13 maart 2006

DE SCHRIJFHEREN (8.6)

Roman.

'Na de geboorte van uw zus in Paimpol zijn we teruggekeerd naar België. Uw nonkel Romain is daarop in het verzet gedoken.’

Ik wist het ongeveer al van mijn broers. We zaten onder de duiventil van grootvader, zagen hoe Emilie de was aan de draad hing tussen de rotsenpartij en de garage.

‘Ze loopt weer heet.’
‘Haar bok komt zondag.’
‘Voor ‘t groot onderhoud.’

Emilie woonde bij ons in en was al oud, wel zeventien. We gooiden keitjes naar de vers gesteven was. Emilie schrok, zwaaide met de wasklopper. We trokken naar de kamer van mijn broers, de deur op slot. Vanaf ons vijftien mocht de kamerdeur op slot, om ongestoord te studeren. Van dan af studeerden mijn oudere broers dag en nacht.

‘Waarom zijn ze niet in Bretagne gebleven ?’
‘Geen avance de Duitsers zaten tot in Bizerta.’
‘Daarbij, ze waren die Bretonse oesters strontbeu.’
‘De Duitsers hebben nonkel Romain doodgemarteld.’
‘Gevierendeeld, in brandende olie gedompeld.’
‘Ze hebben zijn pietje…en zijn tong..’
‘Ge zijt mij aan het beliegen.’

Mama smeert vet op mijn boekentas, poetst ze dan op.

‘Helemaal uitgeteerd, was hij. In een kamp van de Duitsers. Achttien jaar. Om de hoek woonde zijn schoolkameraad Scherpereel. Vos was zijn codenaam in het verzet.’

Mama krijgt de krop in de keel, het kost haar moeite.

‘We wisten niet dat Scherpereel in het verzet zat. Ze waren altijd bijeen die twee. Toen de Duitsers het land bezetten, draaiden ze tracten tegen hun leraar Duits die verkondigde dat Vlaanderen eindelijk zou ontluiken in het Groot-Germaanse Rijk.’

‘Was dat slecht nieuws ?’
‘Vlaanderen ligt al in België. Dat is meer dan genoeg.’

Ze vertelt me de dingen stukje bij brokje.

‘Heel onze familie is erdoor verscheurd. Witten. Zwarten. Flaminganten en Belgicisten. ‘t Is een grote pot pourri.’

Ze begrijpt maar al te goed dat ik het niet begrijp.

‘Een oorlog vervalst alles en iedereen. Scherpereel wist dat onze Romain ervan droomde fotograaf te worden. Ze hebben samen een clandestiene donkere kamer geïnstalleerd. Wat?’

‘Clandestien?’

‘In den duik. Ze hebben een ontwikkelaar ineengeflanst met recuperatiemateriaal van bij loodgieter Jamart. Scherpereel zorgde voor documenten. Die moest Romain fotograferen. Zo zijn die twee begonnen met heel gevaarlijke dingen. Ze konden op elk moment gefouilleerd worden. Wat, Charlie?’

‘Gefouilleerd?’

‘Kijken of er landkaarten tussen uw billen zitten of codenamen in uw achterste. Vos of iets anders. Altijd hadden Scherpereel en onze Romain wel een of ander gevaarlijk stuk op zak. Dat gaven ze door aan koeriers naar Londen. Onze Romain zei dat de Engelsen ‘t water zouden oversteken om de Belgische democratie te herstellen, wat?’

‘Democratie?’

‘Dat iedereen zijn gedacht mag zeggen. Wie ‘t meest van ‘t zelfde gedacht is, mag zijn gedacht doen.’

Ik moet haar niet teveel meer onderbreken.

‘Toen de Duitsers alle mannelijke Belgen voor verplichte arbeid naar Duitsland stuurden, zijn onze Romain, Scherpereel en hun vrienden van ‘t verzet ondergedoken. Ze overleefden met het geld van de overval op de Nationale Bank. Twee weerstanders uit Wallonië pakten in de Peperstraat de malet met de pree voor de stadsbedienden. Scherpereel en onze Romain stonden op de uitkijk. Ze brachten de overvallers weg langs de Steenweg op Doornik. Het geld is verdeeld onder het verzet. Ze zorgden ook voor valse voedingsbonnen en fietsten samen nu en dan naar de radar van de Duitsers in Wortegem. Helemaal langs de hoeve van Baeskens en Demedts rond. Ze telden er de pedaalstoten. Zo berekenden ze de afstand tussen de installaties. Eerst met regenjas, dan zonder, zodat het de Duitsers niet opviel. Aan het gehucht Francquart stonden er wachttorens met kanonnen. Ze speelden met vuur. Alles wat ze wisten over de Duitsers en over gevallen piloten werd naar Engeland gesmokkeld. Ze saboteerden treinsporen. Op 24 april 1944 is er gebeurd, wat moest gebeuren.’

Ze aarzelt. Ze is de droevigste mama van de wereld nu. Ze moet niet verder vertellen, als het haar nog zo’n pijn doet. Ik wil wachten. Liever dat, dan mijn lieve mama zo droevig te zien.

(Vervolgt)

Uit : ‘De Schrijfheren’. Roman. Copyright Stef Vancaeneghem.