12 juli 2008

DE BENIEUWDE RONSENAAR

MOOIE DAGEN IN RONSE!





















Wat een schitterend Bruulconcert!
Ronse was in de ban van Johan Verminnen.
Uit de bol met de 'rue des bouchers',
ontroerd met 'laat me nu toch niet alleen'.
Kippenvelmomenten met Brassens,
meezingers als ''k voel me goed'
en we voelden ons goed met zo 'n ambiance.
De weergoden waren met ons.
Zelf de pint in een plastiek en beker smaakte.
Zelfs Herman De Croo zag dat het goed was.
We vergaten de overstromingen
en genoten ten volle van het parkkader.


Moar Roonse tooch!

Milo Van Driessche

11 juli 2008

DE BENIEUWDE RONSENAAR


EXCLUSIEVE BERICHTGEVING

BURGEMEESTER LUC DUPONT :

‘FACILITEITEN ZIJN REM OP BLOEI EN ONTWIKKELING VAN RONSE’.

‘VRAAG OM AFSCHAFFING IS GEEN VERBALE KRACHTPATSERIJ MAAR ONZE CONSTANTE ZORG’



Tijdens de ontvangst, voorafgaand aan de academische zitting ter gelegenheid van de 11-juliviering op het stadhuis, sprak Michel Doomst uitgebreid over de toenemende inwijking van Franstaligen in ondermeer Halle en Vilvoorde. Michel Doomst werd er door burgemeester Dupont op gewezen dat, door de faciliteiten, de druk in onze stad nog groter is. Hij overhandigde hem voor de gelegenheid een dossier over meer dan 40 jaar faciliteiten in Ronse. Burgemeester Luc Dupont wijst er ons vandaag 11 juli op dat hij ook in het verleden al voortdurend gelijkaardige initiatieven heeft genomen.

Luc Dupont : Er is het regelmatig overleg tussen de CD&V burgemeesters onderling en met zowel de CD&V leiding als met de CD&V parlementairen en – ministers. De problematiek van de faciliteiten werd aangekaart bij het opstellen van het CD&V programma voor de Vlaamse verkiezingen van 2004. Bij het aantreden van Yves Leterme als Vlaams Minister-president en de beleidsverklaring van de Vlaamse regering 2004-2009. Tijdens de nationale nieuwjaarsreceptie van CD&V. Bij de uitreiking van de prijs voor “ beste campagne van de gemeenteraadsverkiezingen” waar Ronse in aanwezigheid van de nationale partijtop en ministers even in het voetlicht stond. Bij de uitreiking van de Egelprijs aan Frans De Ruyck met de Oost-Vlaamse parlementairen. In het overleg met CD&V-Ronse bij de opstelling van het programma voor de federale verkiezingen van 10 juni 2007. ‘

Luc Dupont: ‘Na de verkiezingen stuurden we in een mail aan Yves Leterme met gelukwensen voor zijn schitterende score ook de vraag om bij de moeilijke onderhandelingen over de staatshervorming ook de problematiek van de faciliteiten in het achterhoofd te houden.’

‘Zoals je merkt gaat het hier dus niet over een eenmalige brief met verbale krachtpatserij naar aanleiding van de 11juli viering maar veeleer over een constante bezorgdheid om eindelijk van de faciliteiten af te geraken. Faciliteiten die voor onze stad duidelijk een rem zijn op de verdere bloei en ontwikkeling.’


DE BRIEF VAN DUPONT AAN LETERME:

Hierna de open brief naar de eerste minister Yves Leterme en naar CD&V ter gelegenheid van 11 juli.

Geachte Heer Eerste Minister,
Beste Yves,

Naar aanleiding van 11 juli veroorloof ik mij om in een open brief nogmaals de problematiek van de taalfaciliteiten in Ronse in herinnering te brengen.

Met de besprekingen over de staatshervorming in volle gang is dit daartoe een uitgelezen moment.

In Vlaanderen genieten Franstaligen faciliteiten in de navolgende gemeenten:

Bever 2.048 inwoners
Herstappe 85 inwoners
Mesen 983 inwoners
Ronse 24.633 inwoners
Spiere-Helkijn 2.047 inwoners
Voeren 4.261 inwoners

Totaal gaat het dus over ongeveer 34.057 inwoners, waarvan +/- 75% in Ronse.

In de Brusselse rand gaat het over:

Drogenbos 4.710 inwoners
Kraainem 12.789 inwoners
Linkebeek 4.795 inwoners
St- Genesius Rode 17.888 inwoners
Wemmel 14.495 inwoners
Wezenbeek-Oppem 13.512 inwoners

Totaal 68.189 inwoners.

Ronse is dus in Vlaanderen de grootste gemeente met faciliteiten voor de Franstaligen, wat in de discussie nogal eens wordt vergeten, gezien men het altijd alleen maar heeft over de Brusselse rand.

Hoewel iedereen het erover eens is dat de kennis van het Frans een troef is en alleen maar kan aangemoedigd worden, zijn de faciliteiten daarentegen alleen maar nadelig en zetten ze een rem op de verdere bloei en ontwikkeling van onze stad.

De faciliteiten hebben ons in het verleden belet te fusioneren met andere gemeenten (en zullen desgevallend ook in de toekomst daarvoor een beletsel zijn), waardoor Ronse in feite wordt opgesloten in een carcan. Om dezelfde reden van het bijzonder taalstatuut kwam onze stad ook in het verleden niet in aanmerking voor de vestiging van de zetel van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden.
Door de faciliteiten zijn wij ook één gemeentezone voor de politie, dienen al onze berichten bestemd voor de bevolking tweetalig te zijn (u kent de discussie over de omzendbrief Peeters) en dient al ons personeel (stad, OCMW en politie) een taalexamen Frans af te leggen, waardoor zeer dikwijls heel wat valabele kandidaten niet in aanmerking komen. Hetzelfde probleem hebben trouwens de leerkrachten van de basisscholen die in Ronse les geven en vast benoemd willen worden.

De faciliteiten zijn bovendien ontegensprekelijk mee verantwoordelijk voor een grote instroom van Franstalige Brusselaars van allochtone afkomst die zich hier komen vestigen, aangetrokken onder meer door het Franstalig lager onderwijs, dat evenwel onvoldoende voorbereidt op humanoriastudies in het Nederlands. Gevolg is dan ook dat velen, bij gebrek aan een voldoende kennis van het Nederlands, geen diploma halen en hier geen werk vinden. Ons werkloosheidscijfer (11%) is trouwens om die reden één van de hoogste van Vlaanderen. Deze werkzoekenden combineren immers alle handicaps (geen kennis van het Nederlands, laaggeschoold, allochtoon).

Dit alles ondanks de enorme inspanningen die het stadsbestuur zich getroost op het stuk van integratie, aanbod van taallessen, schoolopbouwwerk enz… en dit zonder te beschikken over de budgetten van het grootstedenbeleid, maar wel met de gevolgen en de meerkosten van de taalfaciliteiten, die op geen enkele manier worden gecompenseerd.

Indien het bovendien zo zou zijn dat, ingevolge het gisteren door het Grondwettelijk Hof gewezen arrest i.v.m. de Vlaamse wooncode, Franstaligen in de faciliteitengemeenten geen kennis van het Nederlands hoeven te bewijzen om een toewijs te krijgen van een sociale woning, daar waar ze dit in alle andere gemeenten wel moeten, laat het zich raden dat Frans- en anderstaligen zich bij voorkeur zullen inschrijven voor een sociale woning in faciliteitengemeenten. Daardoor zullen ze vanuit de omliggende gemeenten nog meer naar Ronse gedraineerd worden, wat het probleem des te acuter maakt. Als dit juist is is dit een zoveelste bewijs van het feit dat de faciliteiten het verkeerde signaal geven dat men geen reden heeft om de taal te leren of zich te integreren.

Genoeg argumenten dus om duidelijk te maken dat de communautaire problematiek de splitsing van het kiesarrondissement BHV ver overschrijdt.

Ik durf dan ook ondubbelzinnig pleiten voor een afschaffing van de faciliteiten voor alle gemeenten langs de taalgrens, met uitzondering van de Brusselse rand, Komen en Voeren (die ook nu al een enigszins ander statuut hebben) of om deze minstens op relatief korte termijn uitdovend te maken.

Faciliteiten hebben hun doel volledig gemist. In Ronse wordt de verfransing erdoor in stand gehouden en ze staan haaks op een volwaardig integratiebeleid zowel voor Walen als voor allochtonen.
De faciliteiten zorgen ervoor dat sommigen geen enkele reden ziet om zich aan te passen en onze taal te leren, gezien zij in hun betrekkingen met de overheid toch steeds het recht hebben om in het Frans bediend te worden.

Ronse wil met zijn 24.633 inwoners volwaardig tot Vlaanderen behoren.

Met heel veel dank dit mee in de onderhandelingen te betrekken, waarvoor ik u trouwens oprecht veel sterkte en alle succes toewens.

met vriendelijke groeten

Luc Dupont
Burgemeester

BEAU MONDE

STERK VTV THEATERSEIZOEN IN DE MAAK










Terwijl KSK Ronse dezer dagen alweer de trainingen hervat met het oog op die onverhoopt snelle rentree in de op één na hoogste voetbalafdeling, prepareert Teater VTV ons inmiddels in de luwte van repetities alweer een sterk nieuw gevarieerd theater seizoen dat ons de ondraaglijke nattigheid van het bestaan moet doen vergeten.

Seizoenopener wordt ‘Picasso, striptease van een genie’, een monoloog van Filip Vanluchene door Jef Demedts (foto) in een regie van Franck Van Laecke. Jef Demedts staat dit jaar een halve eeuw op de planken. Een theatermonument in Ronse, niet te missen.

Deze unieke voorstelling (met openingsreceptie na), komt er met de steun van de Vlaamse Overheid en gaat in samenwerking met Davidsfonds en Okra.
(Zaterdag 27 september om 20 uur).

Later in het najaar volgt dan ‘Oscar’ een komedie van Claude Magnier in een regie van Maarten Carlier. Dit stuk werd op het witte doek tot ovebiddelijk kassucces verheven door niemand minder dan Louis De Funès. (Zes voorstellingen waarvan de premiere op zaterdag 22 november).

Wie weg is van de rauwkost van Arne Sierens wordt in het voorjaar verwend met de afsluiter ‘De Broers Geboers’. Net zoals voor de eerder al fel gesmaakte ‘Martino’ andermaal in een regie van Sven Ronsijn. (Vijf voorstellingen, premier op zaterdag 18april 2009).

Een abonnement voor de drie avonden kost 18 euro.
Meer info op www.teatervtv.be

10 juli 2008

BLUE MOON













32.


Diepe crisis bij de Snukkende Snaren. Niet dat ons publiek ons in de steek laat voor flutgroepjes genre Coldplay. (Over die barman die denkt dat hij Deus is wil ik het niet eens hebben).

Nee, we worden als nooit tevoren geboekt. All in. All over the world. Onze problemen komen veeleer van onze aandeelhouders. Vergeet nooit dat we door ons immens succes grootindustrie geworden zijn. Met, voor onze werknemers, stock options en al. Ha bon! Nog eens wat anders dan die 333 euro opslag voor de federale ambtenaren (328 voor het keukenpersoneel).

In de jaren tachtig zijn we namelijk zo slim geweest om met nog een paar mindere goden (David Bowie, Rod Stewart, Phil Collins) de stap te zetten naar de beurs en het kapitaal. Het heeft ons belet om, zoals zovele goden uit de sixties, noodgedwongen taxidriver te worden op Sunset Boulevard, of brandweerman in Nothing Hill.

Vooral onze Benelux-aandeelhouders pikken het niet dat hun dividenden in contanten zijn geschrapt. Hun vertrouwen is zoek sinds we een onverwachte kapitaalverhoging hebben doorgevoerd van 1,5 miljard euro, tegen de bodemprijs van 10 euro per aandeel. Temeer omdat hun dividend, gezien ons gestadig succes, een bijna sacrale status had. Hun geld is hun god en de aandeelhouder wint.

Ze vinden het ook niet kunnen dat ons management (de president en de ceo die elk zelf minimaal gegarandeerd 100 miljoen euro bonus per jaar op zak steken en altijd met vakantie zijn als het erop aan komt) nieuwe aandeelhouders zijn gaan zoeken in Rusland, Libië en China. Vooral het oude establishment onder onze aandeelhouders ( fans van het eerste uur die er al bij horen vanaf onze wereldvermaarde Rockopera ‘Hiete Paane’ die al dertig jaar op Broadway loopt) heeft het er moeilijk mee dat ze als vitale aandeelhouders niet eens uitgenodigd waren op de Russische aandelenkoopjesweek.

Vorig jaar hadden ze nog wel diep in de beurs getast voor de overname van de Russische bank Creditskaja Abramovitskaja waarmee we beogen de Belgische tweede klasser Koninklijke Sportkring Ronse naar The Champions League te tillen.
Want hoe wereldberoemd we ook geworden zijn, we vergeten daarom onze roots nog niet.

‘Als ge niet weet waar ge naartoe gaat, moet ge weten vanwaar ge komt’, zegt onze bassist.

Bovenop onze acute financiële perikelen in de marge van ons creatief proces komt dan nog de eikele toestand van de wereld in het algemeen. Cruise missiles beheersen onze repetities en bedreigen het vlotte verloop van onze World Tour.

‘Iran gaat attakeren met lange afstand fusees.‘
‘Ze geraken er al mee tot in Trier.’
‘Zijn dat daar al geen ruïnes, in Trier?’
‘Wat zouden ze Trier nog moeten plat leggen?’

Onheil alom.

‘De centrale van Tricastel tegen Bollène heeft een fwiete.'
‘Bollène dat zegt me iets.’
‘Exit Ivo Van Damme.’
‘Die van de Memorial.’

Fiat die tijdelijk vier fabrieken moet sluiten. General Motors die eraan denkt van eens failliet te gaan. De Peugeot die zakt met 3,5 percent.

‘Ge koopt een Peugeot, ge rijdt met een citroentje.’

De Volvo die 2000 medewerkers naar de fjorden stuurt. De benzine die niet meer te betalen is.

‘Een liter diesel kost straks meer dan olijfolie van eerste koude persing.’

De Amerikaanse kredietcrisis.

‘Ze wonen weer in tipi’s.'
'Gelijk de roodhuiden van Karl May.’

Staal, koper en aluminium. Zo duur dat de ijzeren weg wordt gesloopt.

'Geen wonder dat ik ween
Dat ik ween van verdriet’.

Onze chef probeert zijn nieuwe Ibanez. Vorige week na ons optreden in het Stade de France gekocht aan de Tour Montparnasse bij 'Guitares Georget & Fils'.
Briseke, onze frontman voor de heetgevoelige nummers, vindt dat we eindelijk maar eens af moeten van vinyl voor onze platen.

‘Controleer uw Akte van Vertrouwen bij Anthonyke Van Den Borre ge zult zien, nergens nog pick-ups te vinden.’
‘Geen pick-ups meer.'
'Dus geen vinyl.’
‘De tijd van de Elpee’s is gepasseerd.’
‘Ik mijn gedacht gaan we nu meer naar cassetjes.’
‘Dat is de nieuwe trend bij de jeugd.’
‘Onze toekomst...’, beweert onze drummer die een cursus freezen geeft voor het Tweede Metaal en altijd op de hoogte is van de nieuwste technieken, '...onze toekomst zit in de telefonie. De IPhone 3G om precies te zijn.’

Feit is dat we ook als groep door de crisis voor moeilijke beslissingen staan.

‘Inleveren op de ticketprijs?’
‘We zijn niet duurder dan de swingende paarden van Cavalia.’
‘In economy class vliegen?’
‘En dan landen met een bloedklonter aan uw broek.’
‘De didgeridoo schrappen.’
‘Ja. Schrappen. Muzikant gespaard.’
‘Muzikant zegt u?’
‘Een gierende helicopterschroef wilt ge zeggen.’
‘Geen fan die het merken zal.’
‘Zeer integendeel.’
‘Opluchting alom’.
‘Tenminste twee cafébazen op de markt content’.
‘Geluidsoverlast eindelijk gerespecteerd.’
‘Nachtvergunning gered.’

Sinds kort treden we op met een zwaailicht dat begint te gieren gelijk een ambulance als de naalden van onze pie ee in het rood gaan.

‘Zonder didgeridoo geen sirene meer.’

Na een lang crisisberaad hakt ons management de knopen door,beslist dat het zwaailicht op het dak van onze eerste Tourbus wordt gemonteerd en de didgeridoo behouden blijft.

Echte fans van de Snukkende Snaren vinden ons namelijk maar niks zonder didgeridoo. Er gaat dan teveel authenticiteit verloren. Dat is een kwestie van pure perceptie.

‘We kunnen het ons niet permitteren.’
‘Dan nog liever een Ibanez minder.’
‘Hebde gij iets tegen mijn Ibanez misschien?’
‘We mogen vooral onze aboriginals niet kwijtspelen.’
‘Dan verliezen we onze ziel.’
‘Zij we onze eigenheid kwijt.’
‘En daarvoor doen we het.’
‘Ha bon.’

Ik zweer het je: didgeridoo spelen bij de Snukkende Snaren het blijft een opgave.

‘Blue Moon’. Roman.
Illustratie: ‘Morning has broken’.
Copyright: Stef Vancaeneghem.
(Alle personages zijn fictief. Vertelpersonage incluis.)

09 juli 2008

BLOG NOTE














As ge Brussel wilt zeen leive
moede nie vuil geld oeitgeive
dô es ne côtei wô da g'a nie moe geneire
goit er nen ôvend passeire
in de rue des Bouchers

't es de strôt van de studente
dei studeire op d'agente
en dei sout komt van Wemmel en van lôke
uile slechte reputôse môke
in de rue des Bouchers (4x)

Rue des Bouchers
't es de strôt par excellence
van d'artiste zonder cense
da komt rope (zoupe), da komt poeffe
da komt drinke, da komt stoeffe
in de rue des Bouchers

Ge kunt dô vanalles vinne
Russe macreaux en sardinne
fritten en moules parquées
slôge dei Brusseleirs in uile gilei
in de rue des Bouchers

't Volk gô dô van 't ien in 't ander
van hée trekt dad is op een ander
en ze komme mè een giel kudde
de mense uile zakken oeitschudden
in de rue des Bouchers

Dô we'd getapt en gezaupe
da blaift dô tot 's merges aupe
en as ze de dui todroeie
den es den ôn al on't kroeie
in de rue des Bouchers


VLAANDERENS TOPARTIEST

JOHAN VERMINNEN

(Van ondermeer het wondermooie 'Laat me nu toch niet alleen' en deze onverbiddelijke meestamper 'Rue des Bouchers')

NIET TE MISSEN!

VRIJDAG 11 JULI 20u30 BRUULPARK.

08 juli 2008

DE BENIEUWDE RONSENAAR


Beste Caroline Gennez,

Het Instituut voor Sociaal en Politiek Opinie Onderzoek van de KU Leuven heeft 1084 Vlaamse kiezers ondervraagd over hun stemgedrag, meer bepaald tussen september 2007 en januari 2008. Daaruit blijkt dat jongeren die voor het eerst stemmen de neus ophalen voor links. Ze gaan helemaal voor het populisme van Dedecker (14 percent) en Vlaams Belang (33,4 percent).

Voor Dedecker, zo horen we vanop de festivalweide dit weekend: ‘Omdat ie zegt wat dat ie peist’. Voor Het Vlaams Belang ‘Omdat iedereen daar voor stemt ja toch?’

Samen halen die (extreem) rechts partijen bij de verse kiezers net geen 50 percent.
SP.A-Spirit strandt op 7,6 percent, Groen! op 3,9 percent. VLD haalt net geen 10 percent (9,9). DeCD&V/N-VA komt goed weg met 23,2 percent. Volgens professor Marc Swyngedouw is het oude verhaal van ‘de jeugd die voor links gaat’ al een tijdje passé.

Door het Journaal gisteravond ondervraagd over die ruk naar rechts, zeg je ‘dat het socialisme nu een duidelijke boodschap moet brengen. Want we zitten in een economische crisis en het antwoord daarop moet van de socialisten komen.’

Ik hoor het je gaarne zeggen. Maar daar zit het nu net. De duidelijke boodschap komt er maar niet. Of ze komt niet over. De resultaten van de boodschap blijven hoe dan ook uit. De gratis stunts van Stevaert hebben hem vooral zelf dat gouverneurschap opgeleverd. De Teletubbies zorgden dan wel voor veel blabla en kortgerokte beelden in de boekskes. Maar voor de rest: weinig boemboem in onze portemonnee.

We betalen ons als nooit tevoren zo blauw aan verwarming. We krijgen ons boodschappenkarretje steeds minder gevuld, ondanks de rode prijzen van de Colruyt. Onze koopkracht smelt als sneeuw voor de zon. De huizen zijn voor onze kinderen totaal onbetaalbaar geworden. Veel kunnen we hen als ouders niet helpen. Ons spaargeld brengt geen bal op en moet vooral dienen om de belastingen wat te milderen. Want die fiscale amnestie en die notionele aftrek: cadeau voor de superrijken met een (op hun belastingaangifte niet vermelde) rekening in het buitenland.

Ondertussen blijft Didier Reynders zijn partijtje ijzeren arm spelen met Elio Di Rupo, zit Leterme gegijzeld door zijn schaduw Dewever. Op de achtergrond als toemaatje de dreigende ontploffing van België op de BHV-tijdbom. Dat is dus het plaatje.

Inderdaad, beste Caroline: ideale voedingsbodem voor mooipraters en fluitspelers van rechts en extreem rechts. Je zal nu maar voorzitter van de sossen zijn. Ik geef het je toe, niet echt een cadeau wat je daar van Vandelanotte in de schoot gesmeten gekregen hebt.

Maar laat ons eerlijk zijn, dat oprechte socialisme waar jij beste Caroline, ik twijfel er niet aan nog ter goeder trouw voor opkomt, kan alleen dat antwoord brengen als je er ook in slaagt je partij ook lokaal eindelijk te bevrijden van de oude netwerken van de macht. Van de pseudo-solidariteit die de armen arm houdt, de lokale ‘loftsocialisten’ rijk maakt en onderwijl de kiezer zelf laat opdraaien voor het solidaire gelag.

Wil je graag een voorbeeld van ter plekke? Allons-y, Caroline chérie. Hier in Ronse laat het socialisme zichzelf al jaren helemaal uithollen door schimmige netwerken die hun tentakels uitslaan in alle geledingen van het georganiseerde gemeenschapsleven. Die zich het liefst ophouden in de duisternis van de geheime cenakels. Alwaar ze dan verheven en verlicht dwepen met de hoge woorden van vrijheid. Ze wanen zich aldus beschermd door de broederschap. Ze gedragen zich als absolute meesters van de macht. Ze ketenen diegenen die ze aan een job, een sociale woning of een leefloon hielpen vast aan hun systeem. Zij bepalen wie waar wat mag worden, wie niet. Zij beslissen wie de volgende campagne zal voeren. Hoe, voor wie en voor wie niet.

Aldus verlammen ze elke vernieuwende partijwerking. Want de partij: dat zijn zij.
Onafhankelijke jongeren die nog echt gedragen worden door de idealen (en door de linkse kiezer)zien ze nog liever zien stranden - laat ons zeggen – op welgeteld twee stemmen van de burgermeestersstoel, dan dat ze die macht, die zij eerst voor zichzelf dan voor hun nazaten hebben voorbestemd, eindelijk eens zouden afstaan.

Zij zijn het die aldus in eigen rangen al die beloftevolle jongeren steeds weer fnuiken en tegenwerken. En die jongeren kennen het verhaal eigenlijk al van hun ouders. Ze hebben het van hun gefnuikte en ontgoochelde vaders en nonkels... van wie er velen imiddels je partij de rug hebben gekeerd om zich, jawel.
(Dan krijg je inderdaad zo’n jongere die zegt: 'Iedereen stemt toch voor Het Vlaams Belang, ja toch?') Want zijn vader, zijn nonkel...

Beste Caroline, zolang het socialisme werkt zoals het hier in Ronse zichzelf naar de verdoemenis helpt, zullen jongeren zich gemakshalve wenden tot de fluitspelers, mooipraters en grote muilen van rechts en extreem rechts.

Wil je de jongeren weer in je partij, geef ze dan overal ter plekke echte kansen. Maak schoon schip met al die klieken, clans, broederschappen en netwerken van het selfservicesocialisme. Clubs van de macht die alleen zichzelf beschermen en afschermen. Die de échte sukkelaars alleen maar bezigen tot eigen meerdere eer, glorie en de bestendiging van hun politieke carrière. Een veelbelovende jongere in je partij staat hier helaas maar al te vaak nog voor deze keuze : ‘Hou je smikkel. Dans naar onze pijpen. Join the club. Of maak dat je wegkomt.'

Ik hoop dat je slaagt. Ik bedank namelijk feestelijk voor dat reactionaire egoïstische separatische Vlaanderen dat er blijkbaar zit aan te komen. Nog liever ga ik wonen aan de overkant van de Kraai. Als je ooit eens naar Ronse komt fietsen, wil ik je graag tonen waar dat ligt. Onze goede streekgenoten Tuybens en Vandermaelen mogen dan gerust mee. Ze kènnen Ronse. Net genoeg allicht, om me hier niet al tezeer tegen te spreken.

Anders: eens vragen aan Gunther, Nedia, Björn, Leander. En lang voor hen: aan Michel, Nico, Philippe…Enz.enz. Allemaal beloftevolle jongeren. Sommigen inmiddels allang in de marge gewerkt. Anderen nu (nog even?)aan zet.

Dieken bees.

Stef Vancaeneghem.

07 juli 2008

GRAFFITI

OPRICHTER OMER WATTEZ STICHTING

ULRICH LIBBRECHT RUST NOOIT
OP BANK NAAR ZIJN NAAM

FILOSOFIEPROF VAN ZULZEKE
SCHRIJFT MAGISTRAAL TESTAMENT



‘Morgen ben ik dood. Wat daarna komt, weet ik niet. Ik heb mij bij al die fantasieën over het leven na de dood altijd gehouden aan de zenwijsheid; stel nooit vragen waarop toch geen antwoorden zijn. Een mens moet van dit leven iets goeds maken en niet altijd uitkijken naar een beloning – het leven zelf is de mooiste beloning.’

Dat schrijft in zijn tachtigste levensjaar Ulrich Libbrecht in zijn nieuwste (afscheids?)werk ‘Met dank aan het leven’. Wie de Hermesroute af fietst weet de Ulrich Libbrechtzitbank staan: op één van de mooiste plekjes van die route in Zulzeke. Een geschenk van de Omer Wattez Stichting aan zijn eigen stichter. Professor emeritus Libbrecht (sinoloog, oriëntalist, stichter van de vermaarde School voor Comparatieve Filosofie) zelf zit nooit op zijn bank. In zijn nieuwste boek legt hij uit waarom.

‘Ik heb mij ingezet om de groene beweging op een filosofisch vlak te tillen, want je moet innerlijk sterk gemotiveerd zijn om de groene strijd te strijden in een vereconomiseerde samenleving. Je wordt immers nooit gehonoreerd voor wat je hebt gedaan en je hebt veel tegenstand en zelfs haat te overwinnen. Je staat immers niet aan de kant van de macht en zeker niet aan die van het geld. Men verwijt je gebrek aan realisme (welk realisme?), je bent een dwarsligger, je verhindert de vooruitgang, je weet niet wat er onder het volk leeft, je bent en antidemocraat, je bent tegen tewerkstelling, je wilt terug naar de oude tijd…een eindeloze litanie van kleine zielen die alleen maar leven om Abrahams mosterd te vinden en alles in stuivers te verrekenen. Ik heb onder dat soort wereld echt geleden en mij meer dan eens afgevraagd: moeder waarom leven we nu eigenlijk?’

‘Dit heeft van mij ook een vechter gemaakt. Ik heb de Omer Wattez Stichting opgericht (in 1972) om de Vlaamse Ardennen te verdedigen tegen de eindeloze honger van industrie en zakenwereld, die onder vooruitgang alleen hun eigen vooruitgang zien en die bereid zijn elke landschappelijke schoonheid op te offeren aan hun zakencijfers. Nu ik oud ben, heb ik afscheid genomen, maar ik ga niet op de rustbank zitten die mijn vereniging mij als afscheidsgeschenk heeft aangeboden. Misschien ben ik nu van een nuttige overtolligheid, maar ik ben trots op het feit dat er geen autoweg door de Vlaamse Ardennen loopt. Vele vechters van het eerste uur zijn nu al voor eeuwig op rust, maar hun ‘karma’ overleeft hen. En in mijn oude hart blijven ze bestaan: een mens is geen naam, een mens is een daad.’

De prijs is eenzaamheid

Als dit inderdaad zijn afscheid is van het schrijven (wat ik weiger te geloven) dan doet Libbrecht ons met dit boek een meesterlijk testament cadeau. Veel meer dan de som van al zijn opgedane wijsheid, maakt hij ons immers deelgenoot van zijn prachtige levenslange zoektocht naar het mysterie van het bestaan. Een kostbaar, zeer kostbaar geschenk want zijn levenserhaal is mooi én schoon tegelijk. Een boek dat je vele keren herlezen wil. Een boek als een ‘coup de foudre’. Een boek waaruit ik hier ongeveer alles graag citeren zou. Alvast een paar (niet zo lukrake) passages.

‘Voor mij ligt het Mysterie van dit bestaan in de kosmos en daar probeer ik het af te lezen. Al dat kleinmenselijk gedoe, gericht op geld en macht, laat mij volkomen onverschillig. Hoe kan dit nu de zin van dit korte leven bepalen? Wat een geestelijke armoede! In tegenstelling tot Socrates heb ik meer van de aarde geleerd dan van de mensen.‘

‘Wie al zijn aandacht op de diepte richt, verliest zijn belangstelling voor de oppervlakte. Maar in de diepte is men alleen, terwijl men aan de oppervlakte uitgelaten kan deelnemen aan de zinloze rondedans van dit kleine bestaan. De prijs is eenzaamheid.’

De taal van de stilte

‘Wat verwacht een mens eigenlijk van de filosofie? In feite hetzelfde als wat de religies hem vroeger aanboden: een wereldbeeld. Heeft een filosoof het recht zich aan die zware opdracht te onttrekken door te verklaren dat de tijd van de ‘grote verhalen’ voorbij is? Neen.’

‘Filosofie is geen soort intellectuele archeologie, die altijd maar terugkeert naar het verleden en voor de filosofische goden van weleer een plaats voorbehoudt op het altaar van onze verering en de katheders van onze opvoeding. Geschiedenis van de filosofie heeft ongetwijfeld haar waarde, maar wij kunnen onze nieuwe inzichten niet aan oude kapstokken ophangen.’

‘Voor mij is religie op de eerste plaats een innerlijke ervaring, een ontroering om het mysterie van het bestaan. Daar past eigenlijk maar één taal bij: de stilte, omdat mystieke ervaringen ‘leeg’ zijn aan concepten en dus ook aan woorden. In de stilte is de mens echter eenzaam. Dit is de prijs die men betaalt aan de diepste ervaring.’

‘Ik vraag me vaak af of de hele kosmos niet een metafoor is van het onpeilbare mysterie waarin we ons bevinden. Het Mysterie is de Energie, maar deze is niet leesbaar, het enig leesbare zijn de vormen waarin de Energie zich ver-beeld-t.‘

‘Filosofie zonder grote verhalen is geen filosofie. Want de taak van de filosofie is niet de wetenschap aan de leiband te houden, maar het synthetisch denken na te streven. We kunnen immers niet drinken uit scherven, we hebben een kom nodig.’

Het grote gelijk

‘Wij hebben in het Westen zo’n hoge graad van hybris ontwikkeld dat wij altijd de bezitters van de enige waarheid willen zijn. Ik vind het christendom, zoals het zich geprofileerd heeft in zijn geschiedenis, geen sterke godsdienst, omdat de kerk ook altijd een machtsbastion is geweest en politieke strategieën heeft aangewend om haar doel te bereiken.’

‘Er is toch zo’n gebrek aan kritische rationaliteit binnen de kerken: zij gaan altijd uit van het grote gelijk en van het ketterse ongelijk van anderen. Wetenschap wordt geboren uit nederigheid, uit het besef van het niet-weten.’

‘Wanneer de waarden bepaald worden door de massa, dan vraagt men aan het volk wat het denkt en wenst, en het wenst altijd dàt wat het eigen leven aangenamer maakt. Dan speelt men met enquêtes en statistieken en maakt van deze wensen de politieke idealen, want de carrière van een politicus is van deze massa’s afhankelijk.’

‘Als ik wereldburger wil worden, moet ik elke kolonialistische gedachte van mij afezetten. De wereld behoort niet aan Europa en niet aan het christendom, de wereld behoort aan de mensheid.’

De ondraaglijkhe lichtheid van het bestaan

‘Mensen hebben recht op de verdubbeling van hun talenten, maar ze hebben niet dezelfde talenten. Daarom heb ik een afkeer van de uitvlakking van ons bewustzijn en kijk ik met angst naar de culturele laagvlakte die door onze multimedia geschapen wordt.’

‘Ik wil niet gereduceerd worden tot een kip in een batterij, ik wil ruimte en vrijheid, ik wil vrij rondscharrelen in dit bestaan. Dat betekent ook dat ik de vreemdeling niet beschouw als een wezen waaraan ik een hamburger en een cola kan slijten, maar als een medemens die in een ruimte van waarden is opgegroeid, waarden die ik met veel inspanning probeer te begrijpen.’

‘Dat de religie haar invloed verliest, lijkt mij – wegens haar sterk middeleeuwse do-ut-des-karakter – niet van wezenlijk belang. Maar dat de spiritualiteit verdwijnt en daarmee de zin van het bestaan, pijnigt mij.’

‘In India vernam ik dat men het woord ‘sanctuary’ (letterlijk: heiligdom) nog altijd gebruikt voor een natuurreservaat. Van de indianen leerde ik dat men het heilige niet moet opsluiten tussen de muren van een kerkgebouw, maar dat de hele natuur de gewijde tempel is.’

‘Het feit dat er overal energie werkzaam is, is het grootste mysterie van de kosmos.’ 'Dit is voor mij de diepste bron van authentieke religiositeit.’

Dit is mijn weg




‘Als Socrates zei dat hij van de bomen en het platteland niets kon leren, maar van de mensen in de stad wel, dan vertelde hij naar mijn gevoel een grote dwaasheid. Precies alsof wij door dialectisch gepraat tot waarheid kunnen komen. De Grieken hebben door al hun gepraat op het gebied van wetenschap niet veel meer ontdekt dan de aartsnaïeve leer van de vier elementen. Pas in de zeventiende eeuw hebben we ontdekt dat we om kennis op te bouwen van de natuur zelf moeten uitgaan, met andere woorden van de bomen moeten leren.’

‘Als dit lichaam zijn evenwicht bewaart tussen immanentie en transcendentie, evenals tussen rationaliteit en emotionaliteit, dan ligt de weg open naar authenticiteit en geluk.’

‘Dit is mijn weg (die ook de weg van de boeddhisten is): ik ben een deel van de oerenergie, een deel van het Mysterie dat in het heelal werkt. Losgemaakt van alle vormen, is mijn zuivere energie mijn boeddha-natuur, het mysterie van mijn leven.’

‘Een van de modernste theorieën in de fysica is de snarentheorie, die er in feite op neerkomt dat de basisentieiten van de kosmos geen ‘dingen’ zijn, geen partikels, geen stukjes materie, maar elementaire trillingen of snaren. Dit betekent dat de energie geen homogeen veld is, maar bestaat uit snaren die van amplitudo kunnen veranderen.’

‘De bezetenheid door het blijvende blijkt uit het door de Grieken uitgedacht a-toom, het onsplitsbare en dus onvergankelijke. Iedereen die een beetje vertrouwd is met de moderne wetenschap weet allang dat deze eeuwige ‘knikkers’ niet bestaan, maar energetische velden zijn. Daarom heb ik de idee van het blijvende laten vallen en mij verzoend met de taoïstische (en herakleitiaanse) gedachte van ‘panta rhei’, alles gaat voorbij, ‘ouden menei’, er is niets blijvends. Alleen de energie is onvergankelijk, de vormen bestaan maar een tijd en verdwijnen.’

‘Wat is een muzikale ontroering? Kan je een schoonheidsgevoel beschrijven? Je kan wel een partituur beschrijven maar niet wat er in mij omgaat… Als je me vraagt wat liefde is, kan ik je geen afbeelding of formule geven, ik kan alleen spreken over directe ervaring. Zo heb ik mijn wereld opgedeeld in kenbare en ervaarbare dingen. In de regel komt de ervaring eerst en de kennis pas daarna. Maar de kennis kan nooit de ervaring vervangen.’

‘De wetenschap mag nooit vergeten dat wij geen rationele wezens zijn, dat wij niet in staat zijn te leven in een wiskundige wereld van ‘idées claires et distinctes’, omdat nu eenmaal alle grote momenten van ons leven getekend zijn door sterke gevoelens.

‘De werkelijkheid is niet iets wat in haar diepste diepte gekend kan worden, alleen ervaren.’

‘Zwijgen ten opzichte van het bestaansmysterie, verwonderd kunnen opkijken naar de sterren, verbaasd zijn bij een ontkiemende kastanje en alle levensfilosofie lezen in de ogen van een kind: de echtheid, de authenticiteit van de directe ervaring. Daar passen al die mallotige woorden niet bij, al dat zijnde en bovenzijnde, die categorische imperatieven, die platonische ideeën en die ultieme waarheden. Ach, denk ik vaak, geef mij maar een religie zonder woorden, schrijf mijn filosofie maar met muzieknoten.’

Uittreksels uit: ‘Met dank aan het leven’.
Ulrich Libbrecht. Lannoo.

LA VIE EN PROSE
















LE PLAT PAYS

Avec la mer du Nord pour dernier terrain vague
Et des vagues de dunes pour arrêter les vagues
Et de vagues rochers que les marées dépassent
Et qui ont à jamais le cœur à marée basse
Avec infiniment de brumes à venir
Avec le vent de l'est écoutez-le tenir
Le plat pays qui est le mien

Avec des cathédrales pour uniques montagnes
Et de noirs clochers comme mâts de cocagne
Où des diables en pierre décrochent les nuages
Avec le fil des jours pour unique voyage
Et des chemins de pluie pour unique bonsoir
Avec le vent d'ouest écoutez-le vouloir
Le plat pays qui est le mien

Avec un ciel si bas qu'un canal s'est perdu
Avec un ciel si bas qu'il fait l'humilité
Avec un ciel si gris qu'un canal s'est pendu
Avec un ciel si gris qu'il faut lui pardonner
Avec le vent du nord qui vient s'écarteler
Avec le vent du nord écoutez-le craquer
Le plat pays qui est le mien

Avec de l'Italie qui descendrait l'Escaut
Avec Frida la Blonde quand elle devient Margot
Quand les fils de novembre nous reviennent en mai
Quand la plaine est fumante et tremble sous juillet
Quand le vent est au rire quand le vent est au blé
Quand le vent est au sud écoutez-le chanter
Le plat pays qui est le mien.

JACQUES BREL.


'La vie en prose'. 'Journal Intimide'.