DE BENIEUWDE RONSENAAR
VEERTIG JAAR ON THE ROAD
OP DE DWAALWEGEN NAAR RONSE
HOE SCHUUNE DA ROONSE TOOCH KAAN ZOAN.
LAAT ONS ZOT GENOEG ZIJN
OM IN RONSE TE BLIJVEN GELOVEN
Jacques Brel op de planken van Cinéma Familia. Als Chef Scout (spreek uit: chef skoet) van de Belgitude. Ces gens-là, met hun Cinzano of hun coupeke Clicquot na in de foyer. C’était le temps où Renaix s’enorgueillait. Ronse-Renaix: zo trots op wat allang voorbij is. Zo vastgeroest in oude certitudes. Verzuild in alreeds stervende gazetjes.
Ronse, opgesmeten in voorgekauwde waarheden. Achter fiere fanfares. Met drumband. Met machtig mooie karmijnrode accordeons. Onder de laatste vaandels van het Grote Gelijk.
Van den Tap naar de ‘Gruute Kierke’ en terug. Van ’t Fiestpaloas noer Malander. Sint-Ambroos. Sint-Cecilia. Sinterklaas vooral. Volksbond. Patria. Harmonie. Club. Assa. Sfinx. Union. Pelote Pinguin. College. Atheneum. Van vroeger naar nergens. Voyage au bout de nulle part.
Als ik ze herbekijk die oude films, zie ik niks dan bloedserieuze bonzen die Ronse eens rap gaan redden zie. Hoge hoeden. Maskers van gestolde almacht. De schone schijn om statuskikker te zijn. Een arend bovenop het stadhuis en niks kan ons gebeuren. (Maar het praalgraf op het oude kerkhof lonkt al: in de alweer hoogdringende kleine behoefte die de grote voorman zijn nachtrust ontzegt).
‘ADIEU, BIROUTE’
Het is dan een stad zoals je die alleen nog in onderbelichte amateurfilms ziet. Alles is al vele malen gezegd en geschreven, in elk zijn eigen bijbel. Le Ralliement. Journal de Renaix. Courrier de Renaix. Voor Allen. De Verbroedering. De Ronsenaar. Ronse als een kleurboek. Wie buiten de lijnjes kleurt, is een zwarte. Of een overjaarse Rexist.(‘Rex vaincra!’ in zwart, op de vergane toren van de fabriek Cambier in het Watermolenstraatje). Het Ronse dat eigenlijk al niet meer bestaat. Maar niemand die het zien wil.
Alles is geschreeuwd. Ronse Vlaams? Mais neen, mais non! De Franse klassen gaan eraan, lopen leeg. Op school verdwijnen mijn leuke schoolvoetbalmaats uit Papignies en Maulde weer achter de Collines. ‘Adieu, biroute’. Weg zijn ze. Naar hun eigen Louvain-la-Neuve.
Deze zomer, veertig jaar later, vind ik ze terug, joggend door de duinpanne. Onze cameraderie van weleer borrelt weer op. Taal was nooit onze barriëre. L’enfer c’est les autres. Bijna zoeken we een bal, spelen ons matchke gewoon voort hier op het strand. Hoeveel was de stand ook weer? O-O. Vas-y, vieille couille.
Allen anderen winnen, wij Ronsenaars verliezen. Altijd. Want iemand in Brussel heeft een streep door ons geliefd Ronse getrokken. Zijn Bic kerft dwars door ons hart dat klopt voor Ronse. ‘Et pour Renaix: aussi.’ (Straks zingen we het misschien nog een keer samen, dat lied van Fernandel).
In ’t gangksie van mijn kwajongensjaren schuiven onderwijl de omgekeerde rieten stoelen één na één naar binnen. Voor Schipper, Mathilde en Marieke.
Rik Van Looy (doch vooral Nini) en Benoni Beheyt hebben de eerste Blaupunkt-toverdozen naar Ronse meegebracht. Pronostiekprijzen van ‘De Ronsenaar’ en tombola’s van de Klijpe zuigen onder een woud van antennes het leven nu helemaal definitief naar binnen. Met zijn allen samen rond de Leuvense stoof vol Spiers Charbons. Kijken naar Toni Corsari.
De Ronsenaars nemen aldus één na één afscheid van hun straat, hun buurman, hun scharensliep, hun vijf kremkarren. Buuntsies Nuitsies wordt gehuldigd ten stadhuize, is al folklore. (In de Cité Bara telt een erfgenaam zijn vele huisjes).
DE VERDAMPING VAN RONSE
De Patria, één van de mooiste historisch waardevolle gebouwen van de stad, gaat genadeloos tegen de vlakte. De rumeur locale heeft het over vette envelopjes onder tafel, over corrupte cadeau-appartementen aan de kust. Het neerslaan van de Patria kan tellen, als symbool voor het vergaan van oude zekerheden en verhalen. Alles is gezegd. De grenzen zijn getrokken.
Ronse loopt nu helemaal verloren in het labyrinth van het nieuwe geregionaliseerde België. Burgemeesters stoten zich met hun kop tegen de Nationale Voogdij. Ronsese parlementsleden maken Ronse vleugellam: met hun eigen profileringsdrang en hun onderling gekibbel.
Het is altijd de schuld van Verroken, van De Croo van de anderen, nooit van hen. Bovenop de textielcrisis komt hun machteloze besluiteloosheid en middelmaat als de definitieve doodssteek. Misbruik van het vertrouwen van de Ronsenaars is het.
Ronse staat op de keien. Ronse in de vergeetput van de federale staat.
Hun Ronse veilig ver van de Wetstraat, waar ze pronken met hun P-plaat.
Ronse verdampt in de politiek van elders, gevoerd met de stemmen van de Ronsenaars. Ronsesese parlementairen bij hopen. Vette palkementaire pree. Vet parlementaire pensioen. Maar géén eensgezinde Ronsese politiek. J’accuse.
Midden in die vastgeklitte impasse komt het echte nieuws uit de Ronsese mediamarkt.
BLUE DIAMONDS IN STATION STREET
Twee grafische wonderboys, Willy Deventer en Fred Valcke, vakkundig geadviseerd door mediakenner Christian Brugge, lanceren het grenzenverleggend nieuw weekbladconcept AZ. Avant-garde als concept. Totaal nieuwe opmaak. Uitgesproken commerciële support, of course. Niks geen idealen van bompa op zijn bank.
Ik beleef de wording en snelle doorgroei van de AZ Groep als een betrokken ooggetuige vanop de oude wankele tribune van ‘concurrent’ De Ronsenaar. Het is als een tsunami over het ingedommelde Ronse.
AZ wordt een gigantisch succes, breidt snel uit vanuit Ronse naar heel Vlaanderen, zet Ronse op de kaart van de alle-bussen-bladen. Surft handig vrijblijvend op de golven van de wispelturige federaliserende onderstoom.
Er is dra geen enkel mediatiek verhaal meer tegen. AZ is dan wel een puur mercantiele onderneming maar het grote succes geeft ook de (vaak schaarse) redactionele kolommen een enorme impact in alle bussen.
Meer nog dan de populaire lancering met ’Titten en Patatje’ in een koets door de straten van Ronse en de Blue Diamonds (‘Ramona’) in de Stationstraat, maakt de onnavolgbare pen van ‘Beowulf‘(Dirk Dewulf) van AZ verplichte lectuur voor al wie voortaan nog wil meepraten over Ronse. Als geen ander weet Beowulf de tijdsgeest van het ingedommelde provincienest Ronse in die late revolterende sixties in zijn legendarische column te vatten. Mijn pen gaat in houding om zoveel schrijftalent.
PLUS MINUS
Het weekblad ‘De Ronsenaar’ zal de AZ-tsunami niet overleven. De harde wetten van de mediamarkt en het recht van de sterkste maken dat het blad een stille dood sterft. Na meer dan een kwarteeuw dominantie. De tijd van de verzuilde gazetten blijkt voorgoed voorbij. Ook voor nationale titels.
Toch probeert AZ nog een eigen betaald weekblad uit. Met vallen en opstaan handhaaft ‘Plus’ zich een tijd als regionaal curiosum in de snel wijzigende mediawereld van vrije radio’s en lokale televisie. Moet het tenslotte afleggen tegen het grote geweld van fusionerende nationale kranten die het belang van de regionale verslaggeving herontdekken.
De markt voor het Plus blijkt te klein voor een apart verhaal in de krantenwinkel.. De schitterende cartoons van Derf (uitgever Fred Valcke) zullen niet beletten dat dit blad waarin ik onder Plus-hoofdredacteur Robert Hoebeke vele inktdruppels plengde de media-historiek (of is het anekdotiek) van Ronse vroegtijdig zou gaan aandikken.
Een woelig, boeiend avontuur was het. Het reactievermogen op de inhoud stond vaak omgekeerd evenredig met de serieux van de uithuilende politicus.
Overigens bleken de wanden tussen de redactie van Plus en de commerciële dienst van AZ net iets te dun om als Plus-commentator helemaal te onkomen aan de zijdelingse druk van de belangenvermenging. Het gaf toestanden en het was voor eenieder tijd dat het stopte.
HET VERDRIET VAN RONSE
Parallel met de opgang van AZ in de seventies zit de neergang van Ronse er inmiddels zwaar aan te komen. Het halfslachtige statuut van Ronse brengt de Ronsenaars niks dan nadelen. De N60 stopt boven de Kruissens. De A8 toont zijn rug aan Ronse, in Frasnes. Wat een industriële en commerciële troef had moeten zijn, wordt een regelrechte ramp.
De eurosubsidies gaan naar wegvluchtende bedrijven in Leuze of Doornik. Minder arbeid geeft minder koopkracht. Minder koopkracht geeft minder klanten. Minder klanten geeft minder commerce. Ronse duikt de dieperik in. Twintig jaar na de faciliteiten is Ronse nog de commerciële schaduw van wat het was in de fifties. Zelfs de markt op woensdag en zaterdag wordt een gruyère.
Het stadsscentrum verkrot. De winkelstraten ogen als het verlaten stadje waar Lucky Luke en Jolly Jumper zich door haasten, op naar betere oorden.
Maar nog is de bodem van de kelk niet bereikt. De oude patriciërshuizen worden door de opstekende verdoken armoede niet langer onderhouden, gaan van de hand voor een prikje. De arbeidershuisjes worden door de laatste bewoners of door hun ongeïnteresseerde erfgenamen van de hand gedaan voor peanuts.
Textielcrisis, goedkoop wonen, hoge werkloosheid, hoge migratie duwen Ronse aan de onderkant van alle statistiekjes. Of liever: bovenaan alle foute lijstjes. Niemand blijkt de vermaledijding van Ronse nog te kunnen breken.
De Ronsenaars zijn helemaal op zichzelf aangewezen. Niemand luistert nog. Zeker hun eigen politiekers niet. Halverwege de jaren negentig is Ronse een borinage-achtig spookstadje. Met een hoge perceptie van onveiligheid. Achterdeur van Vlaanderen. Achterpoort vanWallonië.
DE RENAIXANCE
Helpe u zelf …zo helpe u niemand. Tenzij. Je kan van de Ronsese burgemeester schamper schrijven dat hij het charisma heeft van een diepvriesvis (het ijs is inmiddels al behoorlijk gesmolten, broeikaseffect) je moet toegeven dat hij hardnekkig volhardt in zijn onwribare wil om Ronse volgens zijn weloverwogen Strategisch Plan uit het slop te halen.
Dupont zit alvast in de positie dat hij in zijn laatste mandaat de handen vrij heeft van elke electorale speculatie. Vandaag is hij aldus voluit de burgemeester van àlle Ronsenaars. Zelfs de scherpste kritiek maakt hem zo te zien alleen maar beter en sterker.
Zijn Strategisch Plan is een unieke kans voor Ronse. Wat we van de renovatie van de binnenstad al te zien kregen, oogt prachtig. Nu volgt dus de historische kern. En wat gekibbel rond de invulling van de oude Sint-Martens zal de uiteindelijke bestemming ervan enkel ten goede komen.
De uitbreiding van de beschikbare industriegrond zet Ronse klaar voor nieuwe investeringen. De grootste uitdaging is het echter om deze stad, met het laagste fiscale inkomen van de hele provincie en met de hoogste werkloosheid, toch een nieuwe commerciële toekomst te geven.
Dupont moet het commerciële centrum van Ronse zowel weer levendig maken voor de klant als leefbaar voor de handelaars. Dat vraagt veel durf. Zoals waarom niet het eerste uur gratis parkeren op zaterdag in het hele winkelcentrum. Renovatiepremies volstaan niet meer . Er is een noodplan nodig: bovenop dat Strategisch Plan.
PASSONS PARTOUT
Veertig jaar onderweg op de(d)waalwegen naar Ronse. Ik zie Jotie Thooft nog zijn teksten binnen doen voor de Jeugdkrant van De Ronsenaar. Ik zie me nog bovenop de Rotterije in zijn tuin zitten afspreken met Fred over een Pluspunt waarin zonder aanzien des persoons zou worden geijverd voor de vooruitgang van het mooie Ronse, daar beneden de berg.
Na het verdwijnen van Plus ging AZ via de kronkelwegen van de media over in de VUM-krantengroep (nu Corelio) onder de nieuwe naam Passe-Partout.
Mijn schrijfbroer van altijd Crépin de Beauregard (Geert Desmijtere) was het die me, na mijn actief bestaan langsheen alle binnen- en buitenwegen van de journalistiek, vroeg of ik voor de lol - hopelijk ook die van de lezer - nu en dan mijn pen nog eens scherpen wou over Ronse, eerst in ‘Passe Vite’ en tegenwoordig in ‘Aller-Retour’.
In verkiezingsrijden soms al eens tot spijt van wie dat liever niet ziet gebeuren. De lezer heeft me echter tegen dergelijke - vruchteloze – druk van buitenaf voortaan zelf gewapend met blogbeton door me eens en voorgoed mijn eigen stevige schrijfverzekering te schenken, in de virtuele wereld die inmiddels de zijne en de mijne geworden is. Het ware echter een grote vergissing daarom de betekenis van de traditionele printpers te gaan afschrijven omwille van de vluchtige virtualiteit van de nieuwe blog-trend.
Internet zal die printpers integendeel een nieuw leven schenken en gaandeweg de middelen van zijn voortbestaan verstevigen. Schrijven doen we hier met een paar Ronsese pennen hoe dan ook altijd voort. Virtueel of hier op papier. On the road again.
Tuupe vuir Roonse.
WALTER EGO.
------------------------------------------------------------------------
Tekst naar aanleiding van de viering van veertig jaar AZ/PASSE-PARTOUT. Hier ook ten behoeve van de Ronsenaars van elders. (copyright Stef Vancaeneghem & Passe-Partout)
Illustratie: 'De Ommegang'. Mijn geklieder met penseel. Copryight Stef Vancaeneghem.
<< Home