07 oktober 2007

DE BENIEUWDE RONSENAAR













Beste Frank Vandenbroucke,

Mag ik kameraad Frank zeggen? Of is dat te gewoontjes voor de geletterde mens die u bent. Want eerlijk gezegd, ik zie u nog niet zo rap met geheven vuist op de fijne pelouse van de Sancta Maria mijn Italiaans lievelingsliedeken aanheffen :

Avanti populo
a la riscossa
baniera rossa
baniera rossa

Baniera rossa
triomfera!
Baniera rossa
triomfera!
E viva socialista
A la liberta!

Doch dit terzijde. Zal ik dan maar ‘mijne excellentie’ schrijven? Excellent bent u gewis. Toen u als socialistenvoorzitter dat corrrupt zwart Augustageld verbranden wou, vond ik dat helemaal de max qua ethische zuiverheid. Eindelijk nog eens een correcte mens in de Belgische politiek. Dat luchtte op. Zeker na de dood op bestelling van Cools en de kroniek van de aangekondigde zelfmoord van Vanderbiest.

Nee, uw idee om dat vuil geld dan maar te verbranden, vond ik dikke klasse. Al kwam u daarmee ongewild gevaarlijk dicht in de buurt van Serge Gainsbourg, die andere geldverbrander. Serge stak zijn blauwe brieven nog liever in de fik op de televisie dan ze aan de fiscus te geven. U wou ze in de fik omdat een socialist noch corrupt hoort te zijn, noch de fiscus hoort te ontduiken. Integendeel solidair hoort te zijn met mensen die géén corrupt zwart geld hebben, om in brand te steken.

‘Mijne excellentie’, dus. Want excellent bent u gewis. (U verdween immers prompt nadien naar Oxford om er te gaan doctoreren in van alles. Het maakte van u de Slimste Mens in de Belgische politiek). Bon ik geraak er hier niet uit: ik zal u gewoon Frank noemen. Zoals wielrenner Vandenbroucke Frank, de eeuwige comeback- kid die, anders dan u, nooit comebackt.

Beste Frankie boy, u komt dus op maandag 15 oktober naar Ronse, zo verneem ik vandaag uit betrouwbare bron. U zal hier een paar scholen bezoeken met uw jong en dynamisch kameradinneke schepen van Onderwijs Nedia Gmati-Trabelsi. Mooi. Goed zo. Flink. Zeer vereerd als Ronsenaar. Welkom in Ronse.

U zal er die dag ondermeer een wijkschoolke bezoeken van het Gemeenschapsonderwijs. En, om het evenwicht tussen de netten te bewaren ook de Sancta Maria . Mooi. Goed zo, flinkste jongen van de klas in de zogezegd 'fijnste school van Ronse'.

De Sancta , mijne god ! Jezus, Maria, Jozef, de Sancta! Frankie boy, mijnen jongen! De Sancta! De tempel van de pieskousen met witte kouskens en viltgroene uniformkens ogend als onrijpe kiwi’s uit het Fair Tradecircuit. De betere trutjes die niet eens mochten omkijken naar ons, het vieze vuile vulgus, zonder het achteraf te moeten gaan opbiechten bij Soeur Edmonda . (‘Soeur Edmonda Vivra toujours!’’Vivra toujours!’).

Ja ik weet het, dat is lang verleden tijd. Alhoewel. Beschetenheid kent een hardnekkig bestaan.

Maar bon, daar niet van. Want fijne school hoor, de Sancta! Zeker niks van te zeggen! Zelfs een logebroeder zou er vandaag zijn kindje heen sturen! Met allemaal fijne pleinen en een fijne refter! Let u vooral op de fijne braakliggende grond onder aan de Kruisberg. Die ligt daar al jaren fijn speculatief braakliggend te wezen. Als fijn visitekaartje voor deze fijne stad en haar fijne school .

Wat u die maandag NIET te zien krijgt is het College van de Heilige Antonius van Padua, het ondergeschoven kindeke der Ronsese kaloticiteit. Zal ik u even vertellen waarom u dat monument van de Ronsese schoolhistoriek niet te zien krijgt?

Het zit hier zo. De Sancta is de school van de Congregatie, zeg maar de nonnekes. Het college is van de bisschop en zijn pasters die er niet meer zijn. Het geld zit bij de nonnekes. De aalmoezen zijn voor de pasters die er niet meer zijn. Een tijd geleden ‘palmden ‘ de nonnekens het college helemaal in. (Zoals hun fijne meisjes deden in hun fijne palmenprocessies op Palmzondag vroeger). Er zou zogezegd een fusie komen. Het college zou er wel bij varen. Fusie, vergeet het.

In werkelijkheid staat het college, ooit één van de meest florissante scholen van Ronse en van het hele bisdom Gent gewoon weg te rotten. Dit bij gebrek aan uitvoering van een zogeheten masterplan dat al jaren in de la ligt. Dit bij gebrek aan visie, goede wil en aanpak. De strijd tussen nonnekes en pasters is hier binnen het katholiek onderwijs van Ronse al lang beslecht: in het voordeel van wie het geld en dus de macht heeft.

Het college, ik beken dat ik er zelf als tsjeef van huize uit twaalf jaar bij overigens uitstekende (priester)-leraren met plezier mijn broeken versleten heb, is als historisch schoolmonument van Ronse op sterven na dood.

De mooie school die tot op vandaag zevenhonderd leerlingen van kleuter en lager onderdak verleent, staat daar gewoon weg te rotten dat het niet schoon is om zien. Een gevolg van jarenlange lamlendige stiefmoederlijke behandeling.

Eén man (stadsingenieur Danny De Braekeleer) probeert het zogeheten ‘masterplan’ dat de onderkant redden wil nu wel stapsgewijs vorm te geven. Anderen hebben er allang de brui aan gegeven. Moegestreden als ze zijn tegenover zoveel kwade trouw of gebrek aan visie of beide. Voor hen is het huilen met de pet op. Want tegen de domme kracht van de overmacht heeft zelfs de slimste mens geen verhaal. En als hij dan al eens naar Ronse komt, mag hij dàt verhaal vooral niet kennen.

Jammer dus, Frankie boy. Jammer dat U die maandag het mooie college niet te zien zal krijgen. Nu, mij verbaast zoiets niet echt. Toen die pieskousen van de Sancta bij ons in de sixties in het college naar de films van pater Jos Burvenich kwamen kijken (‘Marcelino Panevino’) was het al van dat. Sancta fijn vooraan. Vulgus van het college weggestopt achterin. Geen oogcontact. Soeur Félicité waakte over de demarcatielijn tussen de twee werelden. Die van de bescheten schone schijn die u zoveel jaar later maandag weer geserveerd krijgt en die van de harde realiteit van Collegemensen die het beste van zichzelf geven zonder dat iemand zich een barst aantrekt van de trage wurgdood van hun school door eigen volk . Dit vooral niet tonen aan die fijne minister Vandenbroucke .

Denk er die dag eens aan, kameraad excellentie Frankie boy. Baniera rossa triomfera!

Voor u bij dat lievelingsliedeke de socialistische vuist allicht. Voor mij de Ronsese gestrekte middenvinger naar de doodgravers van het College van de Heilige Antonius van Padua waarvan ik u deze foto hierboven nog meegeef.

Als fijne souvernir uit Ronse.


Een Collegejongen

(op duivelspoten).