30 oktober 2020

 AVONDUREN

Ronse. Een handleiding.
17. Lang leve elke Bommel.
Uitgedost als Willem Tell probeert Klienen Buitsoo als nar van de koning der Bommels met profijtige stapkes gelijke tred te houden met de camion van Rizla Croix naast hem die uit krakende haut-parleurs het Bommelsdeuntje loslaat op de wachtenden in de binnenstraten.
Vive notre roi!
Ja leve onze koning!
Hoog boven mijn wollen muts zwaait het koningskoppel me toe vanuit een vrieshemel vol neerdwarrelende confetti, in een regen van karamellen.
Ze zijn vooraf gegaan door Duvoos met Lucifer in een brandende ton, Spuken en Turken. Tot slot de fanfare van de Patria met, luid schallend uit blinkende kopers als afsluiter van de cortège nog maar eens het unieke authentieke bommelslied.
Achter hen loopt Le Professeur Ephrem Delmotte, président- fondateur des Bonmoss. Hij oogt als alle peeties die later van hem zullen worden gemaakt.
*
Ik ben geboren in het eerste Bommelsjaar een accident komt nooit alleen. Een broekje van vijf ben ik als voor mama de rouwtijd om mijn dode papa er volgens de convenances opzit en ik ze na haar avondkruisje op mijn voorhoofd (‘God zegene en beware u mijn jongen’) samen met de zussen van papa als klauwend katje de feestende stad zie in trekken, op de bommel à domicile.
Jaar na jaar zie ik de Bommelstoet aanzwellen tot ik met mijn copains zelf mijn eerste bommelsnacht in kan. Parc Lagache, Assa, Kobbe, Harmonie, Rome, Local. Met ommetjes naar Rami, Renard, Ritz, Monico. Een vrijgezel gaat pas slapen als al zijn zinnen zijn geschreven.
Nog later geraak ik met mijn companen van de Ronsese Persbond verdwaald in de Jury Voor De Verkiezing Van Het Koningskoppel in het Cultureel Ontspannings Centrum. Er is die lange nacht iets met een rode draad, oeverloze kwisvragen, dansacts van carnavalsverenigingen en tegen het ochtendgloren een houten kop.
Heb je even tijd voor mij.
Laat de zon in je hart.
Au bal, au bal masqué.
In het begin is er alleen die Zotte Maandag. Als je veel schoolwerk hebt, kan je het schudden, zie je op dinsdag onderweg naar school hooguit nog een laatste zatte bommel langs de gevels laveren van Bijouterie Quijo, op zoek naar houvast bij Chaussures Dany, schuilend voor de regen op de deerlijk uitgelopen schmink bij Bedden & Matrassen Spiers, neerzakkend bij Tailleur Mortier.
Jaar na jaar zie ik aldus de Bommelsfeesten groeien en bloeien van zaterdag tot dinsdagmiddag, mét ministers in de tribune en uitstraling tot in Kleve. Mensenzee op de markt. Bommels is Féést.
In al die jaren hooguit een keer een vaudevillesk moordcomplot aan huis in de Joseph Ferrantstraat. Twee madammen met een bontjas, een patattenmesje en een masker.
*
Met de groei en het succes van de Bommels komt de lokroep van gemakkelijk geldgewin. Er is ondertussen al sprake van een jaarlijks totaalbudget met zes cijfers. Vanwaar het eerste kwart opgehoest door u en ik, via de stadsfinanciën. Het grootste gedeelte wordt echter jaar na jaar ‘bijeengesprokkeld’ in allemaal kleine fijne sponsorpakketjes: op eigen verantwoordelijkheid binnen gehaald door de Bommelsraad.
Wat komen moet, dat komt. Na jaren van ongeremde groei en bloei gaat het fout in de kartonnen doos van de interne boekhouding. Er blijken hier en daar ook sponsors tussen te steken die geen genoegen nemen met alleen reclame return maar best ook zelf wat terug willen onder tafel van hun pakweg 3000 euro: ter spijzing van de eigen zwarte kassa.
Shame and scandal
in the Bommelsfamily.
Au bal, au bal
démasqué.
Nacht van de lange messen.
Geschreeuw en
gescheld ten stadhuize.
Iek kome va Schuuse,
iek en wei va niet.
Iek kome schliecht.
Collectief ontslag.
Andere en betere.
*
Jens & Justine, het nieuwe koningspaar van de grootste Bommelsvereniging De Clubmannekes weten niet wat hen overkomt. Maken die twee dan hun droom waar, is het hier toch wel grote boel en bazar, komt er bovendien ook nog een virus hun allermooiste nacht in de war sturen.
Of toch niet helemaal? Hoop doet leven. Morgen is een andere dag. Een bommel trekt altijd weer opnieuw monter aan de slag. Is het nu niet, dan later.
Vanuit het stadhuis wordt ingegrepen, komt er een oudgediende Bommel, algemeen erkende vaste waarde als interim-voorzitter aan het roer van de Bommelsraad.
Fluistert Tavi tegen Kari: z' heen ne zot gevonden.
Ondertussen wordt die kartonnen doos van de Bommelsraad door een gerechtsdeurwaarder geconfisqueerd. Kwestie van de bevoegde instanties sereen hun werk te laten doen.
Wat rest, is wat er voor alle Ronsenaars tuupe écht toe doet. Beseffen hoe efemeer en hoe broos bommelse leute is. Geheel volgens de geldende regels maken Jens & Justine zich op om er samen met corona-proof delegaties van de grote bommelsverenigingen het beste van te maken. Om de Ronsenaars een glimp te geven van datgene waar alles om begon.
Een lach op de lippen,
tussen alle tranen door.
Lang leve
elke Bommel.
Hou het geilig.