07 november 2018

MIJN TUIN VAN HEDEN

HET LIJDEN VAN DE JONGE CHRISTOFF



Na het opdoeken van Spectator dook ik in de ‘formidabele’ wereld van Wally, Will en Willy. De ene week zat ik bij een kerel die beweerde dat hij de erfgenaam was van Lodewijk XIV, de andere keer bij een mafketel die de goegemeente wijsmaken wou dat de Heilige Maagd elke nacht zijn vochtige schouwmantel vol traande. De hele fauna en flora van de boekskes. Acht jaar schrijfkramp.

Ik dacht er terug aan bij het zien van ‘Die Huis’ docureeks ‘waarin interessante persoonlijkheden hun ziel blootleggen in de schaduw van de Zuid-Afrikaanse Wellington wijngaarden'. Dergelijke biechtvieringen doen het helemaal tegenwoordig. Deze keer werd de getormenteerde ziel van charmezanger Christoff - dubbele f - De Bolle ter tafel gelegd. Balancerend op het randje van de ultieme Calimero-noot konden we van de doorgaans blije schlagerfestivalprins vernemen welke lijdensweg hij als jongen is gegaan. Met om te beginnen op zijn tiende al de brute pech van een hersentumor, verwijderd langs de neus. Een overlever, een vechter en een hoopgever voor zovelen wie het zelf ook overkomt. Aangrijpend ook hoe Christoff hierna de pesterijen aankaartte die hem te beurt vielen vanwege de hele schoolgemeenschap (‘600 pesters, leraren incluis’) nadat hij de Soundmixshow had gewonnen. Met daar nog bovenop de vernedering en uitbuiting door zijn eigenste ‘manager’.

De ene wil gouverneur zijn, de ander directeur van de Nationale Bank. Nog een ander wil in geen geval de papa genoemd worden van Delphine Boël.

Je kan die bewogen levensgeschiedenis afdoen als lulkoek 'want er is toch nog veel erger in de wereld bij mensen die het niet eens meer kunnen navertellen bij een fluitje champagne'. Om van de wereld der letteren nog te zwijgen, is elk wereldje hard voor iedereen. Dat niemand het hem gevraagd heeft om te gaan Soundmixen. Dat wie ook maar even buiten de lijntjes kleurt als geïsoleerd buitenbeentje maar een uitweg heeft : jezelf blijven en je sterker tonen dan de rest. Lukken doet het helaas niet altijd. Eerder deze week toonde TF1 een film met debat na waarin een voor het leven gehavende jongen genaamd Jonathan net als Christoff op school werd vernederd. Wanhopig zette Jonathan zichzelf dan maar letterlijk in de fik. Na wekenlange coma en maandenlange revalidatie overleefde hij zijn vreselijke brandwonden. Christoff zegt zijn reddende kracht te danken aan Rita: ‘een vriendin voor het leven die zichzelf liever helderziende laat noemen dan waarzegster’. Rita beweert dat alles wat Christoff overkomt, het plan is van God. Van tumor tot pesten van tegenslagen tot successen.

De eeuwige botsing tussen vrije wil en fatalisme. In dit geval van een zogezegd vooraf door god geschreven plan. Jean-Paul Sartre ziet dat anders dan helderziende Rita. Voor Sartre is de zin van het leven de zin die je er zelf aan geeft en maak je jezelf tot wie je bent. Bijval oogsten of builen vangen, het hoort er allemaal bij en zijn dan ook voor eigen rekening. Tot je dood bent, kan je je eigen keuzes maken en je verfijnen als mens of integendeel compleet laten gaan in de kwade trouw. Pas na de dood zullen de anderen dan wel zeggen wie je volgens hen was. Al ken ik er die niet zo lang wachten om het te zeggen. De ene wil kelner zijn, de ander gouverneur van Oost-Vlaanderen of directeur van de Nationale Bank. Nog een ander wil in geen geval papa genoemd worden van Delphine Boël. Voor iedereen is het zelfconcept anders. Op een dag wil je romans of theaters schrijven, op je mondharmonica blazen, wandelen, fietsen of scooteren door de wondermooie heuvelen rond Ronse. Kom dan achteraf niet klagen dat je op je bek gaat: bij de keien van de kritiek of op de kasseien van de Koppenberg.

Christoff is een heerlijk eerlijke kerel, met een verrassend geladen levensverhaal. Als de zelfverklaarde helderziendheid van Rita hem een goed gevoel geeft, is dat zijn keuze. Met dat pesten ligt het een stuk lastiger. Volgens de oude stoïcijnen kan je namelijk nooit iemand anders verantwoordelijk stellen voor wat je zelf voelt. Epictetus beschrijft dat al mooi in zijn tijdloos Zakboekje.

Moet een Kerstmarkt voortaan Wintermarkt worden opdat niemand zich gekwetst voelen zou?

Kunnen opvattingen of meningen waardoor anderen zich gekwetst en beledigd zouden kunnen voelen gelden als criterium om uitingen ervan te verbieden? Moet een Kerstmarkt een Wintermarkt worden, opdat niemand zich gekwetst voelen zou? Volgens de sociale filosofe Miriam van Reijen leidt ons dat tot de ethiek van het hellend vlak. Zich beledigd of gekwetst voelen is iets wat bij diegene zit die misschien zelf te lange tenen heeft. Als een wet wordt afgestemd op wat er wel en niet gezegd mag worden, glijdt het criterium snel dat hellend vlak naar beneden en is het einde zoek. Voor Seneca is het nooit datgene wat iemand van binnen voelt dat een ander tot andere gedachten brengt of iets in de wereld veranderen zal. Dat kan alleen als je er uiting aan geeft. Alleen als je er zelf iets aan doet, als je het aangevoelde onrecht aanpakt, er iets over zegt in een veelbekeken TV-docu of film met debat na, alleen dan zullen pestkoppen twee keer nadenken eer ze kinderen op de schoolkoer of oudere collega’s op de werkvloer opzadelen met het levensgevaarlijk gevoel er niet of niet langer bij te horen.

‘Mijn Tuin van Heden’. Dagboeknotities.
Illustratie: Michel Provost.
(Meer lezen: ‘Stoïcijnse levenskunst’. Evenveel geluk als wijsheid. Miriam van Reijen. ISVW Uitgevers).