19 juni 2009

BLOG NOTE

18 juni 2009

IEN ROONSE EES DAT IET




Nu nog de canards bizarres en andere argeloze wandelaars aldaar waarschuwen dat er voortaan vrolijk door de Bruul mag gefietst worden. En we zijn weer een velowiel verder. Inmiddels blijven de makkers van de Ronsese Fietsersbond verder vechten voor veiliger fietsen in Ronse. Ze gaan nog veel tuben moeten verslijten eer het zover is.

Geen overbodige luxe dat vrij fietsen door de Bruul overigens. Wie op zijn tweewieler Ronse doorkruist weet al langer dat je aan de Veemarkt je leven in de schaal smijt op de velo. Onlangs bijna van mijn witte fietssokken geblazen door ‘een madam van’ aan de stuurknuppel van een zware Duitser (ik bedoel haar gesponsorde wagen), die er van uitgaat dat Toulouse-Lautrec een wielerkoers is en dat die steenrode fietspaden er alleen maar zijn om het nieuwe kleurtje van haar zomerspoeling te accentueren. Bijkans kon ik aldus met mijn diverse aan flarden gereten leden aan de gewichtloze ledigheid gaan hangen in de spoed, in de plaats van deemoedig achter het schrijn te zoeken naar de zin van het zijn.

Van schrijn gesproken: ik vrees eerlijk gezegd het ergste voor mijn petits copains, 'les papas-pinguins' van de Sint-Hermesgilde zeg maar gewoon: 'la guilde' en spreek uit: 'la zjielde'. Door de opwarming van de planeet lijkt hun houdbaarheidsdatum er nu voor goed op te zitten en dreigen ze in sneltempo weg te smelten op de glibberige gletsjer van de klimaatverandering. 'Mon pauvre Verlaine il me faudra beaucoup pleurer ce soir.' (Salvatore Adamo).

Erik Tack, de Grote Knorpot van Ronse, is als verliezer van de verkiezingen niet herkozen voor het mandaat waarvan volgens de Wetstraatwatchers van De Morgen en De Standaard niemand geweten heeft dat hij het al die tijd voor een miljoenenvergoeding bekleedde. Maar hij mag langs een achterdeurke toch weer in het Vlaams parlement gaan ‘zetelen’ het woord is op zijn plaats. Dan wel als opvolger in en op de plaats van een partijgenoot die bij de verkiezingen uit alle ruiven wou eten en nu liever zijn stek in het federaal parlement bezet. Of hoe mooi het unitaire staatsbestel toch kan zijn voor separatisten als het hen goed uitkomt om aan de Belgische vetpotten te zitten.

Winnen in de politiek is overigens ook niet alles. Pol Kerckhove heeft ze bijvoorbeeld wél gewonnen in Ronse, de verkiezingen. Hij maakte bij deze van zijn partij weer de grootste alhier. Daarmee is hij behalve ‘de god van de ruue’ nu ook de rechtmatige 'king maker' van al wie hier bij de sossen binnen drie jaar aast op het burgemeesterschap. En dan kijken we met zijn allen naar jonge trouwer Gunther Deriemaker: Eerste Geschepene. Tenzij Pol behalve god en king-maker liever zelf ook nog de echte nieuwe king van Ronse wordt . Wie weet is dat plan B. De B van Broederschap, dat spreekt.

Luc Dupont, apropos in alle stilte en volharding bezig zichzelf de lokale geschiedenis in te werken als een van de grootste Ronsese burgemeesters ooit en ware bezieler van de Renaixance, zal zijn plan om binnen drie jaa gewoon op zijn gemakske wat rond het Lago di Garda te gaan fietsen nog eventjes moeten uitstellen.

‘En politique comme en amour ni jamais, ni toujours’, lachte baron Paul-Henri Gendebien van het toenmalige Rassemblement Wallon me ooit op een bankje in het Warandepark geheimzinnig toe. Van achter zijn pijp waarop hij een tikje gaf. Er mij schalks voor waarschuwend dat zelfs Magritte al wist dat waarheid niet is wat je ziet. En dat je bijvoorbeeld altijd moet uitkijken met pijpen.

Ien Roonse ees dat iet.

'Virtueel Over Leven in Ronse.'

15 juni 2009

FEESTBOEK


Elk jaar weer opnieuw krijg ik in de nadagen van de Fiertel van een meer dan discrete vriend een kunstige Fiertelherinnering onder mijn staldeurke geschoven. Telkens weer opnieuw verrast hij me aldus met fijne grafische pareltjes omtrent de Ommegang die ik dan bij gelegenheid ter illustratie in deze blog mik.

Ook dit jaar ligt ze er. Deze keer is het een authentieke Oorkonde met Hermes & zijn Duivel. Plus de dubbele arend van Ronse die mijn gedachten doen wegdwarrelen bij mijn voormalige schoolrapporten. De vriend in kwestie is namelijk mijn gewezen turnleraar die me in mijn jongensjaren ook al het kostbaarste geschenk meegaf wat je als pedagoog een adolescent bijbrengen kan: sportieve teamspirit.

‘Want daat hei
’t laiven
moa gelierd
Ne meins ie n’ees
gien sjieke wierd
Oost ie alliene
oop zien oagen tiert
Oop zien oagen tiert…’

(Uit Tavi in ’t Paradoas, twie kameroeten).

Het perkament in kwestie bestatigt een keer en voor eeuwig dat ik: ‘met herten vro ende stoutelicke de pelgrimagie van sinten Hermes hebe ghedaen in 1 daghe’. Dit wordt mij bovendien ‘ghegheben onder den segel der voorleide stede van ronse int jaer ons heeren MMIX.’

Mijn maat raakt me deze keer wel heel diepe in ’t herte met zijne presente letteren.Want: verba volant, scripta manent. Wat geschreven staat, kan nooit meer ongedaan gemaakt worden. En zeg nu zelf: bestaat er voor een Ronsenaar een mooier attest dan de bevestiging dat je tijdens je korte rondgang hier op aarde fideel Fiertelganger geweest bent?

Al zal ik de ‘verkiezings- editie 2009’ altijd wel een hectische bedoening blijven vinden. Het leek wel of we de hele dag achter de feiten aan holden. Hermes zelf zakte in Rozenaken van pure commotie door zijn draagezel. Om maar te zeggen. Van de woede der kiesmannen, verlos ons Heer.

Van verkiezingen gesproken, Pol Kerckhove mag dan in Ronse als ‘god’ van de winnende partij uit de stembus komen, hij moet zijn overwinningsroes nu ook niet gaan rekken tot de volgende stembusgang. Hebben de tsjeeven inmiddels na de formele belofte van mijn vriend opper-tsjeef Jan Foulon woord gehouden en de minzame glimlach van Brigitte Vanhoutte alweer netjes uit mijn haag verwijderd, dan blijft kameraad Kerckhove hier maar grijnzend genieten van zijn victorie. Pol staat hier met zijn wezen apropos pal recht tegenover de uitgang van de kliniek. Ik vermoed dat hij hier blijft hangen of staan puur om met zijn blik de Zusters van Barmhartigheid hun eigen rendabele gsm-masten in te stralen.

In de traditionele Fiertel trekken nepgendarmen (met hun paarden) een spoor van gevaarlijk glibberige drollen rondom Ronse. Hierdoor maken ze van elke bedevaarderstred een riskante hoogst onzekere onderneming. In de Naachtfietoo daarentegen escorteren echte zwaantjes je met stijl, flikkerende zwaailichten en veel zichtbaar blauw op straat door de Ronsiese nacht. Wil je je dus in Ronse echt veilig voelen ’s nachts kan je voortaan ook beter de Nachtfietoo meedoen.

Want thuis, ik weet het nog zo niet. Een paar leuke verhalen opgevangen hieromtrent. Een brave Ronsenaar hoort nachtlawaai in zijn living, betrapt er een dief, praat rustig op hem in, brengt hem heel groothertig tot betere gevoelens, zet hem tenslotte op het juiste pad naar buiten en probeert weer te slapen en we spreken er niet meer over. Eens scout altijd scout enzovoort. Even later weer nachtlawaai. Weer hetzelfde. De inbreker was nog niet klaar met zijn klus. Het rechte pad loopt langs de kronkelwegen van de duivel. Oh Heer d’avond is neergekomen, de zonne zonk het duister klom…

Het kan altijd nog straffer . Een dief die zich bij een inbraak in de Sancta kwetst , laat zich gauw eventjes verzorgen op de spoed en keert dan terug naar zijn ‘werkvloer’ in de Sancta. Dàt is pas echt vakmanschap vind ik.

Het verschil tussen Ommegang en de Nachtfietoo is zo groot als het onderscheid tussen de dag en de nacht. Grappige bende overigens die JCI’s. De laatste stop van hun Naachtfietoo leggen ze uitgerekend daar waar iedere Ronsenaar al dan niet verpulverd en verpoeierd zijn langste nacht doorbrengen zal: aan het kerkhof. Ien Roonse ees dat iet.

‘Feestboek’
‘Over Leven in Ronse.’