22 maart 2021

BETOVERINGEN 17.


 DE GLAZEN BOL

VAN PICO

DELLA MIRANDOLA



Je betovert me, Pico della Mirandola. Ik droom met je weg naar al die parels van de Renaissance. Als ik vandaag mijn oogappel Julie vraag wat voor haar de mooiste reis was die ze ooit als tiener met haar ouders deed, voert ze me prompt zonder aarzeling terug naar je mooie land. Je naam danst me in de oren als een vrolijke tarantella.
Het is de joviale Gentse liberale staatsman burggraaf Willy De Clercq die me, in zijn riante woning aan het zogeheten ‘miljoenenkwartier’ van mijn geboortestad voor het eerst naar jou verwijst, wanneer ik als journalist hengel naar zijn historische mentoren, op dat bijzonder positief parcours van hem.
Jij dus Pico, met je ‘Conclusiones’ over geloof, filosofie en magie. Jij als renaissancefilosoof, een van de eerste Europese humanisten. Jij die de wijsheid uit diverse filosofische en religieuze bronnen als eclecticus met elkaar verbindt.
Net als Montaigne, die andere magiër met woorden van het vrije doordenken, studeer je al vanaf je veertiende rechten, in Bologna. Herhaaldelijk verblijf je daarbij in Florence. In 1486 wil je in Rome je 900 stellingen gaan verdedigen. Daarvoor stel je je beroemde Oratio op, een inleidende rede die voortaan zal genoemd worden naar de eerste helft ervan: ‘De Dignitate hominis’.
Je mag ze echter in Rome niet eens gaan uitspreken. Zijne Heiligheid vindt immers zeven van je stellingen onorthodox, zes stellingen dubieus. Hij doet ze af als ‘ketters’.
De zelfverklaarde ‘zonde’ is een obsessie, daar in Rome. Wie zondigt, wie niet. Wie het van de ander beweren mag, wie niet. Wie de andere kant uitkijken mag, wie niet. Wie de andere bloeden doet, zelf doet of zijn neus bloedt.
Je verweert je dapper in een verdedigingsschrift. Waarop Zijne Heiligheid niks wijzer weet te bedenken dan prompt àl je stellingen te veroordelen. Wat rest je tegenover zoveel kwade trouw anders dan je biezen te pakken naar Frankrijk… waar je op pauselijk bevel toch wordt gearresteerd, naar Italië en het land van de almachtigheden en onfeilbaarheden wordt teruggebracht.
Een tijd word je opgesloten, dan weer vrijgelaten. Want de vertegenwoordiger van God op aarde ’n slaat niet, of hij zalft. Je mag je in Florence vestigen waar je uitvoerig contact hebt met de nieuwe Platoonse Academie en met de alom gevreesde Savonarola. Die brengt je ertoe tot de dominicanenorde toe te treden. Je sterft er 31 jaar oud. Jong ja, maar wel met de nalatenschap van een enorm onvoltooid oeuvre.
‘Over de waardigheid van de mens’ wordt tot op vandaag beschouwd als één van de basiswerken van het humanisme in Europa. Opdracht volbracht. Cum laude en met pracht. Daarin formuleer je immers de bevrijdende gedachte van de mens als zijn eigen schepper. Ter wereld geworpen met de vrijheid te worden wat hij wil, zo dat hij zijn eigen lot in handen neemt. Door middel van zijn eigen zoektocht vormt die mens gaandeweg zichzelf, in plaats van zomaar goedgelovig en blindelings een traditioneel of religieus voorschrift en parcours te volgen.
Religie, je roots, de gemeenschap om je heen en je familie kunnen dan wel tijdelijk het decorum bepalen waarin je ter wereld wordt gebracht en opgroeit: het draaibroek voor je leven schrijf je zelf.
‘Als vrij en soeverein kunstenaar moet je als het ware je eigen beeldhouwer zijn en jezelf uitbeelden in de vorm die je verkiest.’
De mens beschikt voor jou volkomen over de vrijheid om zelf iets van zijn of haar leven te maken. Hij of zij ziet het zelf wel. Als mens ben je aan geen enkele beperking onderworpen.
'Je zult voor jezelf
je natuur bepalen,
naar je eigen vrije wil'.
'Je eigen natuur’. Zo schrijf je het neer. Actueler kan je niet klinken. Het lijkt er wel op of je vijf eeuwen verder kijkt, Pico.
Alle boosheid en al het diepe verdriet van pakweg een welmenende monseigneur uit Antwerpen anno 2021 heb je al in je 'ketterse' glazen bol zitten. Alsof je de inquisitie dan al vervangen weet door een oppermachtige Romeinse Curie.
Vanuit je vrije wil probeer je nochtans moedig alle het goede, al de betere ideeën uit diverse godsdiensten, uit het zogenaamde ‘heidendom’ en het hellenisme met elkaar te verzoenen. Om zo te komen tot een soort universele kennis en de werkelijke waardigheid van de mens écht gestalte te geven. Je etaleert daarbij een voor die tijd bijzonder grote mate van openheid en verdraagzaamheid ten aanzien van andersdenkenden.
Je grijpt voor je Oratio terug naar de teksten van Plato en Aristoteles en anderen onder wie nogal wat wiskundigen. Geen enkel obstakel ga je daarbij uit de weg. Je vindt het jammer dat al die geschriften dreigen te verdwijnen in de nevelen van de geschiedenis. Vandaag, zo schrijf je dan al vanuit je vijftiende eeuw, zijn de geschriften van de oudheid evenals andere mooie en goede dingen zo in de vergetelheid geraakt, dat er nauwelijks nog sporen van terug te vinden zijn. Waarom heb ik ook nu weer een déjà-vu gevoel, waarde Pico?
In 1486 word je voor je prachtige tot op vandaag zeer actuele denkbeelden schaamteloos veroordeeld en opgesloten door Paus Innocentius VIII (nomen est omen). Hetzelfde heerschap dat met zijn bul ‘Summis desiderius affectibus’ ook al de vervolging en verbranding van zogenaamde ‘heksen’ mogelijk maakt.
Voor jou loopt het finaal iets beter af dan in de likkende vlammen. Anders dan Bruno Giordano, ontkom je aan de brandstapel. In 1493 treed je immers leep toe tot de orde van de Dominicanen, gun je Rome je asse niet.
Je Oratio zal de eeuwigheid trotseren, bejubeld worden door Desiderius Erasmus en Thomas More. Waardig, zo waardig.
Betoveringen 17.
Levenswandelroute.