12 september 2008

BLUE MOON













36.

‘Ze pakken een peute protonen.’
‘Oeioeioei!’
‘En ze kletsen die keihard tegen mekaar.’
‘Oeioeioei!’
‘Tegen een vitesse van wel één miljard kilometer per uur.’
‘Oeioeioei!’

Na ons geslaagd benefietoptreden voor de tachtigste verjaardag van Will Tura genieten we wat na in de Chill Out Room van Salons Mantovani.

Artiesten Only.

Onze drummer, die behalve in artiestenloges ook in de loge van het Grootoosten zit en derhalve alles weet over de Bouwstukken der Grote Architectuur, legt ons geduldig uit wat ze daar in Genève met die deeltjesversneller allemaal aan het fruten zijn.

‘The Large Hadron Collidor.’
‘Oeioeioei!’
‘Afgekort LHC.’

(Ik versta er de neutronen van mijn atomen van. Ik doe alsof. Kwestie van in een open geest altijd receptief te blijven voor de Vooruitgang van de Ideeën der Verlichting. Ik lees Eos. Ik lees Natuur & Techniek. Ik kijk naar de emissies van Discovery Channel. Naar National Geographic. Naar Thalassa. Ik scrabble. Ik doe sudoku’s. Soduko’s. Suduku’s. Ik doe de kruiswoordraadsels van The Herald Tribune. Het houdt volgens mijn dokter de Alzheimer tegen. Want dat nieuwe vaccin heeft niks gegeven. We gaan het dus moeten houden op verbeterde thuiszorg. En meer betaalbare serviceflats. Dat de mensen allemaal zo lang mogelijk autonoom kunnen blijven. Want voor hun kinderen is dat ook geen leven, altijd naar het hospice lopen op zondag. En dat ze niet allemaal tegelijk zelfmoord plegen als het zover is. Waar was ik gebleven. Ik ben mijn verhaallijn kwijt. Een mens wordt vergeetachtig).

‘Achthonderd miljoen botsingen per seconde.’
‘Achthonderd miljoen?’
‘Ge zijt niet wijs.’
‘Zoveel toope?’
‘Honderd gigabytes per seconde.’
‘Oeioeioe!’
‘Genoeft om uw harde schijf per twee seconden te chargeren.’
‘Brave New World.’
‘Ze proberen nu die Higgs te vinden.’
‘Wie dadde?’
‘Een nieuw elementair deeltje...’
‘...Mo vent toch!’
‘...Dag Will zet er u bij.’
‘...Genoemd naar de Brit Peter Higgs.’
‘Het zal je maar overkomen.’
‘Plus supersymmetrische elementaire deeltjes.’
‘Gods wondere natuur.’
‘We zitten op een zucht van de langverwachte Theorie van het Al...’
‘Science Fiction.’
‘Gelijk dat gij het ons zo schoon uitlegt, drummer.’
‘...die Alle Natuurkrachten in één model verenigt.’
‘Het Godelijk lichaam feitelijk?’

*

Bij het woord lichaam kijkt Marie-Lou op van haar Schweppes Agrume. Met onze marraine Kitty zit ze in een hevige discussie over de schandelige manier waarop Wendy Van Wanten gepakt wordt. In de boekskes. Ze vindt dat niet langer leuk gepakt worden. Onze drummer laat zich niet afleiden. Hij sleept ons artistiek gezelschap voort doorheen de Wondere Wereld van de microkosmos. We bestellen nog een Ename Tripel.

Dit is een goede dag voor de Snukkende Snaren. Onze chef heeft gisteren de film 'Le Grand Pardon' op dvd gezien. Met Roger Hanin in de hoofdrol.

'Over vergeving en verzoening.'

Vanavond heeft hij met zijn engelengeduld na enige pendeldiplomatie de Grote Verzoening bewerkstelligd. Tussen alle zangers en muzikanten van alle Snukkende Snaren en Snarige Snukkers. We doen het voor de liefde van de muziek. We doen het voor de passie. We gaan er samen voor. Dat van die split was niks. Verhalen voor Dag Allemaal en Story. Een grapje om die van Terzake en De Rode Loper om de tuin te leiden. Het verleden. De spons erover. We hebben inmiddels als Snukkende Snaren teveel fans en teveel acquis, zegt onze chef, om alles zomaar overboord te smijten met onnozelheden.

‘Als kleine deeltjes van de Snukkende Snaren vormen we één geheel.’
‘Die deeltjes kunnen al eens botsen.’
‘Doch daarom hoeven we nog niet sebiet in een zwart gat te vallen.’

Bij de term 'Zwart Gat' hervat onze drummer zijn bouwstukkenexposé.

‘Er is daar in Genève echter een klein probleem.’
‘God bestaat niet?’
‘Het risico dat ze een Zwart Gat bloot leggen.’
‘Oeioeioei!’
‘Een zwart gat dat de wereld zelf helemaal opslorpt.’
‘De apocalyps van de heilige Johannes!’
‘Verwekt door de mens zelve?’

Onze toetsenist die een diepgelovig mens is en de Stabat Mater van Palestrina uit het hoofd speelt zonder noten, veert recht van zijn Diabolo Menthe.

‘De Zonde van hoogmoed!’
‘De mens die even slim wil zijn als God’
‘Die aldus zijn eigen zondeval bewerkstelligt.’
‘De boom der kennis!’
‘De giftige appel!’
‘De slang!’
‘Oeioeioei!’

*

Onze drummer stelt iedereen gerust.

‘In tegenstelling tot de geruchten daarover aan uw voordeur op zondagmorgen, is het einde der tijden nog niet voor morgen.’

We mogen uitslapen.

‘François Englert en Robert Brout, mijn twee goeie vrienden professoren van de Université Libre de Bruxelles, hebben me verteld op een heu…bijeenkomst dat de natuur zelve met kosmische stralingen constant derglijke natuurlijke deeltjesbotsingen veroorzaakt.’

En die hebben volgens zijn twee goeie vrienden nog nooit het einde van de wereld veroorzaakt. Het is toch mooi meegenomen dat we bij de Snukkende Snaren ons mannetje zitten hebben die ULB-proffen persoonlijk kent. We zouden wij hier anders in een black out vallen.

‘De kracht van onze groep is de energie van onze onderdelen,' besluit onze chef.

‘We kletsen die vrolijk tegen elkaar en dat geeft vuurwerk.’

Bij de Snukkende Snaren zitten, houdt je jong. Ik verzeker je.
En je verneemt op tijd en stond nog iets over ’t heelal en al.

‘Blue Moon’. Roman.
Illustratie: ‘Morning has broken’.
Copyright Stef Vancaeneghem.

(De personages zijn fictief, vertelpersonage incluis.)

11 september 2008

BLOG NOTE

HONNAY Frères in woord en beeld

De Cultuurfabriek toont Tableautins



Tableautins” is het naast elkaar plaatsen van taferelen die door beeld en tekst ontstaan zijn vanuit het intuïtief denken, vrij en weerspannig. De doeken hoeven geen ondertiteling. De teksten vormen geen bril waardoor men beter kan zien.

Is het alleen voor bloedverwante broers weggelegd om van deze “quatre mains” een harmonieus en samenhangend bouwstuk te maken?

Heus niet, broeder zijn in geest en ziel is van belang. De tentoonstelling duurt niet langer dan één weekend, de tijd die nodig is om alle broederlijkheden te vieren.

HONNAY Frères - “Tableautins”
13 en 14 september 2008 –
DE CULTUURFABRIEK,
Braambos 15, 9600 Ronse. Beide dagen open van 11 tot 19 uur.

08 september 2008

DE BENIEUWDE RONSENAAR

BREDE MEERDERHEID VOOR RONSE VLAAMS

ONS EXCLUSIEF DOCUMENT BEWIJST HET :

FACILITEITEN VERTRAGEN DOORSTEEK N60

EXTRA FRANSTALIG KENNISGEVINGDOSSIER NODIG...



‘De faciliteiten hebben inderdaad een aantal dossiers in het verleden geblokkeerd. Zo denk ik maar aan de fusie van gemeenten. Maar ook het stiefmoederlijk behandelen van Ronse betreffende haar ontsluiting in het dossier van de doortrekking van de N60 en daarbuiten. Wij stellen ons echter de vraag in welke mate de faciliteiten de realisatie van dergelijke dossiers nog in de weg staat’

Dat vraagt Björn Bordon, Ronse’s jongste gemeenteraadslid, zich af op zijn site.(Zie foto mèt kuifje). Hieronder een antwoord ter attentie van onze jonge sympathieke kameraad Björn en zijn Sp.a-Groen-companen.

Via ‘een gunstige wind’ konden we de hand leggen op een aangetekend schrijven van 25 augustus uitgaande van de de Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid omtrent de N60. Deze brief is gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen van Ronse. Hij handelt nu net over de huidige Missing Link van de N60 ter hoogte van Ronse. Meer bepaald betreft hij de lopende Milieu Effecten Rapportering (MER).

We citeren uit deze brief: ‘Naast het Nederlandstalig kennisgevingsdossier dient ook een Franstalig kennisgevingdossier ter inzage aan het publiek gelegd te worden’ zo meldt de brief aan het Ronsese bestuur.

Derhalve wordt het bestuur meedegedeeld dat er weldra een bijkomende termijn voorzien wordt van terinzagelegging van het kennisgevingsdossier van het Plan-Mer 'Missing link N60 ter hoogte van Ronse'.

Deze termijn zal lopen van 12 september 2008 tot en met 10 november 2008.

Naast het Nederlandstalig kennisgevingsdossier dient ook een Franstalig kennisgevingdossier ter inzage aan het publiek gelegd te worden.’

Met andere woorden: de hele zwik moet nog eens worden overgedaan. Dit om enkele hardleerse Franstaligen die na veertig jaar faciliteiten nog altijd de Nederlandse taal niet beheersen, de tijd te geven het hele rapport nog eens op hun gemakske in het Frans in te kijken.

Duidelijker antwoord op de vraag van Björn Bordon kan er niet bestaan. De faciliteiten zijn een socio-economische wielklem op Ronse. Deze brief is daar het zoveelste bewijs van.


Wisselmeerderheid rond motie Ronse Vlaams op komst?

Meer en meer ziet het er ondertussen naar uit dat de socialisten van Ronse inmiddels compleet geïsoleerd geraken binnen de Ronsese Vlaamse frontvorming die zich nu razendsnel en in brede kring aan het vormen is rond de brief van Dupont.

Het bemoeizuchtige stuntbezoekje van de burgemeester van Frasnes Jean-Luc Crucke heeft voor een spontane Vlaamse reflex en een snelgroeiende toenadering gezorgd tussen alle Ronsese Vlamingen.

Steeds meer wordt dan ook nu al terdege rekening gehouden met de mogelijkheid van een eenmalige Vlaamse wisselmeerderheid voor de motie van Erik Tack rond de formele vraag van Ronse aan de federale overheid om de faciliteiten af te schaffen.


Uit een enquête op de blog van Het Nieuwsblad (klik hiervoor door op onze collega Koen Lauwereyns hiernaast) blijkt dat zomaar eventjes 83 percent der ondervraagde Ronsenaars gaan voor de afschaffing van de faciliteiten….

Vijf minuten moed voor Ronse

Door te weigeren de diepe oorzaken van de armoede en de werkloosheid (inwijking uit Franstalig Brussels allochtonië en de Waalse Quart Monde) onder ogen te zien, kiezen de Ronsese socialisten voor een al te doorzichtige electorale kiezersbinding bij steunzoekers. Dat dit gebeurt onder het mom van de grenzenoverschrijdende solidariteit, kan geen enkele maatschappelijk betrokken Ronsenaar nog echt weten te overtuigen. Dat is jammer want de echte broederlijkheidsgedachte is er in deze tijden van chagrijn, verstarring, verkramping en intolerante verrechtsing van een deel van het Ronsese kiezerskorps precies heel hard nodig.

De Ronsese werkende klasse zelf moet weer het gevoel krijgen dat die solidariteitsgedachte in de eerste plaats en zeker ook voor hen zelf geldt en in de twee richtingen werken moet. Dat er Ronsese fabrieken (en de bijhorende tewerkstelling) naar Leuze en Orcq verdwijnen, zou de socialistische kopstukken van Ronse wat dat betreft te denken moeten geven.

Dat de bazen daar na vijf jaar van dik gesubsidieerde tewerkstelling hun zaak weer doorverkopen om met de gemeenschapsgelden te gaan golfen, evenzeer.

Dat de Nederlandsonkundige filières uit Brussel en Wallonië in Ronse voor het slechtste werkloosheidcijfer van Vlaanderen zorgen zou hen er moeten toe aanzetten rekening te houden met de specifieke situatie van Ronse en in de eerste plaats te gaan voor een volwaardige bestuurlijke identiteit van Ronse. Zonder klemmmen noch remmen zoals van het soort waarvan we hierboven een flagrant voorbeeld geven in verband met de N60...

De socialisten van Ronse wacht de komende gemeenteraad vijf minuten politieke moed in het belang van de Renaixance en de toekomst van Ronse. Bij een eventuele individuele geheime stemming naar ieders persoonlijke overtuiging en zonder opgelegde partijdiscipline over de simpele vraag om van Ronse een volwaardig Vlaamse stad te maken zonder opgelegde remmen, kan dat nog.

Wie nooit zijn mening herziet of nuanceert, is gevaarlijk bezig.

Ronse: Vlaamse stad met uitzicht


Als morgen bij een wisselmeerderheid van CD&V en Vlaams Belang (plus Open VLD en wie weet enkele individuele socialistische gekozenen) het Cordon Sanitaire rond dit ene 'strategische punt' doorbroken wordt, dan zal geen Ronsenaar die al die lamentabele statistiekjes over onze geliefde stad hartsgrondig beu is, daar nog echt veel op aan te merken hebben. Ook niet wie écht begaan is om de solidariteit.

De socialisten van Ronse krijgen op de volgende gemeenteraad allicht nog een kans om mee met de Vlaamse meerderheid het tij naar de heropstanding van Ronse te doen keren. Hoe dan ook: Ronse wordt mèt of zonder hen nu snel een Vlaamse doch taalhoffelijke gastvrije stad in het Eurodistrict Lille-Tournai-Ronse-Kortrijk. Waar ook onze Waalse broeders vanzelfsprekend welkom zijn en blijven zonder dat Ronse hen daarom dient te onderhouden. Solidariteit stoelt op wederkerigheid. Ze begint bij zelfrespect. En bij de zorg om Ronse en de Ronsenaars zelf.

DE NALATENSCHAP
















Hoofdstuk 6.

Fox

‘Ons netwerk bestaat nu in de hele regio van alover Oudenaarde in Vlaanderen tot diep onder Anseroeul in Wallonië uit 364 vrijwilligers. Die hebben we hier de afgelopen twee jaren overheen de grenzen van de taal en de mensen geduldig en met de grootste voorzichtigheid gerekruteerd. We hebben dit gedaan via via. We hebben ze één na één zorgvuldig uitgezocht. Langs de veiligste wegen van de hoogste betrouwbaarheid. Voor elke nieuwe weerstander met de aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat we noch met verraders noch met infiltranten te doen hebben. Onze organisatie stoelt aldus vandaag op vertrouwen, discretie, betrouwbaarheid, oprechtheid en trouw aan het gegeven woord. Niemand zal niemand van ons verraden. Nooit. Ook niet na dagenlange marteling door de beulen van de Gestapo.

Naar het noorden toe heb ik nu mijn medewerkers zitten in Oudenaarde, Leupegem, Ename, Eine, Maarke-Kerkem, Bevere, Nukerke, Sint-Denijs-Boekel, Mater, Welden , Elst en Sint-Kornelis-Horebeke. Naar het zuiden toe zit ik met betrouwbare mensen in Saint-Sauveur, Dergneau, Ellezelles, Wattripont, Arc-Ainières, Anseroeul, Russeignies en Amougies.

Allemaal weten ze perfect wat hen te doen staat. Instructie Nummer Eén in de Zendbrief van 6 maart 1942 aan al onze chefs laat daar geen enkele twijfel over bestaan.

De bevrijding van ons land.
De afschaffing van alle organisaties en elke vorm van werkgelegenheid ontstaan vanaf mei 1940.
De bestraffing van al wie meewerkt met de vijand.
Belasting op alle ongeoorloofde oorlogswinsten.
Financiële steun aan alle slachtoffers van de invasie en de bezetting.

De structuur van onze organisatie staat helemaal beschreven in Instructie Nummer Twee van 15 maart die ik hier in onze geheime archieven bewaar voor later als iemand zich in onze stad ooit voor onze werking interesseren zou. Lang nadat we dit land zullen bevrijd hebben. Want dat we daarin zullen slagen, daaraan twijfelt niemand van ons. Al moest dit jaren duren, opgeven zullen we nooit.

Elke sector is onderverdeeld in lokale comité’s. De chefs ervan worden bijgestaan door de brigadechefs. We hebben onze brigades voor inlichtingen, voor actie, voor zuivering en voor ordehandhaving. Onze provinciale comité’s groeperen de chefs van de provincie zelf, plus de chefs van elke zone en de chefs van elke sector.. Ons Directorium in Brussel staat onder leiding van de Nationale Chef. Hij wordt bijgestaan door technici met raadgevende stem.

Deze organisatie is natuurlijk pure theorie. Als ik dat hier zo allemaal bekijk, lijkt het wel op een administratie waarvan alle diensten netjes afgebakend zouden zijn. Niets is minder waar. Ginder vanuit het vrije Londen bekeken, lijkt deze manier van werken dan misschien wel volkomen helder en logisch. Maar bij ons hier te velde in bezet Europa ligt dat wel eventjes anders.

Een exacte afbakening van de taken is dan ook onbegonnen werk. Goed, ik heb in mijn sector dan wel weerstanders zitten die zich alleen bezighouden met inlichtingen. En weer anderen die werk maken van onze clandestiene pers. Maar in de praktijk is elke weerstander polyvalent. Hij kan zich hier in de regio zowel bezighouden met sabotagedaden als met het winnen van inlichtingen en de steun aan werkweigeraars voor Duitsland. Daarom pleegden we die bankoverval in de Abeelstraat.

Elke brigade bestaat uit 7 tot 9 groepen. In elke groep kennen de mensen elkaar onderling. Maar ze kennen in principe niemand uit de andere groepen. Het doorgeven van onze berichten, rapporten, instructies verloopt volkomen langs hiërarchische weg. De groepschef richt zich tot de brigadechef. Die wendt zich op zijn beurt tot de lokale chef of de regiochef. Die neemt dan contact op met de chef van de sector. Die staat in rechtstreeks contact met de provinciale staf.

Doch dit alles is het theoretische plaatje. Te velde kunnen we de opdrachten niet altijd strikt volgens het boekje opvolgen. Onze sabotageploegen zijn daartoe bijvoorbeeld al te beperkt. De leden ervan maken soms deel uit van diverse actieploegen tegelijk. Gaandeweg leren ze elkaar kennen. Na verloop van tijd kennen ze zelfs de chefs van de regio, de zone en de sector. Normaal, want als chefs nemen we altijd deel aan alle acties. Het is een risico dat we lopen. Maar we hebben geen andere keuze. Eén verrader kan ons hele netwerk zware schade toebrengen. En de bezetter heeft massa’s geld klaar liggen voor wie ons als weerstanders wil verraden.

De vrouw van onze kameraad Gaston is door Vogel naar het stadhuis geroepen.Hij heeft haar 500 frank beloofd als ze maar wil zeggen waar Gaston ondergedoken zit. Dat is veel geld voor een vrouw die het alleen moet zien te rooien met twee kinderen en zonder inkomen. Maar de vrouw van Gaston is een slim en dapper mens. Ze heeft Vogel wijsgemaakt dat Gaston er vanonder is met een ander. Dat ze niet weet waar hij zit. Dat ze niks meer met hem te maken wil hebben. Dat noem ik dapperheid die geen naam heeft. De anonieme dapperheid van een vrouw tegenover de brute oppermacht van de landverrader op het stadhuis van onze stad. Op die individuele dapperheid bouwen wij het netwerk dat ons naar de vrijheid leiden zal.

Instructie Negen regelt onze herkenningstekens en onze uitrusting. Bij de uitvoering van onze opdrachten dragen we een witte armband van 10 centimeter hoog, omringd door een lint van 2 centimeter. Daarop staat de Belgische driekleur die haaks op de armband wordt geplaatst. Op de armband staan de kentekens van onze Belgische Nationale Beweging, in vetjes over een breedte van drie centimeter. Onderaan staat het codecijfer van de drager in vetjes, maximaal 2 centimeter hoog.

Door de toevloed van verzetsbewegingen tegenwoordig en om elk jammerlijk misverstand te vermijden, dragen alle weerstanders van dit land een gemeenschappelijk teken dat herkenbaar is voor alle organisaties. Het gaat om een schouderstrik zoals we die kennen van de scoutsbeweging. Vier linten van 30 centimeter lang en 2 centimeter breed. Een rood, een wit, een geel en een groen. De linten worden middendoor geplooid. Ze worden per twee gedragen, bijvoorbeeld de rode en de witte samen. Ze worden vasgezet aan de mouwnaad, door een wrong met de Belgische driekleur.

Als we in actie treden, worden alle onze medewerkers onder de orders geplaatst van onze verbindingsofficieren of onderofficieren van de Belgische of geallieerde strijdkrachten. Het is van groot belang dat de chefs die de opdracht hebben gekregen onze weerstanders te leiden ook hun eigen herkenningskentekens dragen.

De ploegchefs dragen een rode ster. De sectiechefs hebben een zilveren ster. De brigadechefs herken je aan hun gouden ster, de regiochef aan zijn twee gouden sterren en de chef van de sector draagt drie gouden sterren. Lokale chefs zoals ik dragen een gouden en zilveren ster.

Bij pre-alarm dient elke weerstander zich te voorzien van een reistas met erin levensmiddelen om het 48 autonoom te kunnen volhouden. Elke weerstander dient het liefst somber gekleed te gaan. Hij moet bij elke actie in het bezit zijn van zijn armband. Hij dient te beschikken over alle voorwerpen en vervoermiddelen, nodig voor het uitvoeren van zijn opdracht. Dit al naargelang de instructies van de militaire geallieerde overheid.

Maar van hieraf aan moet je gaan. Met vallen en opstaan. Van hieraf bestaat er voorts geen enkele strikte regel meer. Dit heeft te maken met de verscheidenheid van de opdrachten die Londen van ons verwacht.

Vernietiging van installaties.
Hand-en spandiensten ter plaatse aan de geallieerden.
Het begeleiden van parachutisten zo nodig zorgen voor onderduikadressen.
Meewerken aan de arrestatie van verraders.
Handhaven van de orde zodat onze weerstand niet misbruikt wordt voor andere doelen dan de bevrijding van het land.

In de ideale wereld kan dit plaatje dan wel kloppen. Maar in de praktijk ondervind ik met mijn vrienden dat niets is zoals het lijkt. De hogere leiding bezorgt ons bijvoorbeeld zelden of nooit de mutsen, armbanden of kentekens. Die maken we dan maar zelf. Het is een taak die in onze stad wordt opgenomen door de familie Bouchez in het Sint-Cornelisstraatje. Ook door de juffrouwen Madeleine en Juliene Deroissart van de Rode Kruisafdeling die we binnen onze sector hebben opgericht.

Die zelf gemaakte tekens beantwoorden dan misschien wel niet helemaal aan de instructies terzake. Doch dit lijkt ons bijkomstig in het licht van Opdtracht Eén van Instructie Eén: de bevrijding van ons land. Wat telt is dat we dit land bevrijden van de nazi’s en hun totalitaire dictatuur en hun waanzinnige droom van een Derde Rijk van meesters en slaven. Van belang is de bevrijding van ons land. Met of zonder juiste muts en armband op gaan we voluit voor de vrijheid van alle burgers van dit land. Als het moet, zijn we met zijn allen bereid daarvoor te sterven.’

'De Nalatenschap’. Roman.
Copyright: Stef Vancaeneghem.

(Hoewel 'De Nalatenschap’ gebaseerd is op historische feiten en authentiek bronnenmateriaal, gaat het hier om een literaire interpretatie. Verantwoording bronnen cfr.9.08.2008.)