18 mei 2021

 SALUT LES COPAINS.

ELK ZIJN HEILIGDOM.

Je dirai les mots, les poêmes
Je jouerai les musiques du ciel
Je prendrai les rayons du soleil.
Saint-Tropez in tijden van het Filmfestival in Cannes. Aan de parlofoon wordt me, beleefder dan ik verhopen mag, in afgemeten butlerbewoordingen gemeld dat mevrouw er niet is.
‘Madame est absente’.
Twee uur later wordt me, zo te horen al iets kortaffer, geblaft dat Madame er nog steeds niet is zodus, à bon entendeur. Dat ik met andere woorden beter nu kan opkrassen. Eer ze met een Harley Fat Boy of drie langs komen brullen, voor de grote schoonmaakbeurt van mijn voorgevel. Doch zoals mijn dierbaren en vrienden (horen te) weten: ik ben een koppige steenezel en Madame houdt van balkende ezelkes. Dit is mijn kans. Drie uur later:
‘Madame est en mer’.
Zeehonden gaan redden.
Dan aan land ezels onderhouden.
Extreme doemdenkers napraten.
Een vierde keer komt er niet. Ik heb het gehad met Madame. Mission BB wordt afgeblazen. Over en out. Ik wou mijn opdrachtgevers bij de krant verrassen met De Scoop Van Het Jaar. Zoals dat heet in de meest pikante penclubs van het vermaledijde journaille waartoe ik hoor, als kroniekschrijver om den brode. Ik wou datgene durven wat niemand waagt, als versgebakken dertiger met overdosis adrenaline. Niet te verwarren met de benzédrine van mijn idool Jack Kerouac on the road. Het Grootste Beste Verhaal schrijven wou ik, voor de kleinste krant van het kleinste land aan het hele Noordzeestrand.
*
J’irai où ton souffle nous mène
dans les pays d’ivoire et d’ébène
j’effacerai tes larmes et tes peines
rien n’est trop beau pour une si belle.
Het zitvlak in vuur en vlam van de coquillages et crustacés, de tenen als scoubidous verweven in de algen, le tendon d’Achilles opengereten door een aangespoelde Saint-James Gin scherf in deze Baie des Canoubiers overleg ik in ijltempo met mezelf hoe ik dit verder dien aan te pakken.
Tot dusver is me bespaard gebleven wat mijn vriend acteur-chroniqueur José Luis de Villalonga (‘Grand d’Espagne’) overkomen is aan dezelfde parlofoon van het Heiligdom genaamd ‘La Madrague’. Alwaar Brigitte Bardot en haar hofhouding de samba, de bostella, de bamba, de sirtaki en de twist doen. Guitare manouche-gedoe en Bamboleo santeboetiek incluis.
(Een vriend raadt me aan uit de buurt van heiligdommen te blijven. Altijd weer heb ik er miserie met de zeloten van dienst. Tegenover de zelfhulpgoden van dit ondermaanse hebben geuzen van mijn slag geen verhaal).
‘Madame baise.'
Eén voltreffer vers van de lippen van BB, één quote als afsluiter bij mijn verslaggeving als croniqueur in Cannes ware pas helemaal de heilige graal. Maar nee dus: madame zit op zee. Haar butler, bodyguard, beschermer kent de knepen van het vak. Ik wil niet weten wèlk vak. Strelen waar het deugd doet? Knuffelen tot het knalt? Krabben waar het jeukt? Schrappen wat niet past.
De vrienden die me vragen of schrijven een vak is, of je daarvoor betaald wordt, of je daarvan leven kan, zijn niet meer te tellen.
I'm just a gigolo
and everywhere I go
people know
the part I'm playing
paid for every dance
selling each romance.
Nee schrijven is geen vak. Het is en blijft een passie. In en om heiligdommen zouden ze al meteen zeggen: 't is een gave van god, een roeping.
*
Tot de genaamde Initials BB, La Reine de Saint-Tropez die dag dan doodgemoedereerd achter me langs komt glijden op haar minifietsje. Een en al vrolijkheid. Zoals e-bikers tegenwoordig doen, genietend aan de Scheldekant van mijn mooie heuvelland, mijn Vlaamse Ardennenland.
Comme si je n’existais pas
Elle est passée à côté de moi
Sans un regard, reine de Saba
J’ai dit prends, tout est pour toi…
Sprakeloos zit ik daar op mijn zitvlak. Als verlamd door de zonovergoten verblindende schoonheid van de mythe, de madonna, de godin die mijn wonderjaren heeft gekleurd.
Wat kan ik doen?
Wat kan ik hopen?
Niks heb ik op dit moment aan de kurkdroge levenswenken van mijn raadsman Immanuel Kant. Volkomen van mijn melk ben ik tegenover deze godin in niemendalletje van niks verhullend kant.
Mon premier est désir.
La belle et la bête.
Het enige wat me verder nog te doen staat is Madame, als was ik een crapaud uit een film in Cinema Familia (in dit geval Cinema Ritz want te mijden volgens de Katholieke Filmliga) zo breed gesmoeld als mogelijk mooi teruglachen. Dan opkrassen eer Louis de Funès en zijn Gendarmes me hier - plus forrre que du Roqueforrre - komen wegplukken. Het laatste wat ik wil als papa paparazzo, kostwinner bij een pulpblad, voor het brood op de plank.
*
Twist à Saint-Tropez
ça fait partie
de l’ambiance
de Saint-Tropez
C’est là
que commencent
Toutes les danses
Qu’on lance
en France
Pour les vacances
On est toujours
En avance
A Saint-Tropez
Vadim et Brigitte
Sacha nous quittent...
Sterke tekst. Les Chats Sauvages. Bijna Françoise Sagan, op haar smalst. Louis-Ferdinand Céline niet, nee. De ene 'Voyage au bout de la nuit' is de andere niet.
*
Saint-Tropez.
Hoogseizoen.
Vieux Port. Place aux Herbes. La Ponche. Vachon. Copines. Les Caves du Roy. Club 55.
Whisky à Go Go. Le Sube. Over mijn exemplaar van L’ Express heen observeer ik het bootjesvolk en erger bij Sénéquier. Weggezakt in een vlamrode plooistoel achter mijn petit café corsé. Ik krijg er Roland Magdane gratis bovenop als vrolijke pilier de comptoir. Dan duik ik voor mijn vast ritueel in de hemelse stilte van het Musée de L’ Annonicade, onder Le Clocher de Saint-Tropez.
Raoul Dufy. ‘Régatta’.
Georges Braque. ‘La Ciotat’. ‘La crique’.
Kees Van Dongen. ‘La Gitane’.
Henri Manguin. ‘14 juillet à Saint-Tropez’.
Charles Camoin. ‘Le port de Marseille’.
Albert Marquet. ‘Agay’.
Maurice De Vlaminck. ‘Le cirque’.
André Derain. ‘Cassis’. ‘Collioure’.
Henri Matisse. ‘Luxe, calme et volupté’. ‘Baie de Saint-Tropez’.
Zoveel tijdloze schoonheid missen ware er pas écht helemaal over. Elk zijn heiligdom.
SALUT LES COPAINS (9).