DE SCHRIJFHEREN (10.1)
Roman
Onze nieuwe hoofdredacteur Lou De Cauwer gaf zichzelf één jaar om Embargo op te krikken.
‘De redactionele mix moet beter.’
Redactionele mix. Hutsepot. Van alles en nog wat. Brede publiekstrekker.
‘Niemand afstoten.’
‘Populair dat wel.’
‘Doch nooit vulgair.’
Dansen op de slappe koord tussen informatie en entertainment. Een fijn blad. Een onmisbare huisvriend.
‘Geen dure woorden voor de elite.’
‘Ons marktsegement loopt van hier tot ginder.’
Op het wit glimmend bord achter zijn desk, krabbelde hij met afwasbaar vilt een gigantische cirkel : de Vlaamse pers. Al onze concurrenten als punten van dezelfde taart. Gretig kruiste hij brutaal alle happen concurrentie door.
‘Nà ! En nà ! En nà !’ ‘En weg gij’ ‘Eruit ! Van de markt !’
Nu waren wij misschien nog het kleinste hapje. Geplet tussen onze concurrenten. De moeite niet om je tanden in te zetten als taartpunt. Hooguit een hoop kruimels. Maar hola ons doel was groots. We zouden de nieuwe marktleider worden. Er waren gunstige tekenen, zei hij.
‘De concurrentie wordt vadsig.’
‘Ze laat zich wiegen door haar machtspositie.’
‘Wie stagneert, gaat achteruit.’
‘We gaan toeslaan.’
Al te lang was er door zijn voorgangers geknoeid met Embargo. Hij had het allemaal zien gebeuren. Hij was toch dé media-watcher van Vlaanderen? Waarom hadden ze hem anders gevraagd ?
‘Het perswezen is mijn passie, ik heb er drie vrouwen voor laten staan.’
Hij kon best niksen in de zon doch zolang hij de kick voelde, bleef hij doorgaan. Hij hield van quasi onmogelijke opdrachten.
‘Want ergens staan we nergens.’
Wanhopen was totaal not done.
‘Wie wanhoopt, mag mijn voituur gaan opblinken.’
Een donkerblauwe Lotus Elise. Hij kwam er tot voor de glazen schuifdeur mee geschoven als flitsende wonderboy.
‘Als het moet, smijt ik iedereen buiten.’
Voor de rest had hij goed nieuws.
‘De achteruitgang van de oplage voor het jongste kwartaal is maar de helft van de verwachte halvering.’
De papieropslag was minder hoog dan gevreesd.
‘We kopen stocks op in Finland.’
‘Met lichtere grammage.’
‘Geen lezer die het merkt.’
Embargo zou aantrekkelijker worden.
‘Meer bladzijden, overal kleur, betere druk.’
‘Theater, ballet, klassieke muziek, cultuur, Panamarenko.’
‘Breedbeeld denken, interdisciplinair schrijven.’
‘Leonard Nolens voor Valentijn.’
‘Feuilletons. Donna Tart. Dan Brown.’
‘Sport. Een motorkampioen in een karreke.’
‘Politiek. De babes van de Wetstraat.’
‘Gastronomie. Het Hof van Cleve. De Karmeliet.’
De sterren zou hij zelf wel geven.
(Vervolgt)
Uit : ‘De Schrijfheren’. Roman. Copyright Stef Vancaeneghem.
Onze nieuwe hoofdredacteur Lou De Cauwer gaf zichzelf één jaar om Embargo op te krikken.
‘De redactionele mix moet beter.’
Redactionele mix. Hutsepot. Van alles en nog wat. Brede publiekstrekker.
‘Niemand afstoten.’
‘Populair dat wel.’
‘Doch nooit vulgair.’
Dansen op de slappe koord tussen informatie en entertainment. Een fijn blad. Een onmisbare huisvriend.
‘Geen dure woorden voor de elite.’
‘Ons marktsegement loopt van hier tot ginder.’
Op het wit glimmend bord achter zijn desk, krabbelde hij met afwasbaar vilt een gigantische cirkel : de Vlaamse pers. Al onze concurrenten als punten van dezelfde taart. Gretig kruiste hij brutaal alle happen concurrentie door.
‘Nà ! En nà ! En nà !’ ‘En weg gij’ ‘Eruit ! Van de markt !’
Nu waren wij misschien nog het kleinste hapje. Geplet tussen onze concurrenten. De moeite niet om je tanden in te zetten als taartpunt. Hooguit een hoop kruimels. Maar hola ons doel was groots. We zouden de nieuwe marktleider worden. Er waren gunstige tekenen, zei hij.
‘De concurrentie wordt vadsig.’
‘Ze laat zich wiegen door haar machtspositie.’
‘Wie stagneert, gaat achteruit.’
‘We gaan toeslaan.’
Al te lang was er door zijn voorgangers geknoeid met Embargo. Hij had het allemaal zien gebeuren. Hij was toch dé media-watcher van Vlaanderen? Waarom hadden ze hem anders gevraagd ?
‘Het perswezen is mijn passie, ik heb er drie vrouwen voor laten staan.’
Hij kon best niksen in de zon doch zolang hij de kick voelde, bleef hij doorgaan. Hij hield van quasi onmogelijke opdrachten.
‘Want ergens staan we nergens.’
Wanhopen was totaal not done.
‘Wie wanhoopt, mag mijn voituur gaan opblinken.’
Een donkerblauwe Lotus Elise. Hij kwam er tot voor de glazen schuifdeur mee geschoven als flitsende wonderboy.
‘Als het moet, smijt ik iedereen buiten.’
Voor de rest had hij goed nieuws.
‘De achteruitgang van de oplage voor het jongste kwartaal is maar de helft van de verwachte halvering.’
De papieropslag was minder hoog dan gevreesd.
‘We kopen stocks op in Finland.’
‘Met lichtere grammage.’
‘Geen lezer die het merkt.’
Embargo zou aantrekkelijker worden.
‘Meer bladzijden, overal kleur, betere druk.’
‘Theater, ballet, klassieke muziek, cultuur, Panamarenko.’
‘Breedbeeld denken, interdisciplinair schrijven.’
‘Leonard Nolens voor Valentijn.’
‘Feuilletons. Donna Tart. Dan Brown.’
‘Sport. Een motorkampioen in een karreke.’
‘Politiek. De babes van de Wetstraat.’
‘Gastronomie. Het Hof van Cleve. De Karmeliet.’
De sterren zou hij zelf wel geven.
(Vervolgt)
Uit : ‘De Schrijfheren’. Roman. Copyright Stef Vancaeneghem.
<< Home