29 september 2007

DE BENIEUWDE RONSENAAR


NEDIA GMATI-TRABELSI
TE GAST BIJ
MARNIXRING

REUZESTAP NAAR
RONSESE RENAIXANCE

OPEN EN EERLIJK DEBAT ETALEERT GROTE KLASSE



Met de hier eerder aangekondigde en vooraf al veelbesproken conference van Nedia Gmati-Trabelsi heeft Marnixring in besloten kring gisteravond ronduit baanbrekend werk verricht op het stuk van wederzijds begrip tussen alle mensen van Ronse. De jonge schepen van Onderwijs en Gelijke Kansen etaleerde er onbewogen vanuit haar eigen parcours grote klasse. Bij het eerlijke en zeer open debat op niveau ging ze naderhand ook de moeilijkste vragen niet uit de weg.

Een spreekbeurt van grote betekenis in het verlangen van steeds meer Ronsenaars naar de Renaixance die we hier voorstaan en betrachten. We noteerden voor u stiekem alvast een paar opmerkelijke en rake quotes.


Nedia Gmati-Trabelsi: ‘Integratie vind ik een verschrikkelijk woord. Gelijke Kansen dat gaat om zoveel meer. Voor mij is integratie integriteit. Het komt erop aan mensen zo volwaardig mogelijk te doen functioneren. Zonder dat ze daarom hun integriteit moeten opgeven, inclusief hun geschiedenis en cultuur.’

‘De taalproblematiek werkt in Ronse vaak verlammend. Dat ervaar ik als persoon en als schepen.’

‘Ik ben van huize uit Franstalig. Ik werd er door mijn ouders toe verplicht over te stappen op Nederlandstalig onderwijs. Dat was knap lastig. Maar ze vonden dat dààr mijn toekomst lag. Hoe moeilijk ik het ook had. Ik ben hen daar bijzonder dankbaar voor. Zonder hun keuze stond ik hier vandaag niet.’

‘Taal is zoveel meer dan communicatie. Taal is ook cultuur en geschiedenis. Het is belangrijk dat je meer doet dan alleen maar Nederlands te leren. Je moet je ook helemaal openstellen voor de geschiedenis en de cultuur van dit land.’

Gelijke kansen

‘Het volstaat niet om de mensen samen aan de startlijn te brengen. Ze moeten ook gelijke wapens krijgen om te strijden. En daar speelt taal een belangrijke rol. Taal is een middel tot het verwerven van gelijke kansen. ‘

‘Wie zich vastpint op die faciliteiten en het vertikt om Nederlands te leren, blijft een tweederangsburger.’

‘Ronse zit nu eenmaal met dat taalstatuut. De faciliteiten zijn inmiddels symbolisch geladen. Maar we moeten als Ronsenaars daarom nog niet aan zelfbeklag doen. We moeten zelf het heft in handen nemen. We moeten samen al onze troeven uitspelen.’

Mentaliteitsverandering

‘Ronse is altijd een stad met een belangrijke arbeidersklasse geweest. Dat heeft grote migratiegolven gegeven. Maar ik zie hier nu een grote mentaliteitsverandering.
Meer en meer dringt het door dat de toekomst hier in het Nederlands ligt.’

'De allochtone ouders hebben allemaal één ding gemeen: ze willen het beste voor de toekomst van hun kinderen. Ik zie in mijn omgeving niemand meer die zijn kinderen nog in de Franse klas steekt. Voor ouders is het vaak moeilijk om toe te kijken hoe lastig die keuze voor het Nederlands voor hun kinderen soms is. Het ware voor hen zoveel gemakkelijker om ze toch maar terug te sturen naar de Franse klas. Maar ze houden vol.’

‘Het is belangrijk dat we dit proces goed begeleiden. Daarom precies starten we vanaf 15 oktober met taalactivering vanaf het eerste studiejaar waarbij we kinderen spelenderwijs de taalkennis bijschaven.’

‘Ik blijf optimistisch. Met kleine initiatieven kan je soms grote dingen bereiken. Mijn zusje en mijn nichtjes zagen het Nederlands niet echt zitten tot ik via de kunst van een Nederlandse artiest hun belangstelling voor de cultuur kon opwekken. Je moet ergens beginnen. Het is een lange weg. ‘

Extremisme beschadigt de Vlaamse zaak

‘Taal is dus cruciaal. Maar het mag ook geen criterium worden van uitsluiting. Ik verzet me dan ook tegen het racistisch en separatische discours van sommigen . Zij beschadigen de Vlaamse zaak. Ik kom op voor het aanleren van het Nederlands door anderstaligen omdat dit voor hen de enige uitweg is naar gelijke kansen en een betere toekomst. In die zin zal ik het Nederlands blijven bepleiten.’

‘Opkomen voor het Nederlands wordt bemoelijkt door het extreem-rechts discours. Zodra je opkomt voor het Nederlands word je vaak al versleten voor een fascist. Maar ik zal het blijven doen omdat het belangrijk is voor de gelijke kansen van alle Ronsenaars. We moeten op hoede zijn voor clichés. Ze kloppen niet en ze worden vaak misbruikt door extremisten.’

Burgemeester van Ronse

‘Als u zegt dat het vast staat dat er in de toekomst een Mohammed of een Ali burgermeester zal zijn van Ronse, dan voel ik me daar alvast zelf niet door aangesproken.’

‘Wat voor mij telt, dat zijn mijn bevoegdheden. Als ik als verkozene de bevoegdheden krijg waarmee ik iets kan doen voor alle Ronsenaars, dan hoeft voor mij zo’n burgemeesterssjerp niet.’

(Op een vraag ‘of er naijver is binnen haar partij omdat ze omhooggeschoten is als een raket?')

‘Moet ik mij daarvoor verontschuldigen? We hebben in de partij een leider gekozen die bij de kiezer meer scoorde dan ik. Wie ben ik dan om dat op de helling te zetten.’

Discriminatie

‘Ik vecht al heel mijn leven tegen vooroordelen. Ook nu nog. Discriminatie bestaat zelfs op universitair niveau (ze doet haar laatste jaar rechten aan de Universiteit Gent-svc.). Ik dacht dat ik er op dat niveau zou aan ontsnappen, maar nee. ’

‘Discriminatie moet geen fataliteit of excuus worden. Ik hou niet van de slachtofferrol. Zelf heb ik geluk gehad dat ik leerkrachten had die in mij geloofden. Ik heb de kracht gehad om te reageren. Als ze je als dertienjarig meisje makak noemen, dan komt dat zeer hard aan . Dan stort je wereld in. ‘

‘Zelfs die onschuld waarin je nog denkt dat iedereen gelijk is, wordt je als kind niet gegund. Niet iedereen is in staat om zoveel op te brengen als ik, om je daartegen te verzetten. Soms ben ik ook wel eens moegestreden. Maar ik vind het mijn plicht om door te gaan en voor de ander op te komen.’

Als de veruit meest toonaangevende serviceclub van Ronse, zet Marnixring met deze uitnodiging van Nedia Gmati-Trabelsi een enorme stap naar de bevordering van het begrip tussen de Ronsenaars.

Het siert zowel voorzitter Joris Stockman en zijn Marnixvrienden als schepen Gmati Trabelsi dat ze samen ver voorbij de clichés, de intimidatie en het carcan van het sektarische denken deze moedige stap hebben willen zetten naar het beter begrip onder alle Ronsenaars.
.

28 september 2007

LA VIE EN PROSE


C’est vraiment tout ce que je demande. Avoir la paix une heure. Il ne m’en faut pas plus pour l’instant.
Leurs états d’âmes. Leurs affaires. Leurs grands espoirs. Leurs petites déceptions. Leur réussite. Leurs amours. Leurs désirs. Leurs départs. Leurs retours en cachette. Leurs scanners. Leurs angoisses. Leur point de vue sur la situation. La hanche du roi.

Ce que je veux, c’est tout jeter. Faire le vide dans ma tête. Cela doit pouvoir se faire non? (Vu l’espace disponible dans ma cervelle).

Partir dans les chemins de traverse de mon autre univers. Quitter celui que je vis vraiment. Caracoler dans celui que je décris. Mon petit mélange à moi. Ma mixture de destin vécu et de vie rêvée.

La vie en prose. Ni mensonge, ni vérité. Petit monde à moi. Mon univers parallèle. Voyage au bout de l’autre langage. Petit Prince, à la recherche du paradis perdu.

Il vient me rejoindre dans la clairière. Me casse les couilles. Ses états d’âmes. Ses affaires. Ses espoirs. Ses déceptions. Sa réussite. Ses amours. Ses désirs. Son départ. Son retour. Son scanner. Ses angoisses. Son point de vue sur la situation. La hanche du roi.

Et toi? qu’il me demande en repartant. Moi rien, je lui dis. Tout va bien.

Il est tout a fait impensable
Il est tout a fait hors de question
Que tu viennes t'assoir à ma table
Que tu me fasses la conversation

Il est tout a fait indispensable
Que l'air puisse entrer dans mes poumons
Jamais tu ne seras invulnérable
Jamais tu ne pourras être aussi bon

Je te la laisse, je te la laisse
Ta place au paradis
Je te la laisse, je te la laisse
Fais-en... des confettis
(

'Eldorado'. Confettis. Stephan Eicher/Philippe Djian)

‘La vie en prose.' Journal Intimide.
Copyright Stef Vancaeneghem.

27 september 2007

DAG BOEKEN


De oude priester die op Gaston van Leo lijkt, zegt dat hij niet namens zichzelf spreekt maar namens god.
‘Ge gaat zien’, zegt hij in een geruststellend gebaar, ‘de dood is geen afscheid maar integendeel het begin van een nieuw leven.’
Hij vertelt het als iemand die er zelf al een keer geweest is, maar om de ene of andere reden door god is teruggestuurd .

Ten tweede male rinkelt een gsm in iemands zakken. Eine Kleine Nachtmusik. We grijpen met zijn allen naar onze broekzak. Misschien belt god per satelliet om de woorden van zijn dienaar te bevestigen. Die gaat onverstoord voort met spreken namens god.

Mijn klasgenootje van vroeger reikt hem onderwijl tal van benodigdheden aan. Nog altijd. We zijn een halve eeuw verwijderd van ons eerste studiejaar. Hij was de meest minzame jongen van de klas. Werd gepest om zoveel goedheid. Hij holt van de ene dienst naar de andere. Als de roadie van god.

Ik zie een afgebladderde kapel. Ik zie losse tegels. Tristesse alom. Godzijdank worden Céline Dion en Clouseau ons deze keer gespaard. Geen afscheid van een vriend. Geen Hirondelle vole vole.

(Laatst zag ik een boze priester zijn assistent uitkafferen voor lijkkist, familie en bomvolle kerk omdat de wierook niet netjes gebruiksklaar in het vat zat.)

‘God has been so good to us’. God de grote ombudsman. Mensen die geloven in de onsterfelijke goedheid van een of andere metafysische autoriteit, ook wanneer ze het allerergste hebben meegemaakt, ik zal ze nooit begrijpen.
Ik denk aan de vader van Kerouac, een vroom en eenvoudig man die na de ontijdige dood van zijn oudste zoon geen kerk meer binnenkwam en iedere vrijdag hamburgers begon te eten, veel hamburgers, uit protest tegen het kwaad dat hem was aangedaan, tegen meneer pastoor en zijn klotehemel. Vader Kerouac, begrijp ik.’


Ik lees deze passage in ‘Beatland’ van Frank Albers die de hele route van Jack Kerouac heeft overgedaan. Adembenemend verhaal. Van god los. Het boek van Albers haalt meer dan één mythe onderuit, stoot vlijmscherp door naar het verschil tussen American dream en lege werkelijkheid van Hamburger Country.

Bij elke bladzijde van deze razend knap geschreven pageturner denk ik aan de reis die mijn broer met me maken wou.
‘Jij en ik Jack Kerouac achterna on the road’. Jij het verhaal, ik de foto’s.’

Zeven maanden later was hij volkomen weggesmolten in gods oneindige goedheid. Dood op de dag van de heilige communie van zijn petekind, mijn tweede jongen die zijn naam draagt. Zij het in een Bretonse variante. A la Ti-Jean Kerouac .

‘Ons boek.’

Met mijn groene Pelikan calligrafeer ik het tussen Frank Albers’ naam en het bieke van de Bezige Bij. Helemaal vooraan in het boek. En eronder: ‘Doch zoveel mooier geschreven dan ik het ooit had gekund. ’

‘Dag Boeken’. Autofictie. Copyright Stef Vancaeneghem.

DE BENIEUWDE RONSENAAR


Bakker Dutoict, al een eeuw lang een begrip in Ronse, sluit overmorgen zijn deuren. Het gerucht dat al een tijd als talk of the town in Ronse de ronde deed, wordt vandaag bevestigd door bakker Guy Dutoict zelf, in een mededeling namens zijn hele ploeg aan zijn trouwe klanten in de Passe-Partout.
Het huis Dutoict kent tot op vandaag een fenomenaal succes. Het hele sfeertje in de toonzaal (vol diploma's uit de tijd van toen) evenals de nostalgieke etalage rond Sinterklaas en Kerst kennen hun gelijke niet als typisch Ronsies erfgoed. Je beurt afwachten bij Dutoict leverde je altijd wel je dosis smeuïge Ronsiese anekdotiek op. Met de stopzetting wordt dan ook een punt gezet achter het ononderbroken succesverhaal van vier generaties bakkers. Een brok Ronsiese authenticiteit verdwijnt.
‘De tijd is gekomen om tijd te nemen’, aldus Guy Dutoict.
In één lied van Axelle Red klinkt dat mooi als:‘Prendre le temps’.

26 september 2007

DE SOLIDAIRE RONSENAAR


TUUPE
VOOR EEN VLAAMS
TAALHOFFELIJK RONSE:

IN EEN SOLIDAIR BELGIE



'We zijn Vlaming, Brusselaar of Waal.
We zijn Belgen en wereldburgers.
We willen niet dat er nieuwe muren worden opgetrokken tussen mensen, tussen regio's en tussen landen.
We willen niet dat het solidariteitsbeginsel wordt vervangen door wedijver en egoïsme.
Wie wordt er beter van als mensen tegen elkaar worden opgezet?"

Alles wat we vandaag in België hebben, is door Vlamingen, Brusselaars en Walen gezamenlijk tot stand gebracht.

De solidariteit tussen de rijkere en armere inwoners en de solidariteit tussen rijkere en armere regio's zijn pijlers van onze Belgische samenleving.

We willen voor iedereen een behoorlijk loon voor hetzelfde werk, ongeacht de taal die we spreken.

We willen dat alle landgenoten hetzelfde recht hebben op gezonde, veilige leef- en arbeidsomstandigheden, waar onze werkplaats of ons kantoor ook gevestigd is.

We willen dat iedereen die zijn job verliest, recht heeft op dezelfde bijstand en hulp, ongeacht de streek waarin we wonen.

We willen dat elk kind in het land dezelfde kansen krijgt, ongeacht de regio waarin het is geboren.

We willen dat alle ouderen hetzelfde recht op een fatsoenlijk pensioen krijgen, ongeacht of ze in Brussel, Vlaanderen of Wallonië leven.

Kortom, we willen solidariteit en geen splitsing.'


Staat u - zoals wij - achter de waarden verwoord in deze petitie? Meer info: www.reddesolidariteit.be
(online vanaf morgen 11u)

24 september 2007

BLOG BOEK


‘Weet je dat ze de laatste thuis van onze groot-tante Hélène naast de Kleine Kerk gaan afsmijten om er appartementen op te zetten?’ Zo mailt me een tijd geleden een verre neef wiens hart klopt voor Ronse en de mooie dingen van weleer.

Het huis van onze ‘tante Lène’? Palend aan het park achter de Sint-Martens? Dat wat barokke huis in gele steen. Wie laat zoiets neerleggen op tekenplannen ten stadhuize ? Afsmijten? Met de grond gelijk gemaakt? Net als de Patria in de Zuidstraat? Net als dat torentje in de Watermolenstraat?

Onze tante Lène – wie haar zoals deze alerte neef heeft gekend, kan haar definitieve kijk op de dingen nooit vergeten - had oog voor pittoreske huizen. Ze pasten bij haar wat volumineuze opwaaiende kledingstijl. Een dame van stand, noblesse de coeur.

Na de dood van haar man, dé ballonvaarder, had ze voordien de kleinste bijouterie ter wereld gerund recht tegenover de Oude Sint-Martinus (later bekend als de ‘Tiffany’). De ballon van haar avonturier - in vele betekenissen- hing in een expressionistische versie boven haar gevel.

Het voorste gedeelte van haar mini-Cafarnaum stond volgepropt met schoorsteenklokken. Klokslag zes hoorde je er een remake van het bombardement van Dresden. Plus alle Campanile’s van Noord-Italië bijeen.

In haar glazen toonkast: glimmende Wiskemann in presentatiekoffers met slot. En haar polshorloges met armband van autruche: Incabloc en ‘waterpoef’.

In haar éne minuscule woonplek achter haar santeboetiek: een grote (kaart)tafel voor het receptioneren op woensdag van haar eindeloos keuvelende kaartvriendinnen. Zijnde de witte madame Carlier (‘de wiete’), de zwarte madame Carlier (‘van de kaskeeten’) en de minzame madame Van Hasselt, (‘van de garaaage’). De fijn bewerkte Val Saint-Lambert-carafes met gelige Elixir d'Anvers en groene Chartreuse binnen handbereik.
(''t Ees lek n' engookie da ien mien keile piest').

In haar keukentje (pompbak, Butagaaze): haar zus Zulma. Voor ons, de neefjes, in de weer met wafels. Tante Lène was de bazin, tante Zulma voerde haar bevelen uit. Vrouwelijke variant op Laurel & Hardy. Ze haakten zichzelf in een oeverloze Hegeliaanse dialectiek van these en antithese. Tot een synthese kwamen ze nooit.

Maar de wafels waren lekker en dat helpt tegen het wereldleed.

Tante Lène zei geen woord teveel. Maar als ze wat zei, bleef het je leven lang hangen. Zo voorspelde ze mijn mama een voortijdige dood. Vanwege een veel te gejaagd bestaan als jonge weduwe met vijf kinderen: ‘Roberthe ’n zaal uuk gienen huugen top schieren.’

Tante Lène was blij dat ze zelf weldra de weg van alle vlees zou gaan. Zo hoefde ze het allemaal niet meer mee te maken : de spoetniks en bombatomiks van de Russen op onze kop.

Maar er is nu nog hoop voor tante Lène haar voorgevel, zo blijkt. De projectontwikkelaar zou haar façade sparen.

Als symbool van tante Lène’s onverzettelijkheid tegenover de verloedering. Als getuigenis van haar oude grandeur tegenover alles wat zich hip laat noemen. Tante haar gevel. Als blafeture tegen the wind of change that blows in our face.

Ik zie haar bijgekleurde wenkbrauwen al omgetoverd tot twee monnikskapjes. Haar mond profijtig gekrold: in een hete luchtballon.