestigde ons inmiddels vanuit het buitenland dat er inderdaad contacten zijn geweest tussen hemzelf en Joost Hysselinckx.

Patrick De Dobbeleer: 'Ik ontken niet dat er gesproken is. Die gesprekken kwamen er echter louter ten persoonlijken titel. Ze engageerden tot dusver dus geenszins mijn partij.'

Over de inhoud ervan wil De Dobbeleer verder niks kwijt.

'Ik wil dit namelijk eerst bespreken met mijn partijbestuur. Een bijeenkomst met het bestuur is gepland voor volgende dinsdag. Dit wil ik doen in volledig overleg met mijn bestuur. Voorlopig wil en kan ik hierover dan ook enkel kwijt dat ik in elk geval als voorafgaandelijke voorwaarde voor elke vorm van gesprek duidelijk aan Joost Hysselinckx gevraagd heb dat hij vooraf zijn voormalig Vlaams Belang- ideeëngoed afzweert.
De rest blijft dus vooralsnog een zaak van ons partijbestuur. Kartel? Lijstduwer? No comment. Eerst wil ik dit bespreken met mijn partijbestuur. We gaan dit samen bekijken en beslissen. Het kan dus evengoed dat er niks van komt.'

Wieties-debat

Joost Hysselinckx was aanvankelijk alvast van plan het nieuws van zijn overstap zelf bekend te maken op het Wieties-debat van volgende vrijdag.

Uitkijken naar het volgende rondje in de Ronsese stoelendans.

15 juni 2006

VADER DAG

26. Wat vogelen betreft, zijn er hier in Patagonië arenden welke Condor geheeten worden. Deze is door zijn overgrooten bek en klauwen en door het vliegvermogen van zijn vleugelen de koning der vogelen. Aan den hemel maakt zijn verschijning den indruk van een vliegmachien. Ontwaart de Condor een verdoold schaapje, dan gaat hij er door de lucht mede naar zijn nest in de rotskloven van ’t gebergte op duizelingwekkende hoogte. Wanneer men een nest dezer dieren zou willen rooven, moet men goed op verdediging voorzien zijn. Want niet zoodra ziet de Condor iets in zijn nabijheid, of hij komt zelf ten aanval met klauw en bek.

Ik beklom een der bergen waartoe mij drie volle uren noodig waren. Van op den top kon ik een grootsch natuurtafereel bewonderen. Eindlooze pampas strekken zich tot aan den verren einder. Hier en daar loopt een rivier als een zilveren lint door het land. Een dezer welke de Rio Sentinelle genoemd wordt, leidt het oog naar de reusachtige ondoordringbare amazonenwouden. Daar heerscht slechts vogelengezang en windgerucht en de natuurpracht is er overweldigend.

Soms stormt de wind in Patagonië met zulk een geweld, dat het geen wonder is man en paard zelf er door omgeworpen te zien. Bij zulke gelegenheden is binnen blijven natuurlijk geboden.


27. In je reisververhalen herken ik de epische vertelforce, bijna schreef ik farce, van de echte Gabriel Garcia Marquez avant la lettre die je bent, papa. Rivieren als zilveren linten. Vogelengezang. Windgerucht. Ondoordringbare Amazonenwouden. Het is er allemaal. Alleen nog wat schaven aan je schrijftechniek misschien. Als ik mij mag veroorloven.

Een oog dat naar amazonenwouden geleid wordt en daar windgeruchten vangt: daar past ofwel een oorapparaat bij voor het oog, ofwel contactlenzen voor het oor. Ik wil je niet kwetsen maar hier klopt iets niet. Je moet kiezen, schrijvende vaderfiguur. Of je zit in de pampa en kijkt uit op de Rio Sentinelle. Of je zit in de Amazone en je hoort de vogelenzang.
Je huppelt apropos ook van enkelvoud naar meervoud. Als een pampahaas naar de konijnen.

Nee zo werkt dat niet. Het leven is keuzes maken. Was je er geweest toen ik opgroeide, dan had je me dat allemaal zelf kunnen vertellen. Niet omgekeerd. Keuzes maken. Er zelf de gevolgen van dragen. Kiezen voor de pampa en kijken. El condor pasa. Of gaan voor de Amazone en luisteren: naar de windgeruchten, naar de vogelenzang. Je kiest maar.

Je zou bij gelegenheid Liefde in Tijden van Cholera moeten lezen. Dit zou je een eind verder helpen. Hij, Florentino Ariza wacht op haar. Zij Fermina Daza wacht op hem. Een halve eeuw lang. Ik vertel je niet of ze elkaar vinden in de ultieme liefde. Het boek is beter dan het leven.

28. Wachtte mama op jou terwijl jij in die Patagonische bergtoppen Condors op hun nest ging lastig vallen? Kwam je erachter dat ze al die tijd een minnaar had?

Marquez. Het boek is beter dan de film. Kroniek van een aangekondigde dood. Zij heeft een minnaar. Zijn familie komt erachter. De dood van de minaar staat nu al geschreven. Een man en zijn gekrenkte trots. Een vrouw en haar verboden liefde. Een minnaar en zijn onweerstaanbaar verlangen. Leven en dood. Eros en thanatos. Verzengende hitte. Minnaars en stieren sterven in de middaghitte. Van pijn, van genot.

Maar neen. Jij ligt daar allemaal to-taal niet wakker van. Daar op je verre Patagonische Estancia Anita. Het raakt je trekkerskleren niet dat mama thuis alleen op je wacht met je kwistig verwekte kinderen om haar heen. En jij als een Condor met die Anita misschien.

Je bedenkt jezelf als wereldreiziger. Je spendeert het familiale bezit aan dure taxi’s van Santa Cruz naar de Lago Argentino. Je zitvlak is te goed voor gauchopaarden. Je schrijft en je schrijft maar. Tien zwart geruite Moleskineschriftjes vol. In de hoop dat iemand ooit je verwondering delen zal. Ik. Zovele lichtjaren later.

Maar wat moet ik met je verwondering voor de pampa? Wat moet ik met je overtrokken bevindingen vol pathos?

29. Ook wolven vindt men hier. Onverbiddelijk verscheuren zij de schapen. Doch een veel gevaarlijker vierpooter is de leeuw. Ook een bewoner der pampas. Het past dus steeds goed gewapend op wandeling te gaan.

En een dier dat in de pampas van alle andere, en ook van de menschen verbazend gevreesd wordt, is de tzinki. Niet groter dan een kat. Maar het bezit een zonderling verdedigingsmiddel. Dat bestaat in het spuiten van een geel vocht waarvan een verpestenden geur uitgaat.


Eén blik. Eén schouderklop. Eén goedkeurend knikje. Maar nee, verhalen op sterk water. Laat maar. Ik heb genoeg aan Nooteboom. De Verliefde Gevangene. De koning van Suriname. Een ochtend in Bahia. Papa Hemingway. Mijn papieren papa. Green Hills of Africa. Saint-Ex met of zonder zijn gourmette. Vol de nuit. Terre des Hommes.

Ik was zo graag je Kleine Prins geweest, papa. Met jou de sterren aansteken ’s avonds. Hier, vanuit mijn mansarde. Jij, ik en mijn sterrenkijker. Maar neen. Je moest zo nodig weg naar asteroïde B612. Ik haat vaders die de ontdekkingsreiziger uithangen. Ik haat mijn sterrenkijker waarin ik je zoek.

Bij mijn eerste ontwaken op de Estancia Anita vond ik de natuur gansch veranderd. De uitgestrekte pampas lagen onder een sneeuwkleed bedolven. Alhoewel zomer, had het in den nacht zeer fel gesneeuwd. Reusachtige ijsbergen verheffen zich trotsch boven den gladden waterspiegel. Nu en dan komt een losgeraakte ijsklomp op de Lago Argentino drijven en smelten. Het water is daardoor zeer koud. Aan baden is er dan ook niet te denken. Zonder nadenken kan men in die streek aan alle rivieren zijn dorst lesschen. Het water is overal gezond. De koude belet de ontwikkeling van microben.

Wist mama overigens dat haar man een koele killer was? Mijn vader een doder. Ik schaam me diep. Ik begin me af te vragen of je wel mijn echte vader was. Misschien ben ik wel een fictief kind uit de Kroniek van een aangekondigde dood. Het in zonde verwekte kind dat nooit het daglicht zien mocht. Een killer zeg ik je. Beken. Ik heb bewijzen. Je bent mijn Brett Easton Ellis nu. In je South American Psycho.

Minder gevaarlijk dan de Condoren zijn de avestruzen. Dat zijn de struisvogels. Hun nesten zijn gemakkelijk te ontdekken. Ze tellen soms twintig tot dertig eieren die ongeveer tienmaal de grootte van een kiekenei meten en heel lekker en voedzaam zijn. En sterk dat die eieren zijn, ze kunnen op den grond vallen en er is geen vrees voor dat ze zullen breken.

Het gevederte van de vastruzen is zeer mooi. Hun rug biedt een lekker stuk vleesch, dat men zich bij gelegenheid met genoegen laat smaken. De struisvogels leven van de zaden der kruiden. Er wordt verteld dat ze als dessert kleine steentjes nuttigen om de spijsvertering te vergemakkelijken.

Toen ik op jacht een struisvogel gedood had, heb ik me van de zaak willen overtuigen en zelf de maag van het dier onderzocht. Daarin bevonden zich inderdaad een menigte steentjes en kleine keien. Of die nu bewust door het dier of toevalligerwijze bij het nuttigen van ander voedsel ingenomen werden, kan ik evenwel niet uitmaken.


30. Bloedstollend ben je, papa. Pure Truman Capote. In cold blood. Maar wie lette ondertussen op je eigen schaapjes? Mystère et boule de gomme. Je laat er me het raden naar. Ik zie je nu voor me als genadeloze jager. Je profielschets toont elementen van Jack London, Bruce Chatwin, Le Clézio, Conrad.

Tja, je hebt me ook weinig nagelaten. Ik moet het doen met deze mix van droom en werkelijkheid. Maar ik zit je wel aardig op de hielen, papa. Ik volg de sneeuwsporen van de guanacos in de nabijheid van de grazende schapen rond de Estancia Anita.

Je hoopt er een maand te blijven, lees ik. In die tijd haal ik je in, ouwe. Nog een paar lichtjaren en ik ben bij je. Ik vind kaalgevreten struisvogelresten. Killer was here. Ik vind hier een opengereten struisvogelmaag, aan de oever van het zilveren lint. Ik red het wel. Don't cry for me Argentina.

Ik volg je steentjes. Jij, afwezige reus in mijn hart. Ik, je Klein Duimpje. Verloren in de ondoordringbare amazone van het leven dat je me schonk eer je jezelf weg repte. Als je één keer in mijn bestaan van je wil laten horen om mijn ontembare verlatingsangst te stillen: dan nu hier. In this heart of darkness.

Uit: ‘Vader Dag’. Brievenroman. Copyright Stef Vancaeneghem.

14 juni 2006

DE NIEUWE RONSENAAR (99)

NA 30.OOO CLICKS TUUPE

THE PLACE TO BE VOOR ALLE RONSENAARS

LUIS IN DE PELS EN TALK OF THE TOWN


Nu al meer dan 17.000 bezoekers klikten samen meer dan 30.000 keren deze blog aan. We stevenen nu af op 20.000 ‘unieke’ lezers. En het gaat maar door. In mei kwamen er alweer zo’n 5.500 clicks bovenop. We noteren piekdagen tot 350 hits.
We hebben het hier vandaag over een uniek mediaforum dat de hele kiezersbevolking van Ronse overschrijdt. Dra evenaart ons lezersbestand de totale bevolking van Ronse. Duizelingwekkend snel is het gegaan.


Van boomerang gesproken

De lokale politieke kandidaat-potentaat die, eind oktober jongstleden, probeerde om de mij welbekende pennenvriend Walter Ego te muilkorven in de traditionele lokale pers van Ronse, mag van mij vandaag dan ook best een bakje pralines.

Aan diens blinde machtsdrang dank ik het idee om hier in mijn auteursblog ‘De Nieuwe Ronsenaar’ op te starten. Meteen daarop volgde het mooiste boomerang-effect dat ik me als mediaman zelf nooit had durven dromen.

Met tienduizenden hebben jullie De Nieuwe Ronsenaar gemaakt tot wat hij is. Een totaal nieuw niet-commercieel ongebonden mediaforum. Place to be voor alle Ronsenaars hier of in ballingschap. Talk of the town. Luis in de pels van politici. Noch broodheren noch opdrachtgever. Van en voor alle Ronsenaars van goede wil. Zonder uitsluiting van de minsten onder ons.

Wat Ronse beroert

We zullen blijven berichten over wat Ronse beroert. We zullen blijven doorgaan. Van Ronsese politiek tot anekdotiek. Dit alles gelardeerd met Egotrips en literaire schrijfsels. Want dit blijft een uit de hand en uit zijn lezersbestand gelopen auteursblog.

We zullen Ronse bezingen als de leukste stad van Vlaanderen. De stad waarvan wij houden omdat het een stad zoals geen ander is

We zullen ons daartoe gedragen als chauvinistische Ronsenaars. We zullen Ronse eren als Koningin der Vlaamse Ardennen. We zullen van ons afbijten, keihard waar het moet. Poëzie noch pathos zullen we schuwen als het erop aankomt vernedering te counteren.

Nie mei oes

Misbruik van het vertrouwen der Ronsenaars zullen we samen ontmaskeren. We zullen niet dulden dat gretige arrivisten Ronse bezigen om zichzelf te verrijken met het zoveelste vetbetaald doch voor Ronse vruchteloos politiek mandaat.

Elke vorm van speculatie op zogenaamd residentiële Ronsese gronden zullen we ontmaskeren als doorkijkaffairisme.

Het racisme dat kinderkopjes telt in kribbes, het religieus extremisme dat de klok terugdraait, het fanatisme, het straatgeweld, het achterlijk obscurantisme, de steriele polarisatie zullen we genadeloos blootleggen.

‘De Laatsten der Mohikanen’ die vanuit hun hautain bourgeois-franskiljonisme onze kleurrijke volksaard, onze onsterfelijke Tavi-personages, onze zo gekoesterde Hermesschat, ons onnavolgbaar Ronsies weglachen, zullen we duidelijk maken dat hun parvenu-snobisme erop zit, dat ze met hun kleinburgerlijke bekrompenheid onze rug op kunnen.

Het voorbeeld van Paola

Altijd voort zullen we aldus doorgaan. De beste pennen van Ronse zullen we hier we ten allen tijde journalistiek asiel aanbieden. Dat spreekt. Crépin, Lux Bon, sWietie, Placier en co zijn hier altijd welgekomen om van Omer Pevenaege nog te zwijgen. En hoe zou het nog met Beowulf zijn?

Aanstormend literair talent zullen we zo nodig een literaire stek aanbieden op deze blog.

Ronsenaars van elders bieden we nu al gastcolumns aan in onze rubriek 'Weg van Ronse'. Géraldine vanuit Reims, Sara vanuit Lanzarote(andere kandidaten mailen hiervoor naar stef.vancaeneghem@skynet.be)

Ronsese beleidsverantwoordelijken bieden we spontaan een Tribune aan waar het erop aankomt de Renaixance te promoten.

Naar onze buren overheen de Collines schrijven we in onze 'Lettres du Cat Sauvage' in hun eigen taal: bij wijze van hoffelijkheid en ten teken van gastvrije Ronsese goede wil. In afwachting dat zij eindelijk het voorbeeld van onze voormalige Italiaanse migrante koningin Paola willen volgen en zelf de onze leren…
A bon entendeur, salut.

Wat u elders niet leest... of pas later

Lezers krijgen zelf ten allen tijde het laatste woord in de commentruimte onderaan elke stellingname. (Wie moeilijkheden ondervindt om in de blog te geraken, kan zijn tekst altijd makkelijk kwijt via mail op hogervermeld adres met vermelding 'comment ter publicatie.'

Samen maken we aldus van De Nieuwe Ronsenaar uw Ronsese favoriete blog waar u telkens weer leest wat u elders niet leest… of pas later. Dag en nacht bij u thuis ter uwe beschikking. Samen voor ons geliefd Ronse.

Uik zien gedaacht, moer tuupe vuir Roonse.

12 juni 2006

DE NIEUWE RONSENAAR (98)

Onze Exclusieve Enquête

RONSE LEUKSTE STAD VAN VLAANDEREN

HEETSTE FIERTEL ALLERTIJDEN BEVESTIGT ONS VERMOEDEN


Weet je, zegt me Fernand Devos, bij het verlaten van het kerkje van Louise-Marie alwaar ik als zovele schrijnfidelen net deemoedig de pateen heb gekust en mijn eerste zilverling van de dag in de schaal heb gedropt, weet je dat er zelfs een Amerikaan helemaal is komen overvliegen?

Uit Amerika? Mo gij, zeg ik. Tiens, tiens. Een Amerikaander? Jazekerst, zegt me Fernand. Hij heeft ginder in Amerika zitten snuffelen op zijn zoekmachine van ’t internet. En op zijn zoektocht naar doeltreffende genezingen en effciënte belezingen is hij op onze Heilige Hermes gebotst.

Fernand combineert zijn eerbare functie van Fiertelcomitélid met die van vroom pastoorsecondant in Maarkedal en profaan persverslaggever voor Het Volk en Het Nieuwsblad. De Amerikaander logeert in de Lou Pahou. En nu volgt hij hier alles om zich te laten genezen en belezen.

Reflexmatig speur ik op het zonovergoten pleintje van Louise Marie naar Texanen met zonnewerende Stetsons of Washingtonieten met schaduwrijke Panama’s. Ik zie alleen Ronsenaars met safarihoeden, omgekeerde petten, sombrero’s, geknoopte zakdoeken.

Wat verderop naast het kerkje leidt Ignace Michaux, getooid met het imposante groen-witte lint (met flocheken eraan vanonder) van het Fiertelcomiteit als een geoefend ceremoniemaster het protocol in de beste banen. Hij gaat de eregast voor naar één van de notabelenkoetsen.

Die eregast is burgemeester Thienpont van Maarkedal. Electoraal gezegende dagen voor Thienpont. Gisteravond zie ik hem in zijn eigen gemeentehuis voor de presentatie van Paul Baekelands nieuwe roman Zonevreemd. Boven de schouw van zijn Raadszaal hangt de trui van mountainbikewereldkampioen Filip Meirhaeghe.

Heeft hij ons geschonken voor hij werd betrapt op doping, fluistert Thienpont me in het oor. Dus voor ons is het regulier en moet het kunnen. Dit is het diepe Vlaanderen van Valerius De Saedeleer wiens beeltenis in het stadhuis wacht op dat van Baekeland Paul: de man die zijn volk zonevreemd leerde gaan.

De gouverneur ’n kost als eregast op onze Fiertel niet komen, fluistert Fernand me nog in het oor. Zodus was de stek vrij voor de burgemeester van Maarkedal. De burgervader van alle Maarkedalezen kan nooit vermoeden dat hij de helse hitte van zijn bloedwarm koetsdagje uitgerekend te danken heeft aan de persoon die hem naar zijn koets leidt: Ignace Michaux.

Immers, in zijn overijver om Ronse weer op de kaart te zetten en de Fiertel in heel Vlaanderen te promoten vanop de stier van Man Bijt Hond, heeft Michaux zijn zitvlak zo stevig in de stierrennek vastgevezen, dat hij drie duivelse toerkes te lang is blijven meedraaien. Conclusie: heetste Fiertel allertijden.

Ik ken een paar dragers die met genoegen Ignace volgende keer bij zijn flocheke van die stier gaan sleuren. Want bij dertig graden het schrijn van Hermes dertig kilometer ver dragen met vier manspersonen van ongelijke hoogte, dat geeft ernstige wrijvingen ter hoogte van de nekwervels.

Bedevaarders die vandaag met kreeftkleurige voorgevel, suizingen, draaiingen, helse spierpijnen en melkzuuropstoten de after-Fiertel proberen door te komen: voor alle klachten en schadeclaims bellen of mailen naar Ignace Michaux.

Onderweg naar Rozenaken wordt het gesprek beheerst door de nieuwe vlaggen. Nu de twee arenden op het wapenschild van Ronse ophoklicht hebben, zijn ze vervangen door een naakte vrouw.

De nieuwe blote madam van Ronse doet me denken aan de vage contouren van Eva in mijn boek Gewijde Geschiedenis. Krijg je dan voor het eerst in je jongensbestaan een naakte vrouw te zien. Lijkt ze op Bianca Castafiore zonder galakleed.

Mijn gedacht: op een paar strategisch geplaatste puntjes na valt die nieuwe blote Ronsiese nauwelijks te onderscheiden van de stafkaart van het Zwin hier voor mij. Met links en rechts twee duintoppen en onderaan de Vlindertuin.

De Belijdenissen van deken T’sjoen omtrent zijne zondige gedachten rond deze blote Ronsiese parochiane zijn volgens mij niet voor morgen. Paul Baekeland kan rustig nog een paar boeken Zonevreemd doorgaan.

De meeste Bedevaarders vinden de nieuwe doorkijkvlaggen maar niks. In de Priesterstraat waan je je in Napoli waar Monica Belluci net het natte linnen over de draad heeft gespannen. Volg de draad, hij leidt naar het raam van Di Caprio.

En dan is er het jaarlijks dispuut rond de paarden. Een wit tapijt van AW op de markt waar halen ze het? Paarden schrikken zich juist een beenbreuk of vier van zo’n ongewone vloerbedekking, vertelt me een dressuurspecialist met zeventien paarden. ’t Zal daar sebiet gaan kermis zijn op de markt, hoor ik de markies de Valmont boven de Wijnstraat schreeuwen tegen zijn gade Madame de Mertuil.

Weet ik trouwens waarom sommige paarden een rood strikje dragen rond hun staart? Ik wil al allerlei onbehoorlijke scenario’s avanceren (afblijven of trouwen, ’t is ’t moment niet, enz) maar mijn gesprekspartner is me voor. Dat is om de toeschouwers te waarschuwen dat het roodgestrikte paard soms rare sprongen maakt.

Bij de nederdaling der Kruissens, na de heetste Fiertel uit de geschiedenis (ik hoor verhalen waarbij de temperatuur gaandeweg klimt tot 56 graden celsius in 1950) gedragen ook paarden zonder strikje zich bij het kanongebulder als de stier van Michaux.

Later op de avond, bij de sla met kiekenkfilets, strikt mijn post-Fiertelgezelschap zichzelf helemaal in de strik rond de jaarlijks terugkerende vraag of paarden beter voor of na de stappers horen te blijven.

Met een half oor noteer ik de laatavondhistories omtrent op hol geslagen paarden aan de Boekzitting, versmuierde kindjes en ingestorte werkmanswoningen vanwege het kanongebulder.

Doch niks kan mijn Fiertelpret nog bederven. Ik heb vandaag niks dan stralende, blinkende, blozende, bakkende Ronsenaars gezien.

Uit mijn persoonlijke enquête bij een statistisch verantwoord staal van 1500 door mezelf ondervraagde Fiertelgangers blijkt dat ze, op mijn multiple choicevraag of Ronse de leukste, mooiste, prettigste, tofste, aangenaamste stad van Vlaanderen is allemaal zonder aarzeling JA NATUURLIJK IS DAT NU EEN VRAAG! geantwoord.

Dat ik ze enkel dat ene antwoord als multiple choice-bolleke had aangeboden doet volgens mij niks af aan de wetenschappelijke degelijkheid van mijn onderzoek. Had ik misschien moeten vragen of ze dubbele beglazing hebben? Bij dertig graden celsius?