23 oktober 2009

ALLE LEZERS WELKOM











WAAR TE KOOP EN VANAF WANNEER:
Het boek is verkrijgbaar vanaf 12 november:

° In Oudenaarde: bij Boekhandel Beatrijs Hoogstraat 37.
° In Ronse:
- Paper Shop,(Michel Vandenhende), Rooseveltplein, 28
- Bookshop (Van Stals G). Ninovestraat, 30/B
° Rest van Vlaanderen: alle Colibro Boekhandels.
° Op bestelling bij Beatrijs Oudenaarde.

Er volgt een bijkomende signeersessie bij
Boekhandel Beatrijs Oudenaarde
op zaterdag 14 november.

(Alle info over dit boek: Exclusief via Boekhandel Beatrijs
Hoogstraat 37 - Nederstraat 42 9700 Oudenaarde T 055/31 44 77 F 055/30 03 45 info@beatrijs.be
)

21 oktober 2009

OPEN BRIEF VAN EEN FIERTELDRAGER

Beste Hermes,

Vandaag hebben we van jou afscheid genomen. Het was een bijzonder moment. Niet alleen verliezen we in de Maatschappij der dragers en belders van het reliek van Sint-Hermes een vriend en minzaam man. Je was ook echt de ouderdomsdeken onder ons. Het leven gunde je net niet jouw honderdste verjaardag.

We hebben jouw kist binnen gedragen in de crypte. Niet dat jij er bij leven zelf zou hebben om gevraagd om de dienst in de crypte te laten doorgaan. Je vroeg nooit iets. Je diende vooral. Maar, in de Sint-Hermes kerk zijn geen diensten mogelijk op dit ogenblik omwille van de aan de gang zijnde restauratie.

De crypte is een unieke en sacrale ruimte. Het ademt iets bijzonders uit. Ik ben er zeker van dat je het waardeert dat velen daar afscheid kwamen nemen van jou.
Het maakte wel dat deze dienst iets bijzonders had. Jouw kist werd door de dragers en de belders en onder begeleiding van de bellen, binnen gedragen in de crypte.

Het is telkens weer voor ons een emotioneel moment. Een drager of belder ten grave dragen voelt aan alsof we noodgedwongen een goeie vriend moeten laten gaan. De traditie wil dat de laatste tocht wordt begeleid door de bellenklanken. De traditie gaat telkens weer door merg en been. Ik merkte dat het ook voor jouw kinderen , jouw kleinkinderen, voor de andere familieleden en vrienden al evenzeer een emotioneel moment was. Ronsenaars en “de beele”. Het blijft een bijzonder mooi en intens verhaal.

De tekst die door jouw kleinzoon, Lode, werd voorgelezen weerspiegelde wie je echt was. Het geloof in de kracht en de schoonheid van de natuur, het leven op het ritme van de seizoenen, je oprechte bekommernis om al diegenen die je lief zijn, je optimisme, en de steun die je vond in je geloof; werden bijzonder mooi verwoord. Sober en oprecht.

Dat je tot op het laatste jouw gruwel over de oorlogen die je diende te overleven tot uiting bracht, geeft perfect weer dat je steeds streefde naar een samenleving waarin gruwel, machtswellust en egoïsme hun plaats niet hebben.

Zonder dat je het waarschijnlijk zelf hebt gewild of gedacht, is jouw begrafenis een vingerwijzing naar zij die vinden dat deze ruimte, waarin een levende gemeenschap nog celebreert, kan aangewend worden voor andere activiteiten. Activiteiten die er niet voor terugdeinzen om respectloos met ons religieuze en historische erfgoed om te gaan.

Tijdens dergelijke begrafenissen gaan onze gedachten ook uit naar alle andere dragers en belders die niet meer onder ons vertoeven. Doe ze daar boven de groeten, beste Hermes. En zeg hen dat de Fiertel nog altijd leeft in Ronse. Zeg hen maar dat we zorg dragen voor dit unieke erfgoed. Een werelderfgoed.

Het ga je goed, beste Hermes. We gaan je missen.

Wim Vandevelde
Fierteldrager

20 oktober 2009

WELDRA IN DE BOEKHANDEL

Vanuit hun eigen belevenissen vertellen Fox, Victor, Theo en Vogel elk hun oorlog op de achtergrond van een wereldgebeuren dat hen ‘totaal’ overstijgt. De ene als chef van het verzet, de anderen als onafscheidelijke strijdmakkers in de vernietigingskampen, de laatste als oorlogsburgemeester van Ronse.

‘De Nalatenschap’ is een literaire interpretatie van ware feiten en gebeurtenissen.

Dit boek, dat wordt uitgegeven door BEATRIJS,
is ontstaan en gegroeid op deze blog
en ligt vanaf half volgende maand in de boekhandel.

'De Nalatenschap' is gestoeld op jarenlange research en het bijeensprokkelen van talloze getuigenissen.


FRAGMENT UIT HET DAGBOEK VAN THEO

Wat is er toch gebeurd sinds die ochtend van 24 april? Onze arrestatie in het Bruulpark onderweg naar school. Wie heeft ons verklikt? De ons bekende notoire zwarten van daar beneden de Wijnstraat? Een malcontente ontslagen werknemer van de textielfabriek? Een rancuneuze rivaal in de liefde?

Ronse is zo’n riskant provincienestje. Altijd op het scherp van het mes. Zwart versus wit. En daartussen veel grijs. Altijd dat grote gelijk. Overal die diepe sociale kloof tussen de wevers en bourgeois. Die afgunst. Die oude veten. De kloefkappers en de wieties. Al die nijd. En dan die taalkwestie: als een kapmes dwars door alles heen.

Mijn laatste krachten en gedachten zijn voor mijn stompje potlood, de enkele velletjes papier onder mijn strozak. Dit alles noteren. Dan mijn dagboek meegeven aan mijn vriend Victor. Hij gaat het halen. Hij ziet Ronse ooit terug. Hij, Louis, Lucien, Gaston, mijn vriend Maurice, Gilbert en Georges. Sterke binken stuk voor stuk. Overlevers.

Reuzen van Ronsenaars zijn het. Ik ben zo fier op hen. Ik voel het dat zij het halen zullen. Zoals ik nu zeker weet dat ik alreeds dood ben.Dit alles noteren. ‘Dagboek van Theo’. Dag vrijheid. Dag liefje. Dag leven. Adieu mijn geliefd Ronse. Ik had je zo gaarne nog één keer terug gezien.


WELDRA LEEST U HIER ALLES OVER DE PRESENTATIE VAN DE NALATENSCHAP MET SIGNEERSESSIE WAAROP ALLE LEZERS WELKOM ZIJN.

19 oktober 2009

BEAU MONDE

DE MEESTER VAN HET PALETMES




De afgelopen halve eeuw ontpopte Ronsenaar Pierre Ponnet zich tot een echte meester van het paletmes. Zo mooi als Ponnet de wereld om zich heen op doek krijgt, kan je het zelf niet gedroomd hebben.

In zijn werk, zoals hierboven Sint-Hermes en Bruulomgeving, evenaart hij met zijn talent, zijn vakmanschap en zijn biezondere luminositeit het meesterschap van een Emile Claus. Werk van Ponnet blijft altijd boeien en telkens weer verrassen. Zoals hier, met die subtiele mengeling van kleurenvakjes die de poëzie van zijn blik komen kleuren. De Ronsese Dienst Cultuur brengt nu ten stadhuize een dik verdiende retrospectieve van zijn werk. Niet te missen.


Stadhuis Ronse. Van zaterdag 7 tot zondag 15 november.

18 oktober 2009

DE BENIEUWDE RONSENAAR

KSK VERDIENT VEEL BETER

KSK Ronse bengelt tegenwoordig helemaal onderaan in tweede klasse. Totaal onverdiend. Wat ik zie tegen pakweg leider Lierse is schitterend voetbal. Met onwaarschijnlijk mooie saves van een superkeeper en een jonge moedige talentrijke ploeg die er helemaal voor gaat. Ronse zit sportief op dit moment in het verdomhoekje waarin manifest foute scheidsrechterlijke beslissingen het grote verschil maken tussen verdiende winst en pijnlijk onverdiend verlies. Tegen de domheid van het foute fluiten hebben zelfs de voetbalgoden geen verhaal. Zie de ontreddering daaromtrent van een Ariel Jacobs en Michel Preud'homme in eerste klasse.

Ronse zit nu eenmaal – tijdelijk zo blijven we hopen – in dat vermaledijde verdomhoekje waarin alle inspanningen van héél KSK (van ploeg en begeleiding tot voorzitterschap en beheer), hoe mooi en moedig ook, niet vertaald worden in rechtmatige resultaten op het scorebord en in de klassering.

And the winner takes it all.

Dit goed voetballend Ronse verdient het volkomen om zo snel mogelijk weg te geraken uit die onderste rangen. Ronse verdient het om met deze mooie ploeg in tweede klasse te blijven. Ronse verdient het om vanaf volgend jaar mee te genieten van ietwat billijker financieel soelaas, dat er door nieuwe verdeelsleutels der voetbalgelden zou zitten aan te komen.

Wat ik zie op KSK is een bijzonder goed omkaderde ploeg in een prachtig stadion dat vele steden ons benijden. Wat ik zie en hoor en voel is gezellige betrokkenheid van de onvoorwaardelijke spionkop in de kantine en een voluntaristische no-nonsense aanpak erboven, in de business seats. Ik zie heel veel goeds op KSK. Van beneden tot boven, omgekeerd en langs de zijlijn.

Wat ik zie is een voorzitter die in alle bescheidenheid altijd voort zijn eigen weg gaat. Ik zie nieuwe sponsors die er geld voor over hebben om ons als Ronsenaars het betere voetbal te gunnen dat Ronse op de nationale kaart zet, eivolle bussen naar Ronse haalt achter voetbalnamen aan zoals gisteren nog Eric Deflandre (als bankzitter), Tomasz Radzinski. En zie ik daar in Ronse langs de zijlijn de grote Van Meir?

David en Goliath

Ik heb te doen met een KSK-manager die met een zeer beperkt budget toch dat jonge voetbaltalent moet zien te vinden om mee te draaien in de hogere regionen, tussen de grote jongens van elders met hun megasalarissen.

Ik heb te doen met de voetbaljongens van Ronse die nu week na week van een kale reis terugkomen, ondanks – gisteren alvast - schitterend aanvallend voetbal, hun openingsgoal en al hun inspanningen. Met hun brute pech vanwege een hoogst betwistbare tegengoal en een eindstand totaal tegen het spelbeeld in.


Wie dit Ronse zijn stek in tweede niet gunt, heeft geen (sportief) hart dat klopt voor de Renaixance van onze stad. KSK Ronse draagt op een heel verdienstelijke manier bij tot de heropstanding van de stad.

Het is heel mooi om zien hoe op een zaterdagavond (ondanks de 'Helaasheid der Dingen' als film, de trendy restaurants, de schoolse Breugelavonden, het cocoonen ) niettemin vele Ronsenaars opdagen om op de tonen van ‘Ien Roonse ees dat iet’ hun ploeg steun te bieden tegen een glorieus team als Lierse. Deze gedoodverfde eerste klasser die vijf keer per week traint, in de voormiddag en de namiddag. Die een budget heeft boven de vier miljoen euro. Ter vergelijking: de jongens van Ronse trainen vier keer per week s’avonds na de dagtaak. Hun managers moeten het zien te rooien met een budget van vier keer minder.


Ik hoop oprecht dat dit mooie KSK in tweede blijft. Ik weiger mee te gaan met de doemdenkers die vinden dat ze dan beter naar derde kunnen zakken, vanwege minder kosten en verplichtingen enzo. Wat voor onzin. Je voetbalt om te winnen. Je gaat naar voetbal om je ploeg te zien scoren. Liefst zo veel mogelijk. Je wil fier kunnen zijn op je ploeg. We zich nu wentelt in leedvermaak of goedkope kritiek kan wat mij betreft het rugnummer van de spelers op.

Wat ik bij KSK zie is voetvaltalent en klasse ten allen kante. In een perfect uitgebalanceerde voetbalbiotoop, met voor elk wat wils: van staanplaats tot tribune. Maar wat me bij dit alles nog het meest charmeert, is de vreugde te zien van al die jonge KSK-jeugdvoetballertjes die de aftrap komen kleuren met hun puur voetbalplezier. Komaan KSK.

’t En ees noo nie gedoen.
Tuupe goeme der vuiren goen.