02 februari 2007

DE BEWIEROOKTE RONSENAAR

Open brief
aan kanunnik
André De Wolf

Monseigneur,


Of is dit erover als aanspreektitel? Mogelijks laat ik me wat meeslepen door mijn enthousiasme, als compaan van de losgeslagen Tavi-bende die deken Donaat Deriemaeker aldus aansprak op het tractaat van Madleenekie.

Hoe wil je dan dat ik je aanschrijf? Eminentie? Doorluchtige hoogheid? Mijn kerkprins? Zeer Eerwaarde Heer Kanunnik. Chat Moine? Kanunnik lijkt me vooral zo’n instinkertje voor het Groot Dictee van het Davidsfonds. Met die steeds wijzigende Groene Boekjes weet een mens niet meer waar hij zijn ennen moet leggen. Maar misschien kan ik dit probleempje van aanspreking afronden door gewoon ‘Dreitie Woof’ te zeggen? Zoals alle echte Fiertelaars je noemen.

Een fotograaf van Het Nieuwsblad heeft je deze week dus deerlijk betrapt op… het kopen van sigaren in Sas-van-Gent. Commotie bij de lokale verslaggever van de krant. Want kan dat zomaar? Als mens die hier op aarde al in pole position zit om later te zetelen aan de rechterhand van de Allerhoogste?

In Nederland, zo redeneer je, zijn sigaren nu eenmaal goedkoper. En in Sas-van Gent zijn mosselen dikker. God schept de dag. En als ik beide (mosselen en sigaren) combineer, kan mijn dag niet meer stuk.

Zo’n uitstapje is een zondeke van gretigheid zeker waard. Het risico op doodzonde is beperkt. De Verdoemde Huizen liggen verderop: in Sluis of in Amsterdam aan de Walletjes. Sas-van-Gent is volkomen veilig wat betreft de diepere zondeval.

(De bijkomende collegebiechtvragen sla ik hier over: Hoe vaak – per dag- doe je dit? Zondig je alleen of in gezelschap? Met zondaars van hetzelfde geslacht? Met zondaars van het andere geslacht? Word je hiertoe aangemoedigd, mijn zoon? Zo ja, door wie? Of moedig je het veeleer zelf aan? Vind je het lekker? )

Het weze je wat ons betreft allemaal volkomen vergeven. Waar moeit die beslagmaker van Het Nieuwsblad zich eigenlijk mee? Als een mens al geen sigaarkes mag kopen in Holland zonder zelf de sigaar te zijn waar gaan we dan naartoe? Naar de duivel van Sint-Hermes, ik zweer het je. En ik zweer niet ijdel, vloek noch spot. Nu, hoge bomen vangen veel rook.

Wat me hier bezighoudt is nièt de opgeklopte commotie rond de aankoop van sigaren en het nuttigen van mosselen. Doe maar gerust.

(Laat nu en dan wel je cholesterol controleren bij Magdaleen. Geen Jumbo’s zonder frieten. Geen frieten zonder aderschade).

Wat me hier bezighoudt, is wat je tegen de verslaggever als commentaar geeft:

’Ik vind dat we in België een gevaarlijke weg inslaan’, zeg je. ‘We zijn goed bezig een hele bevolkingsgroep te stigmatiseren. In Nederland mogen we na de maaltijd tenminste nog een sigaartje opsteken zonder dat we als pestlijders worden aangekeken. Bij ons is elke redelijkheid stilaan zoek.’

Kijk, daar val ik nu van achterover zie. Dat jij, zo’n verstandige, gestudeerde, geletterde, erudiete, slimste mens zoiets zegt. En het Vijfde Gebod dan?

GE VERGEET HET VIJFDE GEBOD ! GE ZULT UZELVE NOCH EEN ANDER DODEN!

En wat lees je - in Hollandse koeien van letters - op de verpakking van je rookgerief?

ROKEN IS DODELIJK!

Wie is hier de kanunnik? Jij of ik? Je kent Deuteronium, het boek waarin Gods stenen tafelen worden toegelicht, veel beter dan ik. God laat niet met zich spotten. Ik citeer:

‘De Here is een verterend vuur. Een jaloerse god’.

Serge Gainsbourg heeft daar zo zijn eigen interpretatie aan gegeven:

‘Dieu est un fumeur de Havanne’.

Doch met zondige poëten kunnen wij, godvrezenden, hier geen rekening houden.

‘Als iemand een ander doodt, moet de dader sterven’.

Tja, André : Gods wil is gods wet. Dura lex, sed lex. Zo werkt dat nu eenmaal in het Rijk der Hemelen. Niet alleen doodt gij uzelf met uw sigaarkes, ge doodt ook een ander. Mijn gedacht riskeert ge nu twee keer dood te gaan. En bij Sint-Pieter ziet het er voor u ook al niet meer te goed uit. Ge kunt uw VIP-stekje daarboven op uwen buik schrijven, mijn gedacht.

Het punt is: gij moogt niet dood. Want ge moet nog jàren met ons mede. Wie gaat er anders…voelde ons komen? Juist. De jongste Fiertels is het ons, bedevaarders, echter opgevallen hoe ge uw megafoon steeds vaker op uw heupen laat hangen. In plaats van er op de onze mee te werken.

Voilà, nu kennen we dus de reden: Hollandse mosselen en sigaren. We bidden voor U, André. Moge de Here u de kracht geven om snel weer het rechte Fiertelpad te bewandelen. God zegene en beware u.

Omdat we onze naaste echter dienen te vergeven, zo zijn we gekweekt, zullen we mild zijn in de bestraffing van uw Hollandse zonden. Koopt gij u voor uw penitentie eens een dikke Romeo y Julietta: bij Bourlez in de Peperstraat.
Zo heeft de Ronsiese commerce er ook nog wat aan. Ik bel dan zelf wel naar fotograaf David Stockman van Het Nieuwsblad, ik ken hem. Zo kan Ronse zijn imago wat opkrikken. ‘Smoren middenin het groen.’

P. S. Weet ge trouwens dat die Havanna’s zo lekker zijn omdat ze gedraaid worden op de binnenkant van de dijen van Cubaanse schonen? Tja, geen rook zonder vuur. Die duivelse duivel kruipt hij overal in, jong. Hij zit in uw lijf zonder dat ge het weet.


Uw kuchende koorknaap.

01 februari 2007

VADER DAG













139. 'Aimez-vous les enfants?’. Toen ze zich kwam ‘presenteren’, was dat het eerste wat je vroeg. Zestig jaren zijn er overheen gegaan. Gulzig neem ik al haar verhalen in me op. Behoedzaam vertel ik haar over de brieven die ik je tegenwoordig schrijf.

Ze heeft me gewassen, gekleed, gevoed, gesust, getroost. Ze kent mijn onrust. Weet waar ik ze vandaan heb. Nooit heeft ze één letter van mijn geschrijf gelezen. Maar de film ‘et les pièces’ heeft ze gezien. ‘C’est très bien fait, mon garçon,' heeft ze toen gezegd. Mijn dierbaarste literaire beloning.

Als geen ander weet ze waar mijn radeloze pen me altijd weer heen drijft. Naar datgene wat ik nooit in romans noch theater gemikt krijg. Wat als verborgen verlangen in mij zit. Onvatbaar, onbeschrijflijk. Het Land van Ooit waar ik zijn wil. Asteroïde B612. Melipark. Waar iedereen gelukkig is. Vrolijk zoemend, als bijtjes in het land van melk en honig.

Jij papa: eindelijk meer dan de foto van die man in tweed. Met mama, meer dan de minzame dame in kasjmier, een en al glimlach aan je arm. Wij, vijven: ‘les enfants’. Grootvader met zijn memoires van Churchill en Bobonne, met haar afgezette benen er weer aan.

Madame De Blauwe, de inwonende ‘couturière’, eindelijk zonder angst om het lot van haar zoon in Coquilhatville. Esther, de betoverende brunette met haar machtig mooi handgemaakt smyrnatapijt dat ooit op een dag wel af zou zijn. Julienne, energiebom uit Leupegem, die de tapijtenklopper weggooit en de door haar vervloekte alom schijtende hond Yoekie knuffelt. Het eekhoorntje dat niet doodvriest in de volière, op mijn schouder nootjes komt knabbelen.

Albert, die me meeneemt op de schokbarak en in het spookhuis. Roger, die helemaal van Desselgem komt op zijn scooter, alleen maar om een glimp van Esther te zien. De vriendelijke reus Yvan die me stiekem met de Kapitän van mama de garage in leert rijden.

Al die mooie mensen die het huis poetsen en boenen en wassen. Die strijken, breien, vrijen. Die onkruid wieden, de gloriette fatsoeneren. Die naar Rex Gildo luisteren, Yvanofjes lezen, ‘Nous Deux’ en ‘Intimité’. Die heerlijk ruiken naar wat er in de potjes zit van Max Factor.

Al die vrolijke vrijers op Vespawielen. Die later hun stoere mannen zullen zijn. Die alles kunnen, alles durven. Konijnen stropen. Kiekens de strot omdraaien. Alsof ze Rizla Croix rollen. Die geutelingen bakken. Die barberinen van beulingen ontdoen. Die zeggen dat ik dan niet moet kijken, als ik er niet tegen kan. Weke jongen die ik ben.

Naar de hel met de stoïcijnen. Dat gisteren niet meetelt, morgen onzeker is, alleen vandaag betekenis heeft, het is alles hooguit een goed geformuleerde illusoire troost voor stoere Romeinen, in boeken van Tacitus.

Alles loopt integendeel door elkaar, altijd. Alles wat gisteren was, bepaalt mijn leven nu. Het komt opborrelen uit de diepste krochten van mijn herinnering. Het zit in de genen. Het staat gebeiteld in mijn onverbiddelijke DNA-code. Mijn verhaal staat geschreven. Wat ik er zelf aan toevoeg, hooguit wat gespartel van een vis die al lang gevangen is.

De hoop die ik vandaag koester op betere tijden vanaf morgen, redt mijn dag. Wat moet ik doen? Wat kan ik weten? Wat mag ik hopen? Het leven raakt Kant noch wal.

140. Mama lag ziek te bed toen ze haar voor het eerst ontmoette, in het huis naast de fabriek. Jij en mama wilden haar allebei meteen in dienst. Zij, het mooie lieve Walinnetje dat met de fiets vanuit Pottes was gekomen. Die me haar taal inlepelen zou. Net als de lekkerste bereidingen van de cordon bleu die ze worden zou. Alle oude recettes, gekregen van Maria Van Liefde.

Voor het eerst levert ze me haar voorgeschiedenis. Hoe ze net als ik haar papa nooit kennen mocht, wel een paar keren ontmoette. Waarom hij nooit met haar mama trouwen wou. Zakelijke belangen tegenover liefde en verlangen. Montagu’s en Capulets, in le plat pays du Hainaut qui est le sien.

Hoe fier ze was om als jong meisje elk snoepje af te slaan toen de net-niet-papa haar telkens weer opwachtte aan school. Hoe trots ze was de gekrenkte eer van haar mooie ongehuwde mama als kind overeind te houden met haar koppige weigeringen. Haar halfzusje die hooguit elf werd. Haar halfbroer die jong stikte in zijn astma. Zoveel waardigheid. Zoveel veerkracht in haar verhaal.

‘Aimez-vous les enfants?’ Ze heeft er zelf geen op de wereld gezet. Wij werden haar kinderen. Ons heeft ze àlles gegeven. Haar hele leven lang. Nu nog. Je hebt haar die ene vraag gesteld. Ze heeft er een leven van volkomen onvoorwaardelijke loyauteit tegenover geplaatst. En jij nu.

141. Wat is me dat voor foto waarmee je komt spoken uit je dodenrijk? ‘Lourdes départ pour Gavarnie.’ Tante Elvire herken ik onder haar te volumineuze pet. Ze zit achteraan. Zelfbewust. Gesterkt door de beschermende glimlach van de Heilige Maagd Maria.

Maar jij stopt je natuurlijk weg in de overvolle toeristenamfibie die er geen is. Wat moest je daar in Lourdes, in volle roaring twenties? Een lang leven afdwingen met gebeden ofzo? Niet had hard genoeg gebeden zeker, ouwe. Met je gedachten al teveel bij het meisje van de Waetsbrugge? Gavarnie, als proloog van je voyage au bout de la nuit. Ze heeft je daar goed liggen gehad, Bernadette Soubirous.

Te Lourdes op een foto
verscheen naast de grot
vol glans en vol luister
mijn papa mijn god.

‘Vader Dag’. Brievenroman. Copyright Stef Vancaeneghem.

31 januari 2007

DE BENIEUWDE RONSENAAR (74)



IMPORT
ZUID-OOST-AZIE
KELDERT PRODUCTIE





EENENVIJFTIG BANEN OP DE TOCHT BIJ UTEXBEL


HOGERE ENERGIEPRIJZEN, GRONDSTOFFENFACTUUR EN LOONKOST ALS HANDICAPS

JEAN-FRANçOIS GRIBOMONT :

'TOEKOMST HELE GROEP STAAT OP HET SPEL'


In de ringspinnerij van Utexbel staan 51 van de 130 jobs op de tocht. De vakbonden en de personeelsleden werden hierover gisteren op de hoogte gebracht door de directie.

Volgens afgevaardigd bestuurder Jean-François Gribomont werd het concurrentievermogen van de ringspinnerij Ronse de jongste jaren zwaar aangetast door de enorme stijging van de energieprijzen en van bepaalde grondstoffen.


Gribomont: ‘De spectaculaire groei van goedkope invoer vanuit Zuid-Oost Azië, als gevolg van de afschaffing van de importquota heeft een daling van het productievolume in Europa teweeggebracht.

Daardoor zijn de afzetmogelijkheden van onze ringspinnerij naar de buitenmarkt toe in belangrijke mate verminderd. De loonkostenhandicap, de druk op onze verkoopprijzen en de precaire situatie van bepaalde toeleveranciers, verplicht ons bedrijf om onze productiecapaciteit te herbekijken.’


Concurrentievermogen veilig stellen

De directie wil het productievolume in de ringspinnerij van Ronse in 2007 verminderen. Het gaat hier uitsluitend om de kortevezelspinnerij.

De productie van de open-end spinnerij van Ruien en van de wolspinnerij in Moeskroen blijven onveranderd.

Utexbel wil zich uitsluitend concentreren op garens bestemd voor technische applicaties of nichemarkten. Daardoor wordt de wekelijkse capaciteit van 40 op 15 ton teruggebracht.

Gribomont : ‘Deze maatregel is van essentieel belang voor de toekomst van de groep Utexbel. De loonkost bedraagt immers meer dan 30 percent van de totale productiekost.

Door de belangrijke vertikale integratie van deze productgroep, riskeren andere afdelingen in te boeten aan concurrentievermogen. Daardoor zouden we belangrijke contracten kunnen verliezen.’

‘Corporate social responsibility’

Om de belangen van het hele bedrijf veilig te stellen, wil Gribomont een herstructurering in de spinnerij te Ronse met collectief ontslag.

Gribomont: ‘We zijn ons als groep Utexbel terdege bewust van onze corporate social responsibility. We willen een duurzame en economisch verantwoorde oplossing met alle belanghebbende partijen.

We proberen een deel van de werkgelegenheid te vrijwaren. Dat kunnen we door bij vacatures in onze andere vestigingen voorrang te geven aan interne kandidaten van de spinnerij Ronse.'

Het maximaal voorziene aantal te ontslagen werknemers wordt geraamd op 51 arbeiders. De overlegprocedure met de ondernemingsraad is opgestart. De besprekingen met de vakbonden starten volgende week.

29 januari 2007

DE BENIEUWDE RONSENAAR (73)


‘SAMEN
VOOR
RONSE’
HET
WERKT
CD&V Ronse kaapte zaterdag tijdens de nationale CD&V nieuwjaarsreceptie in de oude vertrekhall in Zaventem de prijs weg van beste verkiezingscampagne 2006. Mèt de felicitaties van voorzitter Jo Van Deurzen en applaus van de 2500 aanwezigen.

Jo Cornelus (kersvers voorzitter Ronse) : ‘Dit is meteen een bekroning van een hele mooie campagne. De kers op de taart voor het vele werk van de campagneploeg bij het behalen van deze belangrijke verkiezingsoverwinning.'


'Meteen werd Ronse ook weer eens in de nationale kijker geplaatst. Bovendien een ideale gelegenheid om, door het aandringen van onze burgervader Luc Dupont (onze foto), de lokale pijnpunten bij de aanwezige CD&V ministers en kopstukken nogmaals in het daglicht te plaatsen. Er werd naar ons geluisterd.’

Maar apropos, 'Samen voor Ronse' op dat bord in de Glorieuxlaan was dat niet gewoon…
Tuupe vuir Ronse
moer in 't schu vloms?
Factuur volgt.. (grapje, André Bellinck, grapje).
Nu die mooie droom van Ronse voort waarmaken...

28 januari 2007

DE BENIEUWDE RONSENAAR (72)

Gedichten dag

De donderdag haal ik mijn brievenbus in twee keren leeg. Uw moet namelijk weten dat de brievenbussen van ons appartementenblok nogal aan de krappe kant zijn. Op andere dagen kan dat geen kwaad, maar op donderdag proppen ze daar dan van ’s morgens vroeg een hele hoop reklamen in. En als de echte facteur dan rondkomt krijgt die daar U officiële courrier niet meer bij. En dus zodoende… Uw denkt nu waarschijnlijk bij U eigen: waarom plakt die mens dan gewoon niet op zijn brievenbus dat hij geen publicitaire reklamen meer wenst te ontvangen? Welnu dat vertik ik! Ik ben namelijk van de mening dat het niet aan mij is, die van geen reklame moet weten, om mijn brievenbus met die lelijke groene of rode plakkers te ontsieren. Dat diegenen die de reklamen wel willen, zelf plakkers plakken! Het nadeel is natuurlijk dat ik met dat enorme pak papier opgescheept raak, waar ik mij om de maand aan de vuilkar vanaf moet maken. Maar waarom vertel ik Uw dat ook weer? Ach ja. Toen ik zodus ten tweede male mijn brievenbus kwam legen botste ik naar de gewoonte op Madame Tembuyse. “Mijnheer Pevenaege”, sprak zij mij aan, “weet Uw wel wat voor dag het is vandaag?” (Niettegenstaande wij mekaar tegenwoordig begroeten middels de gebruikelijke drie beezen spreken we ons noch wel aan met de beleefdheidsvormen). Ik antwoordde naar de waarheid dat het vandaag donderdag was. Of ik dan niet wist dat het vandaag “Gedichten dag” was? (Nu had ik daar wel vaag wat over gehoord op de televisie, maar de nieuwswaarde wordt bij mij grotendeels bepaald door het mogelijke effect ervan op het bedrag dat de verzorgings Staat maandelijks op mijn Post rekening laat storten) En dat zij vanavond naar de kleine Kerk wilde gaan alwaar de lokale voordracht kunstenaars een aantal schone gedichten zouden komen voor te dragen. En of ik niet mee ging? Nu moet ik eerlijk zeggen dat ik van gedichten niet veel aantrek heb. Mijn prille ervaring met gedichten dateren van mijn schooltijd bij Meester Fernand en andere. Allerlei moreel hoogstaande verzekens werden ons daar in kadans bijgebracht middels ritmisch gebonk van zijn ijzeren liniaal op zijn Pupiter. En indien Uw er uit viel, op U knokkels als het moest - tot Uw de laatste lettergreep van buiten uit U strot gewrongen kreeg! Maar dan kende Uw dat ook voor de restant van U dagen en zo kan ik Uw vandaag noch zonder één enkele hapering “Jantje en de Pruimen” opzeggen! Bijvoorbeeld! Voor mijn Plechtige Communie had ik dan noch van onze Moeder zaliger een “Poezie” cadeau gekregen. Ik weet niet of de jongere generatie daar noch mee bekend is. Dat was een boekske dat bedoeld was om aan U vrienden en familianten door te geven, die daar dan een schoon gedicht of een diepzinnige gedachte moesten in neer pennen. Onze Moeder zaliger koesterde de wens dat ik evenals zij van onze grote dichters zou gaan houden en zij had dan ook op de eerste bladzijde “Moederken” van Guido Gezelle over geschreven. Ik zelf heb dan het boekske verder proberen te slijten aan mijn kameraden, met als enige resultaat dat die mij op de duur begonnen te mijden. Ik heb het boekske dan ook wijselijk in de schuif van het nachtkastje gelegd en het is er nooit meer uit gekomen. En verder kom ik ’s winters in de donker niet graag meer buiten. Maar ik wens in de ogen van Madame Tembuyse toch ook niet door te gaan voor een complete Cultuur barbaar. Wij dus die avond op naar de kleine Kerk, arm in arm zoals nu onder ons de vaste geplogenheid is geworden. Het was van de begrafenis van mijn Germaine zaliger geleden dat ik daar noch eens binnen was geweest, zodat ik niet zeker wist of ik daar noch mijn weg zou weten. Want de Kerk is momenteel ook omgeven door een Canadeese bouwwerf, zoals Uw het weet. En die mannen leveren geen half werk! Het hele gebouw werd dus vakkundig in een korset van stellingen ingesnoerd, zodat de mogelijke toegangen nu ook noch verborgen zaten. Gelukkig had het Stad middels vuurpotten het parvis van de Kerk verlicht, en helemaal op het einde stond de voordeur van de Kerk aan. En ik moet zeggen, die mannen van de Gedichten dag hadden binnen ook niet stil gezeten. Alle stoelen waren uit het schip weggehaald waardoor de imposante ruimte beter tot haar recht kwam. Hierdoor moest ik terugdenken aan de vele discussies met mijn betreurde vriend Van Cauwenberghe Ernest. Nestie, die uit Principe met de Kerk in onmin leefde, liet nooit na te benadrukken hoe Kerken en Paleizen altijd waren gebouwd om de kleine man noch eens extra in te prenten wat zijn plaats in de maatschappij was. Waarop ik altijd repliceerde dat het toch maar die kleine man was die die indruk wekkende gebouwen had weten op te trekken in het zweet zijner voorhoofds. Was er een schoner monument voor de grootsheid van het menselijk vernuft te bedenken dan deze Kerken, zelfs al was dat niet de bedoeling geweest? En in het koor hadden ze over de verlichting rode sjaalekes gespannen, zodat de gewelven baadden in een mysterieuze rode gloed die mij deed denken aan de scene in de hel in het schone theaterstuk “De Paradijsvogels” van Gaston Martens. En toen gingen de andere lichten uit, en één enkele spot wees ons de richting waar de puikste Ronsische acteurs hun gedichten voorlazen, voorzien van een indrukwekkende casque met ingebouwde micro, die hun stem in de ruimte onder de gewelven als het ware ontdubbelde, wat de verstaanbaarheid niet altijd ten goede kwam, maar waarbij ik, als ik mijn ogen sloot, terug moest denken aan de machtige echo’s in de Zwitserse Alpen. Gelukkig hadden we een boekske meegekregen waar al die teksten instonden. En dat ligt hier nu voor mij en ik moet zeggen dat daar toch echt wel schone dingen in staan. Maar ook lelijke… Het was mij dan ook opgevallen dat een paar onder ’t voorlezen uit eerlijke schaamte op geheel professionele wijze hun papierke voor hun gezicht gehouden hadden, zodat zij met de inhoud van de tekst niet al te zeer zouden worden geassocieerd. Enfin, elk zijn smaak! Madame Tembuyse was in elk geval zeer onder de indruk en bij het buitengaan meende ik zelfs een traantje in haar ooghoeken te bemerken. Maar dat kan ook van de plotse vrieskou geweest zijn. Om ons terug op te warmen dronken we bij onze thuiskomst dan ook noch een Armagnacske, waarbij Madame Tembuyse met zoveel enthoesiasme de edele dichtkunst begon te roemen, dat ik mij onverwijld aan het werk heb gezet, in een poging de dagelijkse realiteit van de kleine commercant naar een literair niveau te tillen. En met goed gevolg! Zoals Uw hieronder kunt lezen!


Avond Mijmering

‘t Is goed U Kasboek na te kijken
Noch even voor het slapen gaan
U cijfers even vergelijken
En weten hoe U zaken staan.

Of Uw U omzet hebt doen stijgen,
U winst marge hebt opgekrikt,
Uw in U kosten noch niet stikt
En U balans weet rond te krijgen.

Vindt Uw geen fouten in U boeken?
U dagelijkse comptabiliteit?
Want de kleinste vergetelheid
Weet de belasting uit te zoeken!

En heeft Uw alles nagekeken
Is U geweten weer gesust?
Kruip dan maar warm onder U deken
Voor een verkwikkende nacht rust.

Pevenaege Omer

DE BENIEUWDE RONSENAAR (71)
















RONSE OP SCENE
VERSCHUIFT NAAR SEPTEMBER

NU AL ONMISBAAR
OP RONSESE KALENDER

INITIATIEFNEMER
PETER DHOOGE:

‘ER IS HIER ZOVEEL TEN GOEDE VERANDERD’.

‘De CD&V en SPA hebben in hun campagne geschreven dat projecten als Ronse Op Scène (ROS) meer steun moeten krijgen. Geen loze woorden . Burgemeester Dupont en zijn schepenen willen hier echt werk maken, zo blijkt nu. '

'Dit verheugt ons in de hoogste mate. Wij krijgen meer steun, zowel financieel als logistiek. Daardoor kunnen we verder professionaliseren.’

Dat zei Peter Dhooge (foto), de gedreven initiatiefnemer achter het zeer succesvolle doorgroei-evenement Ronse Op Scène, vandaag op de nieuwjaarreceptie van zijn prachtig straks vijfjarig ‘kindje’.

Ronse Opscène startte in 2003 zeer bescheiden met als hoofdact de lokale rockband Question, onder leiding van Peter Dhooge zelf. In 2004 volgde een schitterende driedaagse met opening van de hernieuwde Grote Markt en optredens van Urban Trad, The Kids en Tanja Dexters en Sandra Kim.

In 2005 was de hoofdact de Gentse band Biezebaaze. Vorig jaar zetten de Kreuners van Walter Grootaers onder massale belangstelling de markt in vuur en vlam. Dhooge’s initiatief is na amper vier edities niet meer weg te denken uit het rijke Ronsese uitgangsaanbod.

Peter Dhooge: ‘Inmiddels krijg ik zowat wekelijks vragen, zelfs van jonge groepen uit Antwerpen, Gent, Brussel, om te mogen optreden in Ronse. Wij hebben de jongste jaren vanzelfsprekend eerst voorrang gegeven aan Ronsisch talent.’

Horeca moet over de brug

Peter Dhooge:
‘Om dit evenement financieel gezond te houden, hebben we echter geld nodig. Elk jaar meer, gezien de snelgroei van het project. De vorige jaren kregen we van onze sponsors steeds een grote respons. De steun van die sponsors, van de stad Ronse via de Cultuurraad en onze centrale bar, houden ons recht.’

‘Het valt echter te betreuren dat vorig jaar sommige horeca-uitbaters gouden zaken deden terwijl hun steun onbeduidend was, en andere horecazaken, die ons wel financieel steunden niet de respons kregen waarop zij waarschijnlijk hoopten. Ik wil dit jaar zo’n pijnlijke aanvaringen vermijden en dring dus aan op een gesprek met de horeca.’

Dit jaar in september

Peter Dhooge: ‘Vorig jaar werden we door de organisatoren van het Belgisch kampioenschap Wielrennen aangesproken om ROS hetzelfde weekend te organiseren als het BK. Na rijp beraad met stadsbestuur, politie en veiligheidsdiensten hebben we beslist om dit niet te doen. '

ROS zal dus niet doorgaan, zoals gebruikelijk bij het begin van de zomervakantie eind juni - begin juli, maar verhuist naar 1 september 2007 als afsluiter van verschillende zomeractiviteiten die door de stad Ronse georganiseerd worden.


Stridje Stockman?

Als onvermoeibaar enthousiaste Ronsenaar stoort het Peter Dhooge steeds weer negatieve berichtgeving te lezen in de nationale pers als het over Ronse gaat.

Peter Dhooge: ‘En dàt terwijl hier zoveel te beleven valt en de jongste tijd zoveel ten goede is veranderd. Het is goed wonen in Ronse en er is hier een druk verenigingsleven. Zo is er nu behalve Ronse Op Scène zelf de mooiste kerstmarkt van Vlaanderen, Bruul for kids, de prachtige Gedichtendag, Culivlar, de Cultuurfabriek, naast onze traditionele Fiertel en onze bommelfeesten. '

'Wie beweert dat er in Ronse nooit iets te doen valt, die is duidelijk van slechte wil. Ik ben dan ook bijzonder tevreden te lezen in De Standaard dat de stad Ronse een bureau zal aanspreken die het imagoprobleem van onze stad zal pogen op te lossen. Wij werken er alvast graag aan mee om die negatieve tendens om te buigen.’

Ronse Op Scène is inmiddels een must op de Ronsese kalender. Nu al dik proficiat van De Benieuwde Ronsenaar met de straks vijfjarige.
En...benieuwd naar de topact. Robbie Williams? Bono? Rod Stewart? Van ons mag het gerust ook Stridje Stockman zijn...

DE NIEUWE RONSENAAR (70)

NOODKREET POLITIECOMMISSARIS ROLAND SCHIETTECATTE

EERSTE GROTE TEST VOOR POLITICI VAN RONSE

VER VOORBIJ VERSCHILLEN EN GESCHILLEN…

‘Het bestuur verwacht wel van de politie dat die het onthaal verbetert en meer respect heeft voor de privacy van de slachtoffers. Maar het bestuur stelt daar niets tegenover. Ik ben ervan overtuigd dat het hele korps beter zou functioneren in een aangepaste en verantwoorde infrastructuur. Ik vrees echter dat onze huidige werkomstandigheden en het ontbreken van concrete vooruitzichten zullen leiden tot frustraties en ontmoediging bij mijn medewerkers’.

Aldus de opmerkelijke noodkreet van politiechef Roland Schiettecatte, opgetekend door onze collega-verslaggever Fernand De Vos in de weekendeditie van Het Volk en Het Nieuwsblad.

Het ware zeer onverstandig zomaar voorbij te gaan aan dit krachtige signaal. Het alarm van de politiechef dient integendeel te worden ingeschat als eerste grote test voor àlle nieuwe gekozenen van de Ronse. Of ze nu deel uitmaken van de beleidsmeerderheid dan wel zetelen op de oppositiebanken.

Politiechef Roland Schiettecatte vreest dat het korps nog jaren kunst- en vliegwerk voor de boeg heeft om de burger een aanvaardbare service te blijven verzorgen. Burgemeester Luc Dupont van zijn kant hoopt dat de Raad van State het politiedossier, al jaren een pijnpunt, spoedig onder de hand neemt.

Luc Dupont: ‘Elke oplossing die we de voorbije jaren naar voor schoven, werd door de oppositie geblokkeerd. Er lopen intussen drie procedures bij de Raad van State. We gaan echter gewoon verder zoeken verder naar creatieve oplossingen.'

Constructieve oppositie

Zowel oppositiekopstukken Rudi Boudringhien (GBIC) als Patrick De Dobbeleer (VLD) hebben in hun verkiezingstoespraken al aangegeven dat ze uit zijn op constructief oppositiewerk. Er is geen reden om aan hun positieve instelling te twijfelen. Dat ze er onderling nog niet uitkomen samen te werken, is een ander verhaal en valt in het licht van de bikkelharde verkiezingscampagne te begrijpen. Maar samen voor Ronse is en blijft het ideaal van elke Ronsese gekozene.

Het wordt vooral uitkijken naar oppositieleider Erik Tack . In oktober zette hij 2500 voorkeurstemmen achter zijn naam, een stuk meer dan zowel burgemeester Dupont als eerste schepen Deriemaker.

Als oppositieleider wordt Tack dus gedragen door één vierde van het hele Ronsese kiezerskorps. Het betekent een grote verantwoordelijkheid. De Ronsese malaise waarvan Tack duidelijk de katalysator is, kan hij kwijt door een steriele obstructiepolitiek. Het is als oppositieleider zijn volste recht en taak te wijzen op dingen die voor verbetering vatbaar zijn in het bestuur. Het is echter evenzeer zijn plicht om Ronse ook als oppositieman mee vooruit te helpen. Dat kan dan echter alleen met een constructieve houding waarbij hij pragmatisch in elke dossier telkens weer de beste oplossing voor alle Ronsenaars steunt. Aan hem de keuze.

Keerpunt in de Ronsese politiek

De tijd is meer dan rijp om te gaan voor de tweede positieve optie. De Ronsenaars weten onderhand wel waar het fout gaat. Kritische lezers van deze blog blijven er ons op tijd en stond in hun comments aan herinneren.

Het is nu tijd voor constructie en positivisme. Indien Erik Tack als vertolker van het ongenoegen deze stad mee vooruit wil helpen, dan is nu voor hem hét moment gekomen waarop hij samen met de andere gekozen kiest voor de echte haalbare oplossingen.

In die zin kan de noodkreet van de politiecommissaris een keerpunt worden in de Ronsese politiek. Politiechef Schiettecatte zegt immers objectief en onbevangen vanuit zijn dagdagelijkse praktijk wat er mis gaat.

Het moet een absolute beleidsprioriteit zijn om wat aan die politie-infrastructuur te doen. Al de rest is nu praat voor de vaak. Hier zijn obstructiespelletjes en procedureslagen uit den boze. Dit gaat immers om het algemeen belang van de Ronsenaar.

Tuupe vuir Roonse

Dat er in Ronse een nieuwe wind waait, daar kan niemand nog aan twijfelen. Bij de aanvang van dit nieuwe bestuur krijgt Erik Tack de kans om zijn vele kiezers mee in dat nieuwe elan te krijgen en te bewijzen wat hij volhoudt: dat hij het inderdaad goed meent met alle Ronsenaars inbegrepen de allochtonen.

Een constructieve gezamenlijke zoektocht naar een snelle oplossing voor het deerlijk uit de hand gelopen politiedossier wordt een eerste test in die zin.

We geloven dat Ronse de eerstvolgende jaren met De Nieuwe Leie, de Kloef, een nieuwe politiekazerne, de renovatie van het Vrije en zoveel andere mooie plannen binnen de tien jaar een totaal andere stad zal zijn waarop we als Ronsenaars meer nog dan vandaag fier zullen kunnen zijn.

We moeten het alleen hard willen. Ver voorbij onze onderlinge verschillen en geschillen. Tuupe.