28 mei 2019

ONBESCHRIJFELIJK

BELGIUM SPLITSEN?
HAUT-LE-COEUR.
HOOG-HET-HART.




In Romanschrijver van beroep vertelt Haruki Murakami hoe hij na een lastige loopbaan als jazzbarkeeper eerst begint te schrijven als vertaler. En hoe moeilijk dat wel is. Dàt herken ik. Niet het leven als jazzbarkeeper in Tokio natuurlijk. Hooguit dat van hulpje op de Oudenaardse Bierfeesten voor een van mijn drie grote broers die ik assisteer in diens muziek-en decibels verleggend overrompeld Jazzkot.

De wanhoop van de vertaler-redacteur is vele malen dieper dan de peilloze diepten waarin je duikt als assistent-barkeeper met in je kop vijf bestellingen van almaar zatter wordende klanten die Dzjon Coltrane claimen, Sjarlie Parker eisen en voor de honderdste keer Django Reinhardt & Yehudi Menuhin willen en maar blijven lallen tot je kop ervan galmt als de grosse caisse van Quickie in tijden van verkiezingen.

Mogelijks heb ik door dat Bierfeestentrauma een ietwat onvolledig beeld van het ware boeiende leven als jazzbarkeeper. Misschien zijn er, zoals Haruki Murakami schrijft, ook nuttige kanten aan zo’n bestaan tussen al die verloren zielen van de nacht. Een goudmijn voor schrijvers? Ik zou het zo niet weten.

Vertalen, dat ken ik beter van een van mijn vorige schrijflevens toen ik aan de kost kwam als redacteur-vertaler voor het Brusselse magazine Belgian Business gelegen aan de statige Franklin Rooseveltlaan bij L'Auberge du Solbosch. Het zelfverklaard zakenblad was gebaseerd op één geniaal pak-de-poen-idee dat had kunnen dienen in een verhaal van Elsschot. Het teerde weelderig op een paar vaste mega-adverteerders (Glaverbel, Les Glaceries de Saint-Roch) in ruil voor de zorgvuldig gecibleerde gratis verspreiding bij veertigduizend target-affairisten. Alleen al voor dat opgefokt business jargon verdiende Belgian Business een vaste vertaaldienst.

De overigens hoogst charmante playboy uitgever-wereldreiziger kwam zo nu en dan eens neerstrijken in de onderaardse refter bij de Hongaarse conciërge Madame Elisabeth om er ons rond zijn tafel verslag te doen van zijn ontdekkingsreizen die ik gegarandeerd in geuren en kleuren op mijn desk ter vertaling verwachten kon.

Les Fidji
formidable
faut voir ça,
Stijve, m’fi
'


In afwachting voor vanmiddag in mijn mansarde op de bovenste verdieping in ijltempo nog duizend regels vertalen. Wel met uitzicht op de eekhoorntjes. Weg dromend van een ander zijn reizen. Waalse journalisten vertalen ik vond ik al bij al wel leuk. Temeer dat er op tijd en stond nogal wat af gefeest werd in La Bécasse, Le Vieux Bruxelles, Chez Léon (de enige echte in Johan Verminnens straatje). Met tal van bistouilles na in allerlei oorden van verderf. Best gezellig allemaal. Op sommige van hun stijloefeningen na misschien. Neem deze. ‘Pour Kadhafi le pétrole est une vache qui donne des oeufs d’or’. Begin het maar uit te leggen zonder iemand te willen beledigen. Dat je de oorspronkelijke tekst deze keer een ietsepietsje vrijer gaat vertalen. Dat je van die koe een kieken gaat maken.

Murakami overdrijft dus echt niet. Vertalen is vaak niet zo evident als het lijkt. Neem dat pareltje deze week bij een quote van Le Nouvel Observateur waar het in wezen gaat om een of andere misselijk makende Haut-Le-Coeur vanwege alweer een politiek schandaal. In de Google-vertaling op de sociale media wordt dat exact het omgekeerde: Hoog-Het-Hart.

Geen wonder dat ik ween, wijlen goed man Paul Severs. Jij, de taalgrens overschrijdende succeszanger uit Brussel-Halle-Vilvoorde en omliggende landjes. Als de Waalse en Vlaamse politieke duivels mekaar na hun diepe lange identiteitscrisis dan eindelijk toch vinden voor hun 'confederale' opsplitsing van Belgium, meld ik me bij deze graag aan als vertaler.

Haut le coeur.
Hooghartig.