26 oktober 2020

 AVONDUREN.

Ronse, een handleiding.
7. Zeven anjers, zeven rozen.
Hij houdt het midden tussen Anthony Perkins en Godfried Bomans, hoort thuis in de rij Kopstukken die een keitje verlegd hebben in de Multicolore Meulebeek achter de Familia.
Voor zijn komst verdrijven we onze verveling met eindeloos rondhangen in het midden van nergens, in een compleet ingedommelde stad. Op de Fiertel en de Bommels na gebeurt hier nooit wat. De gevestigde horeca is dan nog doodsaai, dateert van vorige eeuw. Cambrinus, Ritz, Canterbury zijn oorden waar indrukwekkende grootvaderfiguren hun sigaren smoren en bij het krijten van hun keu peroreren over de Chambre de Commerce. De Familia zelf is goedgekeurd door de katholieke filmliga. Te mijden dus. Tenzij je wil indommelen bij Sissi of Ben Hur.
Dan komt hij vanuit het niks. Van Mullem, zoals zijn naam het zegt. Hij heeft het. Uitstraling, klasse. Naar het schijnt, de verhalen daarover gaan gretig rond, moet je het vooral niet wagen om in De Kobbe, zijn 'Jeugdclub' (nieuw voor de jongerern) ook maar de geringste poging te ondernemen tot grensoverschrijdend gedrag. Hij is er tegelijk de bezieler, zieleherder, buitensmijter. Al wie een lap op het bakkes wil vanwege de ondraaglijke geilheid van het bestaan, kan die gratis krijgen van de proost zelve. Santé en amuseert u.
De Kobbe wordt ons geiligdom. Twee slows, gevolgd twee rapkes telkens weer opnieuw. Met nu en dan de kusjesdans ertussen. Ter inschatting van de steraanbiedingen vanavond. Als je aan je tweede slow toe bent, moet je je reppen wil je kans maken op bijkomende opties.
‘Zo mooi zo blond en zo alleen’.
‘Breng die rozen naar Sandra’.
De Kobbe wordt het kloppend hart van al wie het zijne rapper hoort kloppen bij de eerste tonen van ‘Put your hand on my shoulder’.
Na een tijd groeit de jeugdclub met bijkomende afdeling 't Eglantierke uit tot een 'Ronse op Scène' avant la lettre. Een Ancienne Belgique op zijn Ronsies. Neem de Schotse groep Middle of the road, helemaal uit Glasgow bij ons hier in Ronse.
Chipry chirpy cheep cheep.
Oh Soley soley. Sacramento.
Het blote buikje boven de hotpants van zangeres Sally Carr brengt de ‘buitenwipper’ van De Kobbe in de hoogste staat van paraatheid. Doch de lieverd wil na haar act alleen een profijtige koele cola. Meer vraagt ze niet, als voormalige coiffeuse de schat.
Kreuners, Pebbles, Tenderfood Kids, Shoes, Kleptomania, Bintangs, Mad Curry, Earth and Fire, Lagger Blues Machine, Paul’s Collection, Salix Alba, Amsterdam, Swinging Jaguars.
Voor de muilschuivers onder ons Miel Cools met zijn Boer Bavo, Wim De Craene met zijn Kristien, Walter De Buck met zijn Vliegerke, Jan De Wilde in de eerste sneeuw, Roland and the Blues Work Shop met zijn pint, Eric Van Eygen zonder zijn Sanne.
*
Lang blijft de concurrentie niet uit. In de catacomben van de Harmonie, onder de helaas vergane prachtige rotonde ‘pour les divas du dancing’ verlegt The Gogo Club alle grenzen van het déjà vu.
Mijn buurman en copain van aan de Steenbrugge Jean-Paul Cuvelier, met wie ik kortstondig de Unief van Leuven vergeet, kwestie van er de dagen door te tafeltennissen in de kantien van het sportkot, slaat met zijn Go Go Club gensters, haalt de meest prestigieuze namen naar zijn ondergrondse Ronsese trendy Tabou (René Thomas, Champion Jack Dupree) en verschuift resoluut de naald op de draaiplaat van smartlap naar sweet soulmusic. Om van Jacques Dutronc, Serge Gainsbourg & Jane Birkin, je t’aime moi non plus te zwijgen.
Il est cinq heures,
9600 s’éveille.
Et je n’ai pas sommeil.