12 maart 2021

BETOVERINGEN 12.

MAGISCH
MEESTER
LUDWIG.
'Je eigen dood beleef je niet'.
Behalve dat je schatplichtig bent aan Epicurus zet je me op het verkeerde been, betover je me met je idee dat alle logica ten dienste staat van kennis die uiteindelijk onbereikbaar blijft.
God. De dood.
De zin van het leven.
De oude metafysische
vraag waarom iets
en niet veeleer niets.
Via de logica lok je me naar de mystiek. Het is je niet echt te doen om de verhouding tussen logica, taal en werkelijkheid. Het gaat je in wezen om alles wat je als jonge vrijwilliger in het Oostenrijks-Hongaarse leger aan het front bij de Roemeense grens al wakker houdt.
In het spoor van Frege en Russell zet je de logica in om de grenzen van taal af te tasten, mik je jezelf de geschiedenis van het denken in met je ogenschijnlijk onschuldige 'dooddoener'.
‘Van dat, waarover niet
kan worden gesproken,
moet men zwijgen’.
Want zowel in religie als in kunst zijn er nu eenmaal dingen voelbaar die niet gezegd kunnen worden, die zich niet door uitspraken laten beschrijven.
In je Tractatus ga je naar de kern van het onderscheid tussen zeggen en tonen, twee vormen van menselijke kennis die elkaar uitsluiten. Je doet me daarbij denken aan Blaise Pascal.
Le coeur a
ses raisons
que la raison
ne connaît point.
Je filosofie is dubbel gelaagd. Op de onderste laag gaat het over al het zegbare, over al wat we met behulp van taal proberen te beschrijven. Een taal met zinnen die waar of onwaar kunnen zijn. Het is het domein van wat jij de wereld noemt, het afgebakend veld van de wetenschap. Door duidelijk te maken wat zegbaar is, worden wetenschap en filosofie door jou tot diepe deemoed gemaand.
De zin van het leven, de wereld, het onrecht, rampen en kwalen, het kwade...dit alles ligt voor jou buiten het gebied van wetenschap en filosofie.
Je vergelijkt taal en logica met een ladder die je eerst op moet tot aan de drempel van alle levensproblemen, hun zin of onzin. Daar gooi je de ladder weg. Want al wat voorbij de drempel ligt, kan niet gezegd worden.
Wat je bij diepe liefde voelt.
Wat je enkel met bloemen tonen kan.
Een gekoesterd gedicht van je grote broer.
De glimlach van je kleindochter.
Een dageraad op Drievuldigheidszondag.
Dat zwijgen claim je om over het rationele heen naar het mystieke te verwijzen.
L’ on ne voit bien
qu’avec le coeur.
L’ esssentiel est
invisible des yeux.
Vanuit je buitengewone intelligentie word je aldus de sublieme Kleine Prins van het gevoel en het hart.
Zoals Kierkegaard me vanuit zijn eigen betoveringen oproept tot een sprong in het religieuze, zo verlok jij me tot een duik in het Onzegbare.
Zoals Vergilius als vertegenwoordiger van het menselijk verstand in Dante’s 'Goddelijke Komedie' de mens vergezelt tot aan de rand van het paradijs en daar dan noodgedwongen afhaakt als gids, zo breng jij me tot aan de rand van het zegbare. In een brief schrijf je dat het je bedoeling is ons tot op dit tweede mystieke niveau te tillen.
‘Mijn studie bestaat uit twee delen. Uit alles wat er staat en alles wat ik niet geschreven heb. En dat tweede deel is het belangrijkste.’
En dan komt het:
‘De zin van de wereld
moet buiten de wereld liggen’.
De zin van de wereld behoort niet tot de dingen waarover we zinvol met de middelen van de beschrijvende taal kunnen spreken. Net zoals het raadsel van ons leven in ruimte en tijd buiten ruimte en tijd ligt.
Zo maak je de cirkel rond met je bewering dat de dood geen gebeurtenis van het leven zelf is door van die dood een verschijnsel van 'grensoverschrijding' te maken.
Onbereikbaar
en onbeschrijflijk
met onze middelen.
Wat geldt voor het ethische, geldt ook voor het esthetische, het domein van de kunst. Je noemt ze transcendentaal. Al relativeer je zelf meteen je eigen uitspraken Ze zijn hooguit hulpmiddelen.
Alles wat zich in kunst, moreel handelen en religie toont is voor jou het verborgen thema van wat zich aanvankelijk aankondigt als een leerboek voor logica en eindigt als religieus meditatiebrevier.
Je vindt dat je daarmee een keer en voor goed duidelijk maakt wat er, over logica en mystiek, zinvol te zeggen valt en waarover we voor de rest enkel zwijgen kunnen..
Je hangt daarna consequent je tovenaarstenue aan de wilgen, begint een nieuw bestaan ver van de academische filosofen. Je volgt de oproep van Tolstoj, gaat je geheel wijden aan je naaste, werkt als tuinknecht in een klooster. Het aandeel in het gigantisch vermogen van je vader, dan een van de rijkste mannen van Europa, schenk je aan je zusters en armlastige kunstenaars.
Als je vriend en leermeester Bertrand Russell, levensgenieter en atheïst pur sang, je in Innsbruck komt opzoeken, klaar voor de zoveelste stevige discussie over logica, kan hij daar niks anders meer komen doen dan wat met je mee harken in de kloostertuin.
Ik had jullie daar bezig willen zien.
Hij met zijn logica, jij vervuld van het onzegbare.
Je Tractatus heeft op de filosofie een invloed vergelijkbaar met Kants ‘Kritiek van de Zuivere Rede’, introducert een nieuw tijdperk in de filosofiegeschiedenis en verandert voor altijd onze manier van kijken. En dan moet Kuhn nog komen.
Met je stelling dat de wereld hooguit door de filter van taal kan worden ervaren, zorg je voor een van de grootste filosofische revoluties van de twintigste eeuw, zorg je voor de zogeheten ‘linguistic turn’, de ‘sprachphilosopische Wende’.
Met je Tractatus ga je voor de perfecte tovertruc. Van achter je logische taalanalyses en waarheidsschema’s bespook je me als modern mysticus vanop je smalle pad tussen het zegbare en het onzegbare.
Magisch meesterlijk,
Ludwig Wittgenstein.
Let me sleep on it.
Betoveringen. (12)
Levenswandelroute.

11 maart 2021

BETOVERINGEN 11.

LOTTO VOOR HET LEVEN.

Vier het leven.
Wees ambitieus.
Word een groots mens.
Doe en denk als Nietzsche.
Natuurlijk laat ik me, tussen de schitterende oude verhalen van Tsjechov en de nieuwe van Murakami toch weer vangen, ik die een hekel heb aan populariserende zelfhulp. ‘Nietzsche als praktische gids voor het dagelijks leven’. Maar ach de leeshonger blijft onstilbaar. Meer heeft mijn zoekende ziel niet nodig. Temeer dat ik in mijn Betoveringen toch wel net toe ben aan de filosoof met de hamer zeker?
Als ik dus doe en denk als Nietzsche wordt mijn leven eindelijk beter, wacht me niks dan (zelf)bevrijding en kracht. Ver van de slavenmoraal op naar de elite van het Herrenvolk. De jackpot, kom. De Lotto voor het leven. En mijn tijdloze tijd dringt.
Ik leg de gids die me zal leiden tot bevrijding en kracht terzijde, duik in mijn boekentempeltje op zoek naar het bewogen leven van filosoof die God de mokerslag gaf.
Niet dat hij ermee bedoelde dat God nooit bestaan heeft. Iets wat niet bestaat, kan niet sterven. Voor zijn dood leefde God wel degelijk. Geboren als hij was uit de menselijke behoefte aan zekerheid.
Als Nietzsche God dood verklaart, bedoelt hij ermee dat er geen zekerheden zijn. Het huis van de Vader heeft dan wel vele kamers, maar geen fundamenten.
Samen met God worden ook alle andere zekerheden en grote verhalen onderuit gehaald. Feiten worden vervangen door interpretaties. De werkelijkheid is een worden, een gebeuren, voortdurend in beweging, vol verandering. Al onze interpretaties botsen en strijden voortdurend met mekaar om de macht.
Hogere doelen zijn er niet. Niets is absoluut goed, niets is absoluut waar. Er is enkel leegte. Dus moet je het niet gaan zoeken in hogere zingeving maar in je eigen leven. Waarbij Nietzsche zijn personage Zarathoestra alvast de dood van God laat afkondigen. Iemand moet het zeggen. Het valt op Zara.
De mens heeft voortaan als zelfverklaard supermens geen hogere waarheid meer nodig, als de kunstenaar van zijn eigen leven. Daar bovenop krijgen we nog een gedachten experiment cadeau.
Stel dat je je hele bestaan telkens weer opnieuw beleeft, probeer dan zo te leven dat je graag dit ene leven steeds opnieuw zou willen zien terugkeren. De grootst mogelijke zelfbevestiging die een mens betrachten kan.
Voor Nietzsche lukt dat wat minder. Nadat hij zijn professoraat in de klassieke filologie in Basel om gezondheidsreden opgeven moet (vermoed wordt: syfilis), doolt hij tien jaar door Europa als ‘vrije en onafhankelijke’ filosoof.
In die nieuwe tragische werkelijkheid wordt hij zelf echter bij het handje gehouden, eerst door zijn moeke dan door zijn ziekelijke zus Elisabeth die in de jaren dertig zijn Herrenvolk gedachte en wil tot macht laat recupereren door de nazi’s die al wie niet in houding springt herleidt tot slavenvolk achter prikkeldraad: gebrandmerkt, gemarteld, vergast, uitgeroeid.
Van die zogenaamd heroïsche strijders bij Homerus, de strijd tussen de apollinische en dionysische waarden waarmee Nietzsche dweepte, rest niks dan Nacht und Nebel en Holocaust.
De ‘Herrenmoral’ van zijn supermens, sterk genoeg om zelf hartstocht te beheersen en alle energie te focussen op creativiteit, wordt als betovering compleet geperverteerd.
Voor Nietzsche is godsdienst de ontkenning van de hartstochten die het leven vieren en bevestigen. Niks meer dan een slavenmoraal waarin geen plaats is voor zijn dappere nieuwe wereld waarin de mensen hun eigen waarden volgen met een ethiek gebaseerd op hun eigen bestaan, niet op de Openbaring van een hypothetische God.
Zijn oude vriendschap met Richard Wagner breekt hij af omdat de man die hij altijd steunde en inmiddels in Bayreuth zijn eigen theater heeft met zijn opera Parsifal volgens hem ‘een knieval doet voor het Kruis’.
Gek genoeg (later letterlijk) verwerpt hij democratie als een emanatie van ‘bourgeoiswaarden’ waarbij het ware geluk en ‘het hogere goed’ voor hem ‘totaal niet’ de sterke eigenschappen uitstralen van zijn superieur ras met alles wat hij zelf op het einde van zijn leven zo hard mist: kracht, rijkdom, sterkte en gezondheid.
Hij schrijft met andere woorden zijn eigen deerlijk mislukt Toversprookje dat, eens gerecupereerd en onttoverd, ontaarden zal in nooit eerder geziene pure horror.
Doe en denk als Nietzsche.
Vier het leven.
Word een groots mens.
(Maar kijk toch uit voor blinde macht).
Betoveringen (11).
Levenswandelroute.

BETOVERINGEN 10.


A FLEUR DE PEAU.

Waarom zou ik meegaan in je betovering? Jij die een naaister van de trap schopt, haar daarvoor levenslang vergoeding betalen moet, blij bent als ze dan sterft en haar vergoeding wegvalt, nog een keer natrapt met de woorden
‘Obit anus, abit onus’. ‘De oude vrouw sterft, de last verdwijnt’.
Volgens jou wordt ons vermogen tot mededogen compleet overruled door blinde wil. Je bent een zwartkijker, Arthur Schopenhauer. Een doemdenker van het donkerste soort. Alle leven is voor jou alleen lijden. Verlossing is pas mogelijk door zelfverloochening.
Zelf ga je daarvoor de mosterd halen bij Kant. De wereld blijft onkenbaar. We weten alleen hoe die als voorstelling aan ons verschijnt. Je flirt daarbij met de ideale oervormen van de oude Plato. Nieuwe wijn in oude zakken.
De oerwil is de blinde stuwende kracht zeg je. Ook voor onze menselijke natuur waarin die wil doorwerkt als opeenvolging van verlangens en bevrediging. Na elke bevrediging volgt alweer een nieuw verlangen. Wat van de hele natuur een struggle for life maakt. Volgens jou lusten we daarom met zijn allen mekaar rauw.
Goed dat je ons ook een paar ingrediënten inpepert om je schotel verteerbaar te houden. Kunst vooral. En voor de rest alle lijden doorzien als verschijning van die oerwil. Zo dat we het lijden ontmaskeren, mee lijden met de medemens. (Met pakweg een naaister die door een schoft van de trap wordt geschopt.)
Ik weet het niet hoor, waar je zoveel doemdenken vandaan hebt. Misschien van je welstellende vaderfiguur die zelfmoord pleegt als je zelf zeventien bent. Misschien van je mama die schrijfster is en je werk maar niks vindt (ik ben zeer geneigd daarin mee te gaan) met wie je daarom brutaal breekt. Misschien door je haat om Hegel bij wie de universiteitsbanken bomvol zitten, anders dan bij jou naar wie geen kat luisteren komt. Het geeft zeer te denken dat jouw hele hersenspinsel rond die oerwil door Nietzsche zal worden opgepikt als wil tot macht waarvan de gruwelijke gevolgen tot op vandaag niet te overzien zijn.
De blinde macht van de bange blanke man.
De dodelijke knie op de gebroken nek van de zwarte medemens.
De blinde macht van de haat op de weerloze homojongen in het park.
De blinde macht van de macho.
De macht van publieke mediavonnissen.
De macht van de Britse Kroon op de kleur van de baby in het buikje van Duchess Meghan.
Oerwil in mensentaal. Als een visser op La Réunion een haai vangt en later op de kade blijkt dat er in de buik van die haai nog de hand zit van een opgepeuzelde surfer, is dat de uiting van de wil van de haai.
***
Je verwerpt elke godsdienst als schijnoplossing omdat daar aan de menselijke behoefte tot zingeving en onsterfelijkheid door middel van illusies wordt tegemoet gekomen. Daarin kan ik je wel een eind volgen.
Tot aan de kapel van pakweg Wittentak waar ik mensen ken die hun diepere zingeving beantwoord zien door de troost die ze er zoeken en vinden.
En al trek jij de conclusie dat dit alles voorstelling is, illusie, wat maakt het uit als je die troost echt (onder)vindt, warme vriendschap voelt, ware liefde?
Dat je dierbaren
gelukkig zijn.
Dat het leven mooi is.
Mais nondedieu
c'est beau la vie
avec ou sans
Jacques Brel.
Wat vertel je me? Dat de enige weg die verlossing uit het lijden biedt, het opheffen is van de eigen vrije wil?
Aan de ene kant wil je me dus meesleuren in je verhaal van blinde oerwil. Tegelijk zeg je dat ik me onthechten moet van diezelfde wil en maar best door het leven trek als asceet.
Passen voor het volle leven?
Passen voor de passie?
Voor alles wat me drijft?
Voor alles wat me lachen,
schreien en schrijven doet?
Bedankt. Mijn oerwil zegt me dat het leven veel te mooi is om er niet voluit voor te gaan. Met hart en ziel. A fleur de peau.
Gevoelig, breekbaar; kwetsbaar misschien. Maar geheel open en vatbaar blijf ik daarbij voor élke betovering. Weze het mijn laatste wilsbeschikking.
BETOVERINGEN (10).
Levenswandelroute.

Foto: Yannic Vancaeneghem.