11 oktober 2008

DE BENIEUWDE RONSENAAR

EXCLUSIEVE BERICHTGEVING

OVENVERSE THESIS HISTORICUS HANS HAUSTRAETE
BEVESTIGT ARGUMENTATIE BRIEF DUPONT:

‘FACILITEITENMODEL IS FAILLIET.’


FRANSTALIGE RONSENAAR:
VAN BOURGEOIS GENTILHOMME TOT KANSARME ALLOCHTOON

HOE DE FACILITEITEN RONSE IN DE ARMOE DUWDEN


‘De grote trek richting Ronse toont de dubbele rol aan die de taalfaciliteiten voor de stad hebben gespeeld. Pacificerend en bevorderend voor het Vlaamse karakter van de stad langs de ene kant, maar na verloop van tijd een van de oorzaken van een nieuwe verfransingsgolf door de aantrekkingskracht die het faciliteitenstatuut en de omkaderende maatregelen uitoefenen op Franstalige kansarmen’.

Tot dat besluit komt Hans Haustraete (foto) in zijn ovenverse brandend actuele thesis ‘Ronse en de taalfaciliteiten. Een historische analyse van de omgang met het faciliteitenstatuut,’ voorgelegd tot het behalen van de graad van Licentiaat in de Geschiedenis aan de Universiteit Gent. De zeer degelijk onderbouwde en bijzonder gestoffeerde thesis onder toezicht van promotor professor Bruno De Wever (broer van) bereikt ons vandaag via een gunstige wind.

Op een ogenblik dat, volgens onze inside informatiegaring, de liberale krokodil Herman De Croo (herinner je zijn fransdolle propaganda bij de jongste verkiezingen) de nog hoop en al twee (!) resterende Ronsese - zogeheten - ‘Vlaamse‘ liberalen achter de schermen tot het publiekelijk inslikken van hun standpunt verplicht (cfr. De lullige mededeling daarover in de Passe-Partout vorige week) en ex-burge'meester' Walter Kerckhove zich andermaal geroepen voelt om mee het overleg namens de socialisten te sturen met de inmiddels bekende rampzalige gevolgen voor Ronse(annulatie geplande gemeenteraad van maandag, complete patstelling en onomkeerbare vertrouwensbreuk binnen de meerderheid), willen we de lezer van de Benieuwde Ronsenaar op dit beslissend kantelmoment in de heropstanding van Ronse hieronder enkele relevante conclusies uit deze thesis niet onthouden.

Franstalige allochtonen uit het Brusselse

‘De striktere interpretatie van de faciliteitenwetgeving die vanaf 1988 ingang vond bij de SP-CVP-coalitie vloeide naast de praktische (financiële) overwegingen voort uit de nadelige gevolgen die het bestuur meer en meer begon te ondervinden van het faciliteitenstatuut. Eerder klaagde Vlaams Ronse de administratieve voogdij aan, die er kwam door het bijzondere taalstatuut en die maakte dat Ronse niet volwaardig deel uit kon maken van de Vlaamse Gemeenschap. Het Vlaamse ongenoegen ging echter pas goed crescendo toen eind jaren ’80 een migratiebeweging op gang kwam van Franstalige allochtonen uit het Brusselse. Gelokt door een combinatie van goedkope woningen, administratieve taalfaciliteiten en Franstalige onderwijsmogelijkheden stroomden grote groepen veelal kansarme migranten toe in Ronse.’

De Ronsese realiteit

‘In de jaren ’60 waren de Franstalige Ronsenaars afkomstig uit de burgerij. Ze waren welstellend, goed vertegenwoordigd in politieke kringen, via sociale en culturele verenigingen, tot in het Ronsese sportleven toe. Het oprichten van een Franstalig onderwijsnet net over de taalgrens moest er voor zorgen dat de overgang van de kinderen van deze welstellende Franstalige bourgeoisie naar het Nederlandstalige onderwijsnet in de tijd gespreid kon worden, en daarom minder brutaal zou verlopen. De sociale realiteit van de jaren ’90 was echter in geen enkel opzicht te vergelijken met die van de jaren ’60. De Franstalige bourgeoisie was grotendeels afgekalfd in omvang, vernederlandst, geïntegreerd in het Vlaamse Ronse. De Franstalige Ronsenaar van 1964 was de bourgeois gentilhomme, voor wie de kennis van het Nederlands niet meer dan een atout, een handige bijkomstigheid, was. De Franstalige Ronsenaar van 1994 was, door de band genomen een kansarme allochtoon voor wie de kennis van het Nederlands een conditio sine qua non was om de kansarmoede te ontvluchten.’

Franstalig basisonderwijs als instrument van kansarmoede

‘Het Franstalige onderwijsnet in en rond Ronse, dat volgens de cijfers waarop wij beslag konden leggen de voorkeur genoot van de Franstalige allochtonen, bleek te falen in de integrerende rol die haar tijdens de jaren ’60 (langs Vlaamse zijde) werd opgelegd. Het Franstalig basisonderwijs te Ronse bleek niet meer dan een doorgeefsluis te zijn voor de middelbare Franstalige scholen in de Waalse periferie. Toen bovendien de Waalse scholen uit lijfbehoud via gratis leerlingenvervoer Franstalige Ronsese kinderen verleidden, was het hek helemaal van de dam. Het Franstalige onderwijs werd de baarlijke duivel, een instrument dat kansarmoede en verfransing van Ronse in de hand werkt.

Het Ronsese pacificatiemodel werd door de Vlaamse politieke partijen failliet verklaard. De zoektocht naar een nieuw (taal-)model, aangepast aan de Ronsese socio-linguïstische realiteit van de 21ste eeuw kon starten. Anno 2008 is de einder nog niet in zicht.’

(Copyright Stef Vancaeneghem. Verplichte bronvermelding.)