27 januari 2020

STEFAN HERTMANS EN DE DOOD

'Het is de verworvenheid van de humanistische filosofie dat we vandaag zelf kunnen bepalen waar de grens ligt - het moment waarop je je waardigheid verliest, wanneer het geen zin meer heeft.'

'Maar eigenlijk kun je niet spreken van je eigen dood: je kan er alleen over speculeren. Het moment van de dood ligt buiten ons: we zijn er domweg niet meer bij. Wij gaan voor het zingen de kerk uit.'

'Het is een bekende gedachte dat bij elke man die doodgaat een bibliotheek afbrandt.'

'Met de dood van iedere mens die dicht bij ons staat, sterft ook een deel van onszelf af: de persoon die je was in relatie tot die ander, verdwijnt.'

'Telkens als iets of iemand verdwijnt, beleef je een kleine doodservaring: dit komt niet terug. Het zijn oefeningen in eindigheid en afscheid.'

'Misschien schrijven we om die reden : om dingen vast te houden. Met elke zin die je neerschrijft , probeer je de tijd te rekken : je wil dat ervaringen langer duren dan in werkelijkheid.'

Stefan Hertmans (68) over 'het einde' in De Standaard der Letteren.

Scherp, subliem, levenswijs. Noblesse oblige.

'Ik denk niet dat de grote troost in onze laatste uren van het schrijven zal komen'.

'Naarmate ik ouder word, leef ik steeds meer in het moment: er is alleen maar dit nu'.

Schrijfstek.
Dagboeknotities.

ASTRID STOCKMAN

Het stond in 'duzend steerekies' uit de technische toverdoos van Theater VTV te lezen dat we een supernova in de repititie hadden bij de prille muzikale opbouw van de Ronsese revue Tavi .

Vandaag wordt Astrid Stockman alom die sterrenhemel in geprezen als slimste sopraan ter wereld en bijna slimste mens.
Voor geen enkel voorgekauwd scenario te vangen, heerlijk vrij en blij veegde ze daar toen haar lippen, nog zonder rouge, aan de partituur die netjes voor haar klaar lag, speelde die helemaal uit het kopje, smeet er hier en daar wat noten tussen alsof ze er teveel in de vingers had zitten, tokkelde er op los als om haar speelgoesting te stillen en 'Stand by me' in een superieure dimensie te mikken, de hare.

Dit alles tot voortschrijdende verbazing van die andere Grote Prijs van Rome naast haar op het podium, de zelf hoog begaafde en begenadigde toetsenist Luc Delcoigne. Tegenover zoveel jeugdige nonchalance trok Teflon Luc vrijwel onmerkbaar de rechterneusvleugel op .

Drie meter naast hem leverde Astrid Stockman de muzikale touch af waarvan je als tekstschrijver van 'lietsies' alleen maar wild enthousiast worden kon, nokte dra weer af. Alsof ze de vlinder op haar schouder meer daglicht gunnen wou.
Astrid verdween naar Leuven. Dat we van haar nog zouden horen, dan niet met mayonaise van Devos-Lemmens, dat zeker.

In de media is ze dus vandaag niet meer weg te scrollen als Vlaanderens nieuwste bee vee. Dinsdag in premiere met 'Be my superstar', een opera over cyberpesten. On the road met de familievoorstelling Fidelio . Aan de slag met Stokman & Vos. In de weer met Innerwoud. Ze plukt wat voorbij komt en wat goed voelt, zegt ze pagina vullend in de krant. Ze leeft dag per dag. Soms, als er een project in het water valt of als ze administratief wordt vastgeknoopt, vraagt ze zich als slim mens af waar ze mee bezig is.

Als je het haar chauffeur bij Tavi's
Gevuigoode Mandolienen vraagt: met het wegschenken van pure schoonheid . Astrid ('Stridje') Stockman is voor geen andere Vlaamse canon te vatten dan die van haar klasse, haar niet te schatten talent en volharding. Bijna vergeet ik haar levensvrolijkheid. Mee van haar glazen doorkijkthuis vol zon aan de Klijpe of all places.

Schrijfstek.
Dagboeknotities.