11 mei 2007

VADER DAG


164. Je verplettert me met je boeken. Nagelaten eruditie? Ik heb je wel door. Je probeert me gewoon postuum mee te sleuren in je sektarisch luiletterland. Van de Nagelaten Geschriften door Jean Meslier vind ik bijvoorbeeld geen spoor. Die horen zo te zien niet thuis in je bibliotheek van weldenkende conservatieve kaloot.

Of heb je ze, als een gewiekst Sadduceeër, weggestopt achter de wanden van je boekenkast? Zoals de vergeten verdoken goudstaven die de familie door de oorlog heen moesten helpen maar die pas in de sixties weer opdoken en als een hemels manna voor mama uit de muur kwamen gevallen bij een of andere verbouwing?

(‘Uit de muur eten’ had in onze familie al een betekenis lang voor het in Nederland een gezegde werd voor een haastige hap uit de automaat).

Jean Meslier, die veertig jaar lang overdag braafjes de pastoor van Etrépigny speelde. Die echter, als de meid die hij graag vleselijk verwende weer naar huis was, de hele santeboetiek nacht na nacht geduldig onderuit haalde in zijn ‘Mémoires et Pensées.’

‘Où l’on voit des Démonstrations claires et évidentes de la Vanité et de la Fausseté de toutes les Divinités et de toutes les Religions du Monde pour être adressé à ses Paroissiens après sa mort et pour leur servir de Témoignage de Vérité à eux et à tous ses Semblables. In testimoniis illis et gentibus.’

Le bon curé Meslier. Als een tijdbom in het door de kathedraal van Compostella zwevende wierookvat dondert hij met zijn memories neer op de almachtige zelfgenoegzame apostolische kerk die lijden roemt en genot verdoemt.

‘Trouvant le bien dans le mal et le mal dans le bien’.

165. Ben je geschokt dat ik hier als je nazaat uitpak met zeventiende eeuwse apostaten en regenaten als Jean Meslier? Ha bon.

Geschokt ben ik vooral door de bewaarschoolzuster die me avec le sourire uitlegt dat Onze Lieven Heerken je zo gaarne ziet dat hij niet meer wachten kon en je al ten hemel heeft opgenomen om er aan zijn rechterhand over mij te waken. Liever dan dat je me gewoon één keer na vieren van de Patronageschool komt afhalen, zoals alle normale vaders doen.

Geschokt ben ik van dat immer uitgestelde weerzien dat me als een wortel voor een ezel wordt voorgehouden. Als ik ondertussen maar braaf mijn smikkel hou. Maar je komt niet. Je komt nooit. Noch op Kerstdag met de kerstman, noch op Pasen met de klokken.

Geschokt ben ik van de retraitepater die eerst veinst dat ik gerust ongeremd alle geloofsvragen stellen mag die ik maar wil en die mij er dan als een Vervloekte Zondaar uit smijt omdat ik hem verzoek me dat van die Onbevlekte Ontvangenis eens goed uit te leggen. Doch zijn dogma is te nemen of te laten. Als ik dat niet doe, zal ik met mijn koppige kop tegen de slotmuren lopen.

Geschokt ben ik om de plaatsvervanger van jouw god op aarde die zichzelf door de ouwe knarren om hem heen heel onbescheiden onfeilbaar laat verklaren. Die de andere kant van de Holocaust opkijkt. Die doet of zijn neus stigmata bloedt.

Geschokt ben ik om al dat eeuwenlang gefnuikt intellect. Van Copernicus, Galilei, Newton, Giordano Bruno, Descartes, Spinoza, Darwin. Om al die brandstapels. Om de ‘Heilige Inquisitie’. Om alle goden die mensen bedenken om er elkaar mee af te slachten.

Tja, ouwe geschokt. En je bent er helaas niet om me een stevige draai om de oren te geven om zoveel ‘heiligschennis’. Maar ik ben er gerust in: je waakt over mij in je hemel. Kaartje leggen bij god.

Zal ik ondertussen alvast proberen gewoon maar een mens te zijn onder de mensen? Zal ik proberen al die onzin, al die kwade trouw te overstijgen met de anderen van goede wil? De anderen die geen dogma’s moeten om gelukkig te zijn? Die in ‘gods wondere natuur’ geen ademtocht zien. Integendeel een wrede, niets ontziende, blinde tsunami. Een bloeddorstige survival of the fittest.

Al teveel bloed in naam van je hemel. Was beter bij me gebleven. Konden we samen naar Disneyland. Geloven in échte sprookjes.

166.Maar Gezelle Gwiedo, die las je natuurlijk dus wel. Mét bronzen borstbeeld erbij. In één van je Moleskineschriftjes bestudeer ik je wat beverig handschrift,in verbleekte blauwe inkt. Nog net geen palimpsest.

Hoort hoe die twee waterleikes,
Vluchtig vlietende onder ’t gers,
Over zand en over keikes
Nooit van loopen ’n zijn te wers:
Hobbel-, dobbel-, drets-, en drevelend,
Krinkele, winkele weg, al krevelend,
Nu alhier en aldaar,
Loopen ze,…ai ‘k en weet niet waar.

Nauwelijks eerst een duimke diepe,
Nieuw geboren onder ’t zand,
Worden z’haast een zilver striepken
Half zoo breed als heel mijn hand:
Rimpel-,dimpel-, donkel-, dansend,
Uit ende in malkaar gekranseld,
Nu alhier en dan aldaar,
Loopen ze,…ai ‘k weet niet waar.


Sterk van je vind ik hoe je zorgvuldig al die leestekens optekent. Straffer alvast dan al je triviale Patagonische krabbels over het scheren van schapen en het schuren van je geschapenheid.

Dwers drets en drevelend
Rimpel dimpel dansend
Uit je bescheiden ende
in malkaar geflanseld
Schrijvend schrijdend
Nu alhier en aldaar
Loop ik en ai
‘k en weet niet waar.


Hou je haaks daar in je hemel! Zal ik hier ondertussen wel op de winkelhaak passen. Grapje, ouwe. Nee ik ben geen logebroeder. Ik ga als genetische kaloot niet wegterten uit je fabeltjesland om me dan wat te gaan bezighouden in het atelier van de broeders en hun Grote Architect. Ni Dieu, ni Grand Maître. Alleen je groene Pelikan. En in mijn genen wie weet al je schrijfgenoegen.

Vluchtig vlietend
over blaadjes,
hobbel dobbel
drets en drevelend
met een zilver striepken
naar je toe schrijvend
ai ‘k en weet niet waar.


Ik hou van je, ouwe kaloot. Misschien breng ik je wel weer tot leven. Haal ik je voortijdig hier bij mij in het Aards Paradijs. Voor wat hoort wat. Jouw god is begonnen.

‘Vader Dag’. Brievenroman. Copyright Stef Vancaeneghem.

10 mei 2007

DE BENIEUWDE RONSENAAR (128)







GENIETEN MIDDENIN HET…GEZOND VERSTAND

Stukje Delfossestraat wordt officiële wandelweg


Vanaf zaterdag kunnen wandelaars weer door de Auguste Delfossestraat, een doorgangsweg die sinds mensenheugenis de Dammekensstraat verbindt met de Beekstraat.
Triomf van het gezond verstand op het eigen belang en een symbolische stap naar de groene Renaixance zoals aangekondigd met het Strategisch Plan...


Op 1 april hadden twee omwonende landeigenaars de voetweg afgesloten omdat die enerzijds niet in de atlas van buurtwegen was opgenomen en ze anderzijds niet zelf wilden blijven ophoesten voor het onderhoud van deze van oudsher publieke doorgangsweg voor wandelaars en fietsers.

Dit prompte afsluiten zonder overleg stuitte toen evenwel op fel protest van zowel het Milieufront als van wandelverenigingen (zie De Benieuwde Ronsenaar 118 en onze aanklacht: ‘Genieten middenin het groen of de chaos?’).

Het algemeen belang haalt het nu toch op het eigenbelang. Tussen het stadsbestuur en de betrokken omwonenden kwam het immers tot een billijke overeenkomst. Hierbij staan de twee laatstgenoemden vrijwillig elk een stukje van hun eigendom af.

Dat gezamenlijk strookje wordt via erfdienstbaarheid officieel een wandelpad. In ruil draagt de stad de kosten voor het opmeten van de eigendommen, het verwijderen van hagen en afsluitingen, de heraanleg en het verdere onderhoud van de voortaan officiële voetweg.

Fietsers zullen dan gewoon via knooppunt 34 een (even mooi) ommetje kunnen maken via route 28, wat verderop langs Beekstraat en Dammekensstraat.

De definitieve ontsluiting van deze – onooglijke- wandelweg is symbolisch voor de nieuwe richting die de stad Ronse uit wil om de Ronsese binnenstad met zogeheten groene vingers aan te sluiten op het omliggend groen, in dit geval van aan de Beekkant tot Muziekbos. Voor eenieder een mooie oplossing.

Tuupe vuir Ronse.

09 mei 2007

STERRENKIJKER

11.

Met de achttienjarige Leopold Snoeck ( achttien in mei ’68), wordt in ‘Een en al begeerte’ de zoektocht naar het volle bestaan voortgezet dat vijf jaar eerder door de dertienjarige Dees Hofstadt was ingezet in ‘Zonde van Nini’.

Waar de kleine Dees nog braafjes twijfelde aan de zekerheden die hem van huize uit en op het katholieke college werden voorgekauwd, loopt Leopold al helemaal verloren tussen de etherische illusies omtrent een transcendente god en de existentiële vraagtekens achter zijn adolescentenbestaan.

Een en al begeerte naar het volle leven, naar het onbereikbare meisje, naar onverbrekelijke vriendschap.

‘De manier waarop de auteur via zijn alter ego Leopold Snoeck terugblikt op zijn adolescententijd, is ingekleurd door een mild gevoel van humor dat hem toelaat afstand te nemen’, schrijft Jooris Van Hulle in De Standaard der Letteren.

‘Heel handig heeft hij daarbij het cliché van de tijd na ’68 vermeden. Geen gezeur over de vervlogen droom, maar een indringend beeld van een groepje vrienden-adolescenten die in het ‘wonderjaer’ het leven met vallen en opstaan ontdekken. Tegen de wanhopige vragen, tegen de pijn van het zijn (er wordt nogal wat geflirt met de modieuze filosofietjes uit die tijd) stelt hij de onbevangenheid, de argeloosheid waarmee tegen het leven wordt aangekeken. Humor die oplicht aan de andere kant van de somberheid. ‘

‘Een en al begeerte is een boegbeeld van de hedendaagse literatuur’ voegt Luk De Waele er aan toe in ‘De Vrijzinnige Lezer.’

‘Méér van dit soort werk en we zijn weer een regio die iets te zeggen en te schrijven heeft. Het werk is ideaal om te verfilmen. De auteur is een te volgen schrijver.’

Een schrijvend mens zou van minder onrustig worden. Voor Orphale Crucke, toenmalig burgemeester van mijn stad Ronse, was ik bij diens voorstelling van ‘Bal Masqué’ bovenop de Kwaremont sowieso al ‘un cas à suivre’.

‘Je vraagt je af waar zijn geheim ligt’, schrijft Jeanne Seuten in Lektuurgids. ‘Een zeer goed geheugen? Nota’s over de voorbije tijd? Het ophalen van herinneringen met vrienden?’

Niks van dit alles. En ook nog geen Yahoo noch Google, om her en der gauw wat op te zoeken. Evenmin Radio Nostalgie. Wel het bitterzoete gevoel dat het nooit meer wordt zoals het was.

Zo vertel ik het mijn schrijfbroer en soulmate Geert De Smijtere in ‘De wereld volgens Snoeck’, het paginavullend verhaal dat hij over ‘Een en al begeerte’ maakt voor het weekblad Plus.

De dingen terugplaatsen in hun poëzie. Het besef dat de moeilijke jaren nu wel nooit meer overgaan. Dat het leven voor goed in je vel heeft gesneden. De vrienden zijn weg of dood. Wat rest, is het besef dat ze voor altijd voortleven in je hart. Zoals ze toen waren.

Snoeck heeft zijn vader nooit kunnen vragen waarom het leven zo ingewikkeld is. Hij zal zelf moeten zien wat hij ervan bakt. En aldus gaandeweg betrokken geraken bij het leven van de anderen, op zijn zoektocht naar het Onbereikbare Meisje.

‘Een ongelukkige jeugd is een goudmijn voor een schrijver’, pent Mark Vlaeminck over ‘Een en al begeerte’ in Het Nieuwsblad.

‘Snoeck heeft beslist géén ongelukkige jeugd. Toch vindt de auteur in de gevoelens en de omgeving van zijn personage een goudmijn. Dat komt omdat hij op de juiste manier naar de dingen en de gebeurtenissen omziet. In zijn puberteit en tijdens zijn adolescentie heeft Leopold Snoeck niets meer en niets minder beleefd dan wat tienduizenden Vlamingen in ’68 meemaakten. Maar de auteur pikt uit dat verleden precies die details die typerend zijn voor de manier waarop jongens van goeden huize in de tijd in Vlaanderen leefden. En hij schrijft het met humor.’

Het zoveelste boek over verdwenen idealen of een met bitterheid doordrenkte ‘recherche du temps perdu’ is ‘Een en al begeerte’ daarom nog niet, vindt Luc Lannoy in Gazet Van Antwerpen.

‘Een bijzondere literaire pretentie heeft deze roman niet. Een verhaaltje zonder meer is het boek evenmin. Zijn sterkste kant is de ongecompliceerdheid waarmee de adolescentie wordt benaderd. Dat resulteert in aangename lectuur en een niet onaardig boek dat de lezer bovendien luchtig stemt.’

Niet zo voor de anonieme recensent van Het Belang van Limburg.

‘De roman is een waarschuwende spiegel voor de achttienjarige snelheidsduivels van vandaag’.

Tja, de fictie zal de waarheid nog verder onderuit halen wanneer een lezeres me op de markt van Ronse doodernstig komt troosten. Dat ze het niet wist van die prothese. Dat ze er danig van geschrokken is. En hoe erg ze het toch vindt dat ik met dat kunstbeen door het leven moet…

‘Een ruig boek’ schrijft Dries Thys in Keesings Reflector.

Een boek als een… blog aan je kunstbeen. Jaren later, op een reunië van de retorica, zullen de schoolmaats me tegen de wanden van de feestzaal confronteren met de flarden van mijn begeerte. Het gekke is dat we met zijn allen ongeveer geworden zijn wat Snoeck, Ketels, Blomme, Bellinck en de anderen vooral niet worden wilden. Op die ene kameraad na, die de eer aan zichzelf hield. Er zijn dingen die je nooit had willen schrijven.

‘Snoeck en zijn companen verwachten tegelijkertijd niets en heel veel van het leven. Ze doen zich stoer voor, maar gaan innerlijk ten onder aan existentiële onzekerheid en faalangst,' zo analyseert Koen Vermeiren in 'Kunst & Kultuur.'

‘Snoeck zelf is een zoekende die niet weet wat hij zoekt, zodat hij hopeloos verward raakt in zijn eigen gevoelens. De auteur slaagt erin de mentaliteit en gemoedsgesteldheid van een losgeslagen groep jongeren gestalte te geven. Hij werpt tijdloze vragen op: die naar de inviduele verantwoordelijkheid van de jonge opgroeiende mens, in zijn verzet tegen bestaande waarden en normen.’

Mooier had ik het niet willen gelezen hebben.

‘Op elke bladzijde grijpt het echte lillende leven je naar de keel. Dit boek lijkt op een ademenbenemende film. Soms zie ik gewoon James Dean voor me in één van zijn opstandige melancholieke scenes’, schrijft DVK in ‘Vlaanderen’.

‘Misschien beantwoordt dit boek niet helemaal aan de strikte regels van de romanschrijfkunst zoals sommigen dat heel deskundig uiteenzetten, mist het wat zogezegde structuur. Maar de eerder losse belevenissen invallen, bedenkingen, anekdoten, zijn zo levensecht en bezitten zeker een ander soort samenhang waardoor het boek authentiek wordt.’

Gazet Van Antwerpen ontwaart na de presentatie van het boek in een tweede stuk nog een ander verlangen.

‘De auteur schreef Een en al begeerte gewoon uit begeerte van het schrijven zelf. Zonder drukdoenerij. Zonder mee te draaien in het literaire circus. Een en al begeerte weekt bij de lezer alvast een nieuwe drang los naar een volgende roman.’

Meer moet het echt niet zijn. Ik kan weer monter aan het schrijven slaan. Tja, en wat dat literaire circus betreft, god mijne jongen. Beter dan zoals hierna zal het allicht nooit meer beschreven worden:

‘Het beoordelen van literaire kwaliteit is geen exacte wetenschap. Het berust alleen op een per definitie tijdelijke consensus onder wie het in het literaire veld voor het zeggen heeft. Dat is eerder een kwestie van macht dan van objectief of eeuwig gelijk. De normen waarmee literaire kwaliteit wordt afgewogen, variëren in de tijd en op dit moment liggen ze gunstig voor een oeuvre als dat van Grunberg.’

Marc Reynebeau, vandaag in De Standaard. Dag vrienden, van de literatuur.

‘Sterrenkijker’. Copyright Stef Vancaeneghem.


08 mei 2007

DE BENIEUWDE RONSENAAR (127)



KRONIEK
VAN
DE
GEMEENTERAAD



BURGEMEESTER DUPONT BANT NACHTLAWAAI

NACHTWINKELS GAAN DICHT OM 23 UUR

DOKTERS DOEN MOEILIJK OVER 65 EURO….


Gedaan met het nachtlawaai van aan-en wegrazende wagens, dronkemansgelal en navenante herrie rond nachtwinkels. Luc Dupont houdt woord en maakt van Ronse weer een rustige en veiliger stad.

Gisteravond kreeg hij - mèt volmondige goedkeuring van alle partijen - een streng reglement gestemd dat voortaan het hele gedoe rond nachtwinkels, belwinkels, automatenshops en aanverwante zogeheten duistere ‘club-vzw’s’ finaal aan banden legt.

Vanaf 1 juli mogen die in Ronse enkel nog open van 18 u tot 23 u. Bovendien zullen de winkels over een uitbatingsvergunning moeten beschikken. Hiervoor zullen ze aan strenge exploitatievoorwaarden moeten voldoen in verband met brandpreventie, financiële transparantie en draagkracht, moraliteit, hygiëne en kennis van tenminste één van beide landstalen. De uitbatingsvergunning wordt beperkt voor drie jaar en kan door de burgemeester worden ingetrokken.

Dit is ronduit goed nieuws voor alle omwonenden uit de binnenstad die nu wakker worden gehouden door de nachtbrakers die van deze nachtwinkels hun rendez-vous maken voor nachtelijk gelal en geschreeuw.

Geen reprimande voor Rudi.

Op de raad had Erik Tack vooraf gevraagd dat (de gisteren afwezige) Rudi Boudringhien op de vingers zou worden getikt omdat hij hem bij de vorige zitting naar aanleiding van een interpellatie over kortingsbonnen voor ‘L’Exploration du Monde’ in Passe-Partout ‘een racist’ zou hebben genoemd.

Erik Tack neemt deze persoonlijke belediging niet. Hij wil een reprimande voor Rudi Boudringhien zoals het reglement dat voorschrijft bij persoonlijke beledigingen door raadsleden.

Zowel gemeenteraadsvoorzitter Jan Foulon als Boudringhiens GBIC-compaan Erik Vander Eedt betwijfelden echter of Boudringhien zoiets met zoveel woorden had gezegd. Waarop Jan Foulon wijselijk overging tot de orde van de dag.

Aan de ene kant is Erik Tack natuurlijk géén racist en dus kan hij ook geen racist genoemd worden. Aan de andere kant wou Rudi Boudringhien alleen een politieke benadering aanklagen in het kader van zijn freedom of speech, veeleer dan hier Erik Tack aan te vallen als persoon.

Uit onze letterlijke transcriptie van toen lezen we overigens bij monde van Rudi Boudringhien:

‘We zijn nog altijd in een democratie. Dit doet me denken aan de boekenverbranding en de Kristalnacht. Dit is buitenwettelijk. Dit is racisme op grote schaal.’

Dat geeft voldoende ruimte voor enige nuancering en relativering. Waarin beide Ronsese raadsleden zich allicht als grote intelligente jongens moeten kunnen vinden…Tuupe vuir Roonse.

Dokters op hun krenterigst

Bij een stemming over een parkeertkaart voor huisdokters en verplegend personeel toonden de twee dokters Diederik Van Hamme en Erik Tack zich in een tijdelijke doorzichtige corporatieve alliantie op hun krenterigst.

Op voorstel van de Verkeerscommissie stelde het college van burgemeester en schepenen de raad voor om huisdokters en thuisverplegenden de mogelijkheid te bieden een parkeerkaart te kopen voor 65 euro. Met deze kaart kan dan het hele jaar geldig geparkeerd worden: zowel in de blauwe zone als in de zone betalend parkeren.

Nadat Diederik Van Hamme eerst had opgemerkt dat hiermee ‘weer eens een belasting wordt ingevoerd voor mensen die wonen en werken in Ronse’ maar later als CD&V fractieleider braafjes het voorstel met de meerderheid goedkeurde, wou zijn collega arts Erik Tack het voorstel gewoon ingetrokken zien.

Artsen kunnen volgens hem beter geval per geval na bewijsvoering opschorting van boete krijgen voor die enkele keren per jaar dat ze dan al vanwege spoedoproepen fout geparkeerd staan. Een dokter heeft bij dergelijke oproepen (inderdaad) de tijd niet om minuten te verliezen aan parkeerverplichtingen.

Volgens Tack, die verwees naar zijn collega Van Hamme (zelf Voorzitter van de Ronsese Medische Kring) werden de dokters door de Verkeerscommissie niet om hun mening gevraagd. Van Hamme zweeg daarbij opmerkelijk genoeg in alle talen. Hij beaamde dus. Ofschoon deze bewering van Tack door zijn eigen CD&V-partijgenoot burgemeester Luc Dupont …even erna prompt werd tegengesproken. Uit het bijgevoegd dossier van de Verkeerscommissie bleek namelijk dat de artsen wel degelijk waren geconsulteerd…

Zonder dat dit allicht hun bedoeling zal zijn geweest, scoren beide artsen met hun tegenkanting aldus een mindere beurt…bij hun patiënten. Die zullen niet graag vernemen dat hun huisdokter 65 euro al teveel vindt om één jaar lang ongehinderd langs te komen en bij noodoproepen snel en efficiënt hun leven te komen redden.

Niemand was dupe van deze onsympathieke oprisping door beide artsen. Zeker schepen Joris Vandenhoucke niet, die de voorbijgestreefde privilegetrekjes uit de tijd dat dokters nog doorgingen voor prominenten ook heel fijntjes en zeer terecht terugfloot. Het voorstel werd goedgekeurd.

Dokters die 65 euro geen al te zware ingreep vinden op hun inkomen, kunnen voortaan hun Jaguar kwijt voor de prijs van een paar huisbezoeken. Een jaar lang levens redden… en voor de rest vrij van parkeerkommer in Ronse shoppen met vrouw en kind.

Tom komt op dreef

De pluim voor het vlotste voorstel van de avond gaat naar Tom Deputter. Met in het verschiet nog een pak geplande eindeloze stemmingen over aan te duiden stadsafgevaardigden in commissies, secretariaten en coöperatieven stelde de vers verkozen woordvoerder van de Open VLD voor om gewoon per fractie te stemmen in plaats van telkens individueel. Dat scheelde de raad naar schatting twee uur tijdswinst. Een schoolvoorbeeld van vlot efficiënt bestuur dat door eenieder naar waarde werd geschat.

07 mei 2007

DE BENIEUWDE RONSENAAR (126)














Bart Van Renterghem traint KSK in Derde

Bart Van Renterhem wordt de nieuwe trainer van KSK Ronse voor volgend seizoen. Van Renterghem (°11.8.’72) woont in Asper. Hij is praktijkassistent voetbal aan de RUG en blijft nog tot het einde van dit seizoen als tweede trainer bij KMSK Deinze naast Gerrit Laverge. KSK Ronse degradeert helaas dit jaar naar derde.

Meer kansen voor jonge streekvoetballers

In een gesprek dat we met hem hadden, ziet KSK-voorzitter Jean-Marie Vandendriessche een terugkeer naar derde als een kans voor een totale herbronning van de ploeg met bijvoorbeeld nieuwe betere kansen voor een sterkere en betere regionale jongerenrekrutering.

Veel jonge voetballers voor wie de drempel naar tweede te hoog lag, zouden in de toekomst meer kansen moeten krijgen bij KSK.

Curriculum Bart Van Renterghem. (Foto)

Licentiaat in de Lichamelijke Opvoeding (UGent, 1994)
Geaggregeerde in de Lichamelijke Opvoeding (UGent, 1994)
Gediplomeerde in de gespecialiseerde studies van bewegings- en sportwetenschappen (richting sporttraining en –coaching)
Certificaat pedagogische bekwaamheid hoger onderwijs
Trainer A voetbal (VTS)
Uefa A voetbal (KBVB)

Lector Arteveldehogeschool en lesgever voetbal Topsportschool Voskeslaan
Praktijkassistent voetbal aan de Universiteit Gent.

DE BENIEUWDE RONSENAAR (125)






BIG
BROTHER
TEN
STADHUIZE


ERIK TACK WIL GEMEENTERAAD OP DIT SCHERM


Oppositieleider Erik Tack wil dat de gemeenteraad vanavond in een door hemzelf toegevoegd agendapunt stemt over een webcam in de gemeenteraadszaal. Zo dat de zittingen voortaan gefilmd worden. Daarmee zou elke Ronsenaar de gemeenteraad thuis op de computer kunnen volgen. Tack beoogt hiermee een grotere burgerparticipatie aan de politiek.

Erik Tack: ‘Niet iedereen is in staat zich op maandagavond naar de gemeenteraadszaal te begeven. Ook nogal wat ex-Ronsenaars, van wie het hart nog altijd voor Ronse klopt, willen geïnformeerd blijven van wat er in hun stad gebeurt. De gemeenteraadszittingen spelen daarin een belangrijke rol.’

Tegen hooligans in de raad

Camera’s die de veiligheid moeten bevorderen (als ze werken) zijn er al in de binnenstad. Een webcam in de gemeenteraad is er nog niet. Die kan de gemeenteraadsleden beter beschermen …tegen zichzelf. De Ronsenaars zouden alvast een completer beeld krijgen van het verloop van de discussies.

Dat laatste wordt dan wel een dubbeltje op zijn kant. Het ene raadslid zal de camera gretig bezigen voor een ongebreidelde persoonlijke profilering. Cameraschuwe raadslieden daarentegen kunnen er compleet mee afgaan. Alleen al de lichaamstaal spreekt soms boekdelen. Om van sommige outfits nog te zwijgen. Sommige raadszittingen zal je ongetwijfeld ook kunnen bezigen als afdoend slaapmiddel.

Gekraak & Gsm-gebiep

Misschien kan het stadsbestuur alvast al beginnen met het verbeteren van de bestaande geluidsinstallatie. Die is zo ondermaats dat zelfs het mooiste betoog gepunctueerd wordt door storende GSM-biepjes en hels gekraak.

Tack weet natuurlijk wat hij doet. Als oppositieleider is hij behalve de meest assertieve ook de meest mondige interpellant. Zo’n webcam zou van hem ongetwijfeld snel de ster van je kleine scherm maken. Of de andere raadsleden daar echter veel voor voelen, zal vanavond blijken. Hoe dan ook toegegeven: een goed, mooi voorstel.

Als de opnamen vooraf dan maar niet verknipt worden door een of andere CD&V-Big Brother ten kantore van de burgemeester. Reality is perception. En het ene Inzicht is het andere niet…