26 mei 2010

HET MIRAKEL VAN HERMES

ALLE RONSENAARS IN STOET
ACHTER HET SCHRIJN
DE GESJERPTE BURGEMEESTER OP KOP














EN ALLE DUIVELS AAN DE KETTING...

Met vijftig onverzettelijken errond en duizenden getrouwen erachter lopen we zondag ‘in stoet, de gesjerpte burgemeester op kop’ achter een mini-lijkkist uit de tijd dat de bisschop van Cambrai het in Ronse voor het zeggen had en die van Brugge zich nog niet wegstopte in het klooster van West-Vleteren.

In het schrijn dansen de gebleekte knoken die onze ancêtres in 860 in Cornelimunster zijn gaan wegkopen uit een Carrefour voor Relieken. Kwestie van een attractie te bezitten om volk te lokken en de commerce te lanceren.

Een DNA-test bestaat dan nog niet, de knoken kunnen dus evengoed van een weerwolf zijn. Ze worden onze voorouders mèt garantieperkament verpatst als die van een Griekse allochtoon genoemd naar de handelsgod Hermes (nomen est omen), die in Rome zijn geluk zoekt en er de marteldood vindt als volgeling van Christus.

(Die is de mosterd à l'ancienne van Abraham gaan wegpikken bij Zoroaster, heeft er als volleerd Esseen een succesvolle mayonaise van gemaakt met duivels en engelen, hel en hemel en nog van alles om wie nog niet zot is de epilepsie op het lijf te jagen, heeft zichzelf gebombardeerd tot Verlosser en heeft zich dan aan een kruis laten vastspijkeren op verzoek van zijn liefdevolle vader die het blijkbaar geen zak schelen kon, dit alles ter vergeving van alle zonden waar een ander deugd aan had).

Op 6 juli 860 arriveren de reliekenshoppers van Ronse hier met hun vers verworven heilige. Thebaans trompetgeschal. Van dan af heeft Ronse een Strategisch Plan. Een eigen patroonheilige, waarop je een grote kerk kan bouwen en een commerce kan ontwikkelen door bescherming te beloven tegen zotheid allerhande.

Dolle kervel in de soep

Het werkt, vooral bij West-Vlamingen. Zij, gewiekst als altijd al, zien als eersten in dat er met die Hermes deals te regelen zijn. Dat zit zo. In elke familie is er dan wel een zot. (In sommige families zal dat tot op vandaag zo blijven). Eer die zot van de familie volgens de gebruiken van die tijd echter stiekem met dolle kervel in zijn soep discreet van kant wordt gemaakt teneinde zijn erfdeel binnen te rijven, dient hij eerst officieel te worden belezen door Hermes. Want zonder attest van belezing geen erfenis. Zonder attest verdwijnt het geld in de goudkoffer van de monseigneur van Cambrai. En dat ware pas echt een bêtise.

In het hart van de Oude Ronsese Vrijheid ontwikkelt zich op het Klein Marktje rond het Kapittel der Kanunniken aldus een florissant handeltje. De prijs voor een attest van belezing varieert van blote kiekens en gestroopte konijnen tot en met betasting van gewillige deernen door ondermeer de legendarische bepotelaar Buffetarius Jacobus Baert.

Zotheid is helemaal in. (Het zal nooit meer echt overgaan) In dezelfde zestiende eeuw waarin de knoken in het ‘Feretrum’, zeg maar reliekschrijn, worden gedropt, maakt Desiderius Erasmus met zijn ‘Lof der Zotheid’ van Hermes de eerste Beroemde Ronsenaar. Weze hij dan een Romein, want zot zijn doet geen zeer dat is algemeen bekend.

De verdwijning der pinguins


















Slim bedenken de Ronsenaars daarop een allereerste Knooppuntenroute: van kerkjes en kapellekes. Elk jaar trekken ze rond Ronse om hun trigger te promoten. Daartoe ontwikkelen ze in de loop der tijden een stevige structuur met decorum en stoet, gestoeld op drie poten. Een genootschap van Dragers en Bellemannen om het tot Keerie herdoopte schrijn zonder scha de stad rond te torsen. Een Sint-Hermesgilde van rondbuikige notabelen in pinguinpak die het schrijn moeten protegeren.
(Dit in afwachting van hun definitieve wegsmelting door de opwarming van de planeet). Tenslotte een Fiertelcomité dat zorgt voor Romeinse soldaten op Nike’s en middeleeuwse bepruikte punthoedprinsessen met een horlogeken van Esprit om de pols.

Is da nu geen schone historie?
Si non e vero, e ben trovatto.

Loet oes noa drumen

Zondag gaan we er met zijn allen weer voor. De hele bevolking in stoet. De gesjerpten voorop. Tuupe achter de knoken aan.

Dromen zullen we, van een nog mooier en beter Ronse. Voor één dag zullen we de hufters vergeten die het imago van Ronse steeds weer naar de verdoemenis helpen. Die des nachts de horeca rond de markt plunderen, er de champagneflessen ledigen en er dan op de toog plassen. De driftkikkers die op mooie warme dagen op het Mouroitplein en aan de Vesten een hele collectie auto’s op een rij rammen van zattigheid.

Luisteren zullen we, naar al diegenen die ons vertellen dat ze verre van racist zijn, maar desalniettemin toch vinden dat er hier nu veel te veel ‘grauwe’ rondlopen die hun wet stellen, de binnenstad op stelten zetten en straffeloos hun gang stelen.

Vriendelijk zullen we blijven met al de door ons verkozenen in de koetsen. Ook met diegenen die vroeg of laat bezwijken voor de macht. Ook met diegenen die ons telkens weer opnieuw teleurstellen. Ook met diegenen die steeds weer opnieuw hun eigen belang doen voorgaan op het algemeen belang van de Ronsenaars.

Lachen zullen we, vrolijk zullen we zijn. Ondanks het nattig weertje en de aangekondigde buien. In Ronse blijven geloven. Altijd voort. Ofschoon de moed ons in de stapschoenen schiet. Van al hetgeen hier mis gaat. Van al wat niet werkt. Van al wat maar niet opschiet.

Blijven strijden en schrijven en zingen voor Ronse gaan we doen. Voor het Ronse van ons kindsies en kleinkindsies.

(In onze linkerbroekzak zullen we ondertussen ongemerkt onze middenvinger strekken. Naar al diegenen die Ronse omlaag halen en beledigen en vernederen. Als zogezegd minst leefbare stad tussen twee stoelen. Naar al diegenen die ons van alles beloven, tot meerdere eer van hun eigen glorie. Naar al diegenen die we als Ronsenaars vertrouwen die steeds weer opnieuw ons vertrouwen beschamen, vette mandaten verzamelen en niet doen wat ze ons beloven. Want veel beloven en weinig geven doet de Ronsenaars in verdoken armoe en publieke achterstand leven.)


En dan, tegen dat we weer helemaal ons geliefd Ronse zijn rond gegaan en de Kruissens nederdalen, kunnen we er weer voor een tijdje tegen. Tegen het door de media vermaledijde Ronse dat we Tuupe Vuir Ronse willen veranderen.

En dan zijn we, een mooie Fiertel verder, alweer zo zot om van dit Ronse ondanks alles te blijven houden. Allicht is dàt het enige ware mirakel van Hermes.

En alle duivels van Ronse aan de ketting.