02 februari 2007

DE BEWIEROOKTE RONSENAAR

Open brief
aan kanunnik
André De Wolf

Monseigneur,


Of is dit erover als aanspreektitel? Mogelijks laat ik me wat meeslepen door mijn enthousiasme, als compaan van de losgeslagen Tavi-bende die deken Donaat Deriemaeker aldus aansprak op het tractaat van Madleenekie.

Hoe wil je dan dat ik je aanschrijf? Eminentie? Doorluchtige hoogheid? Mijn kerkprins? Zeer Eerwaarde Heer Kanunnik. Chat Moine? Kanunnik lijkt me vooral zo’n instinkertje voor het Groot Dictee van het Davidsfonds. Met die steeds wijzigende Groene Boekjes weet een mens niet meer waar hij zijn ennen moet leggen. Maar misschien kan ik dit probleempje van aanspreking afronden door gewoon ‘Dreitie Woof’ te zeggen? Zoals alle echte Fiertelaars je noemen.

Een fotograaf van Het Nieuwsblad heeft je deze week dus deerlijk betrapt op… het kopen van sigaren in Sas-van-Gent. Commotie bij de lokale verslaggever van de krant. Want kan dat zomaar? Als mens die hier op aarde al in pole position zit om later te zetelen aan de rechterhand van de Allerhoogste?

In Nederland, zo redeneer je, zijn sigaren nu eenmaal goedkoper. En in Sas-van Gent zijn mosselen dikker. God schept de dag. En als ik beide (mosselen en sigaren) combineer, kan mijn dag niet meer stuk.

Zo’n uitstapje is een zondeke van gretigheid zeker waard. Het risico op doodzonde is beperkt. De Verdoemde Huizen liggen verderop: in Sluis of in Amsterdam aan de Walletjes. Sas-van-Gent is volkomen veilig wat betreft de diepere zondeval.

(De bijkomende collegebiechtvragen sla ik hier over: Hoe vaak – per dag- doe je dit? Zondig je alleen of in gezelschap? Met zondaars van hetzelfde geslacht? Met zondaars van het andere geslacht? Word je hiertoe aangemoedigd, mijn zoon? Zo ja, door wie? Of moedig je het veeleer zelf aan? Vind je het lekker? )

Het weze je wat ons betreft allemaal volkomen vergeven. Waar moeit die beslagmaker van Het Nieuwsblad zich eigenlijk mee? Als een mens al geen sigaarkes mag kopen in Holland zonder zelf de sigaar te zijn waar gaan we dan naartoe? Naar de duivel van Sint-Hermes, ik zweer het je. En ik zweer niet ijdel, vloek noch spot. Nu, hoge bomen vangen veel rook.

Wat me hier bezighoudt is nièt de opgeklopte commotie rond de aankoop van sigaren en het nuttigen van mosselen. Doe maar gerust.

(Laat nu en dan wel je cholesterol controleren bij Magdaleen. Geen Jumbo’s zonder frieten. Geen frieten zonder aderschade).

Wat me hier bezighoudt, is wat je tegen de verslaggever als commentaar geeft:

’Ik vind dat we in België een gevaarlijke weg inslaan’, zeg je. ‘We zijn goed bezig een hele bevolkingsgroep te stigmatiseren. In Nederland mogen we na de maaltijd tenminste nog een sigaartje opsteken zonder dat we als pestlijders worden aangekeken. Bij ons is elke redelijkheid stilaan zoek.’

Kijk, daar val ik nu van achterover zie. Dat jij, zo’n verstandige, gestudeerde, geletterde, erudiete, slimste mens zoiets zegt. En het Vijfde Gebod dan?

GE VERGEET HET VIJFDE GEBOD ! GE ZULT UZELVE NOCH EEN ANDER DODEN!

En wat lees je - in Hollandse koeien van letters - op de verpakking van je rookgerief?

ROKEN IS DODELIJK!

Wie is hier de kanunnik? Jij of ik? Je kent Deuteronium, het boek waarin Gods stenen tafelen worden toegelicht, veel beter dan ik. God laat niet met zich spotten. Ik citeer:

‘De Here is een verterend vuur. Een jaloerse god’.

Serge Gainsbourg heeft daar zo zijn eigen interpretatie aan gegeven:

‘Dieu est un fumeur de Havanne’.

Doch met zondige poëten kunnen wij, godvrezenden, hier geen rekening houden.

‘Als iemand een ander doodt, moet de dader sterven’.

Tja, André : Gods wil is gods wet. Dura lex, sed lex. Zo werkt dat nu eenmaal in het Rijk der Hemelen. Niet alleen doodt gij uzelf met uw sigaarkes, ge doodt ook een ander. Mijn gedacht riskeert ge nu twee keer dood te gaan. En bij Sint-Pieter ziet het er voor u ook al niet meer te goed uit. Ge kunt uw VIP-stekje daarboven op uwen buik schrijven, mijn gedacht.

Het punt is: gij moogt niet dood. Want ge moet nog jàren met ons mede. Wie gaat er anders…voelde ons komen? Juist. De jongste Fiertels is het ons, bedevaarders, echter opgevallen hoe ge uw megafoon steeds vaker op uw heupen laat hangen. In plaats van er op de onze mee te werken.

Voilà, nu kennen we dus de reden: Hollandse mosselen en sigaren. We bidden voor U, André. Moge de Here u de kracht geven om snel weer het rechte Fiertelpad te bewandelen. God zegene en beware u.

Omdat we onze naaste echter dienen te vergeven, zo zijn we gekweekt, zullen we mild zijn in de bestraffing van uw Hollandse zonden. Koopt gij u voor uw penitentie eens een dikke Romeo y Julietta: bij Bourlez in de Peperstraat.
Zo heeft de Ronsiese commerce er ook nog wat aan. Ik bel dan zelf wel naar fotograaf David Stockman van Het Nieuwsblad, ik ken hem. Zo kan Ronse zijn imago wat opkrikken. ‘Smoren middenin het groen.’

P. S. Weet ge trouwens dat die Havanna’s zo lekker zijn omdat ze gedraaid worden op de binnenkant van de dijen van Cubaanse schonen? Tja, geen rook zonder vuur. Die duivelse duivel kruipt hij overal in, jong. Hij zit in uw lijf zonder dat ge het weet.


Uw kuchende koorknaap.