01 april 2011

TUUPE VUIR RONSE











WELKOM RONDE IN RONSE!

31 maart 2011

DANSEND OP DE PUNT VAN MIJN PEN

HET HUIS DES HEREN

Ik rij door de straat waar mijn vader garen spon. Aan de gevel hangt een schreeuwlelijke lichtgevende reclame: ‘Huis des Heren’. Een of andere kerk. Je kan ze googlen. Ik klik er binnen. Er is wat godsvolk in de winkel. Er blijkt iets herdacht te worden. De Heer dient bij deze te worden gedankt. Ik zie volgelingen bidden tot hun vader in het huis van de mijne. Anders dan mijn verwekker deed met zijn oncontroleerbare familiale aandeelhouders, slaan ze de handen in mekaar. Hopelijk blijft hun kerkfabriek daardoor iets langer overeind. Is het door dat groepsgevoel beter bestand tegen concurrentie uit pakweg Salt Lake City.

Op dezelfde plek waar mijn vader via nummer 128 wol boekte met zijn telefoon van bakeliet bidden zij tot god. Het Huis des Heren. Ik wou dat het waar was. Ik wou dat de heer des huizes, mijn vader dus, me voor één keer opwachten zou. Ik er door hem en met hem zingen kon: mijn herder zijt gij oh mijn heer aan niets ontbreekt het mij ik vrees nu geen gevaren meer want gij staat m'altijd bij! Neen dus. Het Huis des Heren is het Huis der Geesten. Was dit al geen mooie titel van Isabel Allende, ik zou hem pikken. In al zijn goedertierenheid heeft de Heer van het Huis zichzelve als Almachtige Vader in dat van de mijne genesteld. Nog voor ik goed en wel het daglicht aanschouwen kon heeft Hij, De Oneindig Goede, mijn eigen verwekker laten verdwijnen in het zwarte gat van zijn barmhartigheid.

Luister een keer hier, indringer in het huis van mijn vader. Ofwel ben je allemachtig en oneindig goed. En dan doe je een paar dingen niet. Bijvoorbeeld eerst een ovenverse baby in je eigen schepping mixen, dan diens verwekker doen doodvallen. Je enige zoon aan een kruis laten nagelen ter vergiffenis van de zonden van je eigenste zondige schepselen. Met één welgemikte aardbeving alle kathedralen van Lissabon vernietigen. Een tsunami over de wereldzeeën laten razen recht richting radioactieve rommel uit je eigen beste der werelden, zoals Leibniz die voor jou benoemde. Er werkeloos op toezien hoe zes miljoen kinderen van je eigen godsvolk in de Holocaust weg branden.

Ofwel laat je dit alles gebeuren, je daarbij weg stoppend achter de vermeende vrije wil van je zogenaamde schepping. In dat geval ben je een onmens van een god die niet alleen al deze gruwelen mogelijk maakt, maar ze ook zomaar laat gebeuren. Of je kan en je wil niet ingrijpen. Of je wil dat wel, maar je kan het niet. In beide gevallen hef je jezelf op als god. De zin van het zijn, het spel van tijd en ruimte, de schoonheid van de zonsopgang, de magie van liefde zie en voel ik bij dit alles dan verder zelf wel, van god los. Een beetje Spinoza is daarbij altijd mooi meegenomen. Het mooie plan via de rede puzzelstuk na puzzelstuk doorgronden. Ma non troppo, step by step. Want alleen maar rede zonder verwondering is als een nacht zonder sterren. Wat ertussen ligt, is het onderweg zijn. Verbazing om wiskundige modellen, verrukking om de wonderen die deze wereld nog niet uit zijn. Ver van je Huis van de Grote Leegte.

DANSEND OP DE PUNT VAN MIJN PEN.
Copyright Stef Vancaeneghem.

29 maart 2011

TUUPE VUIR RONSE

Vlaams minister van Verkeer Hilde Crevits zegt dat de N60 rond Ronse vanaf 2014 wordt aangepakt. Het milieu-effectenrapport is in juni klaar. Volgend jaar worden alle procedures opgestart ter voorbereiding van de werken. Eerst kiest de Vlaamse regering uit drie varianten op zes verschillende tracés. Volgens burgemeester Luc Dupont is de doorsteek van de N60 en de navenante ontsluiting van Ronse van levensbelang voor de economische groei en dus de welvaart van alle Ronsenaars.

Vrijdag wordt de NV Textiel Innovatiecentrum opgericht. De partners zijn de universiteit van Gent, de Oost-Vlaamse Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij en de bedrijven Utexbel, Bonar, Devan Chemicals, Desso, Sioen, Associated Weavers, Alsico en BNP Paribas Fortis. De totale investering van TIO3 en TIC wordt geschat op 7,5 miljoen. Daarvan komt 300.000 euro uit het bedrijfsleven.

Een verzoening tussen de Ronsese liberalen met het oog op de verkiezingen van volgend jaar zit er niet in. Rudi Boudringhien laat weten dat hij met zijn Gemeentebelangen apart doorgaat. De mislukte poging achter de schermen om een spilfiguur bij GBIC (naar verluidt met de belofte van een vet mandaat) weg te halen van bij Boudringhien is er teveel aan gebleken. Er is dus geen weg terug. De liberalen van Ronse gaan andermaal in onderlinge twist naar de verkiezingen. Boudringhien gaat met zijn mensen ronduit voor het bestuur van Ronse.

Luc Vandenabeele van Ronse Koerst blijft maar scoren voor Ronse op de nationale en internationale wielerkalender. Na een geslaagd Belgisch Kampioenschap, de Eneco Tour en Nokere Koers als start op de markt wordt de schitterende organisatie van de GP Mario De Clercq (‘bauvenop den Huutond’) nu ook opgenomen in de Gazet Van Antwerpen Trofee. Daardoor komt op 6 november de complete top van het veldrijden naar Ronse afzakken. Er worden 10.000 toeschouwers verwacht. Behalve de wedstrijd van de eliterenners staan immers ook nog de veldritten voor beloften en nieuwelingen op het programma. Vermits op 1 november ook al de Koppenbergcross wordt gereden is het nu al uitkijken naar de zogeheten ‘Slag om de Vlaamse Ardennen’.

Ondertussen blijft Ronse duimen voor de aankomst van de Ronde van Vlaanderen in Ronse vanaf volgend jaar. Zondag wachten de twee toprivalen Fabian Cancellara (winnaar E3 Prijs vorige zaterdag), en Tom Boonen (winnaar Gent-Wevelgem vorige zondag) alvast een erehaag van groene en andere shirts op de grote markt van Wielerstad Ronse. Ien Ronse ees dat iet.

28 maart 2011

RONSIES RARITEITENBOEK (47)

VIEZE FRUUTE

Mijn lieve nicht Nénetje belt me met de vraag of ik Hortense, onze grootmoeder in huis wil. Bij mijn weten, opper ik respectueus is 'Mareenekie van de Stienbreuge' (zo staat ze bekend in de familiale mythen en sagen) al lang de weg van alle vlees gegaan vermits geboren bauvenop de Koeremont in 1874 en aldaar zachtjes in de Heer ontslapen in 1949. 'Blijven we haar gedenken als stille eenvoudige moeder met een onwrikbaar godsvertrouwen dat haar steunde om de tegenheden van ’t leven beslist te boven te gaan. Haar gezin was haar heiligdom. Goedheid paarde zij met sterkte. Zij diende in liefde. Zij leidde in kracht en...'

Nénetje luistert al niet meer naar de laudatio die ik aflees van het doodzentsjen. Ze wil Hortense kwijt en liefst zo rap mogelijk. Ze zegt het niet met zovele woorden. Daarvoor is ze veel te welopgevoed en aimabel. Mais elle ne peut plus la voir en peinture. Want om het schilderij van Hortense is het haar te doen. Iemand van de familie blijkt ooit, in tijden van ijdelheid en geldelijke glorie, het idee te hebben gehad Hortense te vereeuwigen op doek als dame van stand met boord van kant.

Laat maar komen zeg ik, we zien wel. Ik ben het al gewoon bevorderd te worden tot familiale archivaris. Oude paperassen. Notariële akten. Brieven. De horloge van bompa. 'Les Croquis Argentins' van nonkel. Gedichten en geschriften. Oude veten op papier. Afrekeningen post mortem. Het komt allemaal bij l’écrivain de la famille terecht. Als vermeend schrijfmateriaal allicht. Ik bel naar mijn zus. Of zij Hortense misschien in huis wil? Zij heeft haar nog negen prille levensjaren gekend. Misschien dat het haar wat doet om haar nu vereeuwigd terug te zien, in lichte pasteltinten met veel zwart en al te droevig grijs.

Mareenekie? Van de Stienbreuge?
Ze kekteget ôltuus wried vies noer mij.

(Mijn zus zegt noer mij in het Ronsies en niet: noer moa. Ze praat dus beschaafd Ronsies van bauven de Kruissies. Ze zegt ook: ien Nuikerke. En niet: ien Noakierke.)

Mareenekie zeegde?
‘k Waas der bened vaan.
Nie merci, Stefke.
Muigt ze zuive heen zeu.

Ainsi soit-il. Schuune cadeau. Misschien kan ik er een van de achterkleinkinderen van Hortense mee plezieren. Als stuk antiek, in een of andere dode hoek. Voor de vijfde generatie van haar vrome nazaten. Tot ik Hortense ga ophalen bij Nénetje en haar aldus voor het eerst zelf onder ogen krijg. Mareenekie van de Stienbreuge als olie op doek was me tot dusver onbekend. Ook op familiale reunies voor de ceremonie der nieuwjaarsbrieven kregen we ze niet te zien. Heel confronterende ervaring.

Doux Jésus Marie Joseph, verzucht ik.

(Mijn nicht Nénetje maakt deel uit van de Section Française van de familie. Bijna zeg ik quelle horreur maar ik hou me voor deze ene keer aan de convenances).

Eh oui, lacht ze. In haar vuist vermoed ik.
Qu’est-ce que tu veux, mon cher Stéphane?
En ces temps là, ça se faisait. C'était l'usage.

Sorry, bijna heiligverklaarde oma. Ik wil hier helemaal niet natrappen ofzo. Ik heb je zelf nooit gekend, wat zou ik dus. Ne pas cracher dans la soupe une fois. Doch dit is er wel heel zwaar over. Azuu 'n fruute daade goa trekt op dienen tableau! Ofwel had Frans De Tollenaere, de kunstenaar van dienst (‘Il jouissait d’une grande renommée à l’époque’) nog een persoonlijke rekening te vereffenen met mijn toen al postume grootvader. Misschien was hij ooit wel zijn rivaal in de liefde. Ofwel klopt er iets niet aan de laudatio op het doodsprentje van Mareenekie van de Stienbreuge. Want naar het penseel van Frans De Tollenaere oogt Hortense allesbehalve minzaam. Welintegendeel. Ze trekt wat wij Ronsenaars omschrijven als ’n wried vieze fruute. Op haar gezicht staat al het Danteske zondebesef bijeen geschilderd, in twee diepe mondhoeken.

Voor de kenners van de finesses van 't Ronsies: 'n wried vieze fruute is nog wat anders dan ’n wried vieze taute oof ’n wried lielek waizen, oof ’n moale tot op de grond. Bij wijze van zelfkastijding heb ik Hortense dan maar in mijn schrijfkamer gepoot. Pal naast mijn scherm. Ze kijkt me van daar aan met haar priemende hakende kantklossende blik. Zo van:

GIJ GODDELOZE NAZAAT!
MET UW BLASFEMISCHE GESCHRIFTEN ALTIJD!
IK KEER MIJ OM IN MIJN GRAF!
SHAME AND SCANDAL IN THE FAMILY!
DENK AAN UW UITERSTEN!

(Ik doe tegenwoordig niks anders dan aan mijn uitersten denken met dat zalig lentezonnetje door de bottende berken en de schaamteloos bekkende tortelduiven op de afgeslankte treurwilg).

Mareenekie van de Stienbreuge. Ze hypnotiseert me, vanuit haar vergulde lijst. Ze verlamt me met haar vieze fruute. Als ik mijn eigen wezen bekijk in de spiegel weet ik het nu zeker, ze zit me in de genen tot in mijn eigen fruute. Ik oefen nog wel wat in het lachen, maar het zijn achterhoedegevechten. De vormgeving van mijn wezen is door haar gevormd en gegeven. Lang voor mijn geboorte heeft ze de plooien ervan getrokken en gelegd. Ik probeer nu nog wel wat lenteblij tutti frutti op mijn muilschuiverken te blazen met bolle wangen enzo. Het is allemaal geen avance. Alles valt meteen weer neder in de diepe groeven van haar godsvrucht. Hortense is mijn eigen dagelijks godsgericht, mijn picture of Dorian Gray. ’n Strenge godvrezende fruute is haar nalatenschap. Je kiest je ancêtres niet. Vanuit de diepten van haar gestrenge ellende hierbij van pure schaamte om zoveel verdoemenis dan maar een portret van Ernstine Van Nassau, barones van Ronse. Haar wezen kan er nog mee door vind ik. Best vrolijk vergeleken bij de vieze fruute van Mareenekie van de Stienbreuge die ik u vanuit mededogen bespaar.

RONSIES RARITEITENBOEK
Handleiding voor Ronse.
Copyright Stef Vancaeneghem.