ONBESCHRIJFELIJK
KINDEREN VAN DE DIGITALE GEKTE
Levendig herinner ik me nieuwsvergaderingen op de krant waar het not done was ook maar voorzichtig te gewagen van nochtans hoogst relevant nieuws op die allereerste Amerikaanse nieuwssites. Er diende eerst ritueel te worden gewacht op de afgescheurde Belga’s uit de glazen telexkamer. De krant had voor dat protocol van papieren nieuwsbulletins toen drie ‘telexjongens’ in dienst. De telexkamer verdween. De krant ook. Vandaag vechten zowel krantengroepen als nieuwszenders een ongelijke strijd tegen de almacht van alomtegenwoordige tablets in de huiskamer, smartphones in elke handpalm. Dit is dus de tijd van de Toetsenbordmens waarin alle nieuws in de mix gaat van echt of fake. In real time. Dag en nacht de wereld rond. Tot op toilet. Tot in bed.
Schrijvers zijn zelf de digitale promotors geworden van hun nieuw boek dat er zit aan te komen, geven hun contract alvast al mee ter illustratie. Hun boek dat weldra verzwolgen wordt in de wereldzee van miljoenen boekenaanbiedingen. Thuis of op vakantie rechtstreeks te downloaden en te betalen op e-readers. De laatste boekenketens evolueren tot grand bazars. Betere onafhankelijke boekhandels zijn de laatste eilanden voor de liefhebbers van het betere boekenaanbod. Bijna schrijf ik: delicatessen voor connoisseurs.
Woodstock vijftig jaar later illustreert vooral pijnlijk hoe tijdsbeelden razendsnel wijken voor telkens weer totaal andere nieuwe referentiekaders. Al deze over elkaar heen schuivende wereldbeelden dekken echter die ene andere overkoepelende nieuwe wereldorde: die van de digitale revolutie. Volgens Alessandro Baricco is die begonnen op 9 januari 2007, de dag dat Steve Jobs op Mac World in San Francisco zijn iPhone presenteerde. Sindsdien zijn we met zijn allen pas helemaal toetsenbord-scherm-mensen geworden. Met Donald Trump als Oppertoeter van De Twitter Parade.
Waarbij we alles voortaan ook zelf doen: bankieren, reizen boeken, digitaal kopen. In ijltempo, multitaskend. De mutatie van de nieuwe digitale mens is integraal. Ze wordt gedomineerd door apparaten met hun eigen sociale planeten, apps, codes, structuren en principes. Waarop de angst wordt aangezwengeld. Waarbij alles maximaal digitaal wordt versimpeld en verkleuterd. Met azijn als grondstof en fonetiek als voertaal.
Wat de kinderen van dit digitale gekkenhuis tegenover deze nalatenschap te doen staat is niet min. De vernietiging van de planeet stoppen, de kloof tussen gigantisch rijk en straatarm dichten.
Mislukken zoals hun voorgangers is geen optie .
Levendig herinner ik me nieuwsvergaderingen op de krant waar het not done was ook maar voorzichtig te gewagen van nochtans hoogst relevant nieuws op die allereerste Amerikaanse nieuwssites. Er diende eerst ritueel te worden gewacht op de afgescheurde Belga’s uit de glazen telexkamer. De krant had voor dat protocol van papieren nieuwsbulletins toen drie ‘telexjongens’ in dienst. De telexkamer verdween. De krant ook. Vandaag vechten zowel krantengroepen als nieuwszenders een ongelijke strijd tegen de almacht van alomtegenwoordige tablets in de huiskamer, smartphones in elke handpalm. Dit is dus de tijd van de Toetsenbordmens waarin alle nieuws in de mix gaat van echt of fake. In real time. Dag en nacht de wereld rond. Tot op toilet. Tot in bed.
Schrijvers zijn zelf de digitale promotors geworden van hun nieuw boek dat er zit aan te komen, geven hun contract alvast al mee ter illustratie. Hun boek dat weldra verzwolgen wordt in de wereldzee van miljoenen boekenaanbiedingen. Thuis of op vakantie rechtstreeks te downloaden en te betalen op e-readers. De laatste boekenketens evolueren tot grand bazars. Betere onafhankelijke boekhandels zijn de laatste eilanden voor de liefhebbers van het betere boekenaanbod. Bijna schrijf ik: delicatessen voor connoisseurs.
Woodstock vijftig jaar later illustreert vooral pijnlijk hoe tijdsbeelden razendsnel wijken voor telkens weer totaal andere nieuwe referentiekaders. Al deze over elkaar heen schuivende wereldbeelden dekken echter die ene andere overkoepelende nieuwe wereldorde: die van de digitale revolutie. Volgens Alessandro Baricco is die begonnen op 9 januari 2007, de dag dat Steve Jobs op Mac World in San Francisco zijn iPhone presenteerde. Sindsdien zijn we met zijn allen pas helemaal toetsenbord-scherm-mensen geworden. Met Donald Trump als Oppertoeter van De Twitter Parade.
Waarbij we alles voortaan ook zelf doen: bankieren, reizen boeken, digitaal kopen. In ijltempo, multitaskend. De mutatie van de nieuwe digitale mens is integraal. Ze wordt gedomineerd door apparaten met hun eigen sociale planeten, apps, codes, structuren en principes. Waarop de angst wordt aangezwengeld. Waarbij alles maximaal digitaal wordt versimpeld en verkleuterd. Met azijn als grondstof en fonetiek als voertaal.
Wat de kinderen van dit digitale gekkenhuis tegenover deze nalatenschap te doen staat is niet min. De vernietiging van de planeet stoppen, de kloof tussen gigantisch rijk en straatarm dichten.
Mislukken zoals hun voorgangers is geen optie .
<< Home