23 november 2009

OVER LEVEN VOOR GEVORDERDEN

BLAUWE MAANDAGEN


'Ge kunt misschien zelf nog koning worden ook.’
Traag blaas je de zopas tot reservemajoor gepromoveerde parlementaire verslaggever van ‘Het Volk’ een ovenverse verzameling koningsblauwe luchtbellen van je zelfgerolde Drum-toebak in het gezicht. Jouw manier om te zeggen: wat kom jij me hier provoceren, jij lakei van het militair-industrieel complex? Jij turnmaatje van Defensieminister VDB Sosies? Tegen de gewetensbezwaarde die ik ben?

We zitten twee hoog op de redactie van het magazine 'Spectator' in de Brusselse Koningsstraat. Een uitgeleefd pand met tegen de gevel de groene lichtgevende kop van ‘Het Volk’ en ernaast die van het sjieke Astoria. Alwaar volgens geruchten onze buurman achter die ene immer gesloten deur; de grote economie-journalist Achiel G. Samoy, zijn vaste stek met zilveren servies heeft. Achter de andere deur is onze mythische Spectator-hoofdredacteur Frans Van Erps… alweer ‘Even Afwezig’. We zullen het nieuwste nummer van Spectator dan maar weer wel zelf sluiten vanavond...

(Volgens zijn privésecretaris Monsieur André Regniers ‘zit hij weer uitgebreid te tafelen’. In ‘Les Tuileries’. In ‘La Rotonde’. In ‘The Danish Tavern’. Met meneer Dhavé van het ACW. Met meneer Houthuys van het ACV. Met meneer Detremmerie van de BAC. Met meneer Vandenheuvel van de Mutualité).

'Meneer Van Erps’(zo noemt iedereen hem eerbiedig) is ook hoofdredacteur van de zieltogende krant ‘De Nieuwe Gids’. Er wordt in die dagen op geen cumulatietje gekeken. Behalve onze strenge leermeester (kwatongen schrijven ‘slavendrijver’) is hij ook Voorzitter van de Beroepsunie van de Belgische Pers. Galadiners. Staatsiebezoeken. Reizen. Congressen. Van Erps’ onafscheidelijke maat en borrelbroeder is Antoon Breyne: professor Mediarecht, uitgever, commentator van de ‘Nieuwe Gids’, gecoöpteerd senator, raadsman van Het Hof. Je zegt het maar, hij is het.

Een verdieping lager zit, achter een zware gecapitonneerde deur, de bijwijlen luidruchtige burgemeester van Sint-Maria-Lombeek (of is het Sint-Katerina?) Emiel Van Cauwelaert, de virulente pen van Het Volk. (‘Aborrrrtuuus isss moorrrrd!’)

Emiel wordt behalve door zijn persoonlijke chauffeur (die hele dagen zijn hemelsblauwe Mercedes oppoetst op de binnenkoer) ook omringd door zijn goeie maat Jef Claes: ambtelijk verslaggever van de Senaat, privé-secretaris van ministers, commentator in de krant op dagen dat wij Emiel in pitteleer stiekem ten paleize zien verdwijnen.

Zelf worden we beschouwd als links langharig gespuis. Zij zijn de hoogst gezagsgetrouwe kabinetards, wij de hoogst onbetrouwbare ‘soixante huitards’. ‘Kryptogauchisten’. ‘Ondermijners’. ‘Homo’s’. ‘Feministen’. ‘Overjaarse hippies’. ‘Drugsgebruikers’. Wat al niet. (Gewoon journalisten, misschien? Tiens, dat ze daar niet eens aan denken).

Als jij en ik dan samen, beste Wim Daems, 'Wimpie', wekenlang spitten op onze verhalenserie over de bouw van 'ontwikkelingshulp'-dorpen in Tunesië en uitkomen op corruptie alom, blijkt het allemaal prima zolang het om corrupte socialistische bonzen gaat. De dag echter dat we doorstoten tot gesjoemel door hun medeplichtige companen van de (Franstalige) Katholieke koepel, moeten we prompt bij de directie van Het Volk op het matje…. om er via de advocaat van de krant te vernemen dat we als journalisten vooral geacht worden de corruptie aan te klagen ‘bij onze vijanden, niet bij onze vrienden.’

Van dan af zullen we onze reputatie ‘van onbetrouwbare alternatieve linkse rakkers’ altijd blijven meeslepen. Voor ons een halve eretitel in tijden van algeheel rakettenprotest. Maar voor de machtsheren van Poupehan en hun lakeien zal voor ons de weg naar een journalistieke stek in de Wetstraat bij de krant (na het verdwijnen van Spectator ) voorgoed afgesloten blijven.

Jij Wim, herschoolt je dan maar naar degelijk onderbouwde wetenschappelijke research voor het nieuwe maandblad Eos, samen met de schrandere Filip Van Brabander. Bernard Bulcke verhuist naar De Standaard. Myriam Ceriez wordt universiteitsprof. Piet Demoor die het ook al langer heeft bekeken, wordt één van Vlaanderens briljantste publicisten. Zelf verdwijn ik (met mijn fidele pennenbroeder Carlos Alleene, na een allerlaatste Spectatornummer dat we samen met de dood in het hart maken) op Zondagsblad en TV Gids: voor een achtjarige ballingschap bij de coureurs, de footballeurs, de Vlaamsche Vedetten, de chanteurs en erger. Ik trek de boer op bij alle gekken die de madonna tegen hun schouw hebben zien schreien. Bij alle erfgenamen van Lodewijk de Veertiende die de schat van de Franse kroon claimen. Bij alle Wally’s en Willy’s van deze wondere wereld. Bij alle Willekes en Billekes van het Filmfestival van Cannes.

Onze droomredactie spat voor altijd uiteen. Spectator verdwijnt in de grote vergeetput van de printpers. Net als al de rest, tot en met ‘Het Volk’ zelf. Tot en met de Omloop, enfin de achternaam toch.

Na al onze omzwervingen brengt het nieuwe speeltje genaamd Facebook, ‘het Smoelenboek’ zoals je me schrijft, ons na jaren weer bijeen, als in die teletijdmachine van Professor Barabas. Het lijkt wel of de good old days terug zijn. Met Carlos, en Flip en Miet en Piet en de anderen. Alleen Myriam (en die goede Hendrik Mertens van het allereerste uur) zijn er nog even niet. Maar busje komt zo .

Tot je me plots in je coole stijl schrijft dat mijn nieuwe boek ‘De Nalatenschap’ het laatste zal zijn wat je lezen zal, omdat je nog maar een paar maand te leven hebt. Ik schrijf je daarop - kapot ben ik ervan, maar dat vertel ik je natuurlijk niet - nog een laatste keer, minder dan een uur voor de presentatie van mijn boek, dat je nu nooit meer lezen zal.

Want vandaag ben je dood. Zo rap gaat het dat je ons allemaal, Hendrik, Yvan, Bernard,Piet, Miet, Flipje, Carlos, schrijfbroeder Dirk Muschoot en zovele anderen die je als een minzame integere en razend intelligente collega hebben gekend in snelheid pakt.

Het stormt buiten. En het stormt van binnen. Adieu, Wimpie. Zeg me dat het één van je practical jokes is. Hopelijk ligt hier morgen naast mijn desk je slaapzak. Zoals die keer, toen de nieuwe hoofdredacteur van dienst vond dat we voortaan héél vroeg moesten afsluiten. Ook op zo’n blauwe maandag.