28 januari 2021

BETOVERINGEN 3.

DOOD DOENERS.

Maak er het beste van. Zet dapper door. Trek het je niet aan. Laat het achter je.Kom er los van. Leef in het nu. De minimis non curat praetor.Een leeuw bekommert zich niet om de vlooien in zijn manen. De weg is lang en gaat niet over rozen. Het komt allemaal goed. Hou vol. Blijf met de voeten op de grond. Ga niet zweven. Dromen zijn bedrog. Maak je geen illusies. Dust in the wind ben je.Een stofje in het licht van de eeuwigheid. Verwacht het onverwachte. Er zijn geen zekerheden.

Gisteren is passé, morgen een vraagteken.
Wat telt, is de weg zelf. Laat je niet meeslepen.
Wont’t get fooled again.
Wees redelijk.
Hou het juiste midden.
Als je omkijkt, blijkt je levenswandelroute geplaveid met niks dan oersaaie dooddoeners. Dood doeners.
Wat schiet je ermee op als je, ’s nachts wanneer de kiekens slapen en de eenden niet langer kwaken, je levenswandelroute overloopt en de eindbestemming steeds nadrukkelijker op je global position systeem gaat werken..
Rede en redelijkheid. Mooi dure woorden zijn het. Bij een glas Chardonnay geopperd door een of andere efemeer ‘Bekende Vlaming’. Ver van je bed, in een huis op het Eiland Canvas.
Je leven lang probeer je dat heiligverklaarde juiste midden te bewandelen. Water en vuur probeer je verzoenen.
Welles Brel, nietes Brel. Unitaristen, bilinguisten, separatisten.
Je leven lang probeer je de tegengestelden te winnen voor dat ene grote betere verhaal samen. Maar er valt niks te verzoenen. Ze horen alleen zichzelf bezig. Eindeloos liken ze gelijkgestemden in hun eigen clubs en bubbels, bezongen door de voorgekauwde mantra’s van het eigen Hooglied.
Na een paar knooppunten tuimel je aldus in een van de vele valkuilen op de gulden middenweg.
Wat valt er nog te verzoenen als het ondenkbare kwaad geschied is. Vergast en verbrand. Als het land, de kolonie helemaal leeg geplunderd is, de slavernij een succesboek, een film. Als de ene godsdienst de andere uitroeit.
Heeft de gulden middenweg gebracht wat de oude Aristoteles voor ogen had? Zijn we onderweg niet duizend keer neergestoken, iets wat alle nobele herauten van warm en koud al van in de oudheid overkomt?
Samen braaf op de gulden middenweg.
Ongevaarlijk, irrelevant en niet ter zake doende.
Voetnoten zijn we, op de tonen van militaire marsmuziek om ons heen.
Thuis aan tafel op de Steenbrugge laaien de debatten hevig op, bewandelt die zogeheten redelijkheid zondag na zondag zeven zijpaden, verwordt ze na twee kroketten al tot hevige onredelijkheid.
Dat Mobutu de Belgische Belangen verdedigt, meneer. Dat Patrice Lumumba een bedreiging betekent voor de Union Minière. Dat die affiche van Che Guevara in het Kelderke van de Kristen Volksbond totally not done is, de jeugd misleidt. Dat Pax Christi een communistische dekmantelorganisatie is, vertel dat je vrienden van de Derde Wereld Beweging maar.
Later, uit de mond van al te gezagsgetrouwe hoofdredacteuren, hen voorgeschoteld in Power Towers aan de Wetstraat, hen voorgespiegeld vanuit discrete chalets in Poupehan, hoor je over hidden agenda's langs de duistere vertakkingen van hun gulden middenweg.
Dat de Cellules Communistes Combattantes het land in gevaar brengen. Dat het tijd wordt Orde Op Zaken te Stellen. Dat Gladio de Navo achter de schermen kordaat indekken zal tegen de invallen van de rooie Rus.
('Wat we nodig hebben zijn mannen met ballen zoals kolonel Militis, mannen met visie zoals generaal Close. Weg met die praatbarak, ‘t Pallieterke schrijft het ook'.)
Ver zoek is ze de redelijkheid. Voor geen enkele rede vatbaar is ze de rede.
Dat de Bende van Nijvel 28 mensen dood schiet. Dat er niet één dader gevonden wordt. Hooguit wat roeste riots in het kanaal. Dat het proces van die Tueurs du Barbant Wallon in Mons er een is van de klusjesmannen. Un paravent. Een lachertje.
Thuis is het juiste midden de vlag van de fanfare van het Eigen Grote Gelijk onderweg van Sint-Hermes naar Den Tap.
Op school is het juiste midden in De Goede Week een onze vader en drie weesgegroeten als penitentie. Je dagelijkse doodzonden verzwijg je. Misselijk als je al bent van de biechtvader zijn lookluchtjes in je bakkes dwars door de gaatjes van zijn schuifraampje.
Ego te absolvo.
Dan wordt het juiste midden de droom hier weg te gaan, te vluchten uit de verstikking van je voorgeschreven bestaan, weg van al hun definitieve tafelwijsheden. Tabaksplukker in Canada. Een Mescalero Apache liefhebben in Frisco. Jack Kerouac op de moto achterna zitten. Dream on.
Maar je blijft hangen op de gulden middenweg. Je mikt Jotie zijn eerste geschriften in de Jeugdkrant van De Ronsenaar. Onder diepe indruk als je bent van zijn puur natuurtalent. Hij de zoon van je lievelingsmeester Marcel dan nog wel.
Jotie als de Icarus van het schone zien opstijgen, tot heel hoog boven het juiste midden van de kleinburgerlijke beschetenheid om ons heen. Hem daar vrij zien wentelen en keren, hoger en hoger.
Tot die vervloekte engel des doods hem terughaalt naar het verzonken land van de slaapverwekkende dooddoeners, de grote leegte, de verveling en de zelfgenoegzaamheid.
Het juiste midden bestaat niet. Je bent altijd de rechtervleugel voor de linkervleugel. En omgekeerd. Je bent altijd verdachte middenmoot, een gemakkelijke prooi, in het midden van nergens. Je hoort nergens echt bij. Je bestààt niet eens. Je loopt mee met het andere kiezersvee. Een jaknikker, een goedgelovige.
Je bent als de Molenbeek. Bij elk nieuwe tijdskader krijg je weer een ander kleurke voorgeschoteld dat bij wijze van wankele meerderheid voor even het juiste midden bewandelt.
BETOVERINGEN (3).
Levenswandelroute.

 BETOVERINGEN 2.

 DAG SCHOONHEID.


Het goede. Het ware. Het schone.
Het laat zich zo licht noemen. Het valt nooit echt te bevatten. Geniepig wordt het ingeruild. Al naargelang de waan van de tijd.Plato heeft mooi praten. Makkelijk schrijven ook. Heel anders dan zijn leermeester die nooit wat optekende en zich niet liet vastpinnen op gevaarlijk geschrijf omtrent eeuwige Ideeën. Zeer op mijn hoede ben ik voor zijn Ideale Staat.
De voorgekauwde idealen van mijn jeugd zijn al lang uitgehold door Schriftvervalsers met als finale ontluistering de slachtoffers van het ‘zeg ne keer’.
Nog meer op mijn hoede ben ik voor wat in de plaats komt. Ook al zitten de Nieuwe Idealen onder een strikje (strik je) in glimmende geschenkverpakking. Ook al worden ze geschreeuwd, eindeloos herhaald, getwitterd in holle slogans, verspreid door de trollen van dienst.
Waar sta je met de Ideale Staat, als hij een snelweg blijkt te worden naar plat populisme, extreem doemdenken? Als hij op een kantelmoment in de geschiedenis het onnoemelijke van vernietigingskampen mogelijk maakt waarbij je je op een dag afvragen moet: Is dit een mens? Daar, met die ster op de rug? Met dat nummer in de arm gebrand?
Wat voor de ene het goede heet, is voor de ander gewone banaliteit van het kwaad. Het begint met verbrande boeken. Het eindigt met de verovering van het Capitool. Voorgezeten door een zelfverklaarde sjamaan met halve buffalo op de kop.
Dat voorgekauwde Goede doet me denken aan de ‘goede punten’ die de meester van het eerste studiejaar voor me klaar houdt in zijn doosje. Het kwade is zijn geheven vinger bij elke vorm van afwijkend gedrag. De rug die ik niet voldoende recht. De armpjes die ik niet netjes gekruist hou, teveel bezig met mijn allereerste kroontjespen een hartje in de schoolbank te krassen met magisch zwarte inkt, net in een lege miswijnfles aan ons klasje geleverd door de schoolknecht.
Eerst valt het Goede nog vrij gemakkelijk te plaatsen.
Paus Pius XII.
Leopold III & Astrid.
Boudewijn & Fabiola.
Ernaast : de kaart van Belgisch-Kongo.
Het namaak broussedorpje.
Zwartjes, in rokjes van goudgeel stro.
Kuifje in Kongo.
Dan wordt het waziger, zijn je nieuwe helden filosofen en wetenschappers die virussen verslaan, gemeenplaatsen doorprikken, ongelijkheid bestrijden, apartheid bekampen, discriminatie aanklagen.
Hun namen worden posters bij kaarslicht in je studentenkamer. Bob Dylan, Léo Ferré en die andere Ferre, voor nachtjes doorzakken met je copains d'abord, in het Patershol.
Eerst gelauwerd worden ze, de helden. Dan vervloekt al naar gelang ze worden los gewrikt uit de tijdskaders waarin ze hun Idealen larderen en hun goede doelen al te lang op zich laten wachten, gedateerd geraken, hun dure woorden ingesloten, gerecupereerd en verworden tot trendy wanddecoratie.
Kolonialisme.
Imperialisme.
Communisme.
Extremisme.
Integrisme.
Populisme.
Het ware, goede en schone is dan al ver zoek, vraagt om stilte, een achtvoudig pad naar jezelf misschien? Gauw mikt die transcendente meditatie je weer naar het brood dat ondertussen wel op de plank moet.
Je troost tenslotte jezelf met wat voor jou het schone zou kunnen zijn. (Liefde vooral, voor altijd).
Een Badinerie van Bach, een Menuet van Händel, een Kontretanz van Mozart, een Ungarischen Tanz van Brahms, een Kanon van Pachelbel. Für Elise van Beethoven.
Je vergaapt je aan een Zigeunerin van Kees van Dongen, aan zijn Prostituee Nini, aan Fécamp en Agay van Albert Marquet, aan Collioure van André Derain, aan Bougival van Maurice De Vlaminck.
Je leeft voort als mens van goede wil. Ver van het feuilleton van virologen probeer je er dag aan dag het beste van te maken. Blijven schrijven, altijd doorgaan. Met vallen en opstaan in je moeizaam schrijvend bestaan.
De zon schijnt.
Dag schoonheid.
BETOVERINGEN (2)
Levenswandelroute.