17 maart 2006

DE SCHRIJFHEREN (9.1)

Roman

Roger Vanderweyden liet zijn bretels tegen zijn overhemd kletsen. Foute kleurencombinatie zoals steeds. Ultramarijn op turkoois. Oker op karmijn. Pistache op Pruisisch blauw. Geel van Napels op vermiljoen. Psychedelic per vergissing. Sergeant Pepper die het niet meer weten zou. Paul McCartney in zijn vierenzestigste levensjaar, getergd door flarden herinneringen aan de Maharashi.
Vanderweyden dompelde je met zijn outfit in de wufte sfeer van Caraïbische bodega’s vol betaalbrunettes. Ik zag hem al de calypso verknallen in onzekere pasjes onder plasticpalmen met weelderige danseressen in pareo. Meisjes van onduidelijke herkomst, zonnebloemen in het haar en waar al niet. Private dancers die onder maskers van mascara oogden als afgedankte schikgodinnen. Hij had bretels met zonnebloemen, vreemde vlinders, uitheems gevogelte. In de zomer droeg hij er met seizoenvruchten, een filiaal van Joke’s Fruitkorf.

Vandaag ging hij voor Snoopy. Van onder zijn dubbele kin zag ik de held van Peanuts overal tegen de randen van de bretels aan schurken. Telkens onze nieuwe hoofdredacteur achterover leunde, schoten al zijn hondjes tegelijk weg, kozen ze bevangen de kortste weg naar de verre buitengrenzen van zijn lichaam.
Vanderweyden beschikte over een energetisch verantwoorde Zweedse designbureaustoel met drie relaxposities. Hij liet het ding traag vollopen met zijn lijf, koos bij elk gesprek voor de comfortligging. Als nestelde hij zich knus voor een lange vlucht naar Adelaide.

‘Charlie, de mensen werken zich te pletter, komen thuis en willen ont-span-ning. Hun sloefen aan en hun blad om het geëmmer niet te moeten horen van hun zagewijf dat er dringend moet gesproeid worden tegen ‘t onkruid.’

Hij duwde een Monte-Christo in zijn gehemelte, gunde me een kijk op zijn mond vol goud. De Havanna had hij eerst traag uit de koperkleurige koker gepitst, dan achter de linkeroorlel gedraaid, vervolgens onder de brede neusgaten gerold, de oogleden in extasestand. Deze Vanderweyden zou na de verdwijning van Leonard Notelaar Embargo redden van de ondergang, zo was ons gemeld door de directie. Vroeger had hij bij obscure alle-bussenbladen gewerkt in Noord-Nederland.

‘Vulgariseren, populariseren en stars, stars, stars.’

Hij sprak het uit als staars.

‘God, het geld en het gat. Dat is waarover de mensen willen lezen.’

We kregen er een snelcursus omtrent die Drie G’s bovenop.

‘Het rollebollen in suites, bij wie ze kindjes maken. God en het mysterie. Buitenaards leven. Gasten die ze zien vliegen. Vliegende schotels. Nostradamus. Close encounters of the third kind. Paranormale verschijnselen. Uri Geller die soeplepels plooit vanop afstand. Bernadette Soubirous. Mi-ra-ku-leu-ze genezingen. Geheime geschriften in het Vaticaan over ‘t Laatste Oordeel, de vier ridders van de Apocalyps. Het fortuin van Howard Hughes, John Rockefeller, Stavros Niarchos, Aristoteles Onassis.’

Hij wou foto’s van ex voto’s, het hele gedoe rond Scherpenheuvel, het paterke van Hasselt, Leonie van Onkerzele, de Witte Dame van Fausto Coppi. De raadsels der wereld. De onmacht van de wetenschap, de alternatieve boetiek. Hij wou dat we op redactievergaderingen de nieuwste technieken, behandelingen, fitnessprogramma’s uitvoerig zouden bespreken.

‘Homeopathie. Helpt het tegen kanker ?’
‘Osteopathie. Een ferme draai en de pijn is weg.’
‘Krakers, de magiërs van uw lichaam’.
‘Marabouts kijken dwars door je ziel.’
‘Aromatherapie : het nieuwe nirvana.’
‘Gun jezelf een stevige beurt.’
‘Het genot van Turkse baden.’
‘Calanatics, revolutie in uw lichaam.’
‘Gymtonic, dansen en sport tegelijk.’
‘Als de dokter niet luistert en de liefde verslapt.’


(Vervolgt).

Uit : ‘De Schrijfheren’. Roman. Copyright Stef Vancaeneghem.