28 januari 2021

 BETOVERINGEN 2.

 DAG SCHOONHEID.


Het goede. Het ware. Het schone.
Het laat zich zo licht noemen. Het valt nooit echt te bevatten. Geniepig wordt het ingeruild. Al naargelang de waan van de tijd.Plato heeft mooi praten. Makkelijk schrijven ook. Heel anders dan zijn leermeester die nooit wat optekende en zich niet liet vastpinnen op gevaarlijk geschrijf omtrent eeuwige Ideeën. Zeer op mijn hoede ben ik voor zijn Ideale Staat.
De voorgekauwde idealen van mijn jeugd zijn al lang uitgehold door Schriftvervalsers met als finale ontluistering de slachtoffers van het ‘zeg ne keer’.
Nog meer op mijn hoede ben ik voor wat in de plaats komt. Ook al zitten de Nieuwe Idealen onder een strikje (strik je) in glimmende geschenkverpakking. Ook al worden ze geschreeuwd, eindeloos herhaald, getwitterd in holle slogans, verspreid door de trollen van dienst.
Waar sta je met de Ideale Staat, als hij een snelweg blijkt te worden naar plat populisme, extreem doemdenken? Als hij op een kantelmoment in de geschiedenis het onnoemelijke van vernietigingskampen mogelijk maakt waarbij je je op een dag afvragen moet: Is dit een mens? Daar, met die ster op de rug? Met dat nummer in de arm gebrand?
Wat voor de ene het goede heet, is voor de ander gewone banaliteit van het kwaad. Het begint met verbrande boeken. Het eindigt met de verovering van het Capitool. Voorgezeten door een zelfverklaarde sjamaan met halve buffalo op de kop.
Dat voorgekauwde Goede doet me denken aan de ‘goede punten’ die de meester van het eerste studiejaar voor me klaar houdt in zijn doosje. Het kwade is zijn geheven vinger bij elke vorm van afwijkend gedrag. De rug die ik niet voldoende recht. De armpjes die ik niet netjes gekruist hou, teveel bezig met mijn allereerste kroontjespen een hartje in de schoolbank te krassen met magisch zwarte inkt, net in een lege miswijnfles aan ons klasje geleverd door de schoolknecht.
Eerst valt het Goede nog vrij gemakkelijk te plaatsen.
Paus Pius XII.
Leopold III & Astrid.
Boudewijn & Fabiola.
Ernaast : de kaart van Belgisch-Kongo.
Het namaak broussedorpje.
Zwartjes, in rokjes van goudgeel stro.
Kuifje in Kongo.
Dan wordt het waziger, zijn je nieuwe helden filosofen en wetenschappers die virussen verslaan, gemeenplaatsen doorprikken, ongelijkheid bestrijden, apartheid bekampen, discriminatie aanklagen.
Hun namen worden posters bij kaarslicht in je studentenkamer. Bob Dylan, Léo Ferré en die andere Ferre, voor nachtjes doorzakken met je copains d'abord, in het Patershol.
Eerst gelauwerd worden ze, de helden. Dan vervloekt al naar gelang ze worden los gewrikt uit de tijdskaders waarin ze hun Idealen larderen en hun goede doelen al te lang op zich laten wachten, gedateerd geraken, hun dure woorden ingesloten, gerecupereerd en verworden tot trendy wanddecoratie.
Kolonialisme.
Imperialisme.
Communisme.
Extremisme.
Integrisme.
Populisme.
Het ware, goede en schone is dan al ver zoek, vraagt om stilte, een achtvoudig pad naar jezelf misschien? Gauw mikt die transcendente meditatie je weer naar het brood dat ondertussen wel op de plank moet.
Je troost tenslotte jezelf met wat voor jou het schone zou kunnen zijn. (Liefde vooral, voor altijd).
Een Badinerie van Bach, een Menuet van Händel, een Kontretanz van Mozart, een Ungarischen Tanz van Brahms, een Kanon van Pachelbel. Für Elise van Beethoven.
Je vergaapt je aan een Zigeunerin van Kees van Dongen, aan zijn Prostituee Nini, aan Fécamp en Agay van Albert Marquet, aan Collioure van André Derain, aan Bougival van Maurice De Vlaminck.
Je leeft voort als mens van goede wil. Ver van het feuilleton van virologen probeer je er dag aan dag het beste van te maken. Blijven schrijven, altijd doorgaan. Met vallen en opstaan in je moeizaam schrijvend bestaan.
De zon schijnt.
Dag schoonheid.
BETOVERINGEN (2)
Levenswandelroute.