01 maart 2008

READERS IN RESIDENCE














FIJN FILOSOFISCH PORSELEINEN KONIJN

Leuke leestip van Meester Bart

Vandaag start de Jeugdboekenweek met als thema ‘Mooi’. Van onze fidele bloglezer en 'Meester Bart' Vandevelde hieronder deze leuke leestip.
'De wonderbaarlijke reis van Edward Tulane' is een meesterwerkje, voor te lezen aan kinderen van 9 jaar, geschreven door Kate DiCamillo.


Edward Tulane is het porseleinen konijn van Abilene. Hij is heel tevreden met zichzelf en vindt het vanzelfsprekend dat er goed voor hem gezorgd wordt. Op een dag is zijn rustig leventje echter voorbij. Hij komt in een voor hem totaal onbekende wereld terecht; vol gevaren en ontberingen. Hij ontmoet heel wat verschillende mensen, mensen die voor hem zorgen maar ook mensen die het niet zo op hem hebben begrepen. Als hij uiteindelijk in een stoffige poppenwinkel belandt, weet hij wel zeker dat je met een porseleinen hart ook kunt leren wat liefde is. En nog is zijn reis niet afgelopen!

De jonge lezer leert Edward kennen als een nogal zelfingenomen konijn dat door al zijn belevenissen heel menselijk wordt. In heel het verhaal zegt hij geen woord – een porseleinen konijn kan immers niet praten – maar door wat hij meemaakt en wat hij denkt over al wat hem overkomt, wordt hij een heel wijs, bijna filosofisch konijn.

Van in het begin vat je sympathie op voor Edward en doorheen het verhaal groeit ook bij de lezer de liefde voor dit bijzondere konijn. Zijn belevenissen en gedachten zijn op een prachtige manier verwoord en raken de lezer echt tot in zijn hart. Het ontroerende einde laat niemand onberoerd! Een verhaal om te lezen en te herlezen, om voor te lezen en te laten beluisteren en zodoende te ontdekken, net als Edward, wat liefde is.

Een absolute aanrader!

Alles van een echte klassieker

‘Dit boek alles in zich om een echte klassieker te worden’ zo meldt ons nog Meester Bart.

Meester Bart: ‘De kinderen aan wie ik het heb voorgelezen waren althans enthousiast, ook al is het verhaal soms droevig en hard. Liefde kan mooi zijn, maar Edward leert ook dat niets zo pijnlijk is als een gebroken hart. Kortom, een boek over de Liefde, eenzaamheid, afscheid nemen, hoop, wanhoop en terug thuis komen, het leven soit. Een boekje dat alleen al door zijn warmte en eenvoud de verzuring te lijf gaat.’


28 februari 2008

BLUE MOON


16.

Ik hoor, ik zie, ik schrijf. Hoe dit dal weer helemaal tot leven komt. In verse voren, op nieuwe sporen. Hoe mijn mooie broze fiere stad nieuwe plannen koestert, na de vermaledijding door het hele vaderland. Dat ze al die tijd zo alom verguisd is, kan geen toeval heten. Iets moet die nijd hebben opgewekt. Dit kan alleen het begerenswaardige welbehagen van haar ligging zijn. Gekruld in de warme schoot van Vlaanderen. Precies op de plek waar ik zijn en blijven wil. Voor altijd.

Turkije tart al langer het hart van Maarkedal. Er was geen Europese Top voor nodig. Een straatbordje met Vlaams wapenschild eronder. Meer heeft Nukerke niet vandoen om stiekem het hele Ottomaanse Rijk binnen te halen. Aan het Bakkersbos draven jonge paarden weg van het Japanse en Duitse 4X4 geweld. De As-landen zorgen ook nu nog voor verstikkende verwoesting, in dodelijke stofdeeltjes. Boeren waarschuwen me met hun bordjes voor hun loslopende Duitse herders. Ik moet vooral niet gaan liggen. Ik moet wachten op hulp.

Waarom doet dit alles me in deze schitterende voorjaarszon aan Primo Levi denken en aan Anne Frank, aan donkere kampen, aan tyfus aan Hitler of was het Himmler in zijn verdoken trein daar onder de tunnel wat verderop? Aan hulp die zes miljoen keer te laat kwam.

Nee vooral niet
gaan liggen
er lagen er zovelen
bijeen op een hoop
klaar voor de oven
na het Zyklon B
zonder roetfilters

Maar er is leven, er is leven na de dood. Zelfs de molen van Etikhove wordt nog een nieuw bestaan gegund. Alles blijft hier voor altijd zoals het was. De Vlaamse Ardennen, lap werelderfgoed, patchwork van beekkanten en kasseien, voorgoed gered door renners in multicolor. Honden blaffen, de Ronde-karavaan trekt voorbij.

Urenlang redt dit ongerept glooiend groen me van de waan van de dag, de vuige geruchten, de oppervlakkige geluiden. Glimmend landschap, onwezenlijk mooi, lonkend naar pixels, naar het paletmes van de schilder, de pen van de schrijver. Aan de geknotte wilg hang ik een gedicht, in oude takjes ter ere van de meester.

Dit is het landschap waarin Hugo Claus zichzelf tot het volle meesterschap verhief. Alle nobiljonse titels daaromtrent weigerde. Geen straat. Geen erepenning van ’t Parlement. Geen titel met schouderklop van Albert. Pure noblesse van de pen.
En dat ene poëemke: Nukerke.

Binnen zeven miljard jaar verzwelgt de zon dit alles.
Ik heb nog even de tijd om langs de visvijvers te gaan, dan de Fonteineweg weer op.

‘Blue Moon’. Roman.
Illustratie: ‘Morning has broken’.
Copyright: Stef Vancaeneghem.

DE BENIEUWDE RONSENAAR




TINE MORTIER: HET MOOISTE JEUGDBOEK

Boekenpauw 2008 voor illustraties van Tom Schamp


Een goed jaar voor de voormalige Cultuur-ambtenaar van Ronse en huidige leerkracht van het Ronsese Atheneum Tine Mortier.

Nadat Tine vorige maand al het Ronsese Stadsgedicht achter haar naam zette, krijgt haar boekenillustrator Tom Schamp de Boekenpauw 2008, de prijs voor het mooiste jeugdboek voor zijn illustraties in ‘De Zesde dag.’

En jawel die Zesde Dag, dat is nu net het jongste jeugdboek van Tine Mortier waarin ze een alternatief scheppingsverhaal vertelt.

WEG VAN RONSE


SARA'S
GROTE
OVERTOCHT


Lieve Ronsenaars,

Herinneren jullie zich nog een Ronsische kapitein uit Lanzarote die zich momenteel op Braziliaanse gronden bevindt ? Half juli 2007 begon ik hier rond te trekken: Amazone, Bahia ( de staat van de zwarte Afrikaanse cultuur), droomeiland Fernando de Noronha, Argentinië met zijn indrukwekkende Andes...

Sinds half november vertoef ik in Praia da Pipa (Noordoost Brazilië): een klein vissersdorpje, in de jaren 80 ontdekt door een paar hippies - surfers , die het van de locals verkregen hun surfplank te ruilen voor een deftig stuk grond. Stel je voor. Ruilhandel bestaat hier nu nog, maar in veel kleinere mate. Ik vind dat eigenlijk geen slecht systeem...

Een paar decades later werd dit dorpje omgetoverd tot heus klein badpakkers-dorpje met veel mogelijkheden voor de toeristen: veel restaurants van all over the world, souvenirwinkeltjes, hotelletjes en resorts, sportmogelijkheden (surfen, kitesurfen, ritje met buggy door de duinen). Dit is ook een plaatsje waar gepriviligieerde Brazilianen op vakantie komen. Het is hier duurder dan andere dorpen, die minder toeristisch zijn weliswaar. Hallucinant prachtige stranden. Natuurpracht om stil van te worden. Dolfijnen op zwemafstand. Jaarlijks honderden schildpadden die hier hun eieren komen leggen.

De keerzijde van deze medaille(ik heb mij altijd afgevraagd waarom een medaille twee zijden heeft... ;-) mensen die achteloos al hun afval op het strand achterlaten, sigarettenpeuken in de zee, helsluide muziek (de Braziliaan is daar een krak in) op gelijk wel uur van de dag en middenin prachtige natuur. Liefst nog van die hoempapa-muziek. Ik ben er zeker dat de vogels zich een vleugelbreuk verschieten. Massa s buggies op het strand en in de duinen. Mensen die niet weten waar de schildpaddennesten zijn en er op trappen. Talloze kleine motorboten die de dolfijnen tot op 5 meter benaderen (en net op dat ogenblik verdwijnen de dolfijnen dan.)

De Braziliaan is er zich zelf niet altijd bewust in welk paradijs hij leeft. Misschien omdat hij een andere (of minder lange) opvoeding gehad heeft dan wij, westerlingen. Hiermee wil ik niet zeggen dat geen enkele westerling vuilnis op straat gooit ..maar ik kan het niet nalaten dit te schrijven. Ik besef hier namelijk eens te meer hoeveel respect we voor de natuur moeten hebben. We kunnen niet zonder. We maken er deel van uit. ‘Begin bij jezelf’. Met respect , vrede, een glimlach, hoop, vertrouwen, positiviteit.

Tijdens de kerstvakantie besliste ik nog eens naar mijn Ronsische roots terug te keren. Deugd dat het deed. Die Belgische energie opsnuiven. Ik heb ze nog altijd heel hard nodig. Dus af en toe land ik nog ne keer in de Vlaamse Ardennen. Ik voel me nog altijd Belg in hart en nieren. Ik voel vanwaar mijn opvoeding komt, welke waarden ik meekreeg, waar de accenten liggen in onze maatschappij. Ik ben er ook trots om Belg te zijn (we zijn veel te bescheiden, maar dat siert ons ook). Dank zij mijn ‘Belg en Sara-zijn’ kan ik heel makkelijk communiceren met veel mensen. Ik spreek 6 talen. Ronsisch niet meegerekend. Jammer genoeg heb ik dat prachtige Ronsies van mijn papa José nooit onder de knie gekregen! Elke keer een Belg mijn pad hier kruist (en ik kan ze op 1 hand tellen!) ben ik zo blij nog eens echt Vlaams te kunnen spreken. Een beetje een thuisgevoel.

Maar steeds meer voel ik mij ook wereldburger. Hoe meer ik leef, hoe meer al mijn grenzen vervagen, hoe meer ik mij ‘mens’ voel en besef dat ik eigenlijk volledig hetzelfde ben als die zwarte bedelaar op straat, die Noorse viking, die man die gaat vissen elke morgen, die exotische vrouw die altijd glimlacht naar mij ‘s morgens bij de bakker. Alleen zitten we in een andere verpakking.

Ik heb hier enkele weken in een strandbar gewerkt en mij ook in het surfen gesmeten. Een nieuwe wereld gaat voor mij open. Als je hier iemand op straat tegenkomt, stop je voor een babbeltje. Ik moet nu denken aan de Ronsische markt of boodschappen in de Delhaize). Dat vind ik zo schitterend. Tijd hebben voor een babbel. Djembee-lessen. Houtbewerking. Allemaal luxe met andere woorden.

Tijd is hier heel relatief. Afspreken met iemand op een bepaald uur is heel moeilijk. Als dat gebeurt, moet er rekening mee gehouden worden dat dat uur zeer kan variëren (al naargelang de persoon, Braziliaan of niet..) Ik vind het gewoon heel interessant hoe verschillend een mens kan leven.

Maandag, 3 maart (een dag na de verjaardag van mij vader en twee dagen voor de mijne) vertrek ik met vriend Edu uit het Baskenland richting Venezuela. Tijd om verder te gaan, of beter gezegd, terug te keren. Als het goed zit, na 4 uur vliegen en 30 uren busrit, zullen we aankomen in Puerto La Cruz, tenoosten van de hoofdstad Caracas.

Op zoek naar een zeilboot om de grote Atlantische plas over te steken. Hopelijk vinden we een boot die ons graag meeneemt op zijn grote reis. Ik vertrouw erop dat alles goed komt.

Afhankelijk van de route, naar welk Europees land (Spanje, Frankrijk, mediterraan of Canarisch eiland) we zullen zeilen, kan deze tocht wel een 25 tot 30 dagen duren. Duimen jullie allemaal met me mee ? Draag zorg en een grote knuffel van,


Sara Verhoken.

Onze foto: 'Sara and the Sunrise'

27 februari 2008

DE BENIEUWDE RONSENAAR

LE RENAIX NOUVEAU EST ARRIVé































Met een parel van een magazine verspreid op 10.000 exemplaren naar doelgroepen over de taalgrens promoot de Toeristische Dienst de troeven van Ronse.

De inhoud ervan is geënt op de Nederlandstalige brochure, onze lezers al genoegzaam bekend van het Strategisch Plan. In het kort: 'C'est beau Renaix mon ami, de jour et de nuit'...

Om u een idee te geven van de fijne manier waarop onze stad aan onze Waalse en Franse broeders wordt voorgesteld laten we u hierboven graag in enkele knappe beelden uit de brochure meegenieten.

De Renaixance in beeld. Schitterend initiatief!

Meer info: Toerisme Ronse – Hoge Mote – De Biesestraat 2 – 9600 Ronse.

26 februari 2008

WRITERS IN RESIDENCE















Noenendal te Maarkedal

Als ik op deze heuvel sta
en zie wat ik zie
dan word ik geen pen
maar vijf penselen
en een ezel die balkt
dat hij ze niet hanteren kan.

Daarom sta ik hier nooit lang
en daal ik af.
De gezichten van de heuvel
smeedden mij tot wandelaar,
minnaar, twijfelaar –
Als tijd dit maakt
dan is tijd geen ezel.

Dat denk ik dan en bijna
word ik aangereden
door een ezel op een motorfiets.
Ik hijg terug mijn heuvel op
en tap mezelf wat troost –
de kelk tegen het avondlicht

op deze heuvel.


Charley Van Lanker.


Uit: Dichter bij de Vlaamse Ardennen
Een poëziewedstrijd van de bibs van de Vlaamse Ardennen.

25 februari 2008

BEAU MONDE

















Omdat ik op de blog van mijn vriend Koen Lauwereyns van ’t Volk en ’t Nieuwsblad rond de jaarwende gelezen heb dat Ronsenaars zich na het invallen van de duisternis beter laten begeleiden om in de bank hun uittreksels te laten printen of hun proton bij te tanken en geld uit de muur te halen, huur ik voortaan de diensten in van deze twee Kroaten:

Danilis & Danilis.

Let wel: het is in deze a-commerciële blog de gewoonte niet om reclame te maken maar voor deze twee uitzonderlijk vervaarlijke en efficiënte Security Professionals wil ik graag een uitzonderingske maken.

U kan ze contacteren via de toonbank van de grote of kleine Tap.

LA VIE EN PROSE


Je redoutais de le revoir, cet endroit. Comme s’en apercevront désormais à leur tour mes deux amis fêtards quadragénaires j’ai moi, depuis longtemps déjà, atteint cet age que l’on prétend mûr (quoi que) à partir duquel on se méfie des pièges de sa nostalgie.

Revoir les vieilles cartes postales du lieu disparu de son enfance, passe encore. Redécouvrir en attachement les souvenirs de son équipe, de sa classe, de sa bande de copains, très bien merci. Mais à ce stade visioner ces vieux films craquelés, truffés de traces de l’Atlantide immergée à jamais ça me fout le cafard.
Trop de morts.

Je redoutais donc fort de le revoir, ce petit coin perdu. Caché comme il l’est toujours, légèrement en aval dans la petite rue des fileuses. Vu que c’ést l’endroit où a chaviré en une nuit trop étoilée le destin du petit prince de l’insouciance que je croyais être. Plus exactement: petit monstre de suffisance. Aveuglé par un milieu fait d’apparence et dressé dans une différence des classes cultivée par l'illusion de supériorité. Ce beau monde, dans lequel il importe de paraître, bien plus que de devenir par la force de son travail celui que l'on désire être vraiment. Bien installé encore sur les fausses certitudes d’une jeunesse trop dorée pour être véridique, fructueuse de grands destins.

Quand on n’a
plus rien a gagner
on a tout
à perdre

Quand on a tout
à gagner
on n’a rien
à perdre.

Aisance d’une existence superficielle, suspendue dans le grand vide du qu’en dira-t-on. Facilité de choses reçues, mais non méritées. Celle qui te tue toute volonté de rompre ces chaines invisibles de ta petite cage dorée, de l'étouffante oisiveté. Qui trop embrasse mal étreint. Avec rien dans la patate et le méridien qui te passe par le trou du cul.

Avec en prime, l’air du temps qui te déclare qu’il est interdit d’interdire. Que sous les pavés il y a la plage. Mais le rêve de mai se termine en feuilles mortes d’octobre. Avec la gueule de bois d’une révolution bidon.

A cet endroit exact la vie se joue donc sur ce premier tube de Polnareff. Trois minutes. La poupée dit oui. Et elle est si jolie. L’homme n’a pas encore marché sur la lune. Mais j’y suis déjà. Petit pas pour la belle, grand pas dans l’histoire de la bête. Dehors, à l’abri des regards, tous les mots bleus chuchotés. Et puis cette pleine lune qui attend déjà son rendez-vous avec les mille soleils d'un avenir partagé.
*
Il n’a pas changé l’endroit. Sauf que le curé n’est plus là pour m’empêcher de rouler un pelle à ma belle. Sauf que la musique n’est plus celle des Moody Blues.
Sauf qu’ici avant, avec mon frère Jo et l’ami Pierre, on venait vivre nos vingt ans.

Jojo se prenait pour Voltaire
et Pierre pour Casanova
et moi, moi qui étais le plus fier
je me prenais pour moi.
Voltaire en pelotant
comme un fou narguait
ce bon vicaire.
Casanova malgré
sa grande tronche
lui il n’osait pas.
Et moi, moi
qui restais toujours
le plus fier planté
sur mon tabouret
j’observais
déjà tout ça.

Quarante ans plus tard, le coeur gros, les yeux bien sur terre, sous ce plafond encore éclaté par cette même lumière, sans mon frère Jojo six pieds sous terre,(tu n'es pas mort), mais toujours avec l’ami Pierre je vois des notables, des notoires et même des notaires.

Jojo me pique à la gorge et Pierre me parle du derby, oubliant enfin de se prendre pour Casanova. Et moi, moi qui suis resté le plus fier, je parle encore de moi.

‘La Vie en prose’. Journal Intimide.
Illustration: 'Je rêvais d'un autre monde'
Copyrights Stef Vancaeneghem.