08 januari 2009

BLUE MOON













Hoofdstuk 46.

Ik heb mijn didgeridoo verkocht voor het goede doel. Twee miljoen euro. Die heb ik weggeschonken aan De Pauselijke Goede Werken tegen de kaalkap van het regenwoud en de Griekse Beginselen die Gods schepping bedreigen. De goede doelen van Rome zijn gericht op de overleving van de Homo (Sapiens). Gods bolwerk dient te worden gered van de klimatologische verloedering en de zedelijke ondergang.

Vanwege mijn milde schenking heb ik van het Heilig Officie een bos plastic bloemen toegestuurd gekregen die ik hier op mijn schrijftafeltje heb gezet. Plus een mooie foto van Ratzinger in zijn jonge jaren, toen hij nog bij een of andere jeugdbeweging zat. Ik heb hem een gesigneerde foto teruggestuurd van mezelf als didgeridoo-wonder bij ‘The Small Strings’ met eronder: ‘Bedankt voor bloemen!’

(Zelf beken ik me tegenwoordig tot het creationisme. De aarde is plat. Wie verder trekt dan het Abel Tasman National Park van New Zeeland tuimelt in een zwart gat. De aarde is het centrum van het heelal. In zijn onnoemelijke goddelijke goedheid heeft God de nulmeridiaan dwars door mezelf getrokken. Soms kietelt dat wat en moet ik krabben waar het jeukt. God schiep zijn schepping in zes dagen. Dan nam hij een dag compensatie. Dit ondanks de vraag van de middenstand om ook op zondag open te blijven voor de solden.)

*

We hebben ‘The Small Strings’ definitief opgedoekt. Ons benefietoptreden voor de bekostiging van Michael Jackson zijn nieuwe leasewoning in Homby Hills, Bel Air was er echt over. Waar waren we mee bezig? Zeven slaapkamers. Dertien badkamers. Twaalf open haarden. Lift. Wijnkelder Thuisbioscoop. Rijke draperieën. Overdadige kroonluchters. Paris Hilton zonder slipje. Amy Winehouse zonder topje.

Ik vond het niet kunnen dat we als megagroep onze reputatie op het spel zouden zetten voor zo’n thrillerdansertje met zijn jeannettedanspasjes. Bovendien vond ik het totaal not done ten overstaan van mijn boezemvriend Paul McCartney. Macca voor de vrienden was ooit zanger van een lang vergeten groepje uit Liverpool. Heeft een eeuw of wat geleden een paar liedekens geschreven die Jackson nu tot de zijne heeft gemaakt . Van pure miserie moet mijn vriend Macca nu elke zondagmiddag optreden voor de senioren in ‘The Cavern’, met Jean Blaute op harp en Wim Opbrouck op aboesimbel. Het kan ook klavesimbel zijn, sla me dood. Bij grote winterkou mag Paul van het OCMW van Liverpool wel gratis overnachten in Strawberry Fields, een opvangtehuis voor de ‘Sans Papiers’. Dit echter pas na lottrekking. Er zijn maar tien bedden beschikbaar.

*

Ik schrijf dit alles vanuit het boothuis van Dylan Thomas. Naast mij staat zijn bed, ik bedoel dat van Dylan Thomas. Ik heb het afgekocht van de pubeigenaar om de hoek die het strontbeu was dat cameraploegen van overal altijd dat bed wilden komen filmen en de talloze kratten leeggoed uit zijn pub daardoor de wereld rond gingen.

Voortaan wens ik mij geheel te wijden aan de diepe beleving van mijn nieuw creationisch geloof. Pas op, ik geef de muziek nog niet geheel op. Met een paar vrienden hier om de hoek hebben we alweer een nieuw groepje opgericht:

‘De Geveugelde Vlogels.’

Op een Marine Band van Hohner blaas ik liedjes ter ere van Allerhoogste, doorgaans in si-b, voor de Amerikanen in bb.

‘Ge moet tremelo op uw tong leggen’ zegt onze chef.

Onze chef is in zijn vrije uren ornitholoog. Hij heeft iets met vogelen. Vandaar onze nieuwe naam. En zeggen dat God al die vogels heeft geschapen in maar zes dagen. De kroet. De blinde vink. De vogelpik. Ge zijt niet wijs. Zonder god, geen wonderen der schepping. Geen Holocaust. Geen Gaza.

(Ik zeg het toch, dat ze plat ligt, de aarde).

'Blue Moon’. Roman.
Illustratie: ‘Morning has broken’.
Copyright Stef Vancaeneghem.
(De personages zijn fictief, vertelpersonage incluis.)

07 januari 2009

BEAU MONDE




















(Uit: 'Finding Neverland'. Pol Vancaeneghem.)

BLOG NOTE


















(Klik op het beeld voor details)

05 januari 2009

DE NALATENSCHAP
















Hoofdstuk 30. (Slot)

Ronse. Broeke. 2009.

Oh Roonse
mien schuune staad
oa duzend leuchtsies
in de naacht
doen moa poazen oop
hoe dat vroeger waas
zonder boel en ôl
dienen embraas

Wa n’eest er tooch
mei oa gebuird ?
z’ heen oa gebeizigd
z’een oa verschuird
moer Roonse
te n’ees noonie gedoen
weure tuupe
me goenter vuiren goen

Oh Roonse
mie schuune staad
oa duzend leuchtsies
in de naacht
doen moa poazen
op vroeger
oop aal oa kraacht
oop oa gruut herte
oop aal oa praacht
wa n’eester tooch
mei oa gebuird ?
z’heen oa verneiderd
z’heen oa verluird
moer Roonse
te n’ees noonie gedoen
amoo tuupe
me goenter vuiren goen…


'De Nalatenschap’. Roman.
Copyright: Stef Vancaeneghem.

(Hoewel 'De Nalatenschap’ gebaseerd is op historische feiten en authentiek bronnenmateriaal, gaat het hier om een literaire interpretatie. Verantwoording van de bronnen cfr.9.08.2008. Ik dank alle Ronsenaars die me geholpen hebben bij mijn research.)

DE NALATENSCHAP
















Hoofdstuk 29.

Ronse. Nu. Op hun begrafenis ligt hun gestreept kampkostuum netjes gewassen en een laatste keer gestreken, bovenop hun kist. Rond hun lijkkist staan de afgevaardigden van de vaderlandse verenigingen met Belgische Vlaggen. Na de dienst weerklinkt de Brabançonne. Op tractaten na worden herinneringen opgehaald. Maar alles vervaagt. Alles is al zo vaak gezegd. Wie luistert er nu nog echt naar hen?

(Weer die nachtmerrie uit het kamp. Dat niemand hun verhaal nog horen wil).

Op het feest van de bevrijding touren er geallieerde nepsoldaten door de straten van de stad. In old timer-jeeps uit de Stock Américain. Heel onwezenlijk doorkruisen ze de drukte van het wekelijkse marktgebeuren. Niemand die omziet. Op de televisie is het beter.

Dezelfde stad. Dezelfde markt. Hetzelfde stadhuis. Maar alles zo heel anders nu.

Op een weide aan het Bois Joly hangen nep-nazi’s van het Afrikakorps in tenten van Historia Mundi. Hier en daar Belgische soldaten mèt vlag. Tussen Romeinen en krijgers van alle tijden. Het is maar een spel.

Politieke Gevangenenstraat.
Franklin Rooseveltplein.
Engelsenlaan.
Oudstrijderslaan.
Weggevoerdenstraat.

Konden stenen spreken. In de Abeelstraat, naast de vroegere bank, herinnert een vrijwel onzichtbaar plaatje aan de executie van de kleine Eric Zonneman. In de Ninovestraat lees je, als je goed kijkt ‘Brussel über Ninove’ van de muur af.

De gebeurtenissen hebben voor altijd hun sporen gelaten. In de stad, in de harten, in families. Op de gemeenteraad wordt bijwijlen met luide stemme gewaarschuwd tegen de gevaren van dictatuur en totalitarisme.

*

Ronse kan nooit nog dezelfde stad zijn als ervoor. Voor de gebeurtenissen. De Nalatenschap is zwaar om dragen. Voor alle betrokkenen.

Tussen verraad en verzet.
Tussen het wit en het zwart.
Voor altijd vooral veel grijs.

'De Nalatenschap’. Roman.
Copyright: Stef Vancaeneghem.

(Hoewel 'De Nalatenschap’ gebaseerd is op historische feiten en authentiek bronnenmateriaal, gaat het hier om een literaire interpretatie. Verantwoording van de bronnen cfr.9.08.2008.)

DE NALATENSCHAP













Hoofdstuk 28.

30 april 1945. Het Krijgshof voorgezeten door rechter Haus buigt zich over het beroep van Vogel en de krijgsauditeur tegen het vonnis van de Krijgsraad. De beschuldigingen luiden wapendracht, propaganda, verklikking, vervorming van de wettelijke instellingen , hulp aan de vijand en stichting van staatsgevaarlijke groeperingen. Vogel blijft ervan overtuigd dat hij zijn onschuld kan bewijzen. De uitspraak van het Krijgshof volgt na twintig minuten deliberatie. Geen verzachtende omstandigheden kunnen worden aanvaard. Vogel wordt plichtig bevonden aan verklikking en met kwaad opzet voor 1943. En na 1943 van defaitisme en politiek verraad op lange termijn. Hij wordt veroordeeld tot de dood met de kogel. De terechtstelling zal gebeuren te Gent.

Gratieverzoek haalt niks uit. Eugène Soudan, de echte wettelijk verkozen burgemeester keert te laat terug naar Ronse uit de kampen om een naderhand nuancerende stem te laten horen. De Christen Volksbond, zijn vroegere Vlaams-katholieke politieke thuis, heeft nog voor het vonnis bij spoedstemming van het ‘middenbestuur’ met grote meerderheid ja geantwoord op de vraag of de voormalige voorman ja dan neen de statuten van het huis heeft verraden. Deze stemming zal de Volksbond voor goed in tweeën rijten, in pro en contra’s. Een wonde die nooit meer helemaal helen zal.

Vogel wordt geëxecuteerd op 25 september 1945. Hij is het enige lid van het Belgische Parlement dat wegens collaboratie de dood met de kogel krijgt. Zijn nabestaanden en sympathisanten blijven hopen op postuum eerherstel.

*
Webinfo Wikigeneanet, vandaag:

‘Pour son malheur la Cour statua lorsque toute l’horreur des camps nazis se révélait par la libération des camps. Condamné à mort, il fut le seul membre de la Chambre des Representants à subir ce sort. Alors que des collaborateurs bien plus impliqués que lui s’en tiraient à meilleur compte. C’est pourquoi certains y virent la main de l’establishment francophone Belge et c’est pour cette raison qu’il est considéré par le mouvement Flamand comme un martyr.’

'De Nalatenschap’. Roman.
Copyright: Stef Vancaeneghem.

(Hoewel 'De Nalatenschap’ gebaseerd is op historische feiten en authentiek bronnenmateriaal, gaat het hier om een literaire interpretatie. Verantwoording van de bronnen cfr.9.08.2008).

DE NALATENSCHAP
















Hoofdstuk 27.

Victor


Mittelbau-Dora. Voorjaar ’45. De gonzende geruchten over de invasie van de geallieerden in Normandië, het finaal offensief van de Britten en de Russen, de mislukte aanslag op Hitler ontketenen hier in ons kamp telkens weer nieuwe golven van hoop die algauw weer even snel wegdeinen. Gegrepen als we nu zijn door de tristesse van elk moment. Dag na dag voelen we onze krachten helemaal wegebben. Onze wil tot overleven dooft uit als een kaars. Onze gedachten stompen af. De bevrijding lijkt zo ver weg van ons. Honger en wanhoop beletten ons er nog langer echt in te geloven. We weten niet eens meer wat vrijheid betekent. Voor ons staat de geschiedenis stil. Is ze definitief afgelopen. De beschaving heeft haar eindbestemming bereikt. Hier. In dit kamp.

Hevige bombardementen. In de fabriek naast het kamp zwoegen we in het stof en rokend puin. We beven als beesten. Plat tegen de grond gedrukt door de woede van de vliegtuigen boven ons. ’s Avonds keren we terug naar onze barakken. Doodmoe en uitgedroogd van dorst. Met onophoudelijke krampen van de honger.

In het kamp heerst gaandeweg de grootste wanorde. De nazi’s verliezen vat op hun vernielingsmachine. Geen water meer om te drinken of ons mee te wassen. Geen soep meer om krachten op te doen. Geen licht om ’s ochtends onze schoenen en kleren te vinden in deze duistere tierende hellekrocht van het Block.

Onze beulen zijn totaal ontredderd. Traag ontwaken ze uit de lange droom van hun totalitaire heerschappij. Sommigen schijnen de dreigende verdoemenis al voor zich te zien, in de flitslichten boven ons kamp. Op elk gezicht lezen de SS’ers nu onze spot en ons leedvermaak. Het verdubbelt hun razernij. Het is onze laatste vorm van verzet. Tot meer zijn we niet langer in staat. Maar het werkt. Ze worden nog gekker dan ze al waren.

Ons wordt de toegang tot hun bomvrije schuilkelders verboden. Als de aarde begint te beven, strompelen we dan maar versuft door de bijtende mist van rookbommen naar het uitgestrekte, kale smerige land rond onze barakken. Daar liggen we dan op de grond over elkaar heen. Als nauwelijks nog levende doden kijken we naar de vuur-en rookzuilen om ons heen.

*

Dag na dag, maanden lang, breng ik mijn maat Theo een stukje brood en een deel van mijn soep. Ik vind voor hem een trui, zij het een vol gestopte gaten. Het belet Theo niet om dag en nacht naast me te liggen rillen als een riet. Van de kou en de koorts. Ik noteer zijn laatste woorden op kartonnetjes die ik voor hem zoek in en om onze barak.

‘Voor mocht je ooit
weer thuis…in Ronse’.

Alsof hij het al weet. Alsof hij al beseft dat hij het niet meer haalt en ik wel. Alsof hij raadt dat het lot mij gunstiger gezind zal zijn.

‘Jij met je konijnenpoot, altijd.’

Aan Theo dank ik dat ik nog leef. Aan het voorbeeld van moed en opoffering dat hij me schenkt. Aan het ideaal van vrijheid en rechtvaardigheid dat hij met me deelt. We blijven geloven dat er een rechtschapen wereld buiten deze hel bestaat. We geloven dat je zuiver van gedachten blijven kan, wat de nazi’s ook van ons proberen te maken. We geloven in een wereld, vrij van haat en angst. Uit die verre mogelijkheid van betere dingen, putten we onze laatste krachten.

De menselijkheid wordt hier bedolven onder het puin van wat onze bewakers ons aandoen. De stompzinnige SS’ers, hun twijfelachtige opzichters, hun dubbelzinnige ‘prominenten’ en wij, hun slaven. Alle graden van de krankzinnige hiërarchie die ze hebben gewild, zijn hier nu verworden tot eenzelfde innerlijke leegte.

Maar in de ogen van mijn stervende vriend Theo zie ik een mens. Zuiver en onaangetast. Met nog altijd die prachtige onverzettelijke blik van hem, waarmee hij zich buiten de wereld van de negatie houdt.

In zijn stervende ogen
zie ik de lichtjes
van de eeuwigheid.

Dan weet ik weer dat we ondanks dit alles nog altijd mensen zijn. De totalitaire vernietigingsmachine heeft ons dan wel kapot, maar daarom niet klein gekregen.

6 maart ’45. De nazi’s nemen Theo van mij weg uit Mittelbau-Dora, rukken een stuk van mijn hart uit. Ze sleuren hem naar Nordhausen, dan in konvooi naar Kamp A in Bergen-Belsen. Daar voltooien ze hun collectieve misdaad en ‘selecteren’ ze hun tot werktuigen verworden gevangenen volgens hun ziektebeeld. Tyfus. Tuberculose. Difterie. Behalve Theo zijn er ook de Ronsenaars René Dubois, Georges Dutranoit, Raphaël Gerardi, Jean Huysman, Joseph Van Dille en André Druez. Met hen spelen de nazi’s er verder roulette van wie het halen kan en wie niet. Door de horrortunnel naar de dood. Als ik dit ooit overleef stap, ik nooit nog in een spooktunnel op Ronse kermis.

*
Bergen-Belsen. 15 april 1945. Bevrijding van het kamp door de Britten. Theo wordt door verplegers van het Britse Leger helemaal ontsmet en gewassen. Voor het eerst sinds lang krijgt hij een verse pyjama. Ze leggen hem in een lazaret, ondergebracht in de voormalige kazernes van de Duitsers.

5 mei ‘45. De naam van de bevrijding is voor Theo de eeuwige rust . Hohl Felix, een Duitser die tevoren intendant was bij de Wehrmacht, weet mijn vriend nog net te identificeren op basis van een nazi-gevangenenlijst eer Theo dan haastig begraven wordt. Uit voorzorgsmaatregel hebben de Britten eerder zijn streepjespak met kampnummer onder de grond gestopt, om verdere besmetting en epidemie te vookomen.

Theo wordt met de andere uitgeteerde Ronsenaars Georges Dutranoit en Joseph Van Dille begraven op een snel geïmproviseerd kerkhof bijgenaamd Zelt-Theater. Hun graf blijft daardoor voor eeuwig onvindbaar want het Zelt-Theater wordt naderhand meerdere malen herschikt. Jean Huysman en André Druez kunnen pas in de zomer ’45 vanuit het kamp gerepatrieerd worden. Zo slecht blijven ze er al die tijd aan toe.

Zoals Theo het gevoeld had, is het lot mij gunstig gezind. Als ik nog van ‘chance’ kan spreken na al wat ik met mijn strijdmakkers in de nazi-hel heb meegemaakt.

De mantel van een dode Poolse gevangene, met erop de herkenbare letter P, wordt per vergissing op mijn bijna dood lichaam gesmeten. De daardoor iets snellere eigen selectie van Polen door Polen die door de Duitsers voor een evacuatieklus zijn aangewezen, betekent mijn redding.

Dan toch die konijnenpoot, Theo?

*

Traag, heel traag, probeer ik daarna de sporen van het vrije leven in Ronse terug te vinden. Ik hervat het gewone leven en ga opnieuw aan de slag in de bank. Vaak komen de herinneringen aan het kamp mijn slaap tarten. En de nachtmerrie beleef ik algauw in het echt. Dat er niet langer geluisterd wordt naar mijn verhaal. Dat er zogezegd nu wel wat beters te doen is. Dat alle aandacht nu naar het Marshallplan moet gaan. De heropbouw van het land en van Europa.

Bergen-Belsen. Juli 2005. Zestig jaar zijn erover heen gegaan. Zestig jaar eer ik met een neef van Theo de plek kan opzoeken waar hij gestorven is. Zestig jaar eer ik de gebroken draad tussen ons weer opnemen kan, in dit Bergen-Belsen waar mijn vriend van altijd en voor altijd op 5 mei 1945 gestorven is. Daags voor zijn eenentwintigste verjaardag. Om de bevrijding zelf nog te beleven is hij dan al veel te ziek. Buiten bewustzijn. Van de 51.000 gevangenen zullen de Engelsen er amper 13.000 kunnen redden.

Drie dagen na het vertrek van Theo naar Bergen-Belsen is Vogel, op 9 maart ’45, door de Krijgsraad in eerste instantie veroordeeld tot levenslang.

Ik ben een oude man nu. Maar in mijn hoofd en in mijn hart, in alle dalen van mijn herinnering, zie ik Theo met de dood in de ogen.

In die ogen :
de schittering
van de vrijheid.

Tot weldra Theo, mijn vriend.

'De Nalatenschap’. Roman.
Copyright: Stef Vancaeneghem.

(Hoewel 'De Nalatenschap’ gebaseerd is op historische feiten en authentiek bronnenmateriaal, gaat het hier om een literaire interpretatie. Verantwoording van de bronnen cfr.9.08.2008).

DE BENIEUWDE RONSENAAR

TIMING BOMMELSFEESTEN 2009















Zaterdag 10 januari 2009

•10u00: Vertrek ochtendstoet aan de “Zottenmuur”
•11u00:
Machtsoverdracht op het podium vóór het stadhuis
Overhandiging van scepter door de voorzitter van de Raad der Bommels
Overhandiging van de stadssleutel aan de Bommelskoning door de
Burgemeester
Opname uittredend koningskoppel in de Orde der Koninklijke Bommels
Academische zitting in de trouwzaal van het stadhuis
• 15u00: Bezoek Koningspaar der Bommels, met hun gevolg aan het OCMW rusthuis
• 18u00: Vertrek van de 59ste BOMMELSSTOET (Neerhofstraat/Delhayeplein)
• 19u30: Apotheose op de Grote Markt met podium optredens
• 20u30: Gouden Bommelworp
• 20u45: Muzikaal Vuurwerk (20 minuten lang) aangeboden door het Stadsbestuur

Zondag 11 januari 2009

• 14u30: Bal van de Bommelkies in zaal COC (deuren open vanaf 13u30)
met verkiezing van prins en prinsesje (kinderen geboren in 1999)
- Intrede koningspaar om 14u45
- Optreden van FRANK VALENTINO met de Frank en Fanty show
- Playback Koningspaar
- Uitdeling snoepzakjes aan de kinderen

Maandag 12 januari 2009

• 14u00: Zotte Maandagbal in zaal COC (deuren open vanaf 13u)

- Intrede koningspaar om 14u30
- 15u00: verkiezing schoonste Bommel
- optredens van: GUILLAUME DEVOS
CHRISTOFF en LINDSAY
- Play-Back Koningspaar
• 23u00: Verbranding levensgrote Bommelspop op de Grote Markt
- Teruggave stadssleutel aan de Burgemeester

04 januari 2009

OVER LEVEN VOOR GEVORDERDEN

Als het weer lente wordt
en ik ben er niet
dan mag je niet treuren
ik zal er niet zijn
maar de lente wel
en die zal niet minder mooi zijn
dan anders

Een lieve vriendin is dood. Onder haar telefoon liggen deze prachtige woorden uit haar pen. Ze had de intelligentie van het hoofd én het hart tegelijk. Ze kende de pure eenvoud van het schone. Ze was van ’13, geboortejaar van mijn mama. Tel maar niet hoe oud ze was, ze bleef forever young.

‘Stefke, lees jij ook die necrologie in De Standaard?
Raar toch, al die levens in vijf regels?’

Ze zei ons dingen die nu komen bovendrijven als leliën op de koele meren des doods.

Zoals: ‘Ik ben een jonge ziel in een oud lijf’.

*

De warmte die ze in ons hart mikt, is sterker dan de ketel die het laat afweten in de ijskoude kerk. Willem Vermandere, die Vlaamse reus, treedt naar voren. Haalt haar subliem bij ons terug. Met zijn onwezenlijk mooie ‘Omzwervingen’ die ik hier vandaag in mijn koptelefoon kies, eerder ook al koos bij 'De Gok van Hermes'.

‘Diepe Adem’
‘De reisgenoten’.

Liedjes zonder woorden. Zo mooi.

Het geblaas van de Wetstraat voorbij daagt Geert Bourgeois in alle deemoed op om deze diepgelovige Vlaminge te begroeten, zo authentiek als de Leeuw op haar kist. Dezelfde leeuw die haar op heel trage tonen, samen met ons allen, begeleidt naar haar laatste rusplaats.

Dag,‘moeke’. Meester Gilbert, je goede vriend Marcel T’Hooft, wie weet diens zoon Jotie wachten je al op, met een gedicht en nog meer muziek van Willem.

‘Adieu Donker Land.’
‘Voilà les Copains’.

‘Over Leven Voor Gevorderden’.
‘Tetietatutes’. Virtueel Blogboek.
Copyright Stef Vancaeneghem.