16 augustus 2006

DE NIEUWE RONSENAAR (124)

RUDI BOUDRINGHIEN GAAT VOOR HET BELEID

GEMEENTEBELANGEN/INTERETS COMMUNAUX:

LEES HIER ALS EERSTE DE VOLLEDIGE LIJST

‘DE CROO HEEFT RAEVENS BEDREIGD’

DE MEERTALIGHEID… VAN DE TWEETALIGHEID


‘We zijn een volkse, liberale volledig vrije partij voor eenieder die het goed meent met Ronse. We kappen met de smalle partijpolitiek. We gaan voor vrijheid, pluralisme en verdraagzaamheid. We verwerpen in Ronse elke discriminatie tegenover welke inwoner van Ronse dan ook.'

Aldus Rudi Boudringhien bij de voorstelling van zijn nieuwe tweetalige partij Gemeentebelangen- Intérêts Communaux. Kortweg: GBIC. Met de obelisk als I in het logo, op de blauw-witte shirts van alle kandidaten.


Boudringhien: ‘Noem ons vooral niet de dissenten van de VLD. We hadden enkel meningsverschillen met de afdeling Ronse. En noem ons ook nooit meer een tweetalige partij! Neen, we zijn een méértalige partij! We willen wat dat betreft gewoon de Belgische en Vlaamse wetgeving naleven. Het is aan Brussel om daarover te beslissen.’

‘Aantrekkelijk is dat we een partij oprichten voor de stad Ronse. Onze norm is dat wij het beleid willen voeren voor àlle Ronsenaars. We menen dat. Want op onze vierde plaats staat een zestalige allochtoon van Tunesische afkomt die actief is in het overlegplatorm tussen de Stad Ronse en de Tunesische en Marokkaanse gemeenschap. We willen een sociale partij zijn. We gaan werken voor alle inwoners van Ronse.’

De Croo: Bedreiging of druk?

Bij de voorstelling van de kandidaten kwam bij monde van Johnny Verledens de opmerkelijke melding dat één van de kandidaten zich in haar professioneel leven ‘bedreigd’ (sic) heeft gevoeld door Kamervoorzitter Herman De Croo (VLD).

Het gaat om Isabelle Raevens die als bediende is tewerkgesteld in de Kamer. Hierover door ons ondervraagd, tempert de betrokkene echter zelf meteen die zware beschuldiging aan het adres van de minister van State die als Kamervoorzitter haar baas is.

Isabelle Raevens: ‘Mij zal u dat woord bedreigen niet horen uitspreken. Op het moment van de splitsing van de partij ben ik wel door Herman De Croo meerdere malen verzocht om de mensen hier rond de tafel ervan te overtuigen de kloof met de VLD te dichten. Het is me nooit expliciet met zoveel woorden gezegd. Maar ik heb wel een zekere druk gevoeld. Ik kan ook niet beweren dat ik daarom nu een promotie dreig mis te lopen.’

Johnny Verledens: ‘De Croo heeft in heel de affaire van de scheuring scherp eenzijdig gehandeld. Zonder onze argumenten ook maar te aanhoren, heeft hij gekozen voor de situatie die hem het beste uitkwam. In dat geval rekent hij erop dat André Deruyver hem 600 Franstalige kiezers oplevert. Als blijkt dat hij zich vergist heeft, dan is dat zijn probleem.’

Handen vrij voor Ronse

Waarom zou een Ronsenaar voor GBIC kiezen?

Rudi Boudringhien: ‘Omdat ik als eerste schepen zes jaar know how heb opgedaan. Ik heb mee het Strategisch Plan van de huidige meerderheid opgesteld van bij het begin. Ik was er één van de basismedewerkers van. De stadskas was zwaar negatief toen ik eraan kwam als schepen van Financiën en Begroting. Die heb ik naar 200 miljoen positief kunnen tillen. Wel dan vind ik dat we het goed gedaan hebben.’

Boudringhien belooft binnen de kortste keren zijn beleidsplan te publiceren op een eigen site.

Boudringhien:‘Maar ik kan u nu al zeggen dat dit volledig parallel zal lopen met het Strategisch Plan. Onze grote troef is dat we de handen helemaal vrij hebben om al onze aandacht af te stemmen op de bevolking van Ronse’.

Frans heeft Vlaams probleem

Dat de politieke geladenheid van een nieuwe tweetalige Ronsese politieke formatie ook anno 2006 niet zomaar kan worden weggedacht met dat meertaligheidtrucje, bleek vanavond al meteen bij de voorstelling van de lijst in Local Unique. Eén van de aanwezige sympathisanten op de voorstelling uitte luidstemmig zijn ongenoegen over het feit dat het bij GBIC dan misschien wel om allemaal tweetalige kandidaten gaat en een 'meertalige lijst', maar dat er bij de hele persvoorstelling geen woord Frans was gesproken…

De bewering van Boudringhien dat je de kandidatuur van Frans Vandenbossche op een nieuwe tweetalige Ronsese formatie bezwaarlijk kan duiden in de context van een privé-aangelegenheid zoals diens lidmaatschap van de Marnixring, werd door Boudringhien zelf even later helemaal weer onkracht toen hij bij de presentatie van zijn veertiende kandidate, tandartsassistentie Julie Cnudde 'voor de geïnteresserden' de privé-info meegaf ‘dat ze nog niet getrouwd is’…

Lid van Marnixring en Davidsfonds of niet, Frans Vandenbossche heeft vandaag vooral als Vlaamse Ronsese prominent wel degelijk een probleem. Maar dat had hij natuurlijk evengoed al als VLD-voorzitter.

Het al te doorzichtige woordenspelletje van als meertaligheid verpakte tweetaligheid (welke Ronsenaar loopt daar nu in?) bij GBIC kan vooral niet verdoezelen dat de beide Ronsese liberale partijen er maar niet in slagen het verleden van zich af te schudden.

De GBIC met zijn verse tweetalige naam al zeker niet. En de VLD die dus zo te horen met De Croo voor de 600 franstalige kiezers van Deruyver gaat evenmin. Beide partijen azen zonder meer op wat rest van de Renaix-Bilingue achterban. Daar is het hen om te doen. Al de rest is pure window dressing.

De lijst GBIC

1.Rudi Boudringhien
2.Erik Van der Eeedt
3.Isabelle Raevens
4.Kamel Safi
5.Elien Van Coppenolle
6.Carine Van Dille
7.Gilles Van Liefde
8.Philippe Torque
9.Marnic Cnudde
10.Philippe De Beyter
11.Hugo Schiettecatte
12.Sandrine Duval
13.Marianne Van Laeken
14.Julie Cnudde
15.Gerlinde Deuninck
16.Laurence Lamont
17.Kathleen de Bruyne
18.Christelle Desmet
19.Pascal Pirotte
20.Jonathan Amiel
21.Rita Parez
22.Sarah Everaert
23.Thérèse Guelluy
24.Huguette Courtin
25.Frans Vandenbossche
26.Leonel Rubbens
27.Johnny Verledens

DE NIEUWE RONSENAAR (123)

De afgelopen maanden wierp hij zich op als de bedrijvigste van al onze commentaarschrijvers. Met zijn rare plumage en heu, zijn koddige schrijfstijl observeert en commentarieert hij het diepe Ronse van vroeger en nu. We vonden zijn mijmeringen al gauw té ‘speciaal’ om deze heer van stand nog langer in de coulissen te laten antichambreren. Daarom schenken we zijn pelgrimage naar het Ronse van vroeger en nu voortaan een vaste stek in onze blog.

Pevenaege Omer wordt aldus de eerste onwaarschijnlijk Ronsiese penneridder die vanuit het lezersbestand van De Nieuwe Ronsenaar zelf komt opborrelen. A la bonheur. Sire, er zijn nog Ronsenaars. Succes met je schrijfonderneming, Omer! (Voor mij een kilo Renaisien Préparé met pikante saus).


DE PELGRIMAGE VAN PEVENAEGE

Thuisbezorging

Onze Vader zaliger Pevenaege Valère was met de thuisbezorging begonnen toen ik na mijn legerdienst in Duitsland terug bij hem in de winkel kwam. Dat was wel dadelijk een groot succes gebleken vooral bij de betere klandizie van hogere rang en betere stand als van Fabrikanten en andere. Want zo konden die hun huishoudings personeel binnen houden zonder tijdverlies voor boodschappen en verdere bevoorrading! En zulks maakt al gauw het verschil in de portemonnee. En dan kon er ook wel iets af in de vorm van enig drinkgeld voor de bezorger. En zo stond de telefoon niet dikwijls stil! In het begin ging ik noch gewoon te voet, later ging ik met mijn fiets wegens het groot succes en om wille van de snelheid. Maar ja, veel vleeswaren kont Uw daar niet mee vervoeren in één keer. En dus kocht onze Vader dan in occasie een triporteur bij Cycles Van Hauwaert aan de Boulevard des Fusillés, op welke flanken hij in sierlijke letters:

Livraisons à domicile

Boucherie-Charcuterie

V. PEVENAEGE & fils
& zoon

Beenhouwerij - Fijne Vleeswaren

Thuisbezorging



liet schilderen en dit in de twee talen ter beter bedrip van wege de anderstalige klanten. En daar konden heel wat bestellingen in de bak in plus dat Uw daar zomers ook ijs kont in vervoeren voor de koeling van de hitte. Zo had ik dus zelf eigenhandig gedurende jaren de klanten op bestelling hun vlees gebracht. En wie een beetje de aardrijkskunde van Ronse heeft gestudeerd weet dat het niet altijd een lachen was wegens de vele bergen in het reliëf van het stad. Plus dat veel van onze klandizie in de betere villa’s en kasteeltjes boven de Kruissens en andere woonden! De zondagmorgen aan het Kasteel van De Malander zijn kilo rosbief bezorgen bij voorbeeld kan tellen als Uw de avond te voren met U maten tot in de vroege uren op de Markt bij Julia in de Carillon had zitten Demis drinken van Petre De Vos want in die tijd was ik noch niet in de Trappist! Maar in zestig nam ik dan de commerce van onze Vader zaliger over en die thuisbezorging was er te veel aan. Dus een keer met mijn Germaine en onze Vader zaliger zelf overlegd en ’s anderendaags hing er al een plakkaat aan het venster van de winkel: Gevraagd deeltijds Commis voor halve dagen waaronder thuislevering met goede verdienste. Dit keer niet in het Frans voor reden dat ik een tweetaligheid wou en dit accentloos en dan was een frans talige daarvoor niet aangewezen. Noch dezelfde namiddag komt Georgetse Parmentier om drie krabonnaden voor ’s avonds en ziet mijn karton hangen. Zoals Uw weet hadden die maar één zoon, hun Yvan. Die hadden ze naar het College gestuurd voor zijn onderwijs echter tot wanhoop van de leraars daar die hem al gauw ergens van achter in de klas lieten waar hij bleef zitten tot hij nu op veertien jaar niet meer schoolplichtig was en dus werk zocht. En of ik hem niet wou opleren in de beenhouwerij? Nu was Georgetse al lange jaren klant bij ons en die jongen moest ergens beginnen. En zolang hij in de lering zou zijn zou ik hem niet betalen. En dus was het noch rap beklonken want iedereen had zijn voordelen en zo kwam Yvan dan ’s anderendaags bij ons als commis op proef om de triporteur te berijden. Ook was er overeen gekomen met zijn moeder dat hij voor haar gemak ’s middags bij ons aan de tafel zou komen wegens dat zij dan enkel ’s avonds moest koken wanneer haar Fernand thuis kwam. En zo gezegd zo gedaan! Die middag had mijn Germaine zaliger een tong gedraaid in de pan met Madèrasaus. Dat was vooral naar de tand van onze Vader zaliger omdat hij dat vlees met zijn vals gebit beter kon verwerken. Vraagt onze Yvan haar wat het is om te eten? Koetong! Dat moet ik niet hebben zegt Yvan dat komt uit de muil van een beest! Dat begon al goed! Maar bon, het is dat manneke nog maar zijn eerste dag en dus vraagt mijn Germaine zaliger wat hij dan wel wil? Geef mij maar een eitje zegt hij. We hebben dan noch onze Vader zaliger in de frisse lucht moeten over brengen want die bleef er bij kans in van het lachen! Enfin Uw had het al begrepen die leraars van het college geweest hadden er gewoon niet uit gekregen wat er nooit ingezeten had. Maar nu zat ik er wel mee. Met Yvantse moest Uw, met permissie gezegd, ogen op U gat hebben omwille van het groot aantal stommiteiten met soms ernstige gevolgen voor het behoud van mijn klandizie! In onze branche was het bij voorbeeld niet gepermitteerd om in U winkel te verschijnen met een vuile voorschoot om. Dat geeft U klanten een verkeerde indruk omtrent U persoonlijke hygiënische omstandigheden alsmede die van U commerce in het algemeen. En zo had ik altijd een verse hangen achter de deur die ik aantrok vooraleer de winkel te betreden alsmede ook mijn Germaine zaliger! Welnu, Uw kon hem dat maar niet wijsmaken om dat voorbeeld na te volgen. Hij mocht van onder tot boven onder het bloed zitten, Yvan stapte op zijn triporteur en reed desnoods het hele stad af met alle slechte reclame voor onze handeling als gevolg! En er maar niet in slagen om het juiste pakske op het juiste adres te krijgen, ook al had ik het er duidelijk opgeschreven met mijn goede potlood om de klanten hun rekening mee uit te tellen! Was Yvan met zijn bak vertrokken, Uw kon er U horloge op na houden: een half uur later kwamen al de boze telefonische oproepen binnen! Madamke van de Villa Madonna zat met de vette darmen maar haar bestelde entrecôte was met garantie bezorgd bij Fonske De Maezeneire, de mijnwerker die het ingewand wekelijks inkocht om ze rauw tussen zijn boterhammen te leggen mits een beetje zout. En dan zwijg ik noch over het geknoei met de rekeningen van de klanten en de teruggave van de wisseling! Volgend anecdotum valt mij nu ook noch eens in. Het liep naar het einde van de zomer en mijn Germaine zaliger had de laatste savooien uit de hof gehaald met de bedoeling om ze na afkooksel in te maken voor de komende winter. Wij kookten toen op een grote cuisinière van Cyney die Uw noch met kolen moest opstoken maar zeer geschikt vooral ook voor de aanmaak van fijne charcuterie zoals leverpaté en andere. Zodus, die savooien lagen gewassen en op reepjes gesneden op een propere keukenhanddoek. Zegt mijn Germaine zaliger tegen Yvan: Doe noch eens wat kolen op de stoof. De tijd van haar om te keren en Uw raadt het al: de savooien zijn verdwenen. Waar zijn mijn kolen naartoe? Uw had toch gezegd van ze op de stoof te doen? En dat heeft zo geduurd tot mijn Germaine zaliger haar rekeningen ’s avonds niet meer klopten als zij het geld uit onze schuif natelde. Ik heb hem dan noch eens zelf op de heterdaad met zijn tengels in de schuif betrapt maar dat was zijn beste keer niet want in een reflex smeet ik de schuif toe en zijn vingers zaten er tussen genepen. En toen ik ze met behulp van de stoofhaak eindelijk weer had open gewrikt had hij al heel de gebuurte bijeen gekeeld. Van zijn vader Parmentier Fernand heeft hij dan noch die zelfde avond een rammeling toe gekregen nadat ik hem de goede toedracht van het verband rond zijn hand had uitgelegd. Want in die tijd werd aan onze jeugd noch goede manieren aangeleerd op ouderwetse wijze en de ouders zagen hun kinderen graag en spaarden daarom de roede niet. En zo kwam Yvantse zijn carrière in de beenhouwersstiel aan haar einde. Ik heb dan later in de persoon van Decubber José een crème van een commis toegekregen die jaren bij ons is gebleven tot hij dan op zijn eigen is begonnen op de Molendam. Maar dat weet Uw allemaal wel.

OMER PEVENAEGE

15 augustus 2006

DE NIEUWE RONSENAAR (122)

LIJST BOUDRINGHIEN:

VERWARRING ROND VANDENBOSSCHE

WELLES NIETES SPEL ACHTER DE SCHERMEN


Een zogenaamd verkeerd begrepen, ‘onduidelijke afspraak’ tussen Rudi Boudringhien enerzijds en gewezen VLD-voorzitter Frans Vandenbossche anderzijds leidt momenteel achter de schermen van Gemeentebelangen-Intérêts Communaux tot de grootste verwarring omtrent de kandidatuur van Frans Vandenbossche die ons zaterdag nochtans heel formeel in de dichte kring rond Boudringhien voor waar is bevestigd en nu blijkbaar alweer helemaal op de helling komt te staan.

Omdat we onze lezers niet verder willen laten meesleuren in dit pre-electoraal partijpolitiek spelletje van ‘welles-nietes’ en onszelf tegelijk wensen te behoeden voor manipulatie in deze, trekt De Nieuwe Ronsenaar onmiddellijk alle eerder informatie hieromtrent weer in.

Toch met Vandenbossche?

Woensdagavond halfnegen zou Rudi Boudringhien de definitieve samenstelling van zijn lijst bekend maken. Dan zal blijken wat er nu echt van aan is.

De laatste informatie uit die hoek bevestigt al onze eerdere berichtgeving: met andere woorden Frans Vandenbossche zou wel degelijk op de lijst Gemeentebelangen-Intérêts Communaux staan. Johnny Verledens zou de lijst duwen. We geven dit nieuws echter onder het nodige voorbehoud en wachten de persconferentie van vanavond af ter bevestiging.

Over de tweetalige verkiezingscampagne van beide liberale Ronsese lijsten en de daardoor navenant delicate positie van prominent Marnix-ringlid Frans Vandenbossche ten gepaste tijde meer.


De Marnixring ijvert al jaren - en zeer terecht laat daarover geen twijfel bestaan - voor de voluit Vlaamse identiteit van Ronse.

14 augustus 2006

VADER DAG

61. ‘Waarover je niet spreken kan, daarover moet je zwijgen.’ Was Ludwig Wittgenstein in jouw tijd ook al die wereldberoemde wijsgeer? Al jaren verlies ik me in research rond de zaak van de terechtgestelde Ronsese oorlogsburgemeester Leo Vindevogel. Dit met het oog op een toneelstuk dat er maar niet van komt. Hoe meer ik erover hoor, lees en zie, hoe minder zekerheden er mij resten. Hoe meer ook de nuance veld wint.

Dat Vindevogel van de Krijgsraad eerst levenslang kreeg en pas in beroep van het Krijgshof de doodstraf: het geeft me meteen te denken dat zo’n man vandaag nooit gefusiljeerd wordt. Dutroux die meisjes verkrachtte, in kerkers opsloot, liet verhongeren wordt tegenwoordig door de Belgische staat in leven gehouden, gewassen gebleekt, gevoed.

Goed, ik heb het hier over vredestijd. Oorlog ken ik alleen van Bagdad en Beiroet in het journaal. Sorry dat ik de oorlog dus niet echt ken, papa. Je mikte me dan ook op de planeet vijf jaar na de tweede wereldbrand. Om een jaar later alweer uit mijn bestaan te verdwijnen. Zelfs geen legerdienstje heb ik erop zitten. Dit dank zij vrijstelling vanwege twee broederdiensten. Je andere zoons klaarden voor mij de klus. Dankuwel daarvoor. Zelfs geen bewakingsopdracht van kernrommel in Kleine Brogel dus. Zelfs geen piket tegen de rooie Russen in Siegen. Een watje ben ik. Een overjaarse nep-beatnik. Een denkbeeldige hippie die in Amougies zijn eigen Woodstockje speelde. Die Dylan nablies op zijn mondharmonica in de golden sixties. Wat zou ik de oorlog kennen? Behalve dan van mijn kaki Love-and-Peace-pet uit de Stock Américain.

62. De beschuldiging tegen Vindevogel luidde: wapendracht, hulp aan de vijand in manschappen, munitie en materiaal, verklikking, propaganda, vervorming van de wettelijke instellingen, stichting van een staatsvijandige groepering. Zware feiten jawel. En dan lees ik al die getuigen die komen vertellen hoe ze door Vindevogel naar het stadhuis zijn geroepen en vandaar met de Feldgendarmerie recht naar Duitsland.

Maar van alles wat ik lees in boeken, krantenknipsels, stenografische verslagen en thesissen, onthou ik vooral dat je om Vindevogel te doorgronden, eerst alles moet weten, kennen, voelen van de tijd van toen. De politieke achtergronden. De veten. De verdachtmakingen. De taalverhoudingen. De echte en de valse witten. De vermeende en de echte zwarten.

Mijn mensenhart fluistert me dat een man die pas in tweede instantie – dus na aarzeling en wijziging van vonnis - veroordeeld wordt tot de dood met de kogel altijd het voordeel van de twijfel moet krijgen. Mij komt het voor dat Vindevogel nooit had mogen gefusiljeerd worden.

Jij vader, je had me misschien kunnen vertellen wat er is fout gegaan tussen Vindevogel en de bevolking van zijn stad. Hoe hij mogelijks verstrikt geraakte tussen zijn oprechte idealen en de duistere verlokkingen van de macht. Hoe hij allicht het beste voorhad, maar het ergste niet kon voorkomen.

63. Op 30 januari 1933 wordt Hitler Reichskansler. Op 8 maart van dat jaar kondigt Wilhelm Frick, zijn Binnenland-minister, de bouw aan van concentratiekampen. Op 22 maart 1933 wordt Dachau geopend, het eerste kamp voor politieke tegenstanders. Op 15 september 1935 worden de rassenwetten van Nüremberg getekend ‘voor de bescherming van het Duitse bloed’. Op 12 juli 1936 volgen de opening van het kamp van Sachsenhausen en de deportatie van de zigeuners naar Dachau. Drie dagen later opent het horrorkamp Buchenwald.

Joodse ondernemingen en winkels worden inmiddels geboycot. Boeken van joden en alle niet gezagsgetrouwe publicaties worden verbrand. Er volgt praktijkverbod voor joodse artsen. Het wordt joden verboden hoger onderwijs te geven of ambtenaar te zijn. Er zijn pogroms in heel Duitsland. Er volgt uitsluiting van joodse kinderen uit alle Duitse scholen en kribben. Alle joodse ondernemingen en bezittingen worden in beslag genomen. Op 30 januari 1939 bedreigt Hitler in zijn toespraak in de Reichstag alle joden ronduit met totale uitroeiing als er een oorlog komt in Europa.

64. En er komt een oorlog in Europa. Leo Vindevogel wordt op 2 januari 1941 door de Duitse bezetter benoemd tot burgemeester van Ronse. Hij heeft zijn achterban van de Christen Volksbond daarover niet ingelicht. Hij wordt gebombardeerd tot ongekozen burgemeester voor de neus weg van Maurice Ponette, de eigen kandidaat van de bezetter. VNV’er Gerard Romsée is de kandidatuur van Vindevogel echter bij zijn Duitse vrienden gaan bepleiten. Vindevogel aanvaardt de opdracht. Het is naar verluidt zijn bedoeling het beheer en de bevoorrading van de stad veilig te stellen.

Zijn vrienden pogen hem op die beslissing te doen terugkomen. Niks helpt. Hij ontbindt 'Teater Voor Taal en Volk'. Hij smelt de dan al florissante vereniging samen met de socialistische 'Verbroedering' tot het 'Stadstoneel', waarvan hij de leiding geeft aan zijn broer. Net als alle andere zalen van Ronse eist hij ook de zaal van zijn eigen achterban, de Christen Volksbond op.

Denkt hij werkelijk om vanop het stadhuis zijn stadsgenoten beter te kunnen beschermen tegen de waanzin van de tijd? Hij, Vindevogel burgemeester van Ronse uit zelfoppofferring 'om erger te voorkomen'? Of gaat met deze sjerp vooral zijn droom van lokale glorie in vervulling? Volksvertegenwoordiger is hij al. Het enige Belgische parlementslid dan ook dat na de bevrijding zal geëxecuteerd worden.

Het zijn vele vragen die voor altijd zonder antwoord zullen blijven. Behalve de antwoorden van afrekening en repressief revanchisme.

Als ik zie wat een provinciestadje zo al te bieden heeft aan haat, nijd en roddel in vredestijd, wat moet ik me daarbij dan voorstellen in tijden van oorlog? Had Vindevogel dat alles van die concentratiekampen en de jodenvervolging dan echt niet in de gaten? Wist hij dan echt niet met welke beulen hij te maken had? Of wilde hij het niet weten? Hij heeft in Het Volk van Ronse zijn bewondering voor Het Derde Rijk nooit weggestoken. Maar wat wist hij af van de nazi-horror achter de façade van 'de nieuwe orde'?

65. Allemaal vragen die ik je had willen stellen, papa. Vragen waarop mama niet altijd het antwoord kende. Jij die met grootvader in de Volksbond zat. Jij die via de toneelbond, waarvan je later zelf ere-voorzitter worden zou, heel dicht bij Vindevogel stond. Vooral bij zijn broer meester Alfred. De Volksbond die de scheur tussen voor-en tegenstanders van Vindevogel nooit meer echt zou dichten. Dezelfde Volksbond, die bij beslissing van het middenbestuur met een sterke meerderheid stemde 'dat Vindevogel de statuten van de Volksbond verraden had.' Wie heeft wie verraden? De Volksbonders, die zich voor en tijdens het proces heel gedeisd hielden. ‘Omdat het toch geen zin had om Vindevogel in Gent te gaan verdedigen in volle repressierage.’ Want er werd gevreesd voor de ontbinding van de vereniging na het debacle van voorman Vindevogel. In dit geval zou de Volksbond bezit worden van het bisdom. Volgens diezelfde statuten.

Je ziet papa, ik heb graafwerk gedaan. Al blijven er nogal wat dingen tot op vandaag onontgonnen. Waarom bijvoorbeeld die vermaledijde onderpasterfiguur in de coulissen het nodig vond olie op het vuur te gieten in een giftig stukje. Op een voor Vindevogel doodsgevaarlijk moment. Hoe kon dat zomaar? Waarom dat werd toegelaten? Christelijke principes eventjes zoek? Oog om oog? Het Oude Testament? Was het Nieuwe dan niet al eeuwen uit? Misschien kende je die onderpastoor? Misschien kwam hij zelfs thuis je réserve Chambolle-Musigny degusteren. Priesters, ik heb er naderhand zoveel weten aanbellen. Ons huis leek vaak wel een Groot Seminarie.

Vindevogel deed dingen voor de nazi’s die je als burgervader niet hoort te doen. Hij stuurde briefjes naar de Ronsenaars met het verzoek dat ze zich ten stadhuize zouden melden op zijn ‘bureel’. Daar werden ze opgewacht door de Feldgendarmerie, verdwenen ze naar Duitsland. Nièt naar de concentratiekampen, maar op verplichte arbeid in Duitsland, of in het Franse Saint-Omer. Het is een heel belangrijke nuance maar bij de bevrijding werd alles op een hoopje gegooid blijkbaar. Verplichte arbeid, concentratiekampen.

Velen hebben me de afgelopen jaren dat verhaal gedaan. Hoe hun vader zijn beste pak aantrok omdat 'Vogel' een kaartje gestuurd had. Hoe ze hun vader zagen vertrekken maar niet meer zagen terugkeren die avond. En de andere avonden ook niet. Pas één of twee jaar later.

Vindevogel liet na de aanslag tegen zijn persoon een Burgerwacht-lijst opstellen van vierhonderd mannelijke Ronsenaars tussen de 18 en de 55 jaar. Die moesten dag en nacht – onbezoldigd - voor zijn woning de wacht houden. Dit zette veel kwaad bloed bij alle Ronsenaars. De namen vormden voor de Duitsers immers dé ideale potentiële dodenlijst bij eventuele represailles, na nieuwe aanslagen van het verzet. Die aanslagen kwamen er. Duitse represailles op basis van de Burgerwacht-lijst gelukkig niet. Het drama van Vinkt is Ronse bespaard gebleven. Er zijn hier geen Ronsenaars neegemaaid vanop het oksaal van Sint-Hermes.

Het is en blijft me een kluwen. Je leest, je hoort zoveel. Je leeft zestig jaar later in een andere totaal tijd. Je beseft dat de waarheid van kristal is. Geslepen. Gefragmenteerd. In vele stukjes. Er rest me na al die jaren zoeken maar één brokje waarheid omtrent Vindevogel: met zijn terechtstelling triomfeerde de afrekening, veel meer dan de rechtvaardigheid.

Ik had je graag horen vertellen over de mensen van die tijd. Hoe ze zich gedroegen. Manmoedig. Laf. In alle nuances van wit, over grijs tot zwart. Maar je bent er niet. Ik zoek het wel verder uit in mijn eentje. As usual.

Uit:‘Vader Dag’. Brievenroman. Copyright Stef Vancaeneghem.