23 januari 2021

 BETOVERINGEN 1.

WIE MIJ LIEFHEEFT, BLIJVE ZICHZELF.



Il est où le bonheur. Il est où?
Weet jij het? Jij die op alles je antwoord klaar hebt? Jij die je meningen lardeert op de tamtam in je handpalm?Jij die geen afwijkende gedachte duldt?

Jij die likes telt, ter bevestiging van het eigen Grote Gelijk? Jij die je 'vijanden' basht, je fake vrienden toejuicht? Jij die alle posts van eigen volk, kliekjes, clans en trollen gretig ‘deelt’?
Wat waarheid is, waar geluk zich schuilhoudt.
Het verlangen ernaar. De herinneringen eraan die je ’s nachts uit dreamland schudden.
J’ai demandé à la lune
Et le soleil ne le sait pas
Je lui ai montré mes brûlures
Et la lune s’est moquée de moi.
(Indochine)


.
Je noteert schriftjes vol quotes van anderen.
Alle boeken die je nog lezen wil.
De steeds dikkere leesmuur om je heen.
De Toverberg die almaar hoger klimt.
‘We zijn lichtvoetig op weg naar nergens’
(Ann Meskens).
‘Sta op, begin te leven en heb lief.’
(Alicja Gescinska).
‘Wie schrijft als filosoof,
schrijve persoonlijk of schrijve niet’.
(Hans Achterhuis. ‘Denker des Vaderlands’).
Ken je zelf. Wat zou het? Ik blader door albums, zie mijn vorige levens voorbij schuiven in foto's. Ze scherpen mijn herinnering aan niks dan goede momenten. De andere dump ik. Ballast.
Ik blijf hangen tussen tederheid en hoop op betere momenten. Als we samen eindelijk van achter onze stomme maskers vandaan het beest zullen verslagen hebben, eer het ons zelf te pakken heeft.
Als we weer kunnen zijn
wie we altijd waren.
Vrolijke, vrolijke vrienden.
Met alle dierbaren om ons heen.
Terrasjes doen. Feestelijkheden.
Optredens. Kunst. Theater.
Rituelen. Tradities.
Hangen doe ik tussen al die herinneringen, het verlangen naar dat alles. Ondertussen mezelf terugvindend op de fiets. Op wandelschoenen langs stapstenen van gisteren naar morgen. Elke binnenweg verkennen, elke buitenroute ontdekken.
Blijven zoeken zal ik. Geborgenheid voorbij de passie. Verborgenheid voorbij bubbels en luchtbellen.
Open ruimte zal ik zoeken voorbij de beklemming van lockdown, quarantaine, avondklok, virologen.
De zon zien opkomen wil ik, schitterend op watervogels. De zon zien ondergaan achter de laatste Scheldeboot van de dag.
‘Ik Twitter, dus ik besta.’
(Donald Trump).
Tot de ondraaglijke lichtheid
van de waan doorprikt wordt,
als een golfballetje in Mar-A-Lago.

Voort leven tussen al die onzin. Ver van al dat lawaai. Al dat zinloos gratuit geweld.
Voort stappen op de lange weg, van voorgekauwde openbaring naar eigen vrij zinnig onderzoek.
Als jongste van vijf het absurde van een vaderloze geworpenheid traceren. Proberen die te plaatsen in het grote geheel. Met dank aan het 'Deus sive natura' van Spinoza. Getemperd evenwel door mijn goede vriend, de nobele heer Bertrand Russell. Met zijn hondje Jack.
Zingeving vinden in de zin(nen) die ik er zelf aan geef, mijn schrijfleven lang.
Wie mij liefheeft,
blijve vooral zichzelf.
Quote van eigen kweek.

‘BETOVERINGEN’. (1).
Levenswandelroute.

 PAROCHIALE WERKEN.

Traag diept Monsieur-Le-Patron zoals hij bij het betreden van Sint-Hermes is begroet door zijn wevers (de Derby-klak van Maison Carlier, Rue au Vin deemoedig ter hoogte van hun bretelsknopen) een briefje van 100 Frank uit zijn portefeuille (Pur Croco du Congo. Maison Samdam. Rue du Poivre) mikt het zuchtend op een bedje van grijze kwartjes in de gouden schaal die één van de raafzwarte bedelmadammen hem aanreikt. Buigt zich dan naar mij: ‘Les temps sont durs pour tout le monde gamin, crois-moi’.
Ik zit met mama, onder de preekstoel, mijn missaal in de schoot, glimmend leer, goud op snee, het lintje klaar op Hoofstuk 1: Introïtus.
(Later, als mijn vlees helemaal wakker zal geworden zijn, zal het Introitus pas echt tot een spannende ontknoping leiden, met het Coïtus Interruptus als hoogtepunt en het ‘Ite missa est’ als volbracht nagenieten).
Ondertussen blijft het hier wachten op het startsein der bellekes voor een saai scenario vol al te voorspelbare rituelen.
Hopelijk komt het sermoen vandaag niet van Marchand, regent het straks weer speeksel op mijn missaal. Het Plechtige Communie-cadeau dat ik bijzonder koester want gekregen van grootvader, mijn persoonlijke god op aarde.
Mijn missaal. Mijn eerste echte thriller. Een hoofd vol bloed en wonden. Een stekeldoornen kroon. Een Romeinse lans. Een bloederige zijkant. Een spons vol azijn. Goede of kwade moordenaars maakt niet uit. Donder en bliksem. Het openscheuren van het heelal. En daar waar normaal in Cinema Familia ‘The End’ staat: de machtige Neptunus kop van God De Vader, net voor de reclame van Artic, in de donderwolken verschijnend met als finale ontgoochelende afknapper de verkondiging: ‘Dit is mijn zoon’.
(Doe mij dan toch maar die Artic met nootjes).
In mijn verbeelding zie ik in afwachting van het verloop der eeuwenoude rituelen vooral een wondermooi engelachtig wezentje in tutu vol tule in de feestzaal van de Sancta Maria (herken ik daar mijn geburinnetje van aan de overkant Steenbrugge, rechts van de basketring?) met in haar piratenkoffer dat briefje van 100 en alle kwartjes van de offerande in Spoetnik onderweg naar het paradijs waar haar piratenschat, net zoals alle andere Parochiale Werken dienen moet om eindelijk de grote onrechtvaardigheid en ongelijkheid van dit zondige ondermaanse ongedaan te maken. De briefjes van 100 voor de sukkelbozzen. De kwartjes voor de zeldzame rijke die per vergissing van Sint-Pieter (ook al een dagske ouder ondertussen) toch door het oog van de naald is kunnen kruipen, middels het lezen van dertig missen en het afkopen van duizend aflaten.
Aan dit alles denk ik, nu ik hier vanochtend lees dat de Crypte dicht gaat tot maart 2022 vanwege '270 werkdagen' Parochiale Werken aan een nieuwe trap vanuit de Sint-Hermes Basiliek. En ook vanwege werken voor nieuwe Verlichting. Vooral dat laatste kan van pas komen.
'Blijven Schrijven'.
Dagboekachtige notities.