22 maart 2007

STERRENKIJKER

5.

Een filmscenario? Ik zou niet weten hoe ik eraan begin. Film is het vak van mijn broer Johan, cineast en cameraman om den brode. Hij heeft de stiel geleerd aan het Nationaal Radio-en Filminstituut. Johan en de Alverman. Kapitein Zeppos. Axel North. Ten Huize van. Het is zijn werk, zijn passie.

Nu en dan strijkt hij thuis neer. Met zijn baas Bert Struys, met ster Senne Rouffaer, met zijn vriend en collega cameraman Wim Baekelmans, met de hele crew cowboys. Opnamen in de veranda, de voorplaats, de keuken, de tuin, mijn slaapkamer. Huis op stelten. Schade alom. Verdwenen voorwerpen. Maar hopen lol.

Als opgroeiende jongen zie ik ze bezig. Vergaap ik me aan hun vrolijk enthousiasme. Film is voor Johan wat poëzie is voor mijn oudste broer Paul. Passie, gedrevenheid, puur. Samen zullen we een roadfilm maken, in Amerika voor minder doen we het niet ha ja. Jack Kerouac achterna. Hij de film, ik het verhaal. Een fluitje van een cent, zegt hij. Doen we ooit jij en ik , zegt hij. Blues Brothers. On Route 66.

Het klinkt als Dylan en Dean tegelijk. Voorlopig stuur ik mijn onnozele tweedehands go-kart waarop Johan de travellings van zijn Fiertelfilm inblikt. Hij draait filmband, ik draai op ondermaats toerental. Geen script. Een mens moet ergens beginnen. Ik voel zijn benen over mijn schouders klemmen. Dan: cut. Eén vermaledijde foto-met-vlekje gooit al onze plannen in de war. Het scenario eindigt in een steriele kamer in Erasmus. Van droom naar donkere droefenis. Van hoop naar de diepste wanhoop. Waarom sterven mannen in onze familie altijd op achtendertig?

Frans Puttemans, Hoofd van de Dienst Drama, stelt me gerust. Dramaturge Marga Neirinck zal me bij elke stap begeleiden. Marga heeft alles in haar Huis van Vertrouwen om me over de streep te helpen. Haar gedrevenheid werkt aanstekelijk. Haar inlevingsvermogen in de personages geven me al zin om de set te bezoeken. Ervan te genieten hoe regisseur Marc Lybaert gaandeweg mijn woorden tot leven brengt.

Maar de weg is lang. Vier keer het scenario herschrijven is een goed gemiddelde hier, waarschuwt me Marga. We komen uit op twee. De ondergang van de textielbaronnen. De nederlaag van Rik en het navenante verdriet van Nini. Flaminganten versus franskiljons in het tijdperk der bilinguïsten. Het is allemaal teveel voor één aflevering Made in Vlaanderen. Van de geplande verfilming van ‘Zonde van Nini’ zal ‘De Schietspoeldynastie’ aldus weinig meer overlaten dan een verdunde spoeling. En mijn verhaallijn was zo al smalletjes.

Ik ben een frescoschrijver. Het verhaal is ondergeschikt aan het leven dat ik beschrijf. Ik romantiseer het bestaan. Voor mezelf herbedenk ik het tot een gedroomde waarheid. In het mixen van de vele personage-onderdelen herleid ik mijn types tot één ‘nonkel', één meid. Ik zoek een uitweg, weet dat er geen meer is.

‘De Schietspoeldynatie gaat over een jongetje in een familie van textielbaronnen. De moeder is weduwe. De jongen wordt geconfronteerd met enerzijds de textielbaronnen en hun hypocrisie, anderzijds met de gewone mensen, waarvoor hij uiteindelijk kiest’. Zo zal de persdienst van de omroep de hele zwik tenslotte resumeren.

‘Een universeel gegeven’, probeer ik me er zelf nog uit te wringen in de toelichting. ‘Of dat nu in de textielwereld gebeurt of elders maakt, niet veel uit. Er is een generatie die iets opbouwt, gevolgd door fils-à-papa’s die in teveel weelde opgroeien en snobs worden…’

Het hek is echter al van de dam. Het misverstand is on the road. De verwarring onomkeerbaar. Johan is er niet meer om me dat scenario uit de handen te rukken, me toe te schreeuwen: ze filmen het helemaal of ze filmen niks. Om me te beschermen vooral tegen de verfilming van mijn romandebuut. Tegen alle risico’s vandien. Voor je debuut, voor je volgende geschriften.

Ik moet verder. Heel alleen, zonder mijn spitsbroeder. Iets doet me toch nog het beste verhopen. Naast het eindeloos geduld van Marga is er de aanpak regisseur van Marc Lybaert. Hij boort recht naar de kern. Hij weet al dat hij geen spektakelfilm maakt, integendeel terechtkomt in de verstilde gevoelswereld van de jonge Dees. Lybaert kiest voor de enige juiste aanpak, zoektocht naar authenticiteit doorheen de groeipijnen van Dees. Eeuwig dankbaar ben ik hem daarvoor.

Niks is me heiliger dan dat perspectief van de opgroeiende jongen. Niks lijkt me zo onverbiddelijk als het observeren van de al geschonden wereld, door de ogen van een kind van dertien. Nog totaal onbevangen. Nog net niet opgeslorpt door de compromissenwereld van de volwassenen. Het kind, nog zuiver en volmaakt receptief voor alle gevoelens. Het kind dat alles hoort, observeert, er het zijne van denkt. Dra zal alles anders worden. Maar nu nog niet. Nu staat alles te gebeuren.

Marc Lybaert trekt op zoek naar dat kind. Voor zijn volwassenen personages heeft hij een pleiade grote namen klaar waar ik als theaterliefhebber van duizel.
Hugo Van den Berghe als ‘Nonkel Louis’, Gilda De Bal als moeder Alberta, Vic Moeremans als grootvader Staf. En Ann Petersen, Dora van der Groen, Katrien Devos, Hans Royaards, Bert André. De tantes, de nonkels, de meid, de smid.

Nu nog het jongentje vinden dat er het zijne van denkt. Marc Lybaert trekt op zoektocht. Hij doet geduldig audities, in Brussel. Vindt tenslotte Kenneth De Backer in Ronse. In het kopke van Dees kan het allemaal beginnen ‘kletsen’.

‘Sterrenkijker’. Copyright Stef Vancaeneghem.