17 november 2006

VADER DAG

106. De helft van de Vlamingen gelooft dat sommige mensen paranormale gaven hebben. Mocht jij die hebben, mij nu contacteren. Want die ene droom waarmee je mijn jeugd tormenteerde: wat weinig.

Droom dat je me de opdracht gaf zorg te dragen voor mama. Ik deed wat je vroeg. Je wil was wet. Het werd minder dan ik gehoopt had. Een mens doet wat hij kan.

tu sais on est
comme on est
on n’est jamais
que ce qu’on est

Ik nam de droom mee in mijn schrijfsels. Schreef hem de planken op. Mikte hem in de Vlaamse beeldbuis, recht de huiskamers in. Overal op zoek naar je vermeende wereld.

Het huis tussen fabriek en klooster waar de droomscène in één take opgenomen werd en je eventjes vaag in beeld bent, staat weer te koop. Wat er met de woningen gebeurt waarover je schaduw hangt, het blijft me beroeren.

Op mijn ontdekkingsreis doorheen de tijd vond ik je oude vulpen. Ik maakte mezelf sterk dat jij me als onzichtbare papa met je vanzelf bewegende pen een verhaal schrijven zou : ‘Het Leven. Gebruiksaanwijzing.’

Wat droomt een kind al niet. Dat je niet dood was, maar verborgen zat op zolder. In één alles verklarend tot leven komend boek. Verborgen achter de wand. Van mijn hart.

107. De helft van de Vlamingen gelooft dat alles een reden heeft en bestuurd wordt door een hogere macht. Dat is niet twee keer hetzelfde.

Dat alles een reden heeft, wil ik graag geloven. Zelfs al hebben we geen enkele zinvolle reden van bestaan, dan nog wil ik aan die zinloosheid zin geven.

Sterf je twintig maanden eerder, dan zit ik hier niet. Simpele absurditeit van het lot. Als vijftig percent der Vlamingen gelijk heeft, dan zit je nu om mijn zoektocht naar zingeving te lachen.

De zin van het bestaan. Jij trok naar Patagonië, naar Venetië, naar Oberammergau. Je gaf het leven zin door met je vrienden op stap te gaan. Ik onthou het. Ik lees die gebruiksaanwijzing dan maar doorheen je foto’s, je reisverslaggeving. Misschien trek ik met mijn vrienden op een dag naar Santiago, ontmoet ik je op de heuvel aan de kant van het bergpad.

Als alles bestuurd wordt door een Hogere Macht, wat moet ik dan met mijn vrijheid? Wil je aan die Hogere Macht zeggen dat ze bij deze mijn rug op kan? Heb niks gevraagd.

je n' ai pas
demandé
la vie,
tu me l’as

collée
su’l dos

Als de Hogere Macht zich gedraagt zoals de lagere, belooft het. Ons wat laten rond dansen als marionetten, ons dan belonen of straffen voor het getrouwtrek.

De helft ongeveer van de Vlamingen gelooft in één enkele god. In de oerknal. In bovennatuurlijke krachten. In het hiernamaals. Het is veel voor een simpel mensenleventje van gemiddeld tachtig jaar.

Epicurus was nog de kwaadste niet. Zolang je leeft, is de dood er niet. Als je dood bent, is het leven er niet. Die twee zijn niet gemaakt om elkaar ooit tegen het lijf te lopen. Leve het leven, Pietje De Dood bestaat niet.

Ik geloof in jou papa. Diep in mij van binnen. Wat zou ik hier anders dit boek zitten schrijven, voor jou: ‘Het Leven. Zonder Gebruiksaanwijzing.’

108. Terwijl ik dit schrijf, luister ik naar de Wiener Sängerknaben. Edelweiss. Morgenblätter. Pizzicato Polka. Heidenröslein. Tausend und eine Nacht.

Nog veel meer nachten heb ik op jou gewacht. Ave verum. Lacrimosa. Die Schöpfung.
Ja, gods wondere schepping. Het is me wat.

109. Vanochtend kwam ik bij je langs. Gezien? In de krant stond dat kinderen veertig graven hadden beschadigd. Maar de Christus boven je hoofd hangt er nog. Godzijdank.

Je krijgt meer groen om je heen. De stad gaat het oude kerkhof weer helemaal opsmukken. Jij en je makkers, jullie zijn met zijn allen bevorderd tot Cultureel Erfgoed. Ze gaan een lijst opmaken van waardevolle grafstenen en grafkelders. Je vriend, de grote stadsbeiaardier wat verderop zal daar niet rouwig om zijn. Ik eigenlijk ook niet.

Er komt een Strategisch Plan. Jullie zullen voortaan - eindeloos - kunnen genieten middenin de groene heuvels. Een eeuwigheid lang.

110. Achttien procent van de Vlamingen gelooft dat er een hel bestaat. Het zal wel zijn. Vanavond nieuwe beelden in het journaal.

Vijftien procent gelooft in de duivel. God slaat niet of hij zalft. Geen engelen zonder duivels. Geef mij de gevallen engelen. Dat ik mijn duivels ontbind.

Je ziet het vader: had me toch maar beter die Gebruiksaanwijzing gepend. Jij ook altijd, met je flutverhaaltjes over Patagonië.

Vierentwintig procent van de Vlamingen gelooft dat het mogelijk is dat men in een volgend leven terugkomt. Waag het niet.

Of was jij de zonderling die me aansprak. Vanochtend in je dodenlaantje daar?

‘Vader Dag’. Brievenroman. Copyright Stef Vancaeneghem.