BRIEFGEHEIMEN
MEERWAARDE MET WOORDEN
VAN SCHOONHEID EN TROOST.
Aan Paul Baekeland
Leg alle kasseien van de oude Kwaremont, Patersberg, Koppenberg en Eikenberg bijeen. Je komt nog maar halverwege de onverzettelijke koppigheid waarmee jij je blijft verzetten tegen elke nieuwste poging tot vernieling en verloedering van onze wondermooie Vlaamse Ardennen.
Terwijl vanochtend alla vogala van de Kluis het boterkoekenvet uit mijn Kerselare-kuiten fluiten, loop ik me langs de laatste blauwe kouskes van het seizoen af te vragen waar jij toch die onwaarschijnlijke energie vandaan blijft halen.
De pitch van Ruien.
Het Bos ter Rijst.
Het verzet tegen de A9.
Het stort van Louise.
Je was er al mee bezig toen Anders Gaan Leven nog in de savooien stond en Groen in geitenwollen sokjes stak. Het was lang voor de milieubeweging een schoolse spijbeltrend werd.
In jouw consequent volgehouden neergepende kreet van oprechte verontwaardiging tegen elke poging van verloedering zie ik de diepe betekenis en meerwaarde van je hele oeuvre.
Het gaat je bij het schrijven telkens weer om dat ongerepte. Oprecht en terecht verontwaardigd. Het zoeken naar het zuivere en het schone. Als een heilige plicht.
Toen je je in boekhandel Beatrijs van Oudenaarde bescheiden als steeds aan het signeertafeltje aanbood voor een exemplaar van mijn dan nog ovenverse eigen zoektocht naar Hermes, was ik behoorlijk van mijn kieremuilk.
Al liet ik dat toen niet al te zeer blijken. Ik had namelijk weet van de manmoedige strijd die je toen al aan het leveren was tegen datgene wat een mens poogt neer te leggen, doch mannen van jouw kaliber welintegendeel de rug rechten doet, nog sterker maakt dan ze altijd al waren.
‘Blijven schrijven hé, Paul’ zei ik toen. Je keek me aan alsof dat een vanzelfsprekendheid was. Al weten jij en ik wel beter.
Natuurlijk zou je blijven schrijven. Voor mensen als jij die het schrijven onder de huid hebben, bestaat er geen plan B. Er is alleen maar plan A dat eindeloos doorgaat. De a van telkens weer opnieuw monter: aan de slag.
‘Ik heb mijn pen neergelegd, mijn laatste boek is nu geschreven’
schrijf je nu bij de publicatie van je twaalfde roman en de verzamelbundel van je gedichten.
Beste Paul Baekeland, auteurs hoeven elkaars werk niet te evalueren en nog minder te commentariëren. Daar hebben ze elk hun lezers voor.
Dit hoor je echter wel te weten. Nu en dan zet ik mijn koersvelo aan dat bankje van wijlen je strijdbroeder professor Ulrich Libbrecht achter de Kwaremont op de Fiertelfietsroute. Mensen als jullie beiden die zich een leven lang smijten om de ultieme bekommernis van Omer Wattez in woord en daad door te geven verdienen onze erkenning, erkentelijkheid en diep respect. Om de strijd voor dat sublieme landschap, al dat wonderlijke waarmee een Fiertel onder de zon ons vandaag in alle schoonheid overbluft.
‘Ik heb mijn pen neergelegd, mijn laatste boek is nu geschreven’
schrijf je nu bij de publicatie van je twaalfde roman en de verzamelbundel van je gedichten.
Dat je poëzie al langer dan vandaag gebeiteld staat in de tegels van mijn geliefd Ronse en ‘De Koningin der Vlaamse Ardennen’ je gelauwerd heeft als dichter is ook daarom een erkenning die me met blijvend genoegen vervult.
Want de wereld
om je heen
meerwaarde schenken
met woorden van
schoonheid en troost
om alle tristesse
te doorbreken.
Bestaat er een
mooiere schrijfopdracht?
‘De Speelman’. Roman. ‘Er viel een dichter uit mijn boom’. Verzamelde gedichten. Meer info : 0474/286402. Alle communicatie over de presentatie op vrijdag 31 mei via despeelman2019@gmail.com Zie ook: Paul Baekeland. Auteur op Facebook.
VAN SCHOONHEID EN TROOST.
Aan Paul Baekeland
Leg alle kasseien van de oude Kwaremont, Patersberg, Koppenberg en Eikenberg bijeen. Je komt nog maar halverwege de onverzettelijke koppigheid waarmee jij je blijft verzetten tegen elke nieuwste poging tot vernieling en verloedering van onze wondermooie Vlaamse Ardennen.
Terwijl vanochtend alla vogala van de Kluis het boterkoekenvet uit mijn Kerselare-kuiten fluiten, loop ik me langs de laatste blauwe kouskes van het seizoen af te vragen waar jij toch die onwaarschijnlijke energie vandaan blijft halen.
De pitch van Ruien.
Het Bos ter Rijst.
Het verzet tegen de A9.
Het stort van Louise.
Je was er al mee bezig toen Anders Gaan Leven nog in de savooien stond en Groen in geitenwollen sokjes stak. Het was lang voor de milieubeweging een schoolse spijbeltrend werd.
In jouw consequent volgehouden neergepende kreet van oprechte verontwaardiging tegen elke poging van verloedering zie ik de diepe betekenis en meerwaarde van je hele oeuvre.
Het gaat je bij het schrijven telkens weer om dat ongerepte. Oprecht en terecht verontwaardigd. Het zoeken naar het zuivere en het schone. Als een heilige plicht.
Toen je je in boekhandel Beatrijs van Oudenaarde bescheiden als steeds aan het signeertafeltje aanbood voor een exemplaar van mijn dan nog ovenverse eigen zoektocht naar Hermes, was ik behoorlijk van mijn kieremuilk.
Al liet ik dat toen niet al te zeer blijken. Ik had namelijk weet van de manmoedige strijd die je toen al aan het leveren was tegen datgene wat een mens poogt neer te leggen, doch mannen van jouw kaliber welintegendeel de rug rechten doet, nog sterker maakt dan ze altijd al waren.
‘Blijven schrijven hé, Paul’ zei ik toen. Je keek me aan alsof dat een vanzelfsprekendheid was. Al weten jij en ik wel beter.
In de wereld van het
volgehouden schrijven
tegen de sterren,
de gemakzucht
en de poenschrijverij op
is niks vanzelfsprekend.
Natuurlijk zou je blijven schrijven. Voor mensen als jij die het schrijven onder de huid hebben, bestaat er geen plan B. Er is alleen maar plan A dat eindeloos doorgaat. De a van telkens weer opnieuw monter: aan de slag.
‘Ik heb mijn pen neergelegd, mijn laatste boek is nu geschreven’
schrijf je nu bij de publicatie van je twaalfde roman en de verzamelbundel van je gedichten.
Beste Paul Baekeland, auteurs hoeven elkaars werk niet te evalueren en nog minder te commentariëren. Daar hebben ze elk hun lezers voor.
Dit hoor je echter wel te weten. Nu en dan zet ik mijn koersvelo aan dat bankje van wijlen je strijdbroeder professor Ulrich Libbrecht achter de Kwaremont op de Fiertelfietsroute. Mensen als jullie beiden die zich een leven lang smijten om de ultieme bekommernis van Omer Wattez in woord en daad door te geven verdienen onze erkenning, erkentelijkheid en diep respect. Om de strijd voor dat sublieme landschap, al dat wonderlijke waarmee een Fiertel onder de zon ons vandaag in alle schoonheid overbluft.
‘Ik heb mijn pen neergelegd, mijn laatste boek is nu geschreven’
schrijf je nu bij de publicatie van je twaalfde roman en de verzamelbundel van je gedichten.
Dat je poëzie al langer dan vandaag gebeiteld staat in de tegels van mijn geliefd Ronse en ‘De Koningin der Vlaamse Ardennen’ je gelauwerd heeft als dichter is ook daarom een erkenning die me met blijvend genoegen vervult.
Want de wereld
om je heen
meerwaarde schenken
met woorden van
schoonheid en troost
om alle tristesse
te doorbreken.
Bestaat er een
mooiere schrijfopdracht?
‘De Speelman’. Roman. ‘Er viel een dichter uit mijn boom’. Verzamelde gedichten. Meer info : 0474/286402. Alle communicatie over de presentatie op vrijdag 31 mei via despeelman2019@gmail.com Zie ook: Paul Baekeland. Auteur op Facebook.
<< Home