20 juni 2011

TUUPE VUIR RONSE


EXCLUSIEF EIGEN NIEUWS
STAD RONSE KRIJGT RECHTEN
RONSIES DIALECTENBOEK
VAN MAURICE BOUCHEZ
HERDRUK IN HERNIEUWDE
VERSIE OP KOMST
VOOR ‘TAVI BUIRGEMIESTER’


Op de vooravond van de Fiertel ontving de stad Ronse, vertegenwoordigd door Schepen van Cultuur Joris Vandenhoucke, uit handen van Alain, de zoon van Maurice Bouchez namens al zijn erfgenamen een getekend document waarin de rechten van het alom fel gegeerde Ronssies Dialectenboek ’t Ronssies in guiren en kluiren’ van Maurice definitief wordt afgestaan aan de stad. Als inleider van Maurice’s boek had ik het genoegen dat document mee te ondertekenen. Alain stond erop dat ik ook als getuige van de rechtenafstand zou fungeren wat ik met genoegen aanvaardde. Het boek zal hierdoor opnieuw en in een verbeterde versie binnen afzienbare tijd kunnen worden uitgegeven. Streefdatum februari 2012. Een schitterende zaak voor de vrijwaring van onze rijke Ronsiese woordenschat. Hieronder het hele verhaal exclusief en in primeur voor u, fidele bloglezer(es).

Mei oof zonder boolekies?

Toen hij zijn gigantisch werk af had en er na jaren noteren en snuffelen en zoeken in geslaagd was alle eigenaardigheden van ons onnavolgbaar Ronsies idioom in kaart te brengen, vroeg Maurice me om een inleiding voor zijn werk dat algauw hét referentieboek van de Ronsiese woordenschat worden zou.

Het leuke daarbij is dat Maurice en ik er altijd elk onze eigen manier van Ronsies schrijven bleven op nahouden. Maurice dweepte voor de specifieke klanken (zelf noemde hij dat ‘de Ronsese half genasaleerde O en de genasaleerde A') met zijn systeem van boolekies. Bijvoorbeeld: bego°st in de plaats van begoost.

‘Ge ziet toch onmiddellijk’ zo schrijft hij daarover in een correspondentie met Jaak Herregodts, dat voor een specifieke klank een specifieke schrijfwijze nodig is.’

Zelf bleef ik het altijd houden op de gewone zo fonetisch als mogelijke schrijfwijze. Bijvoorbeeld: Me goen oes smoaten. Voor Maurice, een echte purist, ging dat niet ver genoeg.

‘De meeste oa’s kunnen er nog door, maar de lange oo’s klinken zeker vals.’

Nu Maurice de weg van alle vlees is gegaan en vanuit het respect voor zijn indrukwekkenbd nagelaten immaterieel erfgoed gun ik hem bij deze het voordeel van de twijfel en geef ik hem dus het laatste woord:

'Mei bo°lekies, Maurice. Mei bo°lekies. Azuu verblaiven...'

En al zal ik vanuit mijn eigen schrijfhabitudes voor mezelf mijn eigen weg blijven gaan toch constateer ik met genoegen dat de methode van Maurice succesvol gehanteerd wordt door mijn jonge Ronsiese (volgens Maurice: Ronssiese ) schrijfkameraad Jonathan Jouret bij de aanmaak van zijn schitterend Ronsies kruiswoordraadsel in de Randeevoe.

Van Beurooboekskie tot Beuro°boekskie

Toen ik in 2005 in samenwerking met de Stad Ronse zelf mijn 'Roonsies Beurooboek' uitgaf (Maurice zou Beuro°boek schrijven) waarin ik mijn Ronsiese liedjesteksten voor de nieuwe Tavi-revues en het Gevuigoode Mandolienen-repertoire bijeen bracht, stond ik daarvan de auteursrechten af aan de Stad Ronse voor een goed doel dat Schepen van Cultuur Joris Vandenhoucke samen met zijn Cultuurraad achteraf zelf bepalen zouden. Het mooie in dit verhaal is nu dat de opbrengst van het 'Roonsies Beurooboek' mee zal dienen voor de financiering van de nieuwe verbeterde uitgave van Maurice zijn dialectenboek.






Nu en dan lukt dat dus echt wel overheen de verschillen, het leven en de dood: Tuupe vuir Ronse. Streefdatum voor de herdruk van ’t Ronssies in guiren en kluiren is februari 2012. Juist: laat dat nu net het moment zijn waarop Tavi een gooi waagt naar de burgemeesterssjerp van Luc Dupont. Ien Roonse ee dat iet.