29 september 2021

 BETOVERINGEN (23

Niks dan goede bedoelingen.

Nu en dan onderga ik een bolwassing van dierbaren die vinden dat ik al die dingen van voorheen beter kan loslaten, mijn moment zelf moet beleven. Ver weg van hier moet. Naar daar waar het gras groener wezen zal, een zee van azuur en de druiven minder zuur. Gedwee onderga ik hun reprimandes om bestwil. Maar wie ben ik, als ik al mijn herinneringen in de vergeetput mik?

La Foire de Lille, Parijs, Paimpol, de kastelen van de Loire, de boorden van de Rijn, Menton, San Remo, Lloret de Mar met mama die me tegenover onverwacht bezoek haar 'tere jongste' noemt. ('Ha, het kakkernestje dan gelijk dat ze zeggen madam'.)
Vooral een altijd al vaderloze jongen ben ik die 's avonds eindeloos door het raam van de slaapkamer tuurt tot mama veilig weer thuis komt van haar 'voyages de commerce' naar de internaten ter bevoorrading van de groene viltstof van de fabriek voor de meisjesuniformen. Als ze zich vanavond dood rijdt onderweg van Gent aan de gevaarlijke Sterre vlieg ik morgen naar het weeshuis waar volgens de geruchten op school het eten niet te vreten is en erger. Angst die me nooit meer verlaten zal. Faalangst. Witte kielenangst. Zwartrokkenangst. Angst om de dood en het leven tegelijk.
*
Met mijn vrolijke lachebekken van grote broerkes en neven schaatsen op hoogst fragiel onzeker ijs in Zulzeke. Voetbaltornooien op de fabriekskoer. Paddestoelen zoeken aan de Kwaremont. Velodromen koesteren en dan op mijn groot bakkes vallen in Blankenberge. Samen strandzeilen door de plassen van Oostduinkerke. Met mijn kartonnen valies en de klasmaatjes naar Melchtal sporen. Met bompa en zijn wandelstok vol schildjes naar de Jungfrau en de Zugpitze. Ola frisco venten op het WK voor de scoutskas van De Ridders van de Fiertel. Tennis met onwezenlijk mooie onbereikbare sterretjes in het Park. Eric Burdon en Van Morrison in het chalet. Keer op keer dat gleufje (van de juke-box) ingemikt. Gloria. It's all over now baby blue. Basket bij de pacha der carnaval Turken Fons op de Steenbrugge. Wegdromen vanuit mijn jongenskamer naar de feestlichtjes en het Great Gatsby-gedoe in het kasteel van de textielbaron aan de overkant.
Wie ben ik zonder al die herinneringen en de wetenschap inmiddels dat het niet alle dagen kermis is, de gebraden kiekens nergens door de lucht klieven, er brood op de plank moet. Al mijn kokende koleires, mijn machteloze verontwaardiging, mijn woede om al wat mis zit. Om al die ongelijkheid. Zoveel onrecht alom. De ene wel de andere niet. De ene veel te vroeg de andere schaamteloos laat.
Schrijven in de krant om den brode. Tussendoor met bloed zweet en tranen een boek afscheiden tot spijt van wie me hierom benijdt voorbijgaat aan al het nachtelijk schrijfwerk vanuit mijn puur ongerept onverminderd schrijfgenoegen.
Met of zonder uitgever. Maakt me niet meer echt uit in het licht van de eeuwige vergetelheid en vrede die al op me wachten, me toelachen. Zie ik daar de stralende glimlach van mama en mijn altijd afwezige verwekker?
*
Mijn hart en mijn ziel leggen in een theaterstuk voor mijn vrienden, de tovenaars op de planken. Je diepste ontroering uit je pen persen. Samen lol beleven aan de bulderlach van volle volkse zalen.
Wie ben ik als ik vergeet dat de karbonkels van Jotie vol levensdrift vuriger oogden dan zijn meest gedreven gedicht over burgernest Oudenaarde. Zijn kwetsbaarheid als hij me in Gent zijn pijn van het zijn luchten komt. De schrijfdrang die we delen, ons voor goed te pakken heeftl. Hij als jonge schrijfprins dra de duisternis in. Ik dag aan dag de trein op naar Brussel Centraal voor een bewogen moeizaam bestaan als stukjesleverancier voor vijftien schrijfheren.
Wie ben ik als ik alle liefde, passie, tederheid, vriendschap in mijn hart vergeet, verraad? Wie ben ik zonder al mijn tederste vurigste herinneringen, diepste dromen, innigste verlangens?
En de warme gloed van weemoed die des avonds komt en niemand verklaren kan. Ook mijn dierbaren en beste vrienden niet. Zij met hun mooi makkelijk praten over alles loslaten en hun niks dan goede bedoelingen.
Zit dan zelf maar één
slapeloze schrijfnacht
in mijn lichtgevoelige vel.
Michel Provost, Pierre Ponnet en 62 anderen
12 opmerkingen
Leuk
Opmerking plaatsen
Delen