RONSE IS DE RONDE
KRONIEK VAN EEN AANGEKONDIGDE ROMANCE
Van alle redenen waarom de Ronde van Vlaanderen vanaf 2012 in Ronse gewoon thuis komt, wordt er één vandaag in de kranten nièt vermeld. De Ronde is pure passie voor de velo. Ronse ook. Dramatiek. Mystiek. Mythiek. Voor minder zou het geen Ronde zijn. Voor minder zou het Ronse niet zijn. Voor minder gaan de beelden van de Ronde en van Ronse de wereld niet rond. Welke Belgische stad vult die voorwaarden in? Zeg het mij Rik? Welke andere stad dan Ronse? Zeg het mij Criq.
Ronse waarvan de kleine Planckaert vertelt dat je de velo hier gewoon ‘ruikt’ als je de Kruissens afzakt. De kleine Planckaert uit Nevele die hier drie ronden voor het einde bovenop die Kruissens wegspringt. Die aldus zijn poer te vroeg verschiet en die dag géén wereldkampioen wordt. Welke andere Belgische stad dan Ronse laat het internationale wielergebeuren keer op keer alle kleuren van de regenboog zien? Zeg het mij, kleine Eddy. Zeg het mij, grote Eddy?
1963. Als scoutje van 13 zie ik ze wel zitten, letterlijk en figuurlijk, van achter mijn bak vol Ola, daar op die tribune aan de Glorieux. Al het verdriet van Nini, om het verlies van Rik. Hier, op tweehonderd meter van mijn erfje. En, op dat podium, met de bloemen in de hoogte, Beni Beheyt. De Groene Leeuw die nu Ronse teruggeeft wat Ronse hem die dag schonk. Eeuwige wielerroem. Benoni, die de sportieve pleitbezorger is van de stad die hem ooit in de wielergeschiedenis mikte. Voor wat hoort wat. Beni doet het. Als Rik-fan vergeef ik hem bij deze alles. Die zogezegde krampen enzo.
1988. Als journalist en Ronsenaar zie ik mezelf zitten ik in de wagen van Noël Vergucht die Criq wegbrengt, zich traag een weg baant door de woedende massa net na de elleboogstoot van Steve. De langste vloek. De langste stilte. De diepste ontreddering. De ogen van Criq. Karbonkels van gramschap en ellende.
Ik zwijg hier over de mooie Belgische kampioenschappen. Over Lucien Van Impe en de tribune die bijkans doorzakt. Over Stijn Devolder. Over Maurizio Fondriest. Over Mario De Clercq. Over Filip Meirhaege in zijn stek daar aan Ten Houtte. Over de Ronsese Wielerschool. Over de talloze fietsfanaten alhier. De jongens van de dinsdag, de donderdag, de zaterdag, de zondag. De Local Uniqie en d'Harmonie. De rappe rijders. De trage wroeters. De Franky’s. De Isi’s. De J-teams. De bikers. De Johans. De Morjeans. Ronse koerst? Ronse IS koers, jawel beste Luc Vandenabeele.
Ronse, mijn mooie wielerstad. Durft Vlaanderen aan zijn eigen legende voorbij gaan? DA MEEN DJE NIE! Dit is de kroniek van een aangekondigde romance. Ronse meets The Ronde. Because the bike belongs to lovers. Het was altijd al liefde op het eerste gezicht. Het is pure passie. Het wordt blijvende samenhorigheid. En ze fietsten nog lang en waren hier heel gelukkig.
(Foto: Nini Van Looy met 'Zonde van Nini')
Van alle redenen waarom de Ronde van Vlaanderen vanaf 2012 in Ronse gewoon thuis komt, wordt er één vandaag in de kranten nièt vermeld. De Ronde is pure passie voor de velo. Ronse ook. Dramatiek. Mystiek. Mythiek. Voor minder zou het geen Ronde zijn. Voor minder zou het Ronse niet zijn. Voor minder gaan de beelden van de Ronde en van Ronse de wereld niet rond. Welke Belgische stad vult die voorwaarden in? Zeg het mij Rik? Welke andere stad dan Ronse? Zeg het mij Criq.
Ronse waarvan de kleine Planckaert vertelt dat je de velo hier gewoon ‘ruikt’ als je de Kruissens afzakt. De kleine Planckaert uit Nevele die hier drie ronden voor het einde bovenop die Kruissens wegspringt. Die aldus zijn poer te vroeg verschiet en die dag géén wereldkampioen wordt. Welke andere Belgische stad dan Ronse laat het internationale wielergebeuren keer op keer alle kleuren van de regenboog zien? Zeg het mij, kleine Eddy. Zeg het mij, grote Eddy?
1963. Als scoutje van 13 zie ik ze wel zitten, letterlijk en figuurlijk, van achter mijn bak vol Ola, daar op die tribune aan de Glorieux. Al het verdriet van Nini, om het verlies van Rik. Hier, op tweehonderd meter van mijn erfje. En, op dat podium, met de bloemen in de hoogte, Beni Beheyt. De Groene Leeuw die nu Ronse teruggeeft wat Ronse hem die dag schonk. Eeuwige wielerroem. Benoni, die de sportieve pleitbezorger is van de stad die hem ooit in de wielergeschiedenis mikte. Voor wat hoort wat. Beni doet het. Als Rik-fan vergeef ik hem bij deze alles. Die zogezegde krampen enzo.
1988. Als journalist en Ronsenaar zie ik mezelf zitten ik in de wagen van Noël Vergucht die Criq wegbrengt, zich traag een weg baant door de woedende massa net na de elleboogstoot van Steve. De langste vloek. De langste stilte. De diepste ontreddering. De ogen van Criq. Karbonkels van gramschap en ellende.
Ik zwijg hier over de mooie Belgische kampioenschappen. Over Lucien Van Impe en de tribune die bijkans doorzakt. Over Stijn Devolder. Over Maurizio Fondriest. Over Mario De Clercq. Over Filip Meirhaege in zijn stek daar aan Ten Houtte. Over de Ronsese Wielerschool. Over de talloze fietsfanaten alhier. De jongens van de dinsdag, de donderdag, de zaterdag, de zondag. De Local Uniqie en d'Harmonie. De rappe rijders. De trage wroeters. De Franky’s. De Isi’s. De J-teams. De bikers. De Johans. De Morjeans. Ronse koerst? Ronse IS koers, jawel beste Luc Vandenabeele.
Ronse, mijn mooie wielerstad. Durft Vlaanderen aan zijn eigen legende voorbij gaan? DA MEEN DJE NIE! Dit is de kroniek van een aangekondigde romance. Ronse meets The Ronde. Because the bike belongs to lovers. Het was altijd al liefde op het eerste gezicht. Het is pure passie. Het wordt blijvende samenhorigheid. En ze fietsten nog lang en waren hier heel gelukkig.
(Foto: Nini Van Looy met 'Zonde van Nini')
<< Home