VADER DAG
26. Wat vogelen betreft, zijn er hier in Patagonië arenden welke Condor geheeten worden. Deze is door zijn overgrooten bek en klauwen en door het vliegvermogen van zijn vleugelen de koning der vogelen. Aan den hemel maakt zijn verschijning den indruk van een vliegmachien. Ontwaart de Condor een verdoold schaapje, dan gaat hij er door de lucht mede naar zijn nest in de rotskloven van ’t gebergte op duizelingwekkende hoogte. Wanneer men een nest dezer dieren zou willen rooven, moet men goed op verdediging voorzien zijn. Want niet zoodra ziet de Condor iets in zijn nabijheid, of hij komt zelf ten aanval met klauw en bek.
Ik beklom een der bergen waartoe mij drie volle uren noodig waren. Van op den top kon ik een grootsch natuurtafereel bewonderen. Eindlooze pampas strekken zich tot aan den verren einder. Hier en daar loopt een rivier als een zilveren lint door het land. Een dezer welke de Rio Sentinelle genoemd wordt, leidt het oog naar de reusachtige ondoordringbare amazonenwouden. Daar heerscht slechts vogelengezang en windgerucht en de natuurpracht is er overweldigend.
Soms stormt de wind in Patagonië met zulk een geweld, dat het geen wonder is man en paard zelf er door omgeworpen te zien. Bij zulke gelegenheden is binnen blijven natuurlijk geboden.
27. In je reisververhalen herken ik de epische vertelforce, bijna schreef ik farce, van de echte Gabriel Garcia Marquez avant la lettre die je bent, papa. Rivieren als zilveren linten. Vogelengezang. Windgerucht. Ondoordringbare Amazonenwouden. Het is er allemaal. Alleen nog wat schaven aan je schrijftechniek misschien. Als ik mij mag veroorloven.
Een oog dat naar amazonenwouden geleid wordt en daar windgeruchten vangt: daar past ofwel een oorapparaat bij voor het oog, ofwel contactlenzen voor het oor. Ik wil je niet kwetsen maar hier klopt iets niet. Je moet kiezen, schrijvende vaderfiguur. Of je zit in de pampa en kijkt uit op de Rio Sentinelle. Of je zit in de Amazone en je hoort de vogelenzang.
Je huppelt apropos ook van enkelvoud naar meervoud. Als een pampahaas naar de konijnen.
Nee zo werkt dat niet. Het leven is keuzes maken. Was je er geweest toen ik opgroeide, dan had je me dat allemaal zelf kunnen vertellen. Niet omgekeerd. Keuzes maken. Er zelf de gevolgen van dragen. Kiezen voor de pampa en kijken. El condor pasa. Of gaan voor de Amazone en luisteren: naar de windgeruchten, naar de vogelenzang. Je kiest maar.
Je zou bij gelegenheid Liefde in Tijden van Cholera moeten lezen. Dit zou je een eind verder helpen. Hij, Florentino Ariza wacht op haar. Zij Fermina Daza wacht op hem. Een halve eeuw lang. Ik vertel je niet of ze elkaar vinden in de ultieme liefde. Het boek is beter dan het leven.
28. Wachtte mama op jou terwijl jij in die Patagonische bergtoppen Condors op hun nest ging lastig vallen? Kwam je erachter dat ze al die tijd een minnaar had?
Marquez. Het boek is beter dan de film. Kroniek van een aangekondigde dood. Zij heeft een minnaar. Zijn familie komt erachter. De dood van de minaar staat nu al geschreven. Een man en zijn gekrenkte trots. Een vrouw en haar verboden liefde. Een minnaar en zijn onweerstaanbaar verlangen. Leven en dood. Eros en thanatos. Verzengende hitte. Minnaars en stieren sterven in de middaghitte. Van pijn, van genot.
Maar neen. Jij ligt daar allemaal to-taal niet wakker van. Daar op je verre Patagonische Estancia Anita. Het raakt je trekkerskleren niet dat mama thuis alleen op je wacht met je kwistig verwekte kinderen om haar heen. En jij als een Condor met die Anita misschien.
Je bedenkt jezelf als wereldreiziger. Je spendeert het familiale bezit aan dure taxi’s van Santa Cruz naar de Lago Argentino. Je zitvlak is te goed voor gauchopaarden. Je schrijft en je schrijft maar. Tien zwart geruite Moleskineschriftjes vol. In de hoop dat iemand ooit je verwondering delen zal. Ik. Zovele lichtjaren later.
Maar wat moet ik met je verwondering voor de pampa? Wat moet ik met je overtrokken bevindingen vol pathos?
29. Ook wolven vindt men hier. Onverbiddelijk verscheuren zij de schapen. Doch een veel gevaarlijker vierpooter is de leeuw. Ook een bewoner der pampas. Het past dus steeds goed gewapend op wandeling te gaan.
En een dier dat in de pampas van alle andere, en ook van de menschen verbazend gevreesd wordt, is de tzinki. Niet groter dan een kat. Maar het bezit een zonderling verdedigingsmiddel. Dat bestaat in het spuiten van een geel vocht waarvan een verpestenden geur uitgaat.
Eén blik. Eén schouderklop. Eén goedkeurend knikje. Maar nee, verhalen op sterk water. Laat maar. Ik heb genoeg aan Nooteboom. De Verliefde Gevangene. De koning van Suriname. Een ochtend in Bahia. Papa Hemingway. Mijn papieren papa. Green Hills of Africa. Saint-Ex met of zonder zijn gourmette. Vol de nuit. Terre des Hommes.
Ik was zo graag je Kleine Prins geweest, papa. Met jou de sterren aansteken ’s avonds. Hier, vanuit mijn mansarde. Jij, ik en mijn sterrenkijker. Maar neen. Je moest zo nodig weg naar asteroïde B612. Ik haat vaders die de ontdekkingsreiziger uithangen. Ik haat mijn sterrenkijker waarin ik je zoek.
Bij mijn eerste ontwaken op de Estancia Anita vond ik de natuur gansch veranderd. De uitgestrekte pampas lagen onder een sneeuwkleed bedolven. Alhoewel zomer, had het in den nacht zeer fel gesneeuwd. Reusachtige ijsbergen verheffen zich trotsch boven den gladden waterspiegel. Nu en dan komt een losgeraakte ijsklomp op de Lago Argentino drijven en smelten. Het water is daardoor zeer koud. Aan baden is er dan ook niet te denken. Zonder nadenken kan men in die streek aan alle rivieren zijn dorst lesschen. Het water is overal gezond. De koude belet de ontwikkeling van microben.
Wist mama overigens dat haar man een koele killer was? Mijn vader een doder. Ik schaam me diep. Ik begin me af te vragen of je wel mijn echte vader was. Misschien ben ik wel een fictief kind uit de Kroniek van een aangekondigde dood. Het in zonde verwekte kind dat nooit het daglicht zien mocht. Een killer zeg ik je. Beken. Ik heb bewijzen. Je bent mijn Brett Easton Ellis nu. In je South American Psycho.
Minder gevaarlijk dan de Condoren zijn de avestruzen. Dat zijn de struisvogels. Hun nesten zijn gemakkelijk te ontdekken. Ze tellen soms twintig tot dertig eieren die ongeveer tienmaal de grootte van een kiekenei meten en heel lekker en voedzaam zijn. En sterk dat die eieren zijn, ze kunnen op den grond vallen en er is geen vrees voor dat ze zullen breken.
Het gevederte van de vastruzen is zeer mooi. Hun rug biedt een lekker stuk vleesch, dat men zich bij gelegenheid met genoegen laat smaken. De struisvogels leven van de zaden der kruiden. Er wordt verteld dat ze als dessert kleine steentjes nuttigen om de spijsvertering te vergemakkelijken.
Toen ik op jacht een struisvogel gedood had, heb ik me van de zaak willen overtuigen en zelf de maag van het dier onderzocht. Daarin bevonden zich inderdaad een menigte steentjes en kleine keien. Of die nu bewust door het dier of toevalligerwijze bij het nuttigen van ander voedsel ingenomen werden, kan ik evenwel niet uitmaken.
30. Bloedstollend ben je, papa. Pure Truman Capote. In cold blood. Maar wie lette ondertussen op je eigen schaapjes? Mystère et boule de gomme. Je laat er me het raden naar. Ik zie je nu voor me als genadeloze jager. Je profielschets toont elementen van Jack London, Bruce Chatwin, Le Clézio, Conrad.
Tja, je hebt me ook weinig nagelaten. Ik moet het doen met deze mix van droom en werkelijkheid. Maar ik zit je wel aardig op de hielen, papa. Ik volg de sneeuwsporen van de guanacos in de nabijheid van de grazende schapen rond de Estancia Anita.
Je hoopt er een maand te blijven, lees ik. In die tijd haal ik je in, ouwe. Nog een paar lichtjaren en ik ben bij je. Ik vind kaalgevreten struisvogelresten. Killer was here. Ik vind hier een opengereten struisvogelmaag, aan de oever van het zilveren lint. Ik red het wel. Don't cry for me Argentina.
Ik volg je steentjes. Jij, afwezige reus in mijn hart. Ik, je Klein Duimpje. Verloren in de ondoordringbare amazone van het leven dat je me schonk eer je jezelf weg repte. Als je één keer in mijn bestaan van je wil laten horen om mijn ontembare verlatingsangst te stillen: dan nu hier. In this heart of darkness.
Uit: ‘Vader Dag’. Brievenroman. Copyright Stef Vancaeneghem.
Ik beklom een der bergen waartoe mij drie volle uren noodig waren. Van op den top kon ik een grootsch natuurtafereel bewonderen. Eindlooze pampas strekken zich tot aan den verren einder. Hier en daar loopt een rivier als een zilveren lint door het land. Een dezer welke de Rio Sentinelle genoemd wordt, leidt het oog naar de reusachtige ondoordringbare amazonenwouden. Daar heerscht slechts vogelengezang en windgerucht en de natuurpracht is er overweldigend.
Soms stormt de wind in Patagonië met zulk een geweld, dat het geen wonder is man en paard zelf er door omgeworpen te zien. Bij zulke gelegenheden is binnen blijven natuurlijk geboden.
27. In je reisververhalen herken ik de epische vertelforce, bijna schreef ik farce, van de echte Gabriel Garcia Marquez avant la lettre die je bent, papa. Rivieren als zilveren linten. Vogelengezang. Windgerucht. Ondoordringbare Amazonenwouden. Het is er allemaal. Alleen nog wat schaven aan je schrijftechniek misschien. Als ik mij mag veroorloven.
Een oog dat naar amazonenwouden geleid wordt en daar windgeruchten vangt: daar past ofwel een oorapparaat bij voor het oog, ofwel contactlenzen voor het oor. Ik wil je niet kwetsen maar hier klopt iets niet. Je moet kiezen, schrijvende vaderfiguur. Of je zit in de pampa en kijkt uit op de Rio Sentinelle. Of je zit in de Amazone en je hoort de vogelenzang.
Je huppelt apropos ook van enkelvoud naar meervoud. Als een pampahaas naar de konijnen.
Nee zo werkt dat niet. Het leven is keuzes maken. Was je er geweest toen ik opgroeide, dan had je me dat allemaal zelf kunnen vertellen. Niet omgekeerd. Keuzes maken. Er zelf de gevolgen van dragen. Kiezen voor de pampa en kijken. El condor pasa. Of gaan voor de Amazone en luisteren: naar de windgeruchten, naar de vogelenzang. Je kiest maar.
Je zou bij gelegenheid Liefde in Tijden van Cholera moeten lezen. Dit zou je een eind verder helpen. Hij, Florentino Ariza wacht op haar. Zij Fermina Daza wacht op hem. Een halve eeuw lang. Ik vertel je niet of ze elkaar vinden in de ultieme liefde. Het boek is beter dan het leven.
28. Wachtte mama op jou terwijl jij in die Patagonische bergtoppen Condors op hun nest ging lastig vallen? Kwam je erachter dat ze al die tijd een minnaar had?
Marquez. Het boek is beter dan de film. Kroniek van een aangekondigde dood. Zij heeft een minnaar. Zijn familie komt erachter. De dood van de minaar staat nu al geschreven. Een man en zijn gekrenkte trots. Een vrouw en haar verboden liefde. Een minnaar en zijn onweerstaanbaar verlangen. Leven en dood. Eros en thanatos. Verzengende hitte. Minnaars en stieren sterven in de middaghitte. Van pijn, van genot.
Maar neen. Jij ligt daar allemaal to-taal niet wakker van. Daar op je verre Patagonische Estancia Anita. Het raakt je trekkerskleren niet dat mama thuis alleen op je wacht met je kwistig verwekte kinderen om haar heen. En jij als een Condor met die Anita misschien.
Je bedenkt jezelf als wereldreiziger. Je spendeert het familiale bezit aan dure taxi’s van Santa Cruz naar de Lago Argentino. Je zitvlak is te goed voor gauchopaarden. Je schrijft en je schrijft maar. Tien zwart geruite Moleskineschriftjes vol. In de hoop dat iemand ooit je verwondering delen zal. Ik. Zovele lichtjaren later.
Maar wat moet ik met je verwondering voor de pampa? Wat moet ik met je overtrokken bevindingen vol pathos?
29. Ook wolven vindt men hier. Onverbiddelijk verscheuren zij de schapen. Doch een veel gevaarlijker vierpooter is de leeuw. Ook een bewoner der pampas. Het past dus steeds goed gewapend op wandeling te gaan.
En een dier dat in de pampas van alle andere, en ook van de menschen verbazend gevreesd wordt, is de tzinki. Niet groter dan een kat. Maar het bezit een zonderling verdedigingsmiddel. Dat bestaat in het spuiten van een geel vocht waarvan een verpestenden geur uitgaat.
Eén blik. Eén schouderklop. Eén goedkeurend knikje. Maar nee, verhalen op sterk water. Laat maar. Ik heb genoeg aan Nooteboom. De Verliefde Gevangene. De koning van Suriname. Een ochtend in Bahia. Papa Hemingway. Mijn papieren papa. Green Hills of Africa. Saint-Ex met of zonder zijn gourmette. Vol de nuit. Terre des Hommes.
Ik was zo graag je Kleine Prins geweest, papa. Met jou de sterren aansteken ’s avonds. Hier, vanuit mijn mansarde. Jij, ik en mijn sterrenkijker. Maar neen. Je moest zo nodig weg naar asteroïde B612. Ik haat vaders die de ontdekkingsreiziger uithangen. Ik haat mijn sterrenkijker waarin ik je zoek.
Bij mijn eerste ontwaken op de Estancia Anita vond ik de natuur gansch veranderd. De uitgestrekte pampas lagen onder een sneeuwkleed bedolven. Alhoewel zomer, had het in den nacht zeer fel gesneeuwd. Reusachtige ijsbergen verheffen zich trotsch boven den gladden waterspiegel. Nu en dan komt een losgeraakte ijsklomp op de Lago Argentino drijven en smelten. Het water is daardoor zeer koud. Aan baden is er dan ook niet te denken. Zonder nadenken kan men in die streek aan alle rivieren zijn dorst lesschen. Het water is overal gezond. De koude belet de ontwikkeling van microben.
Wist mama overigens dat haar man een koele killer was? Mijn vader een doder. Ik schaam me diep. Ik begin me af te vragen of je wel mijn echte vader was. Misschien ben ik wel een fictief kind uit de Kroniek van een aangekondigde dood. Het in zonde verwekte kind dat nooit het daglicht zien mocht. Een killer zeg ik je. Beken. Ik heb bewijzen. Je bent mijn Brett Easton Ellis nu. In je South American Psycho.
Minder gevaarlijk dan de Condoren zijn de avestruzen. Dat zijn de struisvogels. Hun nesten zijn gemakkelijk te ontdekken. Ze tellen soms twintig tot dertig eieren die ongeveer tienmaal de grootte van een kiekenei meten en heel lekker en voedzaam zijn. En sterk dat die eieren zijn, ze kunnen op den grond vallen en er is geen vrees voor dat ze zullen breken.
Het gevederte van de vastruzen is zeer mooi. Hun rug biedt een lekker stuk vleesch, dat men zich bij gelegenheid met genoegen laat smaken. De struisvogels leven van de zaden der kruiden. Er wordt verteld dat ze als dessert kleine steentjes nuttigen om de spijsvertering te vergemakkelijken.
Toen ik op jacht een struisvogel gedood had, heb ik me van de zaak willen overtuigen en zelf de maag van het dier onderzocht. Daarin bevonden zich inderdaad een menigte steentjes en kleine keien. Of die nu bewust door het dier of toevalligerwijze bij het nuttigen van ander voedsel ingenomen werden, kan ik evenwel niet uitmaken.
30. Bloedstollend ben je, papa. Pure Truman Capote. In cold blood. Maar wie lette ondertussen op je eigen schaapjes? Mystère et boule de gomme. Je laat er me het raden naar. Ik zie je nu voor me als genadeloze jager. Je profielschets toont elementen van Jack London, Bruce Chatwin, Le Clézio, Conrad.
Tja, je hebt me ook weinig nagelaten. Ik moet het doen met deze mix van droom en werkelijkheid. Maar ik zit je wel aardig op de hielen, papa. Ik volg de sneeuwsporen van de guanacos in de nabijheid van de grazende schapen rond de Estancia Anita.
Je hoopt er een maand te blijven, lees ik. In die tijd haal ik je in, ouwe. Nog een paar lichtjaren en ik ben bij je. Ik vind kaalgevreten struisvogelresten. Killer was here. Ik vind hier een opengereten struisvogelmaag, aan de oever van het zilveren lint. Ik red het wel. Don't cry for me Argentina.
Ik volg je steentjes. Jij, afwezige reus in mijn hart. Ik, je Klein Duimpje. Verloren in de ondoordringbare amazone van het leven dat je me schonk eer je jezelf weg repte. Als je één keer in mijn bestaan van je wil laten horen om mijn ontembare verlatingsangst te stillen: dan nu hier. In this heart of darkness.
Uit: ‘Vader Dag’. Brievenroman. Copyright Stef Vancaeneghem.
<< Home