ONBESCHRIJFELIJK
STEFAN ZWIJG.
Eerst krijg je een zware rugzak aangenaaid die je groeipijnen nog ondraaglijker maken dan ze al zijn. Oude rancunes waarvan je het gloeien noch voelen noch vermoeden kan omdat ze dateren van voor je geboorte. Pas wanneer ze allen om je heen allemaal dood zijn of dement, kom je er achter dat je zogezegd fraaie voorgeschiedenis heel anders is geweest dan het briljante verhaaltje dat je altijd werd voorgehouden. Handig bijgekleurd. Onmerkbaar opgesmukt. Opgeblonken met Silvo.
Jaar na jaar na jaar zal je het vernis eraf krabben. Wit zal vaalgrijs worden, grijs antraciet. Van die zogeheten betere afkomst waarvoor je je altijd al schuldig wist rest gaandeweg alleen nog de plaatsvervangende schaamte. Ze zijn er goed mee weg gekomen, met hun verzwijgingen en vervalsingen. Het was de hand van god. Vluchten deden ze, dan bang afwachten. In grote weelde dat wel. Niks geen fataal front, niks geen gevaarlijk verzet, niks geen collaboratie. De kat uit de boom kijken. Eerst zien wie het haalt, dan mee kraaien met de winnaars, meehuilen met de wolven. Altijd de goeie kant van de geschiedenis kiezen. Les fidélités successives.
‘Laat die potjes gedekt'. ‘Wat maakt het uit?’ . ‘Je was er niet bij je, kan dat niet beoordelen laat staan postuum veroordelen'. ‘Hou je gedeisd, word het flinkerdje van de processie. Word wie wij willen dat je bent met prijzen van uitmuntendheid om in te lijsten. Je kan er dan alle kanten mee uit.’ Zoals zij: altijd de handen vrij. Je naam is Haas.
Rond je vijftiende gooi je hun scenario van je af. Ze zeggen dat je pubert, dat het zal overgaan. Het zal nooit meer overgaan. Je wil zelf wel uitmaken wie je lezen wil, wat je beluisteren zal. Genoeg Haydn en Ierse folklore. Oh Irish men forget the past. Genoeg Breiz atao. Gehad met hun Euzkadi ta askatazuna.
Genoeg voor zeven levens. Hun al te voorspelbare slaande deuren om Les F... van mijn maat Brel (even in mindere doen, dat wel). Hun jaarlijkse rellen en rituelen rond de kerstkalkoen. Hun eindeloze tafeldebatten. Hun kleinburgerlijkheid. ‘Ja die kolonel Schramme lijkt me de juiste man. Gewoon om eens grondig een Nieuwe Orde op zaken te zetten in ons Belgisch-Kongo bij die Simba’s’.
Holden Caulfield wordt je beste vriend. Je voelt dat schrijven je ding is. Ik zweer het je. Maar echt. De leraar Nederlands leest voor uit je verhandeling. Je verwacht een bolwassing (zoals die keer toen je De Grote Schrijver van De Leeuw van Vlaendren zonder c schreef) maar nee niks dan lof deze keer. ‘Zo horen jullie te schrijven’. Van pure gène duik je onder je bank naar je boekentas. Saved by the bell. Weer vijftien vijanden erbij. Er is zo al geen enkel krediet meer bij de klasgenoten. Wat denkt die hufter wel? ‘Uit de rekken thuis heeft hij het’.
Het huis met zijn zeven aparte werelden barst van de boeken. Wat moet je met die Pleiade slaappillen, de memoires van Churchill? De winnaar is bekend, het V-teken is gemaakt. Sigaren en Chambolle-Musigny. So what? Je wil later zelf wel uitmaken of je Joris Van Severen uit een van de rekken plukken zal. Geen leeslijst van het zelfverklaard huishoudelijk leesgezag voor nodig. Je koelt je pap met Jack Kerouac. Alles wat je wil, lijkt zo ver weg van de Max Factor flacons op toilettafeltjes met belachelijke poef ervoor. Het is de zomer van de liefde. Er zullen er ze geen andere meer zijn. Je eerste schrijfbroeders helpen je langs de onbegane paden naar teksten met ballen. Twintig jaar bescheten opvoeding naar de bisschoppelijke coucougnettes.
‘Zedelijk verval begint bij taalgebruik’.
‘De ondergang van het Avondland’.
‘Vroeger was het…’
…compleet voorgeprogrammeerd en verstikkend.
Gesjareld, zo voel je je. Ze willen je braaf binnen de lijntjes. Netjes in hun gebruiksklare denkpatronen.
De wereld van gisteren is van dan af voorgoed voorbij. Je voelt je als een transmigrant, on the road naar allemansland . Ver weg van hun bekrompen conservatisme, hun fascistoïde medeplichtigheid. Het zwijgen van Pius XII over de holocaust. Zijn index van Verboden Boeken: zonder Mein Kampf erop.
Hun holle ethiek.
‘Seks buiten het huwelijk is ten strengste verboden’.
Behalve dan in en om hun eigen chambrettes.
‘Vrouwen horen hun man steeds ter wille zijn’.
‘Doch de geslachtsdaad mag enkel om kindjes te verwekken.’
‘Abortus is moord’. 'De pil is verboten'.
Ook na drie riskante keizersneden. Leve Moederkensdag.
‘Stefan, zwijg. Als je dit niet pikt, houdt het gesprek hier op.’
(Retraitepater in de retorica).
Eerst krijg je een zware rugzak aangenaaid die je groeipijnen nog ondraaglijker maken dan ze al zijn. Oude rancunes waarvan je het gloeien noch voelen noch vermoeden kan omdat ze dateren van voor je geboorte. Pas wanneer ze allen om je heen allemaal dood zijn of dement, kom je er achter dat je zogezegd fraaie voorgeschiedenis heel anders is geweest dan het briljante verhaaltje dat je altijd werd voorgehouden. Handig bijgekleurd. Onmerkbaar opgesmukt. Opgeblonken met Silvo.
Jaar na jaar na jaar zal je het vernis eraf krabben. Wit zal vaalgrijs worden, grijs antraciet. Van die zogeheten betere afkomst waarvoor je je altijd al schuldig wist rest gaandeweg alleen nog de plaatsvervangende schaamte. Ze zijn er goed mee weg gekomen, met hun verzwijgingen en vervalsingen. Het was de hand van god. Vluchten deden ze, dan bang afwachten. In grote weelde dat wel. Niks geen fataal front, niks geen gevaarlijk verzet, niks geen collaboratie. De kat uit de boom kijken. Eerst zien wie het haalt, dan mee kraaien met de winnaars, meehuilen met de wolven. Altijd de goeie kant van de geschiedenis kiezen. Les fidélités successives.
‘Laat die potjes gedekt'. ‘Wat maakt het uit?’ . ‘Je was er niet bij je, kan dat niet beoordelen laat staan postuum veroordelen'. ‘Hou je gedeisd, word het flinkerdje van de processie. Word wie wij willen dat je bent met prijzen van uitmuntendheid om in te lijsten. Je kan er dan alle kanten mee uit.’ Zoals zij: altijd de handen vrij. Je naam is Haas.
Rond je vijftiende gooi je hun scenario van je af. Ze zeggen dat je pubert, dat het zal overgaan. Het zal nooit meer overgaan. Je wil zelf wel uitmaken wie je lezen wil, wat je beluisteren zal. Genoeg Haydn en Ierse folklore. Oh Irish men forget the past. Genoeg Breiz atao. Gehad met hun Euzkadi ta askatazuna.
Genoeg voor zeven levens. Hun al te voorspelbare slaande deuren om Les F... van mijn maat Brel (even in mindere doen, dat wel). Hun jaarlijkse rellen en rituelen rond de kerstkalkoen. Hun eindeloze tafeldebatten. Hun kleinburgerlijkheid. ‘Ja die kolonel Schramme lijkt me de juiste man. Gewoon om eens grondig een Nieuwe Orde op zaken te zetten in ons Belgisch-Kongo bij die Simba’s’.
Holden Caulfield wordt je beste vriend. Je voelt dat schrijven je ding is. Ik zweer het je. Maar echt. De leraar Nederlands leest voor uit je verhandeling. Je verwacht een bolwassing (zoals die keer toen je De Grote Schrijver van De Leeuw van Vlaendren zonder c schreef) maar nee niks dan lof deze keer. ‘Zo horen jullie te schrijven’. Van pure gène duik je onder je bank naar je boekentas. Saved by the bell. Weer vijftien vijanden erbij. Er is zo al geen enkel krediet meer bij de klasgenoten. Wat denkt die hufter wel? ‘Uit de rekken thuis heeft hij het’.
Het huis met zijn zeven aparte werelden barst van de boeken. Wat moet je met die Pleiade slaappillen, de memoires van Churchill? De winnaar is bekend, het V-teken is gemaakt. Sigaren en Chambolle-Musigny. So what? Je wil later zelf wel uitmaken of je Joris Van Severen uit een van de rekken plukken zal. Geen leeslijst van het zelfverklaard huishoudelijk leesgezag voor nodig. Je koelt je pap met Jack Kerouac. Alles wat je wil, lijkt zo ver weg van de Max Factor flacons op toilettafeltjes met belachelijke poef ervoor. Het is de zomer van de liefde. Er zullen er ze geen andere meer zijn. Je eerste schrijfbroeders helpen je langs de onbegane paden naar teksten met ballen. Twintig jaar bescheten opvoeding naar de bisschoppelijke coucougnettes.
‘Zedelijk verval begint bij taalgebruik’.
‘De ondergang van het Avondland’.
‘Vroeger was het…’
…compleet voorgeprogrammeerd en verstikkend.
Gesjareld, zo voel je je. Ze willen je braaf binnen de lijntjes. Netjes in hun gebruiksklare denkpatronen.
Tot Zimmerman Robert
in huis opdaagt,
onderweg naar noblesse.
Die van het hart.
De wereld van gisteren is van dan af voorgoed voorbij. Je voelt je als een transmigrant, on the road naar allemansland . Ver weg van hun bekrompen conservatisme, hun fascistoïde medeplichtigheid. Het zwijgen van Pius XII over de holocaust. Zijn index van Verboden Boeken: zonder Mein Kampf erop.
Hun holle ethiek.
‘Seks buiten het huwelijk is ten strengste verboden’.
Behalve dan in en om hun eigen chambrettes.
‘Vrouwen horen hun man steeds ter wille zijn’.
‘Doch de geslachtsdaad mag enkel om kindjes te verwekken.’
‘Abortus is moord’. 'De pil is verboten'.
Ook na drie riskante keizersneden. Leve Moederkensdag.
‘Stefan, zwijg. Als je dit niet pikt, houdt het gesprek hier op.’
(Retraitepater in de retorica).
<< Home