20 oktober 2007

DE BENIEUWDE RONSENAAR










OP VIERING AZ/PASSE-PARTOUT

BURGEMEESTER LUC DUPONT HERLANCEERT
VERZET VAN RONSE TEGEN ASBESTSTORT:

DUPONT: ‘WE LATEN ONS NIET IN SLAAP WIEGEN’

BURGEMEESTER OUDENAARDE WIL NAUWERE SAMENWERKING MET RONSE


Op een gesmaakte en druk bijgewoonde Academische Zitting in het Congrescentrum naar aanleiding van veertig jaar AZ/PASSE-PARTOUT gaf burgemeester Luc Dupont gisterenavond te kennen dat hij er alles gaat aan doen om de plannen van een asbeststort in Louise-Marie te verijdelen.

Dupont verwees naar het ontstaan van het regionale blad (momenteel verspreid op vier en een half miljoen exemplaren en gelezen door één Belg op twee) toen de tunnel van Louise-Marie dreigde te worden dichtgegooid. Hierdoor dreigde Ronse afgesloten te worden van de rest van de provincie.

Luc Dupont: ‘De absolute stilte stond haaks op de contestatie-en dadendrang van enkele Ronsenaars. Zij gooiden een eigen spreekbuis op de markt en lieten Ronse niet in slaap wiegen. Actie geslaagd: de tunnel is er nog.’

‘Veertig jaar later wordt de regio via de plannen voor een asbeststort in Louise-Marie opnieuw bedreigd. Wij doen er alles aan om deze plannen te verijdelen. Wij laten ons niet in slaap wiegen.’

De burgemeester plant eerstdaags een bezoek aan het kabinet van Milieuminister Hilde Crevits en heeft er een goed oog op dat de plannen zullen worden verijdeld ondermeer omdat het de storters ontbreekt aan de nodige vergunning.

VOORTREKKERSROL VOOR RONSE EN OUDENAARDE

Op de geslaagde viering deed de Oudenaardse burgemeester Marnic Demeulemeester van zijn kant een warme en niet onopgemerkte oproep tot nog nauwere samenwerking tussen Ronse en Oudenaarde dan nu al het geval is op diverse gebieden, ondermeer op het stuk van veiligheid en toerisme.

Burgemeester Demeulemeester: ‘Ik maak me sterk dat er zeker nog domeinen zijn waarbij de Vlaamse Ardennen zich als regio kunnen profileren en waarbij Ronse en Oudenaarde en Ronse samen een voortrekkersrol kunnen spelen. We moeten hierover rond de tafel gaan zitten.’

18 oktober 2007

DE BOZE RONSENAAR














KRONIEK VAN DE

AANGEKONDIGDE MEDIAMOORD OP RONSE


Dag van de armoede. En wat zie je dan in je televisiejournaal: de Markt van Ronse. Happening van De Vrolijke Kring. Armoede in Vlaanderen? Ronse.

Nu is het al langer dan vandaag ronduit bewonderenswaardig te noemen hoe de eerstelijns armoedebestrijders van De Vrolijke Kring hier dag in dag uit de miserie te lijf gaan. De oprechte betrokkenheid in hun stem trilt na tot in je huiskamer.

Armoede is een kanker die zich vastzet voor generaties. Zoveel meer dan honger, kou, verzorging, levenshygiëne. Armoede is drie, vier generaties lang steeds dieper wegzakken. Armoe is vooral: verstoken blijven van gelijke kansen. Het missen van de juiste biotoop om te groeien in je leven.

Daartegen opkomen is het mooiste wat een mens kan doen. Daarom kan die Kring zich terecht ook Vrolijk noemen. Die mensen laten zich alvast niet vastpinnen op zelfgenoegzame dooddoeners om maar niks te doen. (‘Je kan ze niet allemaal helpen’. Dus helpen we niemand).

Het is niet omdat we zogezegd in een ‘verzorgingsstaat’ leven met sociale voorzieningen en vangnetten, dat er geen mensen door de beschermende mazen van al die netten glijden. Mensen bijvoorbeeld die met niks geen papieren in orde zijn omdat ze te pletter lopen zijn tegen megafacturen van wazige energiegiganten en verloren zijn in de Kafkaiaanse binnenwegen van een totaal gedigitaliseerde wereld voor welstellenden. Arme mensen kunnen niet naar Yahoo en Google hebben geen huisbankieren, geen mailadres, geen gsm, geen multimedia, geen televisie, Ipod, geen Coolpix, geen gemakkelijk vervoer.

Voor zo’n mensen is er veel meer nodig dan een OCMW. Daar ligt de verdienste van Vrolijke en andere Kringen.

En ik ken nog wel mensen in Ronse die in alle stilte (op het stadhuis, in rechtbanken en elders) spontane netwerken vormen van stilzwijgende solidariteit om al die hulpelozen en hopelozen weer wat verder te helpen. Dag na dag. Ze komen dan liever NIET in de media.

THE PLACE TO BE

Wat me bij dit alles steekt is totaal iets anders. Met name dat VRT-journaals en andere media, alleen maar Ronse kennen als het item ‘Dag van de Armoede’ aan de orde is. Alsof Ronse 'the place to be’ geworden is van alle kwalen van Vlaanderen.

Het wordt hoogtijd dat redacties er mee ophouden systematisch Ronse als evidente, gemakkelijke, voor de hand liggende bestemming en makkelijke klus uit te pikken als het erom gaat alles wat scheef zit en weg zakt in Vlaanderen eens goed in de verf te zetten.

Struisvogelpolitiek? Vergeet het. Ronse heeft zijn problemen. Zoals elke Vlaamse stad. We zijn de eersten om ze hier aan te kaarten. Maar wie bijvoorbeeld in het zogenaamd ‘chique’ Kortrijk ook maar eventjes afwijkt van het parkeercircuit, ziet daar evenzeer struggle for life als in Ronse.

Het begint er echt op te lijken alsof het ‘de bon ton’ is om telkens weer opnieuw een gemakkelijk nummertje ‘Ronse rampgebied’ op te voeren.

Hop, even naar Ronse voor een rondje miserie. Dan gauw monteren in de studio en Goeienavond beste kijkers.

Misschien wordt het tijd dat we daar als Ronsenaar niet langer aan meewerken. Dat we er ons niet meer toe lenen Ronse als fout voorbeeld te etaleren, in ruil voor dertig seconden beroemdheid op de televisie.

Misschien kunnen alvast de beleidsmakers van Ronse dit onder elkaar afspreken eer ze geld geven aan een mediabureau om het imago van Ronse op te krikken.

Natuurlijk verleent de persvrijheid eenieder het recht om zijn gezicht eens in de huiskamer te mikken om dingen te vertellen omtrent Ronse. We leven toch in een wereld waarin iedereen tenminste dertig seconden beroemd kan zijn.

Maar de Ronsese waarheid is niet dat alles hier fout gaat. De Ronsese waarheid is dat er hier keihard en ten allen kante wordt gewerkt aan wat we hier gemakshalve de verzamelnaam 'Renaixance' meegeven.

Nooit of nauwelijks komt dat aspect van Ronse ter sprake. Hier wordt weldra het grootste binnenstedelijke woonproject van Vlaanderen neergezet. Hebben we daar al iets van gezien op het scherm? Een maquette? Een toelichting door de meest gerenommeerde architecten en tuinontwerpers die dit land rijk is? Neen dus.

Maar een moord. Een studie over grondverschuiving die iedereen al jaren kent. Armoe. Miserie. Wat al niet, als het maar klinkt als: 'Ronse in de problemen'.

Ware het niet dat we ons dienen te behoeden voor spoken, we zouden als Ronsenaars beginnen denken dat ze in hun Brusselse redacties een nieuwe soap beogen:

‘Shit-Watch in Ronse.’

Tijd om ons als Ronsenaars met zijn allen samen te verzetten tegen deze kroniek van een aangekondigde mediamoord op Ronse. Tijd dat we hier samen voortaan op miserieverhalen beluste reporters wandelen sturen: middenin het groen.

Illustratie: 'De Fiertel'. Mijn geklieder met penseel.
Copyright Stef Vancaeneghem.

16 oktober 2007

DE BENIEUWDE RONSENAAR

















Meneer de Waalse Minister-President
Beste Rudy Demotte
Beste Ronsenaar Rudy

Monsieur le président je vous fais une lettre
que vous lirez peut-être si vous avez le temps…

Gaarne zoude ik hier voort Le Déserteur van Boris Vian parafraseren doch ik weet dat u de Nederlandse taele machtig bent. Ik hou van die prachtige zware basstem waarmee u het over ‘Weulloonie’ hebt. Ziehier waarvoor ik de penne ter hand neem om u te schrijven deze brief.

Ik zie in de media dat u onder een gele helm (met zwart riempje) bovenop Antwerpse dokkerskranen hangt. Van daaruit bekijkt u met importante Antwerpse ondernemers hoe u meer Walen aan het werk kan krijgen in de haven aldaar.

‘Bijvoorrrbeeld Luikse ingeneurrs’ zegt u, in uw bijna volmaakt sappig Nederlands.

Als belangrijkste ambassadeur van Weulloonie vertelt u hen tussendoor ook nog eens waarom ze als Vlaamse ondernemers beter in Weulloonie kunnen investeren.
Ten eerste omdat er in uw regio nog eens 5000 hectare extra industriegebied klaar ligt tegen de laagste vastgoedprijs van Europa (10 tot 50 euro per vierkante meter).
Ten tweede omdat ze kunnen rekenen ‘op zeer gunstige investeringssteun’.

Beste Rudy, als Ronsenaar steekt het mij dat u die eerste stappen in Vlaanderen niet recht naar uw geboortestad zet. Of is dat te voor de hand liggend?

Ronse, dat is toch de voordeur van Vlaanderen? Of ziet u Ronse meer als het achterpoortje van Weulloonie?

Van een samenwerking met Weulloonie hebben wij, van geboorte uw stadsgenoten, hier totnogtoe alleen maar deze twee dingen gezien:

1.De vlucht van Vlaamse bedrijven naar Leuze en Doornik vanwege de vetpotten (meer bepaald: concurrentievervalsende subsidies en marktontwrichtende goedkope gronden).

2.Armoede bevorderende instroom van eentalige werkloze Walen als bedanking.

‘Samenwerking’ met Vlaanderen?

Wij Ronsenaars weten daar alles al van. Jullie onze fabrieken, wij uw miserie.

Beste Rudy, u kiest er dus voor om boven het hoofd van de Ronsenaars Vlaanderen in te trekken? U kiest ervoor om ons straal te negeren, als uw eerste Vlaamse buren en stadsgenoten dan nog.

U loopt neusophalend in een boogje rond uw eigen geboortestad Ronse? Veeleer dan hier eerst ’s te komen kijken hoe we samen uit de miserie geraken? U wil meer Walen aan het werk in Vlaanderen? Goed zo. Maar het zal toch in Ronse niet zijn als u hier eerst onze fabrieken naar Weulloonie weglokt...

Doch doe maar. Loop naar Antwerpen, Zeebrugge, Gent. Vertel hen hoe goed het is in Weulloonie. Onderweg naar ginder kunnen ze misschien eens stoppen in het centrum van Ronse. Om te zien wat dat geeft. We zullen boven de Kruissens een plaatje hangen:

WELKOM IN RONSE

Geboortestad van Rudy Demotte

President van Weulloonie.


Weet u was het is? Gewoon hetzelfde verhaal van altijd dat de Ronsenaars al veertig jaar kennen.

Ronse tussen twee stoelen.
De politiek van Vlaanderen.
De politiek van Weulloonie.
En Ronse in de zak.

15 oktober 2007

LA VIE EN PROSE


La vie en prose trés bien mais la vie sans prose c’est quoi qu’il me demande. Un bout de temps déjà qu’on marche vers ce soleil qui semble vouloir nous devancer dans les collines. Comme une orange, pas pressée.

On dira que c’est du cinoche que tu te joues je lui dis. Tu es tête d’affiche. Tu choisis tes partenaires. Ton histoire démarre très fort. Comme un conte merveilleux. Tout le monde t’adore. Enfin: si t'es tombé de ton astéroïde du bon côté de la planète. Comme le Petit Prince.

(Plutôt vers le nord. Et au nord plutôt vers l’ouest. Et à l’ouest plutôt dans le chaudron fortifiant de Panoramix, comme Obélix. Plutôt que dans la petite coquille fragile d’un certain gringalet nommé Calimero).

Le monde autour de toi se dévoile comme un gigantesque parc d’attractions. Avec des masses de jolies choses. Petit Papa Noêl jour après jour. Les cloches de Pâques à tous les coups. L’île aux trésors.

Aprés, ton film se fait plus compliqué. Il te faut apprendre à lire et écrire. Il te faut compter aussi. Surtout sur toi. Et gare à ta gueule à la récré. Parce que de fil en aiguille ton film tourne en western. Les bons devant, les méchants dans le dos. Qui te descendent sans prévenir.

Puis ton scénario vire à l’eau de rose. Tu te retrouves jeune premier. Beau, fort, très amoureux. Pour toi la vie va commencer. Ton film, c’est l’ histoire d’amour du siècle.

Mais très vite ta vie de famille devient ce long fleuve tranquille. Et avec le temps qui tue tout, les torrents approchent déjà. La passion s’effrite. L’éternel amour s’évapore en mille contraintes. Avec patience tu combats la routine. Tu t’inventes un nouveau scénario de film d’aventures. Prendre l’air. Mettre les voiles. Safari. Trekking. Voyage Voyage.

Tu veux à tout prix éviter que ton beau scénario de Papa Poule ne vire en film catastrofe. Un jour ça marche et tu sembles gagner la Palme d’Or. Un jour c’est le Grand Prix du Film d’Epouvante. L’horreur qui s'installe et remplace le bonheur. Puis, avec le temps va… Ah tu verras tu verras tout recommenceras.

Mais plus tu t’accroches à la vie, plus ton film semble aller vite. Comme du rafting sur les rapides du Colorado. Ton scenario semble presque tourner en film comique. Mieux vaut en rire. Deviendrais-tu cynique? (Je lui explique le mot: quand tu ne t'aimes plus, ni les autres). Tu te regardes dans la glace. Tu ne vois plus que Le Vieil Homme dans la Merde.

Ton film se fait de plus en plus muet. La plupart de tes partenaires et figurants ont disparu. Le coeur, le cancer, l’oubli de soi. Morts par arrêt de l’arbitre. Morts morts, morts vivants.

Les nouveaux figurants ne sont ni de ton age ni de ton temps. Tu ne t’y retrouves plus. Tu perds pied. Tu perds tes repères. Il semble que cela ne soit plus du tout ton film. Tout s’embrouille. Déjà au loin tu discernes en lettres troubles le mot:

FIN

Un film plutôt triste la vie, papou qu’il me sourit. Pas vraiment, mon petit moustique je lui dis. Tu vois ce beau soleil? Ici il se couche, là-bas il se lève. Pareil à la vie. Un jour avec, un jour sans. Pour moi le film touche à sa fin. Enfin presque. J’en suis à la dernière séance. Mais pour toi le cinémascope ne fait que commencer: en technicolor et Dolby Surround. Surtout dis-toi bien que tout n’est pas écrit d’avance. Tu peux changer le cours du scenario. Tu peux même en faire un film magnifique que tu me dédieras.

Ton titre: ‘Always look at the bright side of life’.

‘Padam,’ qu’il me rétorque. Démarrant en trombe. Vers l’orange presque pressée.

‘Padam! Padam! Padam!’

'La vie en prose.’‘Journal Intimide.’
Illustration: ‘Siena. Palio.’ (Mes barbouillages sur toile).
Copyrights Stef Vancaeneghem.

DE BENIEUWDE RONSENAAR













VEERTIG JAAR ON THE ROAD
OP DE DWAALWEGEN NAAR RONSE

HOE SCHUUNE DA ROONSE TOOCH KAAN ZOAN.

LAAT ONS ZOT GENOEG ZIJN
OM IN RONSE TE BLIJVEN GELOVEN


Jacques Brel op de planken van Cinéma Familia. Als Chef Scout (spreek uit: chef skoet) van de Belgitude. Ces gens-là, met hun Cinzano of hun coupeke Clicquot na in de foyer. C’était le temps où Renaix s’enorgueillait. Ronse-Renaix: zo trots op wat allang voorbij is. Zo vastgeroest in oude certitudes. Verzuild in alreeds stervende gazetjes.

Ronse, opgesmeten in voorgekauwde waarheden. Achter fiere fanfares. Met drumband. Met machtig mooie karmijnrode accordeons. Onder de laatste vaandels van het Grote Gelijk.

Van den Tap naar de ‘Gruute Kierke’ en terug. Van ’t Fiestpaloas noer Malander. Sint-Ambroos. Sint-Cecilia. Sinterklaas vooral. Volksbond. Patria. Harmonie. Club. Assa. Sfinx. Union. Pelote Pinguin. College. Atheneum. Van vroeger naar nergens. Voyage au bout de nulle part.

Als ik ze herbekijk die oude films, zie ik niks dan bloedserieuze bonzen die Ronse eens rap gaan redden zie. Hoge hoeden. Maskers van gestolde almacht. De schone schijn om statuskikker te zijn. Een arend bovenop het stadhuis en niks kan ons gebeuren. (Maar het praalgraf op het oude kerkhof lonkt al: in de alweer hoogdringende kleine behoefte die de grote voorman zijn nachtrust ontzegt).

‘ADIEU, BIROUTE’

Het is dan een stad zoals je die alleen nog in onderbelichte amateurfilms ziet. Alles is al vele malen gezegd en geschreven, in elk zijn eigen bijbel. Le Ralliement. Journal de Renaix. Courrier de Renaix. Voor Allen. De Verbroedering. De Ronsenaar. Ronse als een kleurboek. Wie buiten de lijnjes kleurt, is een zwarte. Of een overjaarse Rexist.(‘Rex vaincra!’ in zwart, op de vergane toren van de fabriek Cambier in het Watermolenstraatje). Het Ronse dat eigenlijk al niet meer bestaat. Maar niemand die het zien wil.

Alles is geschreeuwd. Ronse Vlaams? Mais neen, mais non! De Franse klassen gaan eraan, lopen leeg. Op school verdwijnen mijn leuke schoolvoetbalmaats uit Papignies en Maulde weer achter de Collines. ‘Adieu, biroute’. Weg zijn ze. Naar hun eigen Louvain-la-Neuve.

Deze zomer, veertig jaar later, vind ik ze terug, joggend door de duinpanne. Onze cameraderie van weleer borrelt weer op. Taal was nooit onze barriëre. L’enfer c’est les autres. Bijna zoeken we een bal, spelen ons matchke gewoon voort hier op het strand. Hoeveel was de stand ook weer? O-O. Vas-y, vieille couille.

Allen anderen winnen, wij Ronsenaars verliezen. Altijd. Want iemand in Brussel heeft een streep door ons geliefd Ronse getrokken. Zijn Bic kerft dwars door ons hart dat klopt voor Ronse. ‘Et pour Renaix: aussi.’ (Straks zingen we het misschien nog een keer samen, dat lied van Fernandel).

In ’t gangksie van mijn kwajongensjaren schuiven onderwijl de omgekeerde rieten stoelen één na één naar binnen. Voor Schipper, Mathilde en Marieke.
Rik Van Looy (doch vooral Nini) en Benoni Beheyt hebben de eerste Blaupunkt-toverdozen naar Ronse meegebracht. Pronostiekprijzen van ‘De Ronsenaar’ en tombola’s van de Klijpe zuigen onder een woud van antennes het leven nu helemaal definitief naar binnen. Met zijn allen samen rond de Leuvense stoof vol Spiers Charbons. Kijken naar Toni Corsari.

De Ronsenaars nemen aldus één na één afscheid van hun straat, hun buurman, hun scharensliep, hun vijf kremkarren. Buuntsies Nuitsies wordt gehuldigd ten stadhuize, is al folklore. (In de Cité Bara telt een erfgenaam zijn vele huisjes).

DE VERDAMPING VAN RONSE

De Patria, één van de mooiste historisch waardevolle gebouwen van de stad, gaat genadeloos tegen de vlakte. De rumeur locale heeft het over vette envelopjes onder tafel, over corrupte cadeau-appartementen aan de kust. Het neerslaan van de Patria kan tellen, als symbool voor het vergaan van oude zekerheden en verhalen. Alles is gezegd. De grenzen zijn getrokken.

Ronse loopt nu helemaal verloren in het labyrinth van het nieuwe geregionaliseerde België. Burgemeesters stoten zich met hun kop tegen de Nationale Voogdij. Ronsese parlementsleden maken Ronse vleugellam: met hun eigen profileringsdrang en hun onderling gekibbel.

Het is altijd de schuld van Verroken, van De Croo van de anderen, nooit van hen. Bovenop de textielcrisis komt hun machteloze besluiteloosheid en middelmaat als de definitieve doodssteek. Misbruik van het vertrouwen van de Ronsenaars is het.
Ronse staat op de keien. Ronse in de vergeetput van de federale staat.
Hun Ronse veilig ver van de Wetstraat, waar ze pronken met hun P-plaat.

Ronse verdampt in de politiek van elders, gevoerd met de stemmen van de Ronsenaars. Ronsesese parlementairen bij hopen. Vette palkementaire pree. Vet parlementaire pensioen. Maar géén eensgezinde Ronsese politiek. J’accuse.

Midden in die vastgeklitte impasse komt het echte nieuws uit de Ronsese mediamarkt.

BLUE DIAMONDS IN STATION STREET

Twee grafische wonderboys, Willy Deventer en Fred Valcke, vakkundig geadviseerd door mediakenner Christian Brugge, lanceren het grenzenverleggend nieuw weekbladconcept AZ. Avant-garde als concept. Totaal nieuwe opmaak. Uitgesproken commerciële support, of course. Niks geen idealen van bompa op zijn bank.

Ik beleef de wording en snelle doorgroei van de AZ Groep als een betrokken ooggetuige vanop de oude wankele tribune van ‘concurrent’ De Ronsenaar. Het is als een tsunami over het ingedommelde Ronse.

AZ wordt een gigantisch succes, breidt snel uit vanuit Ronse naar heel Vlaanderen, zet Ronse op de kaart van de alle-bussen-bladen. Surft handig vrijblijvend op de golven van de wispelturige federaliserende onderstoom.

Er is dra geen enkel mediatiek verhaal meer tegen. AZ is dan wel een puur mercantiele onderneming maar het grote succes geeft ook de (vaak schaarse) redactionele kolommen een enorme impact in alle bussen.

Meer nog dan de populaire lancering met ’Titten en Patatje’ in een koets door de straten van Ronse en de Blue Diamonds (‘Ramona’) in de Stationstraat, maakt de onnavolgbare pen van ‘Beowulf‘(Dirk Dewulf) van AZ verplichte lectuur voor al wie voortaan nog wil meepraten over Ronse. Als geen ander weet Beowulf de tijdsgeest van het ingedommelde provincienest Ronse in die late revolterende sixties in zijn legendarische column te vatten. Mijn pen gaat in houding om zoveel schrijftalent.

PLUS MINUS

Het weekblad ‘De Ronsenaar’ zal de AZ-tsunami niet overleven. De harde wetten van de mediamarkt en het recht van de sterkste maken dat het blad een stille dood sterft. Na meer dan een kwarteeuw dominantie. De tijd van de verzuilde gazetten blijkt voorgoed voorbij. Ook voor nationale titels.

Toch probeert AZ nog een eigen betaald weekblad uit. Met vallen en opstaan handhaaft ‘Plus’ zich een tijd als regionaal curiosum in de snel wijzigende mediawereld van vrije radio’s en lokale televisie. Moet het tenslotte afleggen tegen het grote geweld van fusionerende nationale kranten die het belang van de regionale verslaggeving herontdekken.

De markt voor het Plus blijkt te klein voor een apart verhaal in de krantenwinkel.. De schitterende cartoons van Derf (uitgever Fred Valcke) zullen niet beletten dat dit blad waarin ik onder Plus-hoofdredacteur Robert Hoebeke vele inktdruppels plengde de media-historiek (of is het anekdotiek) van Ronse vroegtijdig zou gaan aandikken.

Een woelig, boeiend avontuur was het. Het reactievermogen op de inhoud stond vaak omgekeerd evenredig met de serieux van de uithuilende politicus.

Overigens bleken de wanden tussen de redactie van Plus en de commerciële dienst van AZ net iets te dun om als Plus-commentator helemaal te onkomen aan de zijdelingse druk van de belangenvermenging. Het gaf toestanden en het was voor eenieder tijd dat het stopte.

HET VERDRIET VAN RONSE

Parallel met de opgang van AZ in de seventies zit de neergang van Ronse er inmiddels zwaar aan te komen. Het halfslachtige statuut van Ronse brengt de Ronsenaars niks dan nadelen. De N60 stopt boven de Kruissens. De A8 toont zijn rug aan Ronse, in Frasnes. Wat een industriële en commerciële troef had moeten zijn, wordt een regelrechte ramp.

De eurosubsidies gaan naar wegvluchtende bedrijven in Leuze of Doornik. Minder arbeid geeft minder koopkracht. Minder koopkracht geeft minder klanten. Minder klanten geeft minder commerce. Ronse duikt de dieperik in. Twintig jaar na de faciliteiten is Ronse nog de commerciële schaduw van wat het was in de fifties. Zelfs de markt op woensdag en zaterdag wordt een gruyère.

Het stadsscentrum verkrot. De winkelstraten ogen als het verlaten stadje waar Lucky Luke en Jolly Jumper zich door haasten, op naar betere oorden.

Maar nog is de bodem van de kelk niet bereikt. De oude patriciërshuizen worden door de opstekende verdoken armoede niet langer onderhouden, gaan van de hand voor een prikje. De arbeidershuisjes worden door de laatste bewoners of door hun ongeïnteresseerde erfgenamen van de hand gedaan voor peanuts.

Textielcrisis, goedkoop wonen, hoge werkloosheid, hoge migratie duwen Ronse aan de onderkant van alle statistiekjes. Of liever: bovenaan alle foute lijstjes. Niemand blijkt de vermaledijding van Ronse nog te kunnen breken.

De Ronsenaars zijn helemaal op zichzelf aangewezen. Niemand luistert nog. Zeker hun eigen politiekers niet. Halverwege de jaren negentig is Ronse een borinage-achtig spookstadje. Met een hoge perceptie van onveiligheid. Achterdeur van Vlaanderen. Achterpoort vanWallonië.

DE RENAIXANCE

Helpe u zelf …zo helpe u niemand. Tenzij. Je kan van de Ronsese burgemeester schamper schrijven dat hij het charisma heeft van een diepvriesvis (het ijs is inmiddels al behoorlijk gesmolten, broeikaseffect) je moet toegeven dat hij hardnekkig volhardt in zijn onwribare wil om Ronse volgens zijn weloverwogen Strategisch Plan uit het slop te halen.

Dupont zit alvast in de positie dat hij in zijn laatste mandaat de handen vrij heeft van elke electorale speculatie. Vandaag is hij aldus voluit de burgemeester van àlle Ronsenaars. Zelfs de scherpste kritiek maakt hem zo te zien alleen maar beter en sterker.

Zijn Strategisch Plan is een unieke kans voor Ronse. Wat we van de renovatie van de binnenstad al te zien kregen, oogt prachtig. Nu volgt dus de historische kern. En wat gekibbel rond de invulling van de oude Sint-Martens zal de uiteindelijke bestemming ervan enkel ten goede komen.

De uitbreiding van de beschikbare industriegrond zet Ronse klaar voor nieuwe investeringen. De grootste uitdaging is het echter om deze stad, met het laagste fiscale inkomen van de hele provincie en met de hoogste werkloosheid, toch een nieuwe commerciële toekomst te geven.

Dupont moet het commerciële centrum van Ronse zowel weer levendig maken voor de klant als leefbaar voor de handelaars. Dat vraagt veel durf. Zoals waarom niet het eerste uur gratis parkeren op zaterdag in het hele winkelcentrum. Renovatiepremies volstaan niet meer . Er is een noodplan nodig: bovenop dat Strategisch Plan.

PASSONS PARTOUT

Veertig jaar onderweg op de(d)waalwegen naar Ronse. Ik zie Jotie Thooft nog zijn teksten binnen doen voor de Jeugdkrant van De Ronsenaar. Ik zie me nog bovenop de Rotterije in zijn tuin zitten afspreken met Fred over een Pluspunt waarin zonder aanzien des persoons zou worden geijverd voor de vooruitgang van het mooie Ronse, daar beneden de berg.

Na het verdwijnen van Plus ging AZ via de kronkelwegen van de media over in de VUM-krantengroep (nu Corelio) onder de nieuwe naam Passe-Partout.

Mijn schrijfbroer van altijd Crépin de Beauregard (Geert Desmijtere) was het die me, na mijn actief bestaan langsheen alle binnen- en buitenwegen van de journalistiek, vroeg of ik voor de lol - hopelijk ook die van de lezer - nu en dan mijn pen nog eens scherpen wou over Ronse, eerst in ‘Passe Vite’ en tegenwoordig in ‘Aller-Retour’.

In verkiezingsrijden soms al eens tot spijt van wie dat liever niet ziet gebeuren. De lezer heeft me echter tegen dergelijke - vruchteloze – druk van buitenaf voortaan zelf gewapend met blogbeton door me eens en voorgoed mijn eigen stevige schrijfverzekering te schenken, in de virtuele wereld die inmiddels de zijne en de mijne geworden is. Het ware echter een grote vergissing daarom de betekenis van de traditionele printpers te gaan afschrijven omwille van de vluchtige virtualiteit van de nieuwe blog-trend.

Internet zal die printpers integendeel een nieuw leven schenken en gaandeweg de middelen van zijn voortbestaan verstevigen. Schrijven doen we hier met een paar Ronsese pennen hoe dan ook altijd voort. Virtueel of hier op papier. On the road again.

Tuupe vuir Roonse.

WALTER EGO.
------------------------------------------------------------------------
Tekst naar aanleiding van de viering van veertig jaar AZ/PASSE-PARTOUT. Hier ook ten behoeve van de Ronsenaars van elders. (copyright Stef Vancaeneghem & Passe-Partout)
Illustratie: 'De Ommegang'. Mijn geklieder met penseel. Copryight Stef Vancaeneghem.