27 maart 2019

ONBESCHRIJFELIJK

LIEFDE IN TIJDEN VAN HAAT



Wie nog durft te verwijlen op de gulden middenweg van de nuance wordt door brulboeien en partijlakeien op de sociale roddelmarkt verketterd als vijand van het eigen volk. Het is van alle tijden.

In ‘De Dochter van Agamemnon’ beschrijft Ismail Kadare de morele ontaarding die iedere bevolking treft onder een overheid die denkt geen of steeds minder verantwoording verschuldigd te zijn aan de mens die zij geacht wordt te dienen.

‘We werden verplicht stelling te nemen,
beschuldigingen te uiten
met modder naar mensen te gooien.
Het was een waarlijk duivels mechanisme’.
Kadare.

Hoe verkwikkend is het dan om vertroosting te vinden in diepe liefde, ware vriendschap en alles wat de waan van de tijd trotseert. Neem Aristoteles. Ook in zijn tijd was het gevaarlijk je te verzetten tegen het opgelegde gangbare denken van heersende machten. Niet alleen in Macedonië onder de tirannieke Philippus II maar ook in Athene zelf bleef de latere leermeester van Alexander de Grote altijd een buitenstaander. Een inwonende emigrant. Hoe sterk moet ook hij de verleiding hebben gevoeld zich finaal terug te trekken in de stilte en de rust van zijn omvangrijke bibliotheek? Hij bleef echter colleges geven in het door hemzelf opgerichte Lyceum. Jaloerse concurrenten hadden er voor gezorgd dat hij als evidente opvolger de leiding van Plato’s Academie misliep. Vriendjespolitiek en het brutaal bashen van al wie niet meegaat in het voorgekauwde denken : zo werkte dat toen al. Maar bovenal bleef hij schrijven. Onder meer over politiek en de verhouding van burgers tot de hun omringende, bredere mensengemeenschappen. Over de dierenwereld en de hele natuur. Zo bespreekt hij in zijn Ethica en Politica hoe mensen het best kunnen samenleven.

‘Goed bestuur is gericht op het welzijn van iedereen en vereist een fundament voor vriendschappen tussen alle burgers en het streven die te bevorderen’. Aristoteles.

Doel is dat iedereen kan verwerven wat hij in het leven nodig heeft, op ethisch aanvaardbare wijze. ‘Want alle dingen zijn in een samenhang geordend met één doel en alles hoort bij te dragen aan het welzijn van het geheel.’

Ook zijn denkbeelden over vrije tijd zijn tot op vandaag relevant. Zo merkt hij schrander op dat Sparta nooit floreert in tijden van vrede omdat zijn staatsbestuur de Spartanen wel goed voorbereidt op oorlog, maar niet leert hoe hun leven in te vullen in vredestijd.

Aristoteles is trouwens wat dat betreft ook de eerste filosoof die stelt dat kunst wonderbaarlijk opvoedend kan zijn. Het Atheense drama heeft niet alleen de opzet de toeschouwers te bekoren. Het moet hen ook oefenen in cognitieve, morele en politieke vaardigheden die nodig zijn voor het gezond functioneren van de stadsstaat. Zijn nadruk op het cultiveren van sociale banden, als cruciaal ingrediënt voor geluk suggereert ook dat het minstens zo belangrijk kan zijn met wie je je vrije tijd doorbrengt als hoe je die doorbrengt.

Wat zou Aristoteles doen? Hoe oude filosofie je leven kan veranderen. Edith Hall.