24 februari 2020

CHEMIN DES PENDUS



'Je dagen beginnen serieus te korten', hoor ik mijn boezemvriend decreteren tussen twee Spotify-dreunen door bij wijze van verjaardagfelicitatie. Alsof hij het heeft over mijn meerbeurtenkaart voor het zwembad, hoeveel baantjes ik nu nog (t)rekken kan.

Ik ben op wandel langs de nieuwe Kerkhofweg achter de volop gevierde basiliek van Hermes, kant dodenmonument. In de volksmond 'Den Bluten Pompier'. Vroeger lag hier een galgenveld, bloeddorstig van knoken voorzien door de genadeloze grootinquisiteur met zijn beulen. Brandstapel of strop. Ik zie het zo voor me.

La ballade
des pendus.
Frères humains
qui après nous vivez…

(Ik hou van een mondje 'beau langage'. Al was het maar om de radicale Vlaamse vrienden om me heen tijdig te voorzien van alweer een hap heilige verontwaardiging omtrent mijn schaamteloos geschrijf).

Kerkhofweg
Kerkhof weg

Bitter en bot
betoverden
zeloten de
zieken en
zotten
met god
en gebod
alle dolenden
en dwalenden
met belezing
besprenkeling
toorn, vlammen
en schavot.


'Chemin des pendus' had hier als nieuwe straatnaam anders mooi kunnen bijdragen tot het griezelgehalte van de crypte en de knoken die er spoken.

'Voor mijn dagelijke zonden vol genietingen en genot (geruisloos Toblerone en Nougatti uit de snoepkast ) wil een mens best branden in het Danteske vagevuur', zeg ik mijn maat.

Ik bevind me bij de gigantische Bellenman, bewonder er de vordering der werken, naast het Kapittel, Kerkfabriek de andere inquisitoire cenakels van Octopus Dei achter vlammend glas in lood.

'Het vagevuur hebben ze al lang afgeschaft'corrigeert hij me. 'Voortaan is het of de zevende hemel of de hel'.

Zie je wel, zeg ik hem: het middenveld moet er tegenwoordig overal van tussen. Alleen nog extremen.
'Denk daarom, meer nog dan weleer, aan je uitersten', gun ik hem het laatste woord. Als steeds tussen ons.

'Schrijfstek'.
Dagboeknotities.