02 oktober 2008

DE BENIEUWDE RONSENAAR

VANAVOND TOPOVERLEG MEERDERHEID

EERSTE KLAS BEGRAFENIS OF TUUPE VUIR RONSE?













LUC DUPONT STAPT IN EURODISTRICT-AGENDA!


De meerderheid zoekt naarstig een uitweg voor de tweespalt rond de brief van burgemeester Luc Dupont aan premier Leterme over de afschaffing van de faciliteiten. Gepland topoverleg daarover tussen de twee meerderheidspartijen moet vanavond leiden tot de aanmaak van een motie in de gemeenteraad van 13 oktober waarin de twee bestuurspartijen zich kunnen vinden. Dat verneemt de Benieuwde Ronsenaar uit doorgaans welingelichte bronnen.

Geen gezichtsverlies. Ook geen mossel noch vis. Wel een motie ‘tuupe’ voor de heropstanding van Ronse. Luc Dupont zou daarbij geenszins van plan zijn gas terug te nemen over de inhoud van zijn brief. Het signaal dat Luc Dupont vanuit Ronse federaal geeft, moet in de motie dus overeind blijven. Wel ziet het ernaar uit dat zo’n motie vanuit de meerderheid er alleen komt als de socialistische meerderheidspartner zich bij dat topoverleg kan vinden in een tekst die tegelijk de (taal)hoffelijkheid van Ronse bekrachtigt. Dàt kan het probleem niet zijn. Er is echter meer aan de hand.


Het zit van binnen…

De verwarring rond Gunther Deriemaker is daarbij allesbehalve het probleem. Deriemaker heeft het integendeel als vervanger van Dupont deze zomer aanvankelijk loyaal gespeeld. En dat zijn eigen verklaringen toen hem nu zuur opbreken is ook al niet hét echte pijnpunt van de hele tweespalt. Wél dat Deriemaker in de gemeenteraad van 1 september openlijk in die loyauteit is teruggefloten door zijn eigen partij. Of liever: door een lokale Sp.a zonder andere structuren dan die van een paar oude machtsfiguren die van de partij een Mexicaans leger hebben gemaakt waarin de pistolero’s elkaar genadeloos in de rug schieten.

Dat is vooral betreurenswaardig voor elke echt solidaire Vlaamse progressieve Ronsenaar die de diepe oorzaken van de Ronsese misère ziet en zich niet wil laten lijmen met Sinterklaasgeschenken zoals ‘compensatiegelden voor tweetalige ambtenaren en leerkrachten’ of druppels goedkope OCMW- olie op de hete plaat...

Tussen hamer en aambeeld

Gunther Deriemaker wordt aldus tussen hamer en aambeeld geplet.Of, zoals in dat lied van Clouseau: 'Het zit van binnen'. Deriemaker toonde zich spontaan een loyale vervanger van zijn burgemeester én zijn uitlatingen voor de Franstalige en andere microfoons over de nieuwe wooncode waren volkomen to the point. Dat hij achteraf schrikt van de positie waarin zijn eigen ‘kameraden’ hem duwen en hij er zich probeert uit te praten met een pers die zijn allesbehalve academisch Frans niet goed zou hebben begrepen, weze hem bij deze vergeven. (Zeker door wie de timing van die verklaringen, ondermeer voor een student-journalistiek bekijkt).

Deriemaker wil loyaal gaan voor alle Ronsenaars maar is daarin teruggefloten door diegenen in zijn partij die hem al een keer belet hebben burgemeester te worden in hun plaats. That’s it.

Hier sta ik, ik kan niet anders.

Er nu nog uitkomen kan voor de meerderheid enkel als ‘de socialisten’ in die motie garanties terugvinden omtrent de taalhoffelijkheid en de solidariteit met onze Franstalige broeders. Dat kan het probleem niet zijn want Luc Dupont heeft het bij ons weten nooit anders bedoeld. De burgemeester van Ronse wil alleen af van de faciliteiten. En dan niét om het spel te spelen van de taalfanaten, de taalracisten, de extremisten, de separatisten . Wel om eindelijk eens af te geraken van de stiefmoederlijke voogdij en de vele bestuurlijke wielklemmen die het welslagen van zijn Strategisch Plan hypothekeren, die de heropstanding van Ronse afremmen en die onze geliefde stad in dramatische werkloosheidscijfers duwen. Mét een danig verminderde koopkracht die het commerciële centrum dan weer wurgt.

De motie van de meerderheid kan daarom niks anders zijn dan een motie 'Tuupe vuir Ronse'. Waarin onze Franstalige vrienden vanzelfsprekend alle garanties moeten krijgen op een taalhoffelijk, tolerant gastvrij bestuur..

Ronse wil mee in het Eurodistrict!

De wil van het stadsbestuur om mee te gaan in de Eurometropool Lille-Tournai-Ronse-Kortrijk kan daarin hét gewenste geruststellend signaal zijn.

De Open VLD van Ronse (sowieso al hopeloos belachelijk met haar wiebelkonterig spel van welles nietes voor de afschaffing van de faciliteiten, zie Passe-Partout deze week) slaat wat dat betreft de bal helemaal mis en holt hopeloos achter de feiten aan. Want wie zich in Ronse een klein beetje wil informeren omtrent de vorderingen rond de deelname van Ronse aan de Eurometrool, zal er niet veel moeite mee hebben om er achter te komen dat burgemeester Luc Dupont zich namens de stad Ronse inmiddels – malgré les apparences - wel degelijk inschakelt in de agendering van het Eurodistrict. Met andere woorden: Ronse wil meedoen.

Het is echter de eerste keer niet dat Dupont eerst zijn dossiers stilletjes uitklaart achter de schermen eer hij ermee uitpakt. Het is zijn stijl van werken. Voortwerken aan Ronse in de schaduw. Wars van populistische stunts, zoals bijvoorbeeld deze week de OCMW-voorzitter met brieven aan de hele bevolking voor de aankoop van - eventueel - goedkope olie…

We kunnen ons daarbij trouwens niet inbeelden dat de Benieuwde Ronsenaar vandaag die informatie omtrent de Eurometropool hier wél exclusief hard maken kan, terwijl de eigen socialistische meerderheidspartner dat zelf nog eens niet geweten zou hebben...in een glazen huis dat het stadhuis van Ronse zou moeten zijn.

Hoe dan ook: een betere garantie van taalhoffelijkheid en solidariteit dan het aanhalen van de banden met onze Waalse en Franse broeders in een supranationaal Eurodisctrict is niet denkbaar.

Gaat men bijgevolg vanavond samen voor Ronse?
Of kiest men voor de eigen politieke beroepstoekomst?

Niets staat een meerderheidsmotie in de weg. Tenzij kwade trouw. Met als zeker gevolg de terminale egotrip van de meerderheid die zichzelf dan enkel nog vier jaar palliatief in leven houden kan. Dan mag tegelijk het Strategisch Plan bij deze ook meteen definitief worden begraven. Komt de motie er niet, dan kan de meerderheid misschien samen nog de koppen tellen rond een motie van Erik Tack: over de afschaffing van de faciliteiten en de volledige aanhechting van Ronse aan de onafhankelijke Republiek Vlaanderen…

30 september 2008

DE BENIEUWDE RONSENAAR

DUIZENDJARIGE FIERTELOMMEGANG NIET,

VOIL JEANNETTEN VAN CARNAVAL AALST WEL?

WAAROP WACHT RONSE MET UNIEK WERELDERFGOED














Het Carnaval van Aalst en de Bloedprocessie van Brugge worden voorgedragen voor de Unesco-lijst voor "immaterieel erfgoed". Tot vandaag mogen aangesloten landen dossiers voordragen. Het dossier van onze Hermes en zijn duizendjarige unieke ommegang rond Ronse hoort daar niet bij: dat dossier bestaat gewoon (nog) niet.

De nieuwe lijst met "immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid" is een aanvulling op de gekende werelderfgoedlijst, waar alleen monumenten en landschappen in worden opgenomen. De Unesco, het cultuur- en onderwijsprogramma van de Verenigde Naties, wil ook "immaterieel", letterlijk niet tastbaar, erfgoed beschermen. In deze lijst worden tradities, feesten, dansen, rituelen, oude ambachten en dergelijke opgenomen.

Ronse laat hier dus andermaal de kans liggen om zijn unieke eeuwenoude ‘trigger’ Hermes en diens traditionele Ommegang ten volle de stek te geven die hij meer dan wie of wat ook verdient. Maar wat niet is, kan nog komen. Mogelijks trekt deze informatie de trein der traagheid op gang...

BLUE MOON













38.

Mijn tandprothessschle sschlit sschtlevig, de andere Sschlnukkende Ssschlnaren zeggen het ook. Iedereen vindt mijn nieuwe mond de maxssschl, Sscholangeke ook. (Ha, Sccholangeke dat ssschlatsschje!) Nu nog wat exercitsschlie van de sschl-klanken. En we sschpleken er niet meer over.

*

In de donkere diepte van het Muziekbos, exact op de open plek naast de houthakkershut waar in 1349 negen kinderkes door de Grote Weerwolf verscheurd werden voor de wilde ogen van hun eigen vader de zotte boskapper die zichzelf daarna van verdriet om zijn schizofrene daad ophing aan de laatste eik die hij midden de open plek bij wijze van galg voor zichzelve had gereserveerd, exact dààr geven we vandaag ons vrolijk benefietoptreden.

Tegen de gifspuiters
uit het land van
het grove geldgewin
die dit bos
en de hele omgeving
willen volspuiten
met asbestvezels.


Het publiek is van einde en verre afgekomen op onze wereldreputatie als legendarische formatie. Het bos wordt omgetoverd tot een zee van blikjes Derby-pils, tetrabrikken Fristi, Marlboro, puntzakjes friet met randkwakjes mayonaise. Alles wat wat van een optreden van ons overal ter wereld zo’n unieke ervaring maakt.

We spelen de bladeren van de laatste eik. Het optreden verloopt gesmeerd. Straks is er het eetfestijn. Met megatractoren van Masey-Ferguson heeft het comité daartoe een gigantische VIP-tent laten aanrukken. Plus annex een tentje voor de mee-eters van pers en boekskes.

Niks wordt aan het toeval overgelaten. Een reuzegenerator zorgt ervoor dat we onze decibellen vanuit het bos kunnen laten galmen overheen het hele Maarkedal. Tot ver voorbij de kerkjes van Kerkem en Maarke. Voor onze VIP-tent is er een hectare bomen neergelegd. Omdat we als groep ook bekend staan om onze bijzondere zorg voor alles wat met het milieu te maken heeft, (vooral het Chinese gokmilieu), hebben we contractueel van het Comité tegen asbest kunnen afdwingen dat de veroorzaakte kaalslag van het Muziekbos na ons optreden goedgemaakt wordt met de aanplanting van 200.000 rododendronnekes: uit Being.

‘Weet ge’, zegt onze toetsenist, ‘weet gij dat al de postkantoren van België vol asbest hangen?’

Neen dat weten we niet.

‘De draaiende deuren ook ?
‘De gesloten loketten ook?
‘De boekskes met loten ook?’
‘De tembers ook?’
‘Alles’.
‘Djuu toch!’
‘Eén longkanker per maand.’
‘Djuu toch!’
‘Officieel. Ene per maand.’
‘Djuu toch’.
'Oost west as best'.

(Voorzichtig tape ik mijn didgeridoo vast aan de micro van onze backing vocalzangeressen. Dit om ongelukjes met mijn nieuw mondstuk te voorkomen.)

‘Wat gaan ze hier doen binnen twintig jaar met al die asbest onder onze groene bodem?'
'Alles weer uit de grond krabben?’
‘De ministers zouden zich beter daarmee bezighouden…’
‘...Plekke van de vette portefeuilles van al te gulzige beleggers te redden.’
‘Met ons belastinggeld.’
‘Plus die oprotpremie van falende buitengebonjourde topbankiers.’
‘Vijf miljoen euro’.
‘Voor vijf miljoen euro wil ik hier sebiet oprotten.’
‘Kan het ook zonder premie?’

Naar schatting 200.000 bezoekers verlaten na ons optreden alle platgetreden bospaden van het Muziekbos. Hier boden ooit miljoenen varens bescherming aan tal van inmiddels verdwenen vogelsoorten. Nog voor de grote epidemie van de asbestose waren die al uitgestorven. Dit vanwege overbemesting der akkers en de opwarming der gronden.

‘Goed nieuws en slecht nieuws’, meldt onze chef tijdens onze debriefing. We zijn aan de kroketten met kalkoen toe in de artiestenlounge. Dan debriefen we er op los. Met Karmeliet, probably the best beer in the world.

‘Het slechte nieuws is dat we als groep al ons spaargeld kwijt zijn.’
‘Hoe dadde, alles kwijt’
‘Onze manager heeft alles belegd in foute aandelen’.
‘Zijn er nog andere?’
‘Dus zijn we als grootste groep allertijden geruïneerd’.
‘Compleet’
‘Het goede nieuws?’
‘Dat we weer helemaal opnieuw beginnen.’
‘Back to the roots?’
‘Van nul naar nul en nergens’.
‘Gelijk het leven zelve.’

De chef van onze roadies, die zopas met onze 'Snukkende Snaren World Tour Bus' wat rest van het Muziekbos heeft platgereden, brengt nog meer goed nieuws.

‘Dat Anderlecht nog eens gewonnen heeft?'
'Met een goal van Proto zeker.'
'Nee. Dat al ons muziekmateriaal vol asbest zit.’
‘Moh gij!’
‘Onze gitaren. Onze partituurstaanderkes. Onze mengpanelen. Onze boxen. Microfoons. Kabels. Prisen.’
‘Da meende niet!’
‘Alles.’
‘Zelfs onze gitaarkrabberkes?’

Ik verzeker, je maakt wat mee als spelend lidteken van de Snukkende Snaren. Ik denk niet dat we hier ooit nog gevraagd worden, in wat tot voor ons optreden ooit het Muziekbos was. En dus nu een vlakte. Volkomen gebruiksklaar als asbeststort.

‘Blue Moon’. Roman.
Illustratie: ‘Morning has broken’.
Copyright Stef Vancaeneghem.
(De personages zijn fictief, vertelpersonage incluis.)

29 september 2008

DE NALATENSCHAP
















Hoofdstuk 9.

Fox.

Van een van mijn verbindingsagenten krijg ik een hoogst verontrustend rapport: over wat de nazi’s doen met joden.
Meldt mij Joseph Verlinde:

‘Mogelijks dat u dit reeds gehoord hebt? De nazi’s sturen de joden naar Polen om er in hun scheikundige fabrieken te werken. Na korte tijd zijn die mensen levende wrakken. Ze teren weg van ontbering en uitputting. Wie te verzwakt geraakt en niet langer in staat is om te werken, wordt in een gesloten ruimte gestoken. Daar wordt er gas ingedreven tot ze allemaal stikken. De lijken worden van hun kleren ontdaan en dan in een scheikundig bad geworpen… waarin ze tot schuim oplossen. Zo laten de nazi’s geen sporen na van hun wreedheden. Ook bij ons hier in België worden de kinderen van de joden opgehaald. Zogezegd om hen een inspuiting te geven tegen besmettelijke ziekten. Vier weken later zijn al die kinderen dood. Ik heb deze gegevens uit betrouwbare bron. De eerste komen van onze infiltranten uit de mond van een loslippige Duitse officier. De tweede van een landverrader, een soort Feldpolizei. Ik beschik over nog meer informatie over dergelijke wreedheden. Er zouden zich verschrikkelijke tonelen afspelen in hun concentratiekampen.’
*

Reynaert, de stationschef van onze stad, is één van mijn medewerkers. Hij signaleert me druk verkeer op de lijn Kortrijk-Moeskroen. Het gaat om transporten met V1-bommen. Ze verlaten Duitsland richting Schaarbeek. Vandaar naar Moeskroen langs Opwijk-Aalst-Zottegem-Oudenaarde-Vichte (daar een stop van twee tot drie uur). Deze transporten gaan doorgaans door in de namiddag. Suggestie van Reynaert: eerst de lijn afsnijden tussen Oudenaarde en Vichte. Daarna moeten de treinen verplicht worden omgeleid langs Ronse. Het volstaat dan om ook de lijn hier in onze stad te saboteren. Een ontsporing in de tunnel van Louise-Marie zal bovendien het hele treinverkeer van de Duitsers in de war sturen. Dit grondig uitwerken.

Marguerite Claeys-Maes is bediende van de Telefoon en Telegrafie. Ze bezorgt mij het plan van de Duitse telefoonverbindingslijnen tussen Brussel, via Rijsel, naar Parijs. Ze geeft me het plan van de zekeringen. Ze zitten bovenop een paal aan de Pessemiers Brug. Dit zal ons nog van pas komen bij onze sabotageplannen aan het station.
*

In volle dag overvallen we het postkantoor van Saint-Sauveur. Resultaat: 4.245 frank voor onze hulpkas aan de werkweigeraars. Ook in volle dag vallen we binnen bij een kerel die bij ons aangeschreven staat als een groot economisch collaborateur. We pitsen 398.850 frank van hem los. Zorgvuldig hou ik de boekhouding van al deze ‘geldbewegingen’ bij. Waar we het halen en wat we er mee doen. 45.000 frank aan de ondergedoken werkweigeraars van Flobecq. 114.000 aan die van Péruwelz. 74.000 frank aan die van Leuze. 172.000 frank aan die van Ronse. Ik breng adjudant Van Immerseel, de commandant van onze lokale gendarmerie telkens vooraf op de hoogte van al onze overvallen. Ook de binnen gehaalde bedragen meld ik hem. Van Immerseel is één van mijn mensen. Codenaam Rx 203.

*

Via ons netwerk op stadhuis zorgen we voor valse identiteitskaarten ten behoeve van ondergedoken werkweigeraars en voor verzetsmensen die door de Gestapo worden gezocht. Soms brengen we ’s nachts een bezoekje aan de gemeentehuizen in de streek en ontvreemden we kaarten. Om te verhinderen dat onze stadsgenoten door de nazi’s naar de werkkampen in Duitsland worden gestuurd, zorgen we voor valse werkkaarten. Spiers, de grote kolenmarchand van de Chantiers du Château, heeft nog nooit zoveel mensen tewerk gesteld. Een drukker bezorgt ons valse werkkaarten. De stempel van de ‘Chantiers’ maak ik in de Wijnstraat, samen met mijn vader.

‘Arbeitsbescheiniging.
Ich, Unterzeichener Arbeitsgever von 'Chantier du Château',
bescheinige das:
Revé Georges, Mary
in meinen Betrieb beschäftigt ist.
Der Obengenante wird 54 Stunden pro Woche beschäftigt
.’

Twee keer per maand verspreiden we ons sluikblad over 200 exemplaren. Na de eerste aanhoudingen binnen ons netwerk verplaatsten we de redactie naar de hoeve Foucart op de Grand Monchaut in Ellezelles waar Roger Cantraine de nummers opmaakt. We verspreiden ook vlugschriften. Waaronder deze tegen collaborateur Jaspers, de lokale celleider van De Vlag:

Stadsgenoten!

‘Herr Doktor Jaspers roept u op om al uw bont en wollen kleren te schenken aan de soldaten van Hitler die aan het oostfront tegen de Russen en de kou vechten. Herr Doktor Jaspers heeft het daarbij over al datgene waarvoor HET GERMAANSE RAS(!) de strijd heeft ingezet. Sehr geehrter Herr doktor Jaspers zelf maakt er blijkbaar geen deel vanuit van het Germaanse ras. In de fauteuil van zijn salon, zo is ons bekend, beperkt hij zijn bijdrage aan die strijd tot het zingen van het ‘Wessellied’ en ‘Die Wacht am Rhein. Dat, terwijl hij ondertussen ook zijn weelderig Belgische salaris blijft trekken. Hij die nochtans twee keer, als ambtenaar én als reserve-officier trouw heeft gezworen aan de Belgische staat. Jaspers is een flauw doorslagje van de topcollaborateurs de Waal Léon Degrelle, die door Hitler zelf zijn adoptiefzoon wordt genoemd en de Vlaming Staf Declerq. Maar alles op zijn tijd Herr Doktor Jaspers. Loontje komt om zijn boontje!‘
(Geef dit bericht door).’


Bericht aan de bevolking!

Nogal wat stadsgenoten schijnen te vergeten dat we in oorlog zijn en dat ons grondgebied bezet wordt door een genadeloze vijand. Ze hebben er nood aan te praten. Ze vertellen elkaar wat ze weten. Daardoor willen ze de indruk wekken goed op de hoogte te zijn van wat er zoal gebeurt of te gebeuren staat. Ze weten niet welke schade ze aldus aanrichten aan onze mensen in het verzet. De bezetter heeft overal zijn spionnen zitten. Sommigen verklikken hun stadsgenoten vanuit oude vetes, boosaardigheid of naijver. Anderen doen het in de hoop hiervoor door de nazi’s beloond te worden, met geld of andere persoonlijke voordelen. Nog een ander soort doet het gewoon uit domheid. Al die verraders moeten dood! De talrijke executies bewijzen dat we vastbesloten zijn dit land te ontdoen van zijn verraders. De tijd van de halve maatregelen is voorbij! Geen woorden maar daden! We vragen aan onze stadsgenoten om te zwijgen, te zwijgen en nog eens te zwijgen want de vijand houdt ons in de gaten en bespiedt ons.’


(Natuurlijk willen we met dergelijke pamfletten vooral indruk maken. In werkelijkheid gaan we nooit zover. Mijn co-chef Renaud noch ik hebben hier nog nooit de opdracht gegeven wie dan ook te executeren. In één geval hebben we iemand wel moeten doodschieten uit louter zelfbehoud. Dat was geen executie maar zelfverdediging in onze strijd van erop of eronder.)

Op papier lijken al onze opdrachten misschien vrij simpele klussen. In werkelijkheid moet ik rekening houden met duizend hinderpalen. Er is de avondklok om 22 uur, waardoor alles erna nog gevaarlijker wordt dan het op zich al is. Onze fietstochten lijken op hindernissenritten langs de talloze controleposten van de Gestapo. Er zijn de vele razzia’s in de straten en de huizen, het station, op het openbaar vervoer.

Na de oprichting van onze stoot-en sabotagetroepen organiseer ik met mijn companen onze hoofdwartieren op drie plaatsen. Bij mijn vader, in de Wijnstraat. In de afgelegen hoeve van Jules Libre aan het Bos Rabi waar we regelmatig vergaderen met de verschillende sectoren uit de provincie. Ons hoofdkwartier voor de hele zone verspreiden we over de hoeve van Antoine Cantraine in Saint-Sauveur en die van Fernand Foucart op de Grand Monchaut.

*

De nazi-haat tegen de joden werkt in als sluipend gif. Tegenover onze rapporten over hun gruwelijkheden injecteren zij hun rassenhaat in diepe lagen van onze bevolking, via het volksgeloof van eenvoudige mensen. Dat Gods straf eindelijk de joden treft. Dat ze het allang verdienden. Al van de dag dat ze Christus aan het kruis hebben geslagen. Dat God alles onthoudt en alles weet.

‘Gott mit uns.’

God gebruikt de Duitsers om zijn gerechtigheid te doen geschieden. Het recht op een natuurlijke dood dient de joden ontzegd te worden. Ze moeten verdelgd worden door het vuur, zodat ze de folteringen van de hel hier op aarde ondergaan. Ze worden gestraft voor de schandelijke misdaden van hun voorouders. Voor het verwerpen van het ware geloof. Voor het genadeloos doden van de christen kinderkes. Voor het drinken van hun bloed. De nazi’s manipuleren aldus de mensen en stimuleren de rassenhaat. Ze willen de joden, de zigeuners, de mindervalide mensen, de vrijmetselaars vernietigen. En ze bezigen de gelovigen van het Nieuwe Testament, tegen het uitverkoren volk van het Oude. Kinderen in gas drijven. Hun lijkjes in het zuurbad tot schuim.

Het rapport van onze inlichtingenagent Joseph Verlinde houdt me wakker. Ergens, voor één keer, hoop ik dat zijn informatie niet klopt. Dat dit alleen maar een boze droom is.

'De Nalatenschap’. Roman.
Copyright: Stef Vancaeneghem.
(Hoewel 'De Nalatenschap’ gebaseerd is op historische feiten en authentiek bronnenmateriaal, gaat het hier om een literaire interpretatie. Verantwoording van de bronnen cfr.9.08.2008)